Lectuur: “Witch Hunt (Preternatural Affairs #1)” van S.M. Reine

Ik was op zoek naar nog een hersenloos, zeer licht en very pulpy reeksje om nu, tijdens de examens, te lezen. Mijn brein kan op het einde van het schooljaar geen zware lectuur meer aan, en daarom heb ik voorlopig Possession van Byatt opzij geschoven.

Deze reeks voldoet aan alle vereisten: geen diepgang, hedendaagse hersenloze fantasy, een charmant hoofdpersonage, een vleug seks, en veel magie en doden. Zo hoort het.

Hoofdpersonage van dienst is Cèsar Hawke, een witch in Los Angeles, gerecruteerd in de Office of Preternatural Affairs (OPA) die als een geheime, extra dienst naast de gewone politie en de FBI alles waar magie mee gemoeid is, onderzoekt. Cèsar is vooral een veredelde privédetective die kleinere misdadigers gaat opsporen en arresteren. Hij zit eigenlijk vooral aan een bureau, samen met zijn partner Suzy, en leidt een kleurloos bestaan. Tot hij, na een redelijk uitzonderlijke, wilde nacht, een lijk in zijn bad aantreft, en alles erop wijst dat hij haar wel degelijk vermoord heeft. Hij vlucht voor zijn eigen dienst en roept de hulp in van Isobel, een necrocognitive, om zijn onschuld te bewijzen. Maar dat lijkt een pak makkelijker gezegd dan gedaan, en is hij eigenlijk wel onschuldig?

De plot zit goed in elkaar, dat moet ik toegeven. Ik ben er ook in sneltempo doorgegaan en heb niet echt op gaten of inconsistenties gelet, dat geef ik ook toe. Maar dat wil ik ook niet in dit soort boeken, zoals ik al eerder The Dresden FilesThe Iron Druid, Alex Verus of Eric Carter  las: allemaal hedendaagse magiërs van een of andere soort – tovenaar, druïde, toekomstlezer of necromancer. Al van de eerste pagina’s merk je wel dat dit de ‘volwassen’ soort wordt: Hawke verwijst al meteen naar zijn ballen. Maar gelukkig blijft het doorgaans bij dit soort verwijzingen: ik hoef hier geen stomende seksscènes, daarvoor is er andere lectuur. De auteur weet overigens zeer goed wie of wat haar doelpubliek is: ze verwijst naar voornoemde Iron Druid, maar evengoed naar Brandon Sanderson of de science-fiction reeksen Battlestar Galactica  of Firefly.

Het is niet zo goed als pakweg The Dresden Files, maar het is ook nog maar het eerste boek, ik geef het nog wat tijd. Hoe dan ook ga ik de reeks lezen, want dat is wat mijn arme brein momenteel nodig heeft.

Lectuur: “Cult Classic” (Eric Carter #9) van Stephen Blackmoore

Met dit laatste, en ook echt uitstekende deel – op Goodreads krijgt hij 4.5/5 – sluit de saga rond Eric Carter af, en ik vind het wel jammer, ja. Aan de andere kant: je kan het ook blijven uitmelken tot het helemaal bij het haar getrokken blijkt.

Objectief gezien is het dat nu al, maar op een of andere vreemde manier lijkt alles toch nog steeds logisch en aannemelijk. Carter moet een fout uit zijn verleden, de creatie van een zeer machtig Orakel, zien recht te zetten. Jammer genoeg loopt gans Los Angeles in de soep en verschijnen gebouwen en stukken grond uit andere tijden en/of realiteiten. En uiteraard stoppen ook Carters persoonlijke problemen niet, zodat hij zijn eigen cynische zelf kan zijn.

Lijkt dit allemaal nogal vreemd, dan zit het toch nog steeds knap in elkaar verweven en komen dingen uit de eerste boeken toch weer naar boven. Zoals gezegd klopt alles nog steeds, al ga ik nu absoluut niet zo ver dat ik begin te zoeken naar losse eindjes en onverenigbaarheden, daarvoor is dit net iets te pulpy lectuur. Maar ik vond het zeer vermakelijk en ga op zoek naar een volgende reeks zoals dit.

