Vette Veemarkt 2024
Naast die van Anderlecht is dit nog de enige Vette Veemarkt te lande, zo blijkt. Nog steeds is het in Zomergem een feestdag: het is en blijft in essentie een boerengemeente, en tradities zijn er om in ere te houden.
Ons pa had me de avond voordien nog gebeld: dat ik wel nog tot in zijn straat geraakte, dat ze die ingang niet hadden afgesloten. De hele dorpskern – markt, alles rond de kerk, de omliggende straten – waren wel afgesloten: op de markt zelf stonden de dieren voor de keuring, maar daarrond stond ook nog vanalles. Jeroen stond als vanouds bij een wedstrijd waarbij je het gewicht van twee varkens moet proberen inschatten. Alexander en Marie-Julie gaven dan weer optredens met de fanfare, terwijl voor de rest het hele dorp op stelten stond. Mooie tradities ook: de ossenkar, de paardentram, de schapen, de neerhofdieren… Ik ging even met ons pa luisteren naar de fanfare, kocht tulpen tvv. Komop tegen Kanker, ging Jeroen even uitlachen, en toen reden we richting Wondelgem. Moest het stralend weer geweest zijn en we niet nog wilden supporteren voor Wolf, dan zou ik misschien nog wat langer gebleven zijn.
Een vreemdsoortig nostalgie, maar geen spijt. Oh nee.
Terugblik op 2023
Vorig jaar, in mijn terugblik van 2022, schreef ik dat het niet meteen een bijzonder jaar was geweest. Niet slecht, maar ook niet uitzonderlijk goed. Ik heb zo ongeveer hetzelfde gevoel bij 2023: niet uitmuntend maar zeker niet slecht, met fijne momenten maar niet wat ik meteen hoogte- of laagtepunten zou noemen.
Ik zette het jaar in op krukken en had me misrekend wat mijn revalidatieperiode zou zijn: ik ben geen 25 meer, en had dus ook nog de twee eerste weken van het schooljaar nodig om te bekomen. Maar Gwen nam me mee uit eten naar Mauro. Wolf reed me een aantal dagen later naar Roeland en Sarah voor de eerste nieuwjaarssessie, en Mireille en Arend pikten me op voor een namiddag en avond bij Stefaan en Lynn. We gingen ook in Ronse nieuwjaren, en met Gwen sprak ik af bij Boris en Maurice. Ik nam Bart mee naar Souvenir en ging kort wandelen met ons pa aan ’t sas. Philip trakteerde me op een dagje Deurne en ik nam Merel mee om te ontbijten. Gwen en ik trokken naar Antwerpen voor een lezing en Bart nam me mee naar Boury. Ik ging naar een lezing over Ovidius en nam Véronique mee naar het MSK. Gwen en ik gingen naar de Griek, met school ging het naar Rijsel, en ik dronk koffie bij Gwen in de tuin. Bart en ik trokken in de paasvakantie naar Lissabon voor een kleine week. Met de vijfdes ging het naar het Concertgebouw in Brugge, en er was een paasdiner met wandeling in Ronse. Onze tweedes gingen opnieuw naar Velzeke, Bart nodigde Gwen en Erik en mij uit in Rizoom, we gingen naar Fourchette, en Marne gaf een fijn lentefeest. Ik genoot van twee dagen Big Rivers in Dordrecht en Gwen en ik gingen in de Gentse Feesten naar een zeer vreemd toneelstuk. Een paar dagen later zag ik haar in Oostende en daarna trokken Merel en ik voor twee dagen naar Dordrecht. Er was de jaarlijkse Middelheimpicknick en Bart en ik gingen eten bij Flynn’s. Ik liep een snikhete dag rond op de Caesarfeesten, we vierden Koens 50ste verjaardag in Meise, ik ging naar een concert hier in Gent, naar een lezing, en ik nam afscheid van Veek. Met Gwen ging ik eten in 125, met de familie in de Artichaud, ik deed nog eens van lezing, zelfs van online lezing, en we gingen naar Bar Bask. Het koor gaf een Ceciliafeest en met Barbara en haar man gingen we naar Boo Raan. Gwen zag ik nog eens in Baptist en Bart en ik gingen eten in Kortrijk voor het goede doel. Liv werd ook dertien en een week later waren we er terug voor kerstdag. Eindigen deden we hier thuis met Gwen en Erik.
