Een frisse neus in het Claeys-Boúúaert

Het was weer eens tijd om een paar caches na te kijken, wegens te nat en te vol en te verdwenen. Het weer was niet helemaal ideaal meer, maar het regende toch eens niet, dat was al mooi meegenomen.

En ik nam hier en daar wat fotootjes, dat ook, en genoot van vier spelende eekhoorntjes, die ik helaas niet goed kon vastleggen, maar het was wel mooi om te zien.

 

Complimentjes op een kutdag

Ook dit jaar organiseerde de leerlingenraad weer een complimentenactie, deze keer niet op Valentijn, maar gewoon zo. Iedereen kreeg de mogelijkheid om een briefje naar een medeleerling of een leraar te sturen, en zoals altijd kregen al mijn leerlingen waar ik klastitularis van ben, een persoonlijk briefje. Ik steek daar wel wat werk in, ja, geen idee of ze het ook appreciëren.

Vrijdag had ik een kutdag. Slecht geslapen, me niet bijzonder goed voelen, kopies die niet bleken te kloppen, een stick die niet kon gelezen worden, dat soort dingen. Blah.

En toen kreeg ik drie briefjes: eentje van een leerling van vorig jaar, zowaar op rijm. Ik kreeg het helemaal warm van:

Vooral dat laatste regeltje… Misschien moet ik dat wel adopteren als persoonlijke leuze?

Er was ook nog een heel fijn anoniem briefje:

En tot slot een briefje dat mijn dag goed maakte: een klein pakje met daarin een netjes gevouwen kraanvogeltje.

Even kaderen: in het eerste jaar heb ik een leerlinge die het wel wat lastig heeft, maar die echt een schatje is. Vorige les had ik een blad blijkbaar dubbel gekopieerd, en dat blad mochten ze dus weggooien. In de pauze had ik de papierbak op hoogte gezet, zodat wie dat wilde, kon mikken met hun prop papier. Op het einde van de les was zij bij mij gekomen met een kraanvogeltje dat ze van dat papier had gevouwen, maar dat klopte niet helemaal. Ik ben samen met haar herbegonnen en we hebben dus samen een kraanvogel gevouwen, het Japanse symbool voor vrede en geluk.

En nu kreeg ik in mijn vakje dus een minutieus gevouwen kraanvogeltje dat ik moest openvouwen om de boodschap te lezen:

Mijn slechte humeur smolt weg, zeker toen ik daarna nog rustig op mijn eentje kon gaan genieten in de Villa Ooievaar, iets wat ook al een tijdje geleden was.

En om af te sluiten was er dus dat concert in de Bozar.

Yup, het kan verkeren, me dunkt.

Etentjes

Vreemd, maar tegenwoordig worden we weer af en toe gevraagd om bij mensen te gaan eten. Dat is eigenlijk jaren geleden, afgezien dan van bij Gwen en Erik, en dat is niet verwonderlijk, want we vragen zelf ook nooit iemand. Ik zou dat wel willen, maar voor Bart is zijn huis zijn heiligdom, en hij heeft niet zo graag mensen over de vloer. Zijn job is dan ook continu praten met mensen, dan hoeft dat nog niet extra in het weekend.

Vorige week waren we dus te gast in het Elizabethbegijnhof bij Tom en Birgit, een zakenrelatie van Bart, samen met prof. emeritus Verwilst en zijn vrouw. Het werd een aangename, rustige avond met fijne gesprekken en een zeer fijn, zij het nogal overvloedig lamsribstuk. Mooi huis, overigens, met knappe kunst.

Deze avond trokken we naar Merksem, naar Stefan en An die we nog kennen van lang geleden in de blogosfeer. We zijn nog samen naar tal van Barcamps geweest, en met An naar dinges van de Girl Geeks. Zij hebben een vijftal jaar in Malta gewoond en zijn nu terug, en An is directeur van Sint-Lucas Antwerpen, de kunsthogeschool. Ze wou graag een paar dingen aftoetsen met Bart, en ondertussen konden Stefan en ik kletsen over van alles en nog wat, waaronder de geschiedenis van Malta, lectuur, nostalgie over die vroegere bijeenkomsten, dat soort dingen.

Ook het eten was lekker: een reeks hapjes en dan een eenvoudige, maar met Maltese specerijen gekruide couscousschotel. En taart, uiteraard ook taart.

Ik had een zeer fijne avond, en ja, ik geniet wel van dit soort etentjes. Al kost het me wel wat sociale energie, dat ook.

Frollitchkay Forrel

Intussen ben ik helemaal fan van mijn wasmachine. Ja, het is nog even wennen en kijken welk programma het beste bij welk type was past en zo, maar verder? Ik word nog steeds vrolijk van dat muziekje wanneer ze klaar is, “Die läunische Forelle” van Schubert.

