Imaginatio

Die laatste week les in het eerste en het tweede, die is er zo een beetje te veel aan, voor mij maar vooral voor de leerlingen. Ik ben al examens aan het afnemen in de hogere jaren, en zij hebben geen examen voor Latijn (dat verandert gelukkig volgend jaar, ze krijgen examen in het tweede, oef).

Maar je krijgt ze dus niet meer gemotiveerd, en dat snap ik. Mijn eerstes liepen ook gigantisch uiteen qua geziene leerstof, want de ene groep heb ik op dinsdag, de andere op vrijdag en er zijn massa’s vrijdagen weggevallen.

Ik heb dan in elke groep minstens nog één lesuur echt lesgegeven, en dan een kahoot met hen gespeeld over de leerstof en daarna Imaginatio. Denk Pictionary, compleet met gelamineerde kaartjes en een gekleurde dobbelsteen en al, maar dan wel met eigen categorieën: persoon/godheid, locatie/voorwerp, Latijns substantief, moeilijk. Dat laatste is dan iets dat ze zeker kennen, maar dat je je afvraagt hoe je dat moet tekenen, zoals de Senaat, of een consul.

We hebben goed gelachen en alle groepen gingen er volop voor, maar met ééntje kreeg ik de slappe lach.

Nee, dit is geen heksenhoed of The Sorting Hat uit Harry Potter of zo.

Enig idee?

Kijk eerst zelf nog eens, probeer het te raden.

En dit was dus Rome, met een prachtig getekend Italië. Ik lag compleet strijk.

Bon, educatief verantwoord spelen dus. Moet ook eens kunnen, zeker de laatste les.

De allereerste kers

Sinds Bart in corona begonnen is met tuinieren, staat er vrijwel geen maat meer op. We hadden vorig jaar al eigen tomaatjes, aardbeien, worteltjes – een paar maar – radijsjes en wat sla, maar dit jaar is het een pak uitgebreider. In zijn serre staan er opnieuw tomaten, maar ook aardbeien, meloen en diverse kruiden. Buiten groeien er intussen pompoenen, courgettes, erwtjes, bloemkool, broccoli, verschillende soorten sla en wellicht nog een resem dingen die nog volop aan het uitkomen zijn. Oh, en massa’s frambozen, dat ook!

In 2023 had hij ook fruitboompjes gezet: twee appelaartjes en twee kerselaartjes, maar die waren nog klein en deden niet veel. Intussen zijn die al wat opgeschoten, maar de droge voorbije maanden zorgen ervoor dat we amper één appeltje zullen hebben. Vorig jaar hadden we nog geen kersen, dit jaar hebben we er ….. tromgeroffel!!!! …. twee. Maar we klagen niet: het zijn nog steeds kleine jonge boompjes, en ik vind het al fantastisch dat er al een enkele kers te vinden is!

Ik heb die dan ook met veel zorg geplukt en met veel smaak opgegeten, en ja, ze was zoet en knapperig!

Ik kan al niet wachten tot er volgend jaar meer zullen opstaan, en dan hopelijk ook meer appels en meer dan één vijg op onze vijgenboom. Maar bon, het is een begin.

Bordjesquiz

Tom contacteerde me: of ik niet mee kwam doen aan de bordjesquiz in Aalter. Awel ja, dat zag ik wel zitten, ook al wisten we op voorhand dat we blij mochten zijn als we niet laatste gingen eindigen. Surprise: we waren laatste. Maar dat is ook niet moeilijk met 11 ploegen waarvan de meeste sterrenploegen zijn.

Een bordjesquiz is een genre op zich, eentje dat ik wel kan smaken, ja.

De vraag wordt gesteld, elke ploeg schrijft zijn antwoord op een klein witbordje. Simultaan worden alle bordjes omhoog gestoken, het antwoord wordt gegeven, en wie het juist had, blijft zijn bordje ophouden en krijgt punten. Die punten hangen af van de moeilijkheidsgraad van de vraag: als iedereen het juist had, krijgt elke ploeg één punt. Als jouw ploeg de enige is die het juist heeft, krijg je 11 punten, en uiteraard alle mogelijke percentages daar tussenin.

