Erik
ik zit hier na een lange, zware dag op mijn oprit in de auto naar The Cure op Werchter te luisteren, en ik kan alleen maar aan jou denken.
De afgelopen dagen heb ik woede gevoeld, verdriet, onbegrip, maar nu voel ik alleen maar een intense vriendschap voor jou. Nee, zo vaak hebben we niet gepraat, maar elke keer opnieuw zeiden we dat we daar nu eindelijk eens werk van gingen maken, dat we eens gingen afspreken, dat we samen een pint gingen drinken. En we waren vooral vast van plan om de volgende keer samen naar The Cure te gaan. Nee, niet Werchter, een echt concert.
En nu zit ik dus in mijn auto naar hun muziek te luisteren en kan ik niet uitstappen. Want jij, jij bent er niet meer. Dat is je eigen keuze en dat moet ik respecteren omdat ik jou respecteerde. Maar je maakt het wel verdomd moeilijk, Erik.
Smith zingt: “Why can’t I be you?” op dit moment, en ik wou dat ik in je geest kon kruipen en je beweegredenen begrijpen. Want deze muziek, en al die larps, wou ik nog samen met jou beleven. En al die andere mensen die nog zo veel met jou wilden doen…
“Boys don’t cry” weerklinkt hier nu in mijn auto, en ik kan je verzekeren dat ze dat wel doen. Girls nog meer. “But I know that It’s too late, that you’ve already gone away”.
Het zij zo, Erik. Maar in mijn hoofd ben je nog lang niet weg. Ik zal nooit meer naar The Cure kunnen luisteren zonder jou in mijn hoofd. En misschien is dat zo slecht nog niet.
Het ga je goed, maat. We zien elkaar nog wel eens, en dan gaan we echt samen die pint pakken. En keihard “Lullaby” opzetten. Beloofd.
Kus.
Gudrun