Maar intussen is er meer…

Bart heeft het ding op onze wifi aangesloten, en wanneer de was klaar is, krijg ik hier beneden op de Google Home een gesproken boodschap: “Ik ben een vrolijke forel”. Zo vergeet ik de was dus niet, al gebeurt dat eigenlijk sowieso niet vaak. Alleen… om één of andere vreemde reden blijft die dat halsstarrig in het Engels doen, en krijgen we dus te horen: “Ik ben an frollitchkay Forrel” wat elke keer opnieuw grappig is en de kinderen intussen doet oogrollen.

Daarenboven is er een heel nieuw vocabularium ontstaan in ons huis: “Ik doe de forel wel!” wil zeggen dat iemand het muziekje heeft gehoord en de was wel naar beneden gaat brengen. Of ik kan vragen aan Bart: “Ga jij even vissen?” om hetzelfde resultaat te krijgen. En ik verklaar zelf dat ik nog moet forellen als ik een was ga insteken. Of: “Aha, de forel is gebakken!” Enfin, woordspelingen alom, om ter flauwst, maar intussen wel gewoon ingeburgerd.

Yup, daarom alleen al ben ik blij met mijn nieuwe machine.

Lectuur: “The Olympian Affair (The Cinder Spires, #2)” van Jim Butcher

Na deel één en een novelle wilde ik ook graag deel twee lezen: dit is geen hoogstaande diepzinnige lectuur, maar wel zeer vlot geschreven, hoogst onderhoudende fantasy, dus waarom ook niet?

De wereld staat op de rand van oorlog: Spire Aurora heeft zijn vloot in gereedheid gebracht en valt zelfs verder gelegen spires aan. Alleen… is dat niet op conventionele manier, maar met een nog onbekend wapen dat een hele bevolking kan uitroeien.

De enige hoop voor Albion is om tijdens een conferentie op Olympia medestanders te vinden én dat wapen uit te schakelen. Uiteraard komen daarvoor de hoofdpersonages uit het eerste boek op de voorgrond: zij moeten de ambassadeurs begeleiden en beschermen, en wie weet ook dat geheime wapen ontmantelen. Dat vergt niet alleen moed en doorzettingsvermogen, maar ook een stevige dosis waanzin, overmoed en uiterlijk vertoon.

Yup, zeer onderhoudend, en eigenlijk niet zo licht als je wel zou vermoeden, want er zit ook een stevige ethische inslag in, zoals we intussen bij Butcher dat wel gewoon zijn.

Graag gelezen dus.

Call of Cthulhu: extra volk

Om de veertien dagen speel ik nog altijd Call of Cthulhu, nu iets meer dan een jaar, met ongelofelijk veel gusto. Het zijn ook wijze mannen, mijn medespelers: de DM is net geen 60 en een bijzonder doorgewinterde speler; Alex ken ik nog van op de Poortlarp jàààren geleden, en daar kom ik ook echt goed mee overeen, ook al is hij intussen al 66; Koen is 65, niet echt een larper, maar ook een fijne speler, en Stefaan kende ik niet, die is ergens in de 40, en speelt ook uitstekend. Een goed groepje dus, maar vier spelers, dat is niet echt veel: zodra er eentje afwezig is, speelt het niet zo makkelijk meer.

En dus zochten we een vijfde man: liefst een rustige speler die in de buurt van het Gentse woont, en zo kwam ik uit op Ruben. Een jonge gast want nog geeneens 30, maar hij past er precies echt wel bij, en hij lijkt zich ook prima te amuseren in mijn clubje van geriacultisten ^^

Vorige maandag hebben we echt quasi niks gespeeld: we hebben meer oeverloos zitten kletsen, bijzonder gezellig, maar niet meteen productief. En onze DM had nog wel zo’n mooie scènes zitten uitwerken…

Hij heeft stapels materiaal van andere games en kan dus zomaar meteen een vechtscène op tafel zetten. Zalig!

Enfin, volgende keer wat meer doorspelen, maar het gevoel zit in elk geval goed!

Revue

Onze agenda’s zaten de vorige weken overvol, maar deze week maakten Gwen en ik met plezier nog een avond vrij om samen te gaan eten. Zij koos Revue uit, op de hoek van de Nederkouter en de Ketelvest, iets waar Ernest toch redelijk enthousiast over was.

We hadden weer tot het laatste moment gewacht om een restaurant te zoeken, zodat we een plaatsje aan de bar kregen, maar op het moment zelf bleken we ook beneden te mogen zitten, op het terras langs het water, maar wel netjes afgeschermd met dikke plastiek en terrasverwarmers. En ja, het was er best aangenaam zitten, ja.