Het zorgt ervoor dat je moeilijk wint tegen topploegen: we hadden wel redelijk wat juist, maar wat wij wisten, wisten de anderen ook, en wat wij niet wisten, wisten anderen vaak wel. Tsja.

Ik heb in elk geval een fijne avond gehad, al bleek ik de enige vrouw in het gezelschap van meer dan 40 mannen. En nee, ik heb de eer dus niet hoog kunnen houden: roemloos laatste…

Om even af te koelen ben ik dan na afloop nog maar een paar caches gaan zoeken, kattencaches in het Aalterse. Tot mijn grote verbazing én vreugde vond ik in één van die caches een klein ge3D-print katje, amper een cm hoog, maar wel knap.

Dàt, dat maakte mijn avond helemaal af!

Zomertruitje (nr. 1)

Ik zou het bijna vestje noemen, maar het kan niet open, dus het valt echt wel onder de categorie truitje.

Een tijd geleden kwam collega Peggy bij me met de vraag of ik iets voor haar wilde haken. Ze had een bijzonder simpel truitje uit de Paprika, maar dat was echt zijn eer kwijt, als in: versleten, een paar draadjes los en weer aan elkaar geknoopt… Ik bekeek het even en zag dat het eigenlijk gewoon twee rechthoeken waren in een open patroontje. Er zaten kleine mouwtjes aan, maar die wilde ze liever niet meer, gewoon armsgaten. Euh, dus ik moest gewoon twee zeer lange rechthoeken haken? Duh…

Ik zocht een haalbaar patroontje, vond simpele katoen in het perfecte kleur in de Zeeman en toog aan het werk. En zag dat dat bijzonder goed vlotte, eigenlijk.

Gisteren was het af, vandaag gaf ik het haar als een laat verjaardagscadeautje. Ze was er bijzonder blij mee, het was perfect wat ze gewild had, en ze had al meteen een passend kleedje en bijpassende sjaal aangetrokken, in afwachting.

Ze was zelfs zo blij dat ze het meteen ook nog in een reeks andere kleuren bestelde, als ik het juiste garen nog kon vinden tenminste, want op de site was het allemaal uitverkocht.

Allez hup, blij dat ze zo content is!

En bij deze: wil jij een gehaakt iets? Bezorg me dan het patroon en het juiste garen, en ik maak het! Ik haak terwijl ik lees of tv kijk, en ik zit zo goed als zonder projectje, vandaar. En anders pak ik toch maar mijn gsm ter hand…

Lectuur: “Met jou is het anders” van Hanne Eerdekens

Nee, dit is niet het soort boek dat ik normaal gezien zou lezen, maar dit was er eentje voor de Kleine Cervantes, en meer bepaald het boek dat we zelf ook nog in de kijker moesten zetten.

Uiteindelijk heeft dit boek ook de wedstrijd gewonnen, en best wel terecht, al had onze school Jona op de eerste plaats gezet. Maar dit is wel een fijne, ja.

Het gaat over Nolan, een jongen in zijn laatste jaar in een Britse middelbare school, wiens moeder jongdementie heeft, wiens vader dan maar twee jobs doet en die zelf voor zijn kleine zusje zorgt. Gelukkig vindt hij afleiding en populariteit in de basketploeg van de school. En in het laatste jaar doet die ploeg altijd een dare, een uitdaging. Nolan doet daarom mee aan de talentenwedstrijd van de school als Britney Spears, en in een ingeving richt hij zich daarbij tot Louis, een gay jongen die hij eigenlijk niet eens kent. Maar zijn optreden is gefilmd, het wordt gezien als een coming out en plots krijgt hij een interviewaanvraag in een heel bekende talk show, waar hij maar liefst 5000 pond voor krijgt. Vijfduizend pond, waarmee hij een verpleegster voor zijn moeder kan inschakelen, zijn zusje eindelijk nieuwe kleurpotloden kan geven én zelf het inschrijvingsgeld kan betalen voor de universiteit. En dat terwijl hij niet eens homo is…

Hij gaat erop in en slaagt er zelfs in Louis willens nillens hem te laten coachen voor dat interview. Maar dan begint alles een eigen leven te leiden…

Ja, het boek is vlot geschreven, perfect op zijn doelgroep, best grappig en sarcastisch bij momenten, maar ook heel gevoelig. Een thema als homoseksualiteit, LGBTQ+, coming out is niet altijd even makkelijk om niet in sentimentaliteit of prekerigheid te vervallen, maar Eerdekens slaagt er wonderwel in om alles heel natuurlijk, heel open te houden. Je leeft je automatisch in in de personages en op geen enkel moment wordt het echt cringe.

