Griekje

Omdat Gwens agenda eigenlijk nogal druk was in mei en vandaag wel nog vrij was, gingen we vrij kort op elkaar dus nog eens uit eten. Of zoals Merel zei: “Alweer???”

Euh, yup. Want ik geniet daar elke keer weer van.

We gingen deze keer gewoon weer voor een Griekje, want dat blijven we leuk en lekker vinden. Ik stelde dus de Pantheon voor, op de hoek van de Oude Houtlei en de Annonciadenstraat, waar vroeger, dacht ik toch, een andere Griek zat. Enfin, ik had in de namiddag nog snel gereserveerd, al dachten we beiden dat dat eigenlijk niet nodig zou zijn, op een doordeweekse woensdagavond. Man, was ik blij dat ik dat toch gedaan had! Het is niet bijzonder groot en het zat er dan ook stampvol. We waren er om 19.00 uur, en amper tien minuten later stonden er al een violist en een gitarist ons te entertainen. Goed gelachen: hij speelde eerst Δυα Παιδια, een Griekse klassieker, maar daarna ook Het Vliegerke, volledig in de Griekse stijl.

En het eten? Wel, de inrichting mag dan cliché Grieks zijn, compleet met zuilen en zo, maar de meze was voortreffelijk! In de jouvetsi zaten echt de authentieke smaken uit Griekenland zelf, dus niet speciaal aangepast. Dus ja, een van de betere Grieken, we snapten meteen waarom het er volzet was op een woensdag.

Verder zaten we fantastisch te kletsen, voornamelijk over het werk, maar ook over andere dingen, gelukkig maar. En over ons reisje naar de conferentie Euroclassica, eind augustus in Sofia, dat we aan het plannen zijn. Ik hoop dat we de juiste beurzen kunnen binnenhalen, dat zou fijn zijn.

Ik ben zowaar zelfs vergeten een selfie te maken en dat gebeurt me niet vaak.

Enfin, tegen tien uur stonden we weer buiten, helemaal bijgepraat en prima gezind. Nee, het gaat me nooit vervelen, zo gaan eten met mijn bestie. En zo’n Griekje? Mag altijd!

Afrikaans dorp

Ik heb het al vaker gezegd: onze DM – dungeon master, of degene die de scenario’s van Call of Cthulhu leidt – heeft gigantisch veel spullen in huis om landschappen na te bootsen en heelder campagnes uit te werken.

Met The Masks of Nyarlatothep zitten we momenteel in 1925 in een typisch Afrikaans dorp, nog zonder elektriciteit of enige vorm van moderniteit, en jawel, ook dat had hij helemaal voorzien en opgezet. Maar goed ook, want ’s nachts werden we aangevallen door cultisten en Night Gaunts, en dan moet je het ook echt wel uitspelen waar je staat, hoe ver je kan lopen/werpen/schieten en of iemand in je blikveld staat, dat soort dingen. Maar de details zijn altijd prachtig, al zijn de figuurtjes misschien niet altijd even politiek correct.

Maar geef toe: dit is toch zalig? In plaats van op een uitgetekend vel papier te spelen…

Dikke merci, Geraard, om er altijd zo veel moeite in te steken!

Doordenkertje

Ik zette mijn gerief voor de tabletopsessie klaar, en nam dus ook mijn doosje met dobbelstenen. Dat is een pracht van een doosje dat ik ooit gekregen heb, maar waarvan de scharniertjes kapot zijn. Op zich niet erg, met twee stevige rekkers blijft dat ook dicht.

Wolf had het vorige week gebruikt omdat hij zijn eigen dobbelstenen ergens verkeerd gelegd heeft en niet meer vindt. Kan gebeuren.

Ik nam het nu dus uit de kast, en merkte dat het niet echt goed dicht was, en met een dertigtal dobbelstenen is dat niet zo praktisch als dat openschiet.

En toen keek ik naar de rekkers, die mijn ingenieur van een zoon rond het doosje had gedaan.