Fysiek liep het ook allemaal niet zo heel vlot. Zoals gezegd begon ik het jaar op krukken na mijn hielspooroperatie, waardoor ook mijn rug het opgaf. Ik raakte een tand kwijt wegens gewoon in twee gebroken en mijn voet wilde echt niet genezen zoals het moest. Ik verstuikte dan ook nog de andere, waarbij er wellicht zelfs een botsplinter afbrak, en kreeg nog eens corona, of de griep, geen idee.
Ook bij ons pa ging het fysiek niet voor de wind: de neuroloog was in februari positief, maar eind mei werd hij opgenomen in het ziekenhuis wegens blijvend overgeven. Het bleek uiteindelijk darmkanker te zijn, waar hij voor geopereerd werd.
Zelfs Merel moest onder het mes, voor twee weerspannige tanden. Ze kreeg ook acnémedicatie. Kobe liep een hersenschudding op, en bij Wolf werd nu ook officieel vastgesteld dat zijn ene been korter is dan het andere.
Qua huisvesting bewoog er wel een en ander, ja. Zo kwamen er eindelijk zonnepanelen op ons dak, en moest voor het eerst ook onze septische put geleegd worden omdat we met geurhinder zaten. Helaas, het bleek eerder een verstopte afvoerleiding te zijn. Bart kreeg een pizza-oventje, en we sukkelden gigantisch met onze elektriek. Niet één keer, niet twee, niet drie maar vier keer. We kochten een appartement dat nog moet gebouwd worden, waar ze dus aan begonnen, waar we keuken en badkamer voor moesten kiezen, deuren, vloeren, en ook alle mogelijke technische dingen.
Wat hobby’s betreft bleef alles zowat bij het oude. Ik kon weer naar het koor en we zongen zelfs Alexander’s Feast. Ik begon eindelijk ook weer in een nieuwe, gezapige maar heerlijke groep Call of Cthulhu met The Masks of Nyarlatothep. Er werd uitbundig gequizd, zowel in Merelbeke, Aalter, het herstartte SQ, nog eens in Aalter, en uiteindelijk in Destelbergen. Larpen stond op een redelijk laag pitje: een Aether mini, een hilarisch Omenweekend, dat was het zowat.
En er was het geocachen, natuurlijk. In het begin van het jaar viel dat dik tegen wegens de voet, maar gaandeweg trok zich dat weer op gang. Ik ging verder met ons pa in Lochristi, nog een keertje, zelfs op moederdag, de elfde keer. Ik ging met de fiets in Gent, met Véronique in Ronse, op mijn eentje rond het Damvalleimeer, met Merel in Dordrecht, in Desselgem, nog eens met Vero in Gavere, in Melle, zonder Véro in Gavere, met de fiets in Landegem, en eindelijk, nu hij weer thuis is, nog eens met ons pa in Lochristi, en nog eens. Ik ging uitwaaien op Linkeroever, tijdens de examens in Drongen en op een zeldzame droge dag nog eens in Kruisem.
Ook de kinderen hadden hun bezigheden en hobby’s: Merel speelde voor het eerst mee in tToneel op school en deed dat bijzonder graag. Ze kreeg ook een beugel, iets minder plezant dus. We gingen samen kijken naar de balletvoorstelling van Marie-Julie en ze gaf een blokfluitconcertje en een toonmoment. We deden van Smile Safari met Lieze erbij, gingen noodgedwongen shoppen voor nieuwe kleren, aten bij de Italiaan en ze ging viral met een handleiding voor het Taylor Swiftconcert. We herschilderden haar bureau, gingen nog eens ontbijten en ze deed een hoogteparcours en een waterparcours met haar nichtjes. We gingen nog eens eten, bij Baptist deze keer, vooraleer ze haar beugel ook echt kreeg. Shoppen was nog eens nodig, want ze ging op GWP naar zee. Ze werd dertien
Kobe speelde nog enkele keren fagot voor hij definitief stopte. Zijn focus ligt nu bij de scouts en het speelplein: hij volgde dan ook een monitorcursus en ging na zijn scoutskamp naar Zuid-Korea voor zijn jamboree, waar hij zestien werd. Hij gaat ook voor olympiades allerhande.
Wolf werd negentien (!), koos een nieuw kot uit, schreef zich in bij UGent Racing waar hij onder andere carbon fiber leerde maken, ging met mij mee naar Rammstein, haalde zijn rijbewijs, slaagde voor zijn eerste jaar burgerlijk ingenieur, en ging prompt bijles geven.