Een aanrader? Zeker, toch voor tieners en voor wie van jeugdliteratuur houdt. Alleen die boekomslag, daar hadden ze toch wel wat anders voor kunnen kiezen…

Oh, en als uitsmijter de trailer die collega Thomas Vandenbroucke gemaakt heeft voor de wedstrijd.

Lectuur: “Just Kids” van Patti Smith

Na de talloze bladzijden van “Tout le bleu du ciel” hadden we deze keer in de leesclub van school geopteerd voor een iets minder dik, non-fiction boek, zijnde “Just kids” van de gekende artieste en zangeres Patti Smith.

Niet alle leerlingen kenden haar, en ook niet iedereen kende fotograaf Robert Mapplethorpe. Toch is dit het knap neergeschreven relaas van hun stormachtige relatie, hun wel en wee in de jaren 60 en vooral ook de jaren 70, hun opkomst in de kunstwereld en hun verblijf in het mythische Chelsea Hotel.

Smith vertelt in een vrij afstandelijke stijl hoe ze als jong meisje naar New York trekt, vol met ambitie en dromen, zonder geld op zak. Ze weet op straat te overleven tot ze een job vindt en ergens een minuscuul plekje om te wonen. En ze ontmoet Robert Mapplethorpe, met wie ze uiteindelijk een relatie krijgt en met wie ze vooral een leven en een levensvisie zal delen. Ze komt bijna per ongeluk terecht in de meest uiteenlopende artistieke kringen, vol bekende namen en locaties, maar blijft volhardend haar eigen artistieke pad volgen. Ze is een visueel artieste, die beeld en poëzie combineert en daar uiteindelijk ook een dikke snuif muziek aan toevoegt, maar dat komt weinig aan bod. Ze zet niet zichzelf in de bloemetjes, maar beschrijft vooral de New-Yorkse scene om haar heen, het leven in het beruchte Chelsea Hotel, en doorheen dat alles haar leven met Robert, ook wanneer de fysieke relatie tussen hen al lang afgelopen is en Mapplethorpe zijn duisterder homoseksuele kanten verkent.

Het boek was vooral een eye-opener: niemand wist echt veel over die fameuze jaren zestig en zeventig, en het boek kwam dan ook vaak als een verrassing over. Een aangename verrassing, gelukkig maar. Niet iedereen was even enthousiast, maar niemand was echt negatief over het boek, de meesten hadden het graag gelezen. Wat ook hielp, zijn de talloze foto’s doorheen het boek, die momenten vastleggen waarnaar Smith verwijst. Het leest als een roman, en soms moet je jezelf eraan herinneren dat dit een waargebeurd verhaal is, geen fictie.

Wat we er vooral van onthouden, is de diepe relatie tussen Smith en Mapplethorpe, de innige vriendschap, het volledige vertrouwen, zelfs wanneer ze uit elkaar groeien en deels uit elkaars leven verdwijnen, zoals dat gaat. Iedereen drukte de hoop uit om ooit een dergelijke vriendschap te kunnen meemaken.

Repetitie met een cacheke

Zondag hebben we een concert met ons koor in de kleine protestantse kerk in de Geuzenhoek in Horebeke, in de Vlaamse Ardennen dus.

Vandaag hadden we onze generale repetitie, in dat kerkje dus. Het is ook het kerkje waar we destijds ons eerste concert gaven met dit nieuwe koor, intussen meer dan vijf jaar geleden. En ja, het is er bijzonder aangenaam zingen, al is het een beetje weg van de wereld. En waarom Geuzenhoek? Wel, om een of andere reden – er is hier een heus museum aan gewijd en er zijn infoborden – is hier een protestantse enclave, compleet met veel nog steeds Hollands sprekende inwoners.