Juist ja.

Nen ingenieur, dat kan alles berekenen, maar daarom zijn ze nog niet praktisch.

Lectuur: Le Bureau des affaires occultes (Le Bureau des affaires occultes #1 ) van Éric Fouassier

In het kader van “Het mag al eens wat lastiger Frans zijn, toch?” ben ik in deze gedoken, geschreven in 2021 maar zich afspelend in Parijs in 1830.

Het verhaal draait rond Valentin Verne, een jonge, zeer knappe, charismatische maar zeer afstandelijke, kille en bij momenten ook zeer wrede inspecteur, die van de Zedenpolitie overgeplaatst is naar de Sureté om daar een bizarre reeks moorden op te lossen. Parijs is sowieso een kruitvat met brandende lont na de revolutie van 1830, en dit soort seriemoorden kan de situatie alleen maar verergeren. Tegelijk krijgen we het verhaal van een jong gastje, dat opgesloten wordt gehouden door een sinister persoon, de Vicaire, in een donkere vochtige kelder en daar regelmatig misbruikt wordt. Uiteraard zullen de twee verhalen samenkomen, maar hoe, wanneer en waarom?

Fouassier schrijft een prachtig, bijwijlen barok proza met heerlijke beschrijvingen en subtiele nuances. Dat maakt de lectuur natuurlijk niet makkelijk, maar gelukkig is er de woordenboekfunctie op de Kindle, die ervoor zorgt dat ik maar op een woord te tikken heb om er de uitleg – in het Frans, uiteraard – van te krijgen. Nee, dit is geen hedendaags gesproken Frans, zoals in Tout le bleu du ciel, dit is duidelijk literair Frans, maar dan wel om duimen en vingers bij af te likken. Mooi, goed geschreven, een intrigerend hoofdpersonage, een knappe plot waarvan je de subtiliteiten maar halfweg het boek ziet opdoemen, enfin, een policier van eenzame hoogte, vond ik.

Ja, ik ga zeker het vervolg lezen, maar eerst wellicht iets dat wat minder zwaar valt, want zowel de psychologie – je leest per slot van rekening over kindermisbruik en trauma en zo – als de schrijfstijl nopen niet meteen tot lichte lectuur.

Undertow

Undertow of onderstroom. Geen idee, eigenlijk, waarom de titel van dit boek eigenlijk in het Engels moest, want ik vind hem in het Nederlands minstens even krachtig, en de gedichten zijn ook Nederlandstalig.

Undertow is een boek van twee vrienden van me, in samenwerking met een fotograaf. Geraard Van Heusden is de game master  van onze tweewekelijkse Cthulhu en dus ook dichter. Koen Buytaert is een van de spelers en ook componist. En dan is er dus nog Kristof Vande Velde, die fotograaf is in zijn vrije tijd.

Samen kregen ze het idee om een donker fotoboek te maken, gelardeerd met gedichten en met een bijhorende CD met ambient, ik kan het niet anders uitdrukken. Het is een donker boek, met bewolkte foto’s, duistere gedichten, broeierige muziek. (en nee, de onderstaande foto’s zijn verre van ideaal)

Gisterenavond tekenden we met een aantal present in Wetteren – tweede poging, de eerste poging van de boekvoorstelling in Gent was op een sisser uitgedraaid wegens verkeerd genoteerde boeking – waar Koen live de muziek speelde, Geraard ondertussen enkele van zijn gedichten ten berde bracht en de foto’s werden geprojecteerd in een geanimeerde voorstelling. Al bij al knap gedaan, jawel.

Helaas waren de stoelen pokkeslecht en wilde Geraard ook wel graag na de pauze naar huis wegens andere besognes, zodat ik hem thuis ging afzetten en zelf ook thuis was tegen negen uur. Uiteraard met gesigneerd boek. Het boek had ik al, de signatuur van Geraard ook, en nu dus ook de andere twee.

Kunstzinnige vrienden, ik vind dat wel leuk, ja.