Bart en ik deden ook van cultuur: de Huiskamerkuren van Klaas Delrue, die van Rick De Leeuw en Jan Hautekiet, een avant-première van een film, Zaz op Gent Jazz, een weekje Berlijn, kunst in Watou, een betere kunstroute in Sint-Denijs, een klassiek concert in Zomergem, een schitterend toneelstuk samen met Gwen en Erik, met Merel naar het GUM, een concert van Brihang en vrienden, en uiteindelijk een dagje Parijs voor Rothko en Vanfleteren.
Ik las al bij al 53 boeken met een gemiddelde van 410 pagina’s, zo een beetje mijn standaard tegenwoordig.
Maar vooral: Bart startte een nieuw bedrijf, Ikag.
Eigenlijk was het een redelijk vol jaar, als ik het zo bekijk. Nee, ik heb hier nog lang niet alles opgesomd, dat is ook niet de bedoeling. Maar het was vrij druk, ja: ik probeer alles mee te pikken waar ik de energie, de goesting en de rug voor heb, want die rug hangt als een zwaard van Damocles boven mijn leven, ja. Het kan elk moment gedaan zijn, ik kan elk moment in een rolstoel belanden. Tsja. Sic transit gloria mundi.
Op naar 2024!
Hey ma
Hey ma
ik weet het, ge moet zo beschuldigend niet fronsen door de telefoon, het is al veel te lang geleden dat ik nog gebeld heb. Maar ik bel gewoon niet veel meer de laatste tijd, ik heb zelfs geen vaste telefoon meer. Stel u voor, in onze tijd zou dat geen waar geweest zijn! Met ons pa moet ik niet bellen, hij hoort niet genoeg en ik zie hem alle zondagen, en dan kletsen we in de auto.
Ik dacht, ik bel nog ne keer om te zeggen hoe het met ons gaat, en dat is eigenlijk simpel: goed. Natuurlijk zijn er altijd van die kleine dingen waar ge u aan ergert, maar dat is eigen aan ne mens, denk ik dan.
Bart werkt momenteel maar halftijds en is een andere mens geworden. Het gehaaste, het jachtige is er uit, en hij zit zowaar hele dagen in zijnen hof. Hij plant bloemen, groenten, fruitbomen en ook binnen staan er nu meer planten dan ooit, terwijl hij altijd zo aan het fronsen was over mijn ‘jungle’. Ge zoudt het de max gevonden hebben, ma, en ge zoudt massa’s tips hebben kunnen uitwisselen. Ik ben trouwens nog altijd kwaad op mijn blauwe regen die een witte regen blijkt te zijn, en Bart heeft er nu witte klimroosjes naast gezet. Ik kan er niet naar kijken zonder aan u te denken, ma, elke keer weer.
Wolf is ijverig aan het studeren. Hij heeft per definitie al tweede zit door zijn eerste examenreeks, maar hij gaat er voluit voor, hij wil er geen examens aan toevoegen. Maar het is moeilijk, het is veel, het is lastig. Ge kent het wel, ge hebt ook unief gedaan. Hij heeft gelukkig Tiemen naast zich, met wie hij volgend jaar op kot gaat: die gast is zo nog een trapke slimmer en wiskundiger en kan het wel altijd uitleggen. Nog die chance. Maar het wordt nog een harde noot om kraken.
Met Arwen gaat het nog altijd prima, en zijn rug doet het voorlopig ook nog redelijk. Af en toe speelt die op, maar niet zoals we gevreesd hadden.
Kobe, wel, Kobe is Kobe. Hij is ongelofelijk sociaal bezig, die jongen: hij gaat naar de scouts en blijft daarna vaak hangen met een groepje vrienden, en diezelfde vrienden zijn ook hier – boven, in de game room – naar De Mol komen kijken en ze gaan soms ook samen naar ’t stad en zo. En de jamboree, dat is nog zo iets waar hij volop naar uit kijkt en mee bezig is. ’t Is wijs om zien, die jongen is zo druk bezig… Alleen jammer dat hij niet altijd evenveel tijd in zijn school steekt, maar daar zijn we nu de nijper op de staart aan het zetten. Ge kent het ook wel, ma, ge hebt dat bij mij en vooral Jeroen ook nog moeten doen.