In het naar huis rijden na een aangename repetitie – ik doe er ook de presentatie en het voorlezen van de teksten – wilde ik ook nog een geocache oppikken en verzeilde ik bij een pracht van een molen. En ja, alle onderstaande foto’s zijn op hetzelfde moment genomen, met mijn Iphone, maar de ene dus met langere sluitertijd dan de andere. Ongelofelijk toch, wat die computerkracht met zo’n foto’s kan doen, want nee, er zit geen nabewerking op.

Leesclub: “Legion” van Brandon Sanderson

Zelf had ik Legion al veel eerder gelezen en daarom had ik het ook aangeraden: kort en eens iets compleet anders dan dat de leerlingen gewoon zijn.

Op de site van de school schreef ik het volgende:

In november kwam de leesclub van vier, vijf en zes samen voor Before the coffee gets cold van Toshikazu Kawaguchi,  in februari pakten we de Franse klepper Tout le bleu du ciel van Mélissa Da Costa aan, in maart gingen we voor non-fictie met Just Kids van Patti Smith.

Het jaar afsluiten wilden we met een korter boek dat vooral ook een compleet ander genre aanboorde, met name fantasy, en dan gingen we voor het kortverhaal Legion van Brandon Sanderson.

Hoofdpersonage is Stephen Leeds, een man die ergens tussen krankzinnig, compleet gek en geniaal zit. Zijn bijnaam is Legion omdat hij zichzelf omringt met hallucinaties die elk een meester zijn in een bepaald aspect, een deel van zijn persoonlijkheid, maar ook weer niet. Het is geen meervoudige-persoonlijkheidsstoornis, het zit veel dieper. Alleen wil Leeds vooral met rust gelaten worden, ook door psychiaters en onderzoekers. Wanneer hij een nieuwe skillset nodig heeft, zoals bv. een nieuwe taal, doorbladert hij een grammatica en een woordenboek, en dan dient zich een nieuwe persoonlijkheid aan die die taal spreekt en kan tolken. Juist ja. Alleen heeft elk van die persoonlijkheden een eigen willetje én een eigen kamer, zodat Leeds in een gigantisch huis woont.

En dan wordt er een bijzonder unieke maar ook gevaarlijke uitvinding gestolen en wordt er beroep gedaan op Leeds, die zich tijdens zijn onderzoek standaard laat vergezellen door een viertal van zijn hallucinaties.

Sanderson slaagt erin om het verhaal vorm te geven in een tachtigtal bladzijden, wat volgens sommige leerlingen veel te kort was. Eentje bleef op haar honger zitten, vond het verhaal niet diep genoeg uitgewerkt, had graag meer diepgang van de personages gezien. Anderen vonden dat het net genoeg was uitgewerkt om de nieuwsgierigheid te prikkelen, ook al is het behoorlijk onwaarschijnlijk. Aan de andere kant is het dan weer net realistisch genoeg om waar te kùnnen zijn en speelt het zich af in onze hedendaagse wereld.

De meningen waren duidelijk verdeeld: de meerderheid wilde wel deel twee en deel drie lezen, een enkeling had zich al het hele oeuvre van Sanderson digitaal aangeschaft. Iedereen was het er wel over eens dat het een compleet andere genre was en dat dit wel verfrissend werkte, al vond de kritische geest in het groepje dat dit dan net niet fantasy genoeg was: als het een verhaal was geweest met elfen, dwergen, magie en dat soort dingen – denk Lord of the Rings – dan had ze wellicht er meer van genoten. Toch kon dit wel een fijne, want korte introductie in het genre zijn.

Bij het verorberen van de nog lauwe cake werd er overeen gekomen om volgend jaar te starten, voor de herfstvakantie, met Little Women van Louisa May Alcott. Dit Engelstalige boek is al wat ouder, maar blijft vooral in de Angelsaksische wereld razend populair en duikt ook hier op in verschillende leeslijstjes, mede door de recente verfilming van Greta Gerwig met onder andere publiekslieveling Timothée Chalamet in een van de hoofdrollen. De afzwaaiende zesdes hoopten dat ze volgend jaar ook nog kunnen meelezen en mee bespreken, maar dat zal afhangen van hun lesrooster, vermoeden we.

De juiste datum delen we eind september nog mee, dat hangt af van de lesroosters en de C-uren, maar je kan zeker al in de vakantie dit fijne boek beginnen lezen.

Hopelijk tot volgend jaar!