Mooi weer + vrije zondag = dagje Watou. Vorig jaar hadden we er nog een weekendje van gemaakt, met twee overnachtingen in Poperinge. Dat hoefde nu ook weer niet, maar een dagje Watou was wel een van de dingen die ik op de planning staan had.
Bart zorgde dat de kinderen eten hadden ’s middags, en tegen elven vertrokken we richting de West-Vlaanders, meer bepaald kasteel De Lovie. Dat is zo’n vijf kilometer van Watou-centrum, maar daar is dus blijkbaar ook altijd een deel van de tentoonstelling. In plaats van in Watou te parkeren, daar alles te doen, naar de Lovie te fietsen en dan nog moeten terugkeren, had Bart dus het lumineuze idee om te beginnen met die fijne fietstocht doorheen het Poperingse platteland. Tegen kwart voor één waren we in Watou centrum, haalden we onze tickets en gingen we eerst iets eten, netjes in de schaduw.
Daarna deden we het parcours in Watou, maar… laat ons stellend dat we niet meteen onder de indruk waren, en dat is zachtjes uitgedrukt, noch van de kunstwerken, noch van de poëzie.
Eén werk sprong eruit, maar dat pakte echt niet op beeld, en ook het begeleidende gedicht was niet mis.
En toen fietsten we terug naar de Lovie, waar om 17.00 uur een voorstelling zou zijn, maar voor Bart hoefde het echt niet meer. We zijn zelfs de Lovie niet binnengegaan, want dat ging toch meer van hetzelfde zijn.
We hebben ons dan maar eventjes geïnstalleerd in de zomerbar aan de vijver, en ik ben nog een paar caches op het domein gaan bekijken, terwijl Bart rustig op een bankje zat.
Watou 2023? Niet bepaald een aanrader. Volgend jaar beter.