Roeland belde daarstraks, zo rond een uur of zeven: of het klopte dat ik morgenmiddag met ons pa naar het ziekenhuis ging? Want het is echt niet goed, en vooral die rare hik baart ons zorgen, samen met het feit dat hij dus echt niet eet.
Euh… Ik had daarmee gedreigd, maar heb daar eigenlijk nu écht de tijd niet voor, aangezien de punten afgesloten worden, er examens moeten opgesteld worden en ik nog die extra lessen geef. Maar als het moet, dan moet het maar.
“Goh”, zei Roeland, “Ik dacht al zoiets, ons pa is ervan overtuigd dat ge morgen met hem gaat. Maar ik heb deze avond nog wel tijd, is het dan niet beter dat ik vanavond met hem ga?” Bon, ik dus doorgegeven wat hij allemaal mee moet hebben, en Roeland hem meegepakt.
Indien nodig kon ik gerust gaan aflossen, ik kan ook op de spoed nog zitten verbeteren, maar dat hoefde niet voor Roeland. Een eerste bloedonderzoek wees uit dat ons pa nog nauwelijks rode bloedcellen had, ze hebben hem onmiddellijk twee zakken bloed bijgegeven. En nu zijn ze dus onderzoeken aan het doen. Het eerste vermoeden gaat richting een maagzweer, dat zou wel een en ander kunnen verklaren.
In elk geval is ons pa blij dat hij in het ziekenhuis is, hij voelt er zich veilig en er wordt voor hem gezorgd. En wij, wij zijn eindelijk ook een pak geruster.
Wordt vervolgd.