Balletvoorstelling van Marie-Julie
Jawel, ook dit jaar ging ik – uiteraard – kijken naar de dansvoorstelling van mijn metekind Marie-Julie. Deze keer was het overigens niet in Aalter maar in Eeklo, en dat was een geluk bij een ongeluk: Merel was ziek, maar last minute kon ik Wolfs lief Arwen, die zelf ook altijd ballet heeft gedanst, in de plaats meenemen, ook al omdat ik quasi aan haar deur moest passeren.
We parkeerden ons wat verderop, liepen door de kou naar de zaal, hadden excellente plaatsen op nota bene de derde rij, en genoten volop. Deel één was klassiek ballet, deel twee was hiphop en moderne dans, en ja, allebei waren ze even goed. En net zoals vorige jaren danste Noor, de dochter van een vriend, ook mee op hoog niveau. Knap van beide dames! Yup, alweer echt genoten. En stiekem ook wat foto’s genomen, ja.
365 – 02 februari 2025 – Lichtmis
Bijna geen MRI-scan
Ik moest vanmiddag om half twee in het Jan Palfijn staan voor een MRI-scan. Geen probleem, dacht ik zo, ik heb dat al meermaals gedaan. Maar de vorige keer, in 2017, was ik platgespoten met morfine, en de keer daarvoor weet ik zelfs niet wanneer het precies was.
Soit, ik meldde me aan, kleedde me uit tot op mijn onderbroekje en T-shirt, en ging de scannerruimte binnen. Een bijzonder vriendelijke zorgkundige deed me plaatsnemen op de tafel, met mijn hoofd in een soort mal. Op zich niet erg, maar met een koptelefoon erbij kon ik mijn hoofd niet echt meer draaien. Hmm. Maar bon, ik kreeg een alarmknop waarmee ze me onmiddellijk uit de buis gingen schuiven als dat nodig was. Op dat moment zag ik het nog zitten, ja. En toen ging ik de buis in en werden mijn armen – ja ik heb een dikke kont – nogal stevig tegen mijn lijf gedrukt, iets waar ik niet meteen rekening had mee gehouden. Neem daar bij dat ik misschien tien centimeter boven mijn hoofd had, en de paniek sloeg toe. Als in: complete paniekaanval! Ik duwde een tiental keer op de knop en werd meteen eruit gehaald: het zweet liep me af, mijn hart bonkte en ik zat gewoon te trillen. Serieus!
Beide zorgkundigen stelden zich zeer begrijpend op, maar konden me geen alternatief bieden: een SPECT-scan had ik al gehad en iets anders had geen nut. En onder verdoving, dat doen ze niet, enkel bij kinderen.
Juist.
Ik heb nog een paar keer diep ademgehaald, mezelf streng vermanend toegesproken, mezelf ingeprent dat deze scan écht wel nodig is voor een deftige diagnose, en gezegd dat ik het ging proberen. Met, denk ik, wel drie keer de vraag dat ze me er zeker ging uitschuiven als ik op de knop ging duwen. Dat ging ze doen. Ze had intussen ook de airco in de buis op maximum gezet zodat er echt een windje door waait, en dat maakt verschil, zei ze.
Bon, ik dus opnieuw op de tafel, zonder de koptelefoon maar met oordopjes, de buis in, armen strak naast mijn lijf, ogen stijf dichtgeknepen dat ik de nabijheid van dat ding niet zag, knop in de hand. Het is vreemd hoe hersenen werken: die airco zorgde voor een briesje alsof er veel meer plaats om me heen was en hielp dus echt. En ik telde: ik ben tot vijfhonderd geraakt en toen kon ik er weer uit. En wat me ook hielp was het lawaai: het vreemde gezoem, gebrom en geklop heeft een kalmerend effect op me, hoe luid het ook is. Ze moeten daar echt eens een industrial track van maken, dat moet zalig zijn.
Soit, ik heb het dus overleefd: een beetje beverig zat ik iets later in de gang bij ons pa. Ha ja, de scan ging veel vlotter dan gedacht zodat ik daar al om tien over twee was, en het bezoekuur begint pas om half drie. En nee, ze laten je niet vroeger binnen. Ik had mijn boek bij en heb zitten lezen, zodat ik helemaal kalm bij ons pa zat. Oef.
En ons pa? Die stelt het al bij al wel goed, niet veel verandering, blijkbaar.
365 – 01 februari 2025 – mijn nichtje de ballerina
Lectuur: “Jona” van Anna Van Praag
Eerder schreef ik al dat ik mee ging lezen met de Kleine Cervantes, een Gentse jeugdboekenjury. Een eerste boek dat ik daarvoor las – ik had de volgorde niet goed bekeken, dat bespreken we pas eind februari – was dus Jona, van Anna Van Praag. En ja, ik vond dat best goed, ja.
Hoofdpersonage is Jona, een jongen van zestien die met zijn vader in een klein huisje in een hofje in Amsterdam woont, tegenover zijn licht dementerende grootmoeder. Op zich niks speciaals, ware het niet dat de familie strikt Joods is – niet Chassidisch, zo ver gaan ze niet – en vader hamert op complete openheid, wat zelfs letterlijk te nemen is als het over kamerdeuren gaat. En dat Joods zijn, dat heeft een enorme impact, want meteen is er ook het intergenerationele trauma over de tweede Wereldoorlog.
Wanneer Jonah een soort onderzoekscompetentie moet maken samen met twee klasgenoten, kiezen ze zijn oma als onderwerp, en dan meer bepaald over wie ze het heeft als het over Simon gaat. Want voor zover ze weten, is er geen Simon in de familie. Maar die klasgenoten verstoren wel het wereldbeeld van Jona: niet Joods, veel mondiger, een andere kijk op de wereld…
Op een luchtige manier snijdt Van Praag op die manier enkele toch wel zware thema’s aan: het verwerken van het oorlogsverleden dat ook op Jona nog een invloed heeft, dementie, culturele en religieuze verschillen…
En toch leest het boek wel vlot: het spreekt aan, appelleert aan de leefwereld van jongeren en de problemen waarmee zij geconfronteerd worden. Ik ben benieuwd naar wat onze leerlingen er van gevonden hebben, maar dat is voor een latere datum.
365 – 31 januari 2025 – me-time in de Ooievaar
Gedichtendag 2025
365 – 30 januari 2025 – perfecte belichting
Hartje
Merel kwam thuis met het bericht dat ze was blijven haperen met haar favoriete rokje en dat er een winkelhaak in getrokken was. Of ik dat niet kon repareren zoals ik ooit een hemd gerepareerd had: met een opvallende steek, zodat het zou lijken alsof het erom gedaan was. Want ja, onopvallend kan je dat niet repareren.
Ik nam een dunne wollen draad en begon het hoekje vast te zetten. “Goh”, zei ze, “kan je daar meteen gewoon een hartje van maken? Zodat het helemaal lijkt alsof het de bedoeling is?”
Euh, ja zeker?
Ze vond het zelfs mooier dan voorheen, zei ze. Mooi meegenomen.