Lectuur: “Hate Machine” (Eric Carter #8) van Stephen Blackmoore

Aangezien de vorige geëindigd was op een joekel van een cliffhanger, kan het natuurlijk niet anders dan dat dit verhaal gewoon naadloos verder loopt.

Toch verwijdert het zich enigszins van de plot van de vorige, in die zin dat het niet meer gaat om die vete tussen de machtige magische families, maar om het proberen oplossen van een van de gevolgen daarvan, waarmee Carter ook persoonlijk getroffen wordt. En laat die oplossing nu liggen bij een behoorlijke fout uit zijn verleden, een fout die hij nu probeert recht te trekken maar die grandioos meer fout kan gaan. En de dood van hemzelf, zijn geliefden en, welja, de wereld tot gevolg kan hebben. Want als je iets doet, moet je het meteen goed doen, toch?

Het verhaal blijft echt goed in elkaar zitten, het zware cynisme van Carter kan af en toe wat wrevel opwekken, maar binnen zijn genre blijven dit steengoeie boeken. Nog eentje, en dan is het gedaan. Meh.

Lectuur: “Suicide Kings” (Eric Carter #7) van Stephen Blackmoore

Al speelt de vorige plotlijn nog mee in de achtergrond en blijft Eric Carter het nog moeilijk hebben met het feit dat hij teruggehaald is uit de dood – en het fijne ‘leven’ dat hij daar had -, we krijgen hier een compleet nieuwe overkoepelende plotlijn. En dat overkoepelend mag je gerust letterlijk nemen: het boek eindigt op een gigantische cliff hanger, waardoor het meer lijkt alsof dit maar een half boek is.

Carter neemt namelijk de opdracht aan van een kennis om een soortement lijfwacht te spelen bij een familiebijeenkomst van een van de grote adellijke magische families, een bijeenkomst waarbij doorgaans de nodige doden vallen. Alleen blijken dat nu plots eerder zelfmoorden te zijn, en dat is absoluut niet logisch.

Carter verzeilt op deze manier in een eeuwenoude twist tussen twee zeer oude, zeer belangrijke families en kan zich er ternauwernood staande houden. Maar als necromancer kan je wel wat extra, natuurlijk, al heeft hij deze keer ook te maken met krachtige magiërs en niet zomaar gewone stervelingen. Maar als je gewoon bent om te gaan met goden…

Ik ben eigenlijk vooral blij dat ik niet hoef te wachten op het volgende boek, zoals veel lezers, maar dat dat volgende deel al gewoon uit is en ik kan verder lezen.

Oef.

Lectuur: “Bottle Demon” (Eric Carter #6) van Stephen Blackmoore

Soms is dit soort fantasy zo vlot geschreven en zo logisch in elkaar gezet, dat je er de meest onwaarschijnlijke plot twists gewoon bij neemt.

Eric Carter, necromancer van dienst, was namelijk dood. Morsdood. Koning van de Azteekse onderwereld, zelfs, en daar was hij eigenlijk best tevreden mee. Alleen bleek hij nog nodig op de wereld, en dus was er iemand die erin slaagde hem terug te halen, jawel.

Hij heeft met de  nodige tegenstanders af te rekenen, waaronder de in de titel vermelde flessengeest die al langer mee speelt in de verhalen, maar nu wel helemaal een dramatische invloed krijgt op Carters leven, en eigenlijk zelfs op meer dan dat. Tsja, af en toe moet een held de wereld redden, toch?

Maar al bij al blijft dit zeer aangename snelle lectuur: niet voor de meerwaardezoeker, wel voor wie graag hedendaagse pulpy fantasy leest. Als een trein, dan nog.