En Merel… Ach ma, ik vind het zo spijtig dat ge Merel niet ziet opgroeien. Echt serieus, ge zoudt er stapelzot van zijn, van alle drie uw kleindochters overigens. Ze is nu al groter dan gij, een knap slank ding, ongelofelijk plichtsbewust en nauwgezet maar met een venijnige tong en een schitterend gevoel voor humor. Echt, met ons drietjes zouden we de meeste lol van de wereld gehad hebben. Ik vind het zo jammer dat ze u nooit beter heeft gekend, en dat was toch ook uw grootste spijt: dat ge uw kleinkinderen niet zoudt zien opgroeien.
En ik? Ach ja, ik val beetje bij beetje uiteen, zeker? Ja ik weet het ma, ik moet vermageren, maar da’s gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het zou goed zijn voor mijn rug en mijn maag en mijn voet, maar ach ja… Maar daarnaast doe ik mijn werk nog altijd graag, zie ik mijn ventje nog altijd graag, woon ik nog steeds graag in mijn huis, en heb ik mijn leven best wel graag. Het heeft zo zijn momenten, ma, ook dat kent ge wel.
En uw ventje? Die redt zich nog steeds, ma, ge kunt gerust zijn. Het is met de nodige hulp, en het gaat niet zo lang meer duren want Martine, die schat van een mens, kan dat ook niet blijven doen, en ze heeft groot gelijk. Maar ons pa, die doet dat nog altijd goed. Hij gaat nu alle woensdagen te voet naar de kinesist, weer of geen weer, ingeduffeld en traag en met een paraplu als het nodig is, maar hij doet het toch maar. Zijn parkinson is stabiel, maar hij wordt oud, ma. En toch, ge zoudt hem hier ne keer bezig moeten zien met het dekken van de tafel en het sorteren van de kousen en het binnenspelen van het eten dat Bart voor ons kookt. En dan gaan geocachen met mij: ver stappen zit er niet meer in, maar hij gaat nog altijd fluks mee een wei op of door de tengels om mijn rechterhand te zijn. Het is mooi om zien hoe we op elkaar ingespeeld zijn: ik pak de cache, geef hem door aan hem, en hij opent die, haalt het boekje tevoorschijn, opent het op de juiste pagina, en ondertussen heb ik mijn stempeltje vast, kan ik stempelen, steekt hij alles weer in elkaar terwijl ik log op mijn gsm, en dan kan ik de cache weer terugsteken. Soms doet hij dat ook zelf, als het niet te moeilijk is. En we genieten er allebei van.
Ach ma, ge moet u over ons geen zorgen maken, weet ge. Het loopt zoals het moet, met zijn ups en downs, maar eigenlijk toch redelijk vlekkeloos. Ge zoudt vooral trots zijn op ons, moest ge ons bezig zien. Zeven jaar, ma, al zeven jaar heb ik het gevoel dat ge ons toch kunt zien, en dat ge glimlacht over onze stommiteiten. Ik mis u, ma. Al zeven jaar.
Allez ma, ik ga u laten, ik moet nog ne was gaan ophangen, nu dat het ne keer schoon weer is.
Belde gij dan ne keer?
Salu he!
PS. Ge moet naar die reeks van “Miss Fisher’s Murder Mysteries” kijken, die kleren uit de jaren twintig, serieus! Doen!
2022 in beeld
Wat zou nieuwjaarsdag zijn zonder een filmpje waarin al mijn foto’s van de dag gebundeld worden? Het laat de kleine dingen zien die me opvielen, de dag typeerden, of die me gewoon blij maakten: een prachtige lucht, een bloem, de glimlach van de kinderen… En het is mooi om de dingen te zien veranderen en de kinderen groter te zien worden.
De filmpjes van vorige jaren zijn trouwens ook ongelofelijk fijn om opnieuw te bekijken: je ziet de kinderen gewoon opgroeien! Dit was 2021, 2020, 2019, 2018, 2017, 2016, 2015, 2014, 2013 en 2012.
De muziek is opeenvolgend “Maroon” van Merels lieveling Taylor Swift en “De Diepte” van de Nederlandse Eurosonginzending S10.
The Cure in het Sportpaleis!
Vorig jaar stuurde Jeroen me plots de vraag of we naar The Cure gingen gaan met gewone tickets of VIP-tickets. Niet of ik meewilde, nee, daar ging hij zonder meer van uit. En op kerstavond kreeg ik dan een prachtig metercadeau, namelijk het bewuste VIP-ticket!