En het eten? Niet goedkoop, maar echt bijzonder goed. We namen een alcoholvrije aperitief en deelden gefrituurde scampistaarten met een excellent sausje bij. Daarna namen we allebei een kortgebakken stuk tonijn met gemengde groenten en een soort wilde rijst: om bij te kruipen, geloof me. Echt, maar echt lekker. Geef die kok een andere omgeving en een betere presentatie, en die haalt een ster, echt waar.

Een dessert hoefde niet, maar de bijzonder charmante jonge ober – fijn gesprekje gehad over toprestaurants – raadde met klem de tarte tatin aan, en jawel, die loste de verwachtingen in: met yoghurtijs en een dikke stroperige karamel.

De rekening was behoorlijk (80 euro per persoon), maar we hebben ook echt wel genoten. Dit is eentje dat ik ook aangeraden heb aan Bart, intussen.

Soit, we liepen samen terug naar de parking in de Savaanstraat en zagen dat het goed was. Wie immer.

 

Reparatietochtje

Yup, mijn rondje van 18 caches langs dat fietspad had weer eens een opfrisbeurt nodig: enkele kletsnat, enkele vol en ook enkele verdwenen. Bon, geen regen, dus de fiets op met de cachebak in de fietstassen, en richting Bourgoyen om eerst de verste cache – nat en vol – te repareren, en dan op ’t gemakje van cache naar cache om ze na te kijken. ’t Is een bezigheid als een ander, geloof me. En ja, ik genoot van het feit dat ik buiten kon zijn zonder dikke jas en zonder regen.

Ik reed zelfs even verder tot aan het nieuwe Bloemekenspark om te kijken of ik daar ook geen cache kon steken, ik had toch alle gerief bij. Ik kwam op de Kiosk Kiosk uit, en vond daar warempel een oude, wel weggestoken maar nooit geactiveerde cache van Troopeg terug. Ik heb er dan zelf maar geen gestoken maar hem gecontacteerd, en ik mag het plekje gebruiken. ’t Zal voor later zijn.

Bizarre kiosk, overigens. Geen idee wat er precies mee bedoeld werd, maar het is een raar iets.

Drie biggetjes

Merel ging deze namiddag warempel met haar tante Else en haar nichtje Liv naar de musical van de Drie Biggetjes! Om drie uur parkeerde ik in de parking van de Savaanstraat, om dan nog een klein eindje te wandelen tot aan de Capitole.

Daar werd ze opgewacht, en ik, ik liep even binnen in de Zuid. Jammer dat zo’n fantastische locatie toch zo weinig volk trekt, want de helft van de winkelpanden staat gewoon leeg… Maar ik zocht en vond letterparels voor Merels Taylor Swift-armbandjes, liep binnen in een pop-up en kocht daar een hele mooie sjaal, en moest me dan nog reppen. Hoezo, en waarom was ik dus niet in de Zuid zelf gaan parkeren?

Wel, om kwart over vier kon ik Wolf gaan ophalen aan zijn kot, en dan is de parking Savaan nog veel handiger, want vanuit de Zuid moet ik dan een hele rondrit maken om in de Nederkouter te geraken, terwijl ik vanuit de Savaanstraat er onmiddellijk was.

Hij kan natuurlijk ook de tram nemen naar huis, maar dit is net iets makkelijker natuurlijk, en ik was toch letterlijk in de buurt. Dus ja, Wolfie op een deftig uur toch weer in mijn eigen huis.

Geocachen in Lochristi op mijn eentje

Ook al ben ik al ettelijke keren met ons pa naar Lochristi gereden om daar die reeks van 100 caches te gaan zoeken, er zijn er enkele die ik tot hiertoe had overgeslagen: ze liggen langs de spoorweg, op zo’n fietsostrade, waar je uiteraard niet mag rijden met de auto. Omdat het telkens ongeveer een kilometer stappen is – heen en terug – zag ik dat niet zitten met ons pa, want dat is te ver voor hem.

Vandaag regende het niet, was er heel af en toe zelfs een klein zonnetje te zien, en dus stapte ik in de auto en reed naar ginder om die overgeslagen caches op te pikken.

Bij eentje had ik absoluut geen geluk: die ligt in een buis waar ik net niet in kan kijken, en je moet vissen om hem te pakken. Ik had dat gelezen en had een touw van 2 meter bij en verschillende haakjes, maar helaas… Na een half uur vissen – letterlijk, geen overdrijving – heb ik het opgegeven. Wie weet kom ik ooit nog eens proberen.

Soit, ik heb in totaal een viertal overgeslagen caches gezocht en gevonden, en er vooral ook een mooie wandeling aan overgehouden en een fijne namiddag, met een uitgewaaid hoofd.