Lectuur: “Ghost Money” (Eric Carter #5) van Stephen Blackmoore

In dit fijne vervolg van de reeks heeft necromancer Eric Carter nu duizenden, zo niet miljoenen doden op zijn conto door de gigantische vuurstorm die LA heeft geteisterd door zijn toedoen. Jammer genoeg zijn daardoor ook de barrières tussen de wereld van de levenden en die van de doden verzwakt, zodat er veel meer geesten zich manifesteren, en dat kan niet anders dan fout gaan.

Carter is dus het joske dat alles mag oplossen, de strijd aanbinden met Chinese triades, omgaan met een verleden dat hem blijft achtervolgen en een loodzwaar schuldgevoel met zich meetorsen. Tsja. Dat gebeurt nu eenmaal als je necromancer bent, toch?

Opnieuw geen hoogstaande maar zeer vermakelijke lectuur met een wel zeer duister kantje. Het hoofdpersonage is niet zozeer sarcastisch als wel cynisch en de auteur heeft wel een gitzwarte kijk op de mensheid, maar dat mag de pret niet drukken.

Op naar de volgende!

Lectuur: “Fire Season” (Eric Carter #3) van Stephen Blackmoore

Aangezien ik me behoorlijk had geamuseerd met de eerste drie boeken, las ik gewoon verder in deze pulpy reeks over een hedendaagse necromancer in Los Angeles.

Bij deze wordt redelijk ver van de realiteit afgeweken, in die zin dat Eric Carter tegen zijn wil in een gigantische ramp veroorzaakt in LA, waardoor duizenden, zo niet miljoenen mensen omkomen in een gigantische brand die ganse wijken van LA verwoest en een groot deel onbewoonbaar maakt wegens een toxische wolk. Het vreemde is, dat dit niet eens overdreven lijkt: Blackmoore doet het helemaal logisch klinken, en als je echt in het verhaal zit, snap je ook perfect waarom, en kan je accepteren dat Azteekse goden zoals Quetzalcoatl een actieve rol spelen.

Om maar te zeggen: dit mag dan pulp zijn, het zit goed in elkaar, het is vlot geschreven en het is behoorlijk meeslepend. En Carter mag dan een eikel zijn met een zeer laakbare moraal en een enorm dodental op zijn conto, je blijft hem wel sympathiek vinden.

Ik lees met veel plezier verder.

Lectuur: “Hungry Ghosts” (Eric Carter #3) en “Broken Souls” (Eric Carter #2) van Stephen Blackmoore

Altijd interessant om eerst het derde boek te lezen, en dan pas het tweede, toch? Ik had dus niet goed gekeken en miste inderdaad precies wat details. Maar ik was nu toch bezig – ik zat eigenlijk al halfweg voordat het me echt begon op te vallen dat er iets niet klopte – en heb dan maar eerst voorgelezen. Ik heb daarna dan maar meteen de nummer twee gelezen, Broken Souls.

In Dead Things had Blackmoore al vrij degelijk de wereld geschapen waarin necromancer Eric Carter moet functioneren – als je het dat al kan noemen, met meteen al een toevoeging van een stevige dosis plot.

In dit tweede en derde deel gaat de auteur daar naadloos op verder, terwijl hij meer en meer details vrijgeeft van de wereld en de eigenschappen van zijn hoofdpersonage. Toch is er naast die vrij aanwezige overkoepelende plot – Carter is intussen tegen wil en dank getrouwd met Santa Muerte en daardoor deels heerser over Mictlan, de dodenwereld van de Azteken – ook een plot die netjes opgebouwd en afgewerkt wordt binnen het tweede boek. In boek drie neemt die hoofdplot de overhand en gaat Carter ook effectief naar de dodenwereld om er af te rekenen met Mictlantecuhtli. Het is fijn om zien hoe de auteur de Azteekse godenwereld heeft verwerkt in zijn boeken. Goden zijn duidelijk ook kwetsbaar en kan je zelfs doden, al is het maar de vraag of ze dan ook dood blijven.

Door die insteek is de wereld van Blackmoore behoorlijk origineel te noemen: het is al een sinistere kijk op de dingen door de ogen van een bijzonder cynische necromancer, met vooral veel gitzwarte humor, maar het is ook nog eens anders dan anders. De schrijfstijl is dan wel weer een doorslagje van Jim Butcher, maar het is maar de vraag of dit dan zo erg is.

