Ik geef het toe: het was niet met volle goesting dat ik aan Lolita begon: ik kende het boek op zich niet, maar wel de premisse, namelijk dat van een pedofiel die zich vergrijpt aan een meisje van 12.
Wat ik niet had verwacht, was een in se humoristisch boek dat net met die humor de tragiek en het schrijnende van het verhaal draaglijk houdt. Nabokov schrijft in de eerste persoon, over een man van rond de 40, Humbert Humbert, die als Europeaan naar Amerika is gekomen, altijd al droomde over wat hij noemt nymphets – jonge meisjes tussen 10 en 14 die dat ongrijpbare iets uitstralen – en die dan op Lolita botst. Ze is de dochter van zijn huisbazin, waar hij een kamer huurt. Hij is op slag verliefd en ronduit geobsedeerd door deze Dolores Haze en trouwt zelfs na twee maanden met de moeder om dicht bij het meisje te kunnen zijn. Wanneer die moeder dan in een stom accident sterft, heeft hij vrij spel. Hij trekt met Lolita de Verenigde Staten rond, van hotel naar motel, een jaar lang, met haar als zijn seksslaafje. Al komt dat eerst niet zo echt tot uiting, beetje bij beetje wordt duidelijk dat hij haar gewoon chanteert met mooie kleren, maar ook met geld voor elke keer dat ze seks hebben. En dat blijkt vaak te zijn, heel vaak.
Uiteindelijk vestigen ze zich in een klein stadje waar zij naar school kan, maar wanneer hij merkt dat ze iemand anders zou kunnen hebben, gaan ze weer op weg. En dan kan zij ontsnappen, tot zijn grote paniek en wanhoop. Hij blijft haar zoeken, met desastreuze gevolgen.
Nabokov schrijft met zeer veel humor en zelfrelativering. Je wordt meer en meer ontzet naarmate duidelijker wordt wat hij allemaal met Lolita uitspookt, maar het bloemrijke taalgebruik – doorspekt met Frans – en de humor doen je eerst meeleven met het personage. Pas naarmate zijn wanhoop en obsessie hem verder drijft, slaagt de humor er niet langer in het schrijnende en ontzettende van de situatie te camoufleren.
Heb ik het graag gelezen? Hmm. Het is een hard verhaal dat je niet even snel voor het plezier leest. Maar het is verdomd goed geschreven, en het is terecht een klassieker. Ik zou het wel aanraden, ja.