Ik zat er al wekenlang naar uit te kijken en was eigenlijk ook heel blij dat in de VIP-tickets ook parking rond het gebouw inbegrepen was: we moesten nog eventjes stappen, maar niet echt ver, wat perfect haalbaar was voor de voet.
We waren wel een uurtje later dan gehoopt: Jeroen had niet echt rekening gehouden met de reële grootte van de files rond Antwerpen tegenwoordig. Tsja.
Maar er was dus wel fijn gezelschap, een goed tafeltje en een zeer genietbare walking dinner:
En toen was er, uiteraard, het concert. We zaten helemaal vooraan links, maar nog net ver genoeg om niet te schuin te zitten. De perfecte plaatsen, quoi. En het concert? 2.5 uur zalige muziek: eerst wat nieuw werk en wat minder bekende nummers, en het laatste uur echt pure juke box: de ene hit na de andere, zelfs al voor de bisnummers begonnen. Ze speelden A Forest redelijk vroeg, en de bassist Simon Gallup liet zich op het einde gewoon helemaal gaan, heerlijk!
Ook Lullaby kwam voorbij, en dat heb ik zelfs helemaal opgenomen, met tranen in mijn ogen. Dit was het concert, dit was het nummer dat ik samen met Erik ging bekijken, hadden we afgesproken.
De rest van de video’s staat op mijn youtubekanaal.
Ik heb ook een pak foto’s genomen, waarvan ik er hier een paar zet.
Bompa Smith – toch ook al 63 – was in zeer goeden doen, zo bevestigde ook Mark. Hij kan het weten, want hij was hen al gaan bekijken in Jekaterinenburg en nog ergens anders.
En toen konden we nagenieten in de VIP met nog een drankje en de nodige dessertjes. En reden we naar huis toen de files al weg waren en we vlotjes konden rijden.
Wat een avond. Maar echt, wat een avond!
Familiedineetje
Naar aloude traditie – allez, toch in onze familie – gingen we ook vandaag eten met Nelly en Koen en Else, en daarna naar het kerkhof. De keuze was gevallen op de Bonaparte in Eke omdat dat net iets minder ver is dan ’t Konijntje tegen Ronse, maar het was er toch ook net iets minder, vonden we. Niet dat het niet goed was, maar het zat er stampvol waardoor het ook allemaal nogal traag verliep. En het eten was goed, maar ook niet meer dan dat. Tsja.
Wolf zit ergens in Duitsland, die was dus niet mee, zodat we nog met negen waren. Kobe dronk vrolijk mee een niet-alcoholische cocktail: hij wordt ook echt al groot…
Nelly doen lachen op een foto, dat is me helaas nog steeds niet gelukt.
Tegen een uur of vier reden we met zijn allen naar het kerkhof van Kruishoutem: ook Nelly was deze keer mee in de rolstoel, waardoor we even met zijn allen hallo konden zeggen tegen Jeroom. Ik vind het zo ongelofelijk jammer dat Merel zich hem niet meer herinnert, ze was zo zot van hem als kleutertje en vice versa. En ik weet dat ze hem een fantastische opa had gevonden…
365 – 01 november 2022 – Kruisem
365 – 24 september 2022 – pootpatatjes
Obligate eerste-schooldagfoto
Het is hier een traditie om elk jaar op 1 september de eerste-schooldagfoto’s te posten. Het is dan ook een uitgelezen moment: je vergeet het niet én je krijgt een prachtig overzicht van hoe ze gegroeid zijn.
Vorig jaar vreesde ik nog dat het de laatste foto ging zijn met zijn drietjes, omdat Wolf nu richting unief gaat. Maar hij vertrekt pas morgenvroeg naar Portugal met zijn maten en vond het eigenlijk helemaal niet erg om speciaal nog eens op te staan, en ook Kobe was niet aan het grommelen. Ze weten hoe fijn ik deze foto’s vind…
En geef toe, het overzicht van de jaren is toch prachtig? Het is enorm hoe sterk ze veranderen, hoe volwassen Wolf er intussen uit ziet met zijn baardje, hoe ook Merel een stukje vrouwelijker is geworden, en hoe Kobe ook weer veranderd is. Hij had deze keer zelfs zijn schoenen aangetrokken, maar voor Wolf was dat een brug te ver.