In elk geval heb ik me er al goed mee geamuseerd, met deze boeken, en lees ik de reeks met veel plezier verder.

Lectuur: “Sixth of the Dusk” van Brandon Sanderson

Ook kortverhalen van Sanderson zijn doorgaans het lezen waard, en deze vormt daar eigenlijk geen uitzondering op, al heeft hij beter werk dan dit.

In dit korte verhaal schetst hij opnieuw een heel nieuwe wereld met een nieuw soort magie. Het is blijkbaar een eilandenwereld waarbij sommige vogels een speciale kracht hebben, maar waarbij de standaard vegetatie nogal dodelijk is. Met opzet.

Sixth is een jager die op het hoofdeiland Patji, waar zijn vogel hem elk gevaar laat zien in de vorm van zijn eigen lijk, vast moet stellen dat er een groter gevaar dreigt: de technologische vooruitgang.

Sanderson beschrijft in dit korte verhaal een behoorlijk sombere blik op de toekomst, en misschien is het daarom dat het me minder zei. Het is ook niet echt lang, natuurlijk: je krijgt niet veel tijd om je in het verhaal in te werken.

Maar ik heb zeker al slechter gelezen.

Lectuur: de reeks van Alex Verus door Benedict Jacka

Tegenwoordig bespreek ik boeken het liefst apart, en niet meer, zoals vroeger, de hele reeksen. Hier ga ik een uitzondering voor maken, want ik zit gigantisch achter qua boekbesprekingen, en vooral ook: de 12 boeken van Alex Verus vormen een geheel, elk zo’n 300-350 bladzijden, en vallen bij mij onder heerlijke fantasypulp, stijl The Iron Druid of eigenlijk zelfs de Dresden Files van Jim Butcher. Ook die Iron Druid heb ik destijds tijdens de vakantie in een sneltreinvaart gelezen, het leent er zich dan ook bij uitstek toe.

Het hoofdpersonage is hier een magiër in het hedendaagse Londen, meer bepaald Camden. Daar heeft hij een winkeltje in zogezegd magische spullen, zoals tarotkaarten of kristallen bollen, maar ook echte magische voorwerpen die hij dan verkoopt aan de leden van de magische wereld. Want ja, net zoals bij bv. Dresden is er naast de gewone wereld een wereld waarin magie een grote rol speelt, met magiërs die een soort schaduwkabinet vormen en mee wegen op de beslissingen van de gewone regering. Alex Verus probeert zich vooral ver van die politiek te houden, maar wanneer hij een jong meisje onder zijn vleugels neemt, raakt hij willens nillens toch betrokken in de rivaliteit tussen de Light Mages en de Dark Mages. Hij rolt van de ene situatie in de andere, en als diviner – voorspeller die de mogelijke paden van de toekomst kan zien – houdt hij zich wonderwel staande. Meer nog: hij beseft gaandeweg dat hij enkel in leven zal kunnen blijven als hij ook zelf het heft in handen neemt en een actieve rol begint te spelen.

En ja, het zit vol booswichten, slechteriken, maar weinig zwart-wit-personages. De goeien hebben een slechte kant, de slechten hebben hun goeie momenten, de wereld is per definitie niet eerlijk, en het hoofdpersonage zelf ontwikkelt zich ook doorheen de boeken/jaren. Waar Alex in het begin eigenlijk nog een idealistische naïeveling is, wordt hij beetje bij beetje duisterder, donkerder, grimmiger, en daar hou ik wel van, ja. Er vallen gigantisch veel doden, al dan niet als nevenschade, en daar wordt ook rekening mee gehouden.

Maar vooral: ideale vakantielectuur. Héérlijk! En jammer dat het na boeken gedaan is, maar zoals Jacka zelf schrijft: het is mooi geweest, het is afgerond, hij hoeft het niet verder uit te melken.