Doucheperikelen

Ons huis is echt stilaan uit elkaar aan het vallen, heb ik zo de indruk. Beetje bij beetje zijn we aan het repareren, vernieuwen, maar vooral achter de feiten aan aan het hollen.

Nu lekt dus de douche uit de jongensbadkamer. Het ding is eigenlijk nooit goed gezet, vind ik, de afloop is problematisch. Een paar weken geleden had ik al opgemerkt dat er water op een van de keukenkasten hing. Hmm, dacht ik, nu zijn ze wel bijzonder wild geweest bij het afwassen…

Tot er opnieuw echt straaltjes water over die kast liepen. Bleek dus de douche te zijn die lekte… Gelukkig hebben we twee douches, maar erg praktisch is het niet, zeker niet wanneer de jongens ook opnieuw les hebben en iedereen ’s morgens wil douchen. Voorlopig heb ik een rekje in de douche zelf gezet zodat zeker verstrooide Kobe niet per ongeluk toch daar doucht.

En nu begint dus de zoektocht naar een loodgieter die eens wil komen kijken en het euvel hopelijk ook verhelpen.

Meh.

Gullegem, begot

Ons koor Cantandum is niet vies van een uitdaging. Of liever: ons bestuur en onze dirigent zijn redelijk ambitieus.

In november houden we een concert in Wevelgem met maar liefst acht koren en een harmonieorkest, en het hangt aan de ribben!

Niet alleen zingen we “The Armed Man” van Karl Jenkins, wat op zich nog wel meevalt, maar zingen we ook nog een werk van Willy Soenen, de vader van dirigent Geert. Dit werk, “Oratorio”, is nog nooit uitgevoerd, het ligt al enige jaren op een plank, en ik snap waarom. Ik schreef het al eerder: het is pokkemoeilijk en klinkt behoorlijk atonaal: ik hoor het echt niet graag.

Maar Geert bleef volhouden dat dat is omdat we het geheel niet horen: met het orkest en de solisten erbij, zou het helemaal anders moeten klinken. Blijkbaar denkt ook het orkest er zo over, want ook zij zien het niet echt zitten, hoorden we. Vandaag was er dus een extra repetitie in Gullegem met enkel de twee Gentse koren die dit werk zullen zingen – de West-Vlaamse koren doen hier niet mee – en het orkest dus.

Resultaat? Meh.

Ik hoor het nog steeds echt niet graag en het blijft klote om te zingen, om eerlijk te zijn. Ja, het is een pak beter nu het allemaal samen komt, maar mooie muziek? Nope. Het is dan ook nog eens serieus druk op school, ik ben moe, zodat ik eigenlijk weinig zin heb in het koor momenteel.

Ach ja…

Een engagement is iets waar je moet achter staan, ook als het wat minder gaat, toch?

Beetje in het honderd

Wolf en Arwen waren een weekje naar Praag, na hun tweede zittijd en voordat het academiejaar weer begint. We hadden afgesproken dat ik na school, dus om half vier, richting Charleroi zou rijden om hen daar op te pikken rond een uur of vijf: hun vliegtuig landde iets over half vijf, en dat zou moeten lukken.

Euhm. Niet dus.

Want uitgerekend vandaag staakt de luchthaven van Charleroi. Wolf had het zelf niet gezien, ik zag het gisterenavond op het nieuws, en dus stuurde ik hem de info. En jawel, ’s avonds laat kreeg hij bericht dat ook hun vlucht geannuleerd was. Meh.

Ze konden een nieuwe vlucht boeken via Ryanair, maar dan ten vroegste zaterdag, zo bleek. Ook dat was geen optie, en dus boekten ze een vlucht naar Zaventem via Stockholm. Dat bleek een pak goedkoper dan een rechtstreekse vlucht, dat hadden ze er voor over. Tsja, studenten hebben niet veel geld natuurlijk, en ook dit was een streep door de rekening.

Soit, na veel vijven en zessen stond ik stipt om 18.00 uur aan de luchthaven van Zaventem. Waar je dus netjes wegwijzers ziet richting de Dropoff-zone waar je tien minuten mag staan om iemand af te gooien, en waar dus geen wegwijzers staan om iemand op te pikken. Ik reed een toertje – zeg maar toer – en stond terug op hetzelfde punt waar ik dus niet richting Dropoff reed en prompt in een garage verzeilde. Die overigens vol stond, en waar ik dus door reed op zoek naar een plekje. Quasi aan de uitgang, in open lucht, kon ik nog staan, zodat Wolf en Arwen toch nog een stevig stukje moesten wandelen, maar we uiteindelijk elkaar toch terug vonden. En ik alsnog drie euro kwijt was voor een plek waar ik niet wilde zijn.

Maar bon, ze waren allebei misschien wel doodop, maar toch veilig en wel thuis. Oef.

Extra repetitie

Zoals ik eerder schreef, is het koorjaar wel degelijk begonnen. Geert, onze dirigent, meende het meteen ook heel hard: vandaag zat ik dus de hele prachtig zonnige middag in een grote hal in Wevelgem, waar je zelfs niet zag of de zon scheen of het regende…

Het was de eerste gezamenlijke repetitie voor de acht koren en het orkest, maar ik was niet bepaald onder de indruk. We hebben alleen de Jenkins doorgenomen, en dat doornemen dekt zo ongeveer de lading: we hebben elk deeltje twee keer gezongen, één keer al zittend, één keer al staand – allez, ik bleef zitten – en dat was het. Geen aanwijzingen, geen verbeteringen, geen regie, niks. We hebben stapels, tònnen fouten gezongen maar dat deerde blijkbaar niet. Ja, dat stipje in de verte op de foto was de dirigente.

Het resultaat: een zeer onbevredigd gevoel en vooral een compleet verloren middag, want het is drie kwartier rijden. Ik was dus al weg om kwart over een en was pas thuis tegen zeven uur, tijd die ik zo in het begin van het schooljaar eigenlijk wel beter kon gebruiken.

Tsja. Volgende keer beter, zeggen we dan.

Gebroken of verstuikt?

Gisterenavond liep het niet zo vlot, nee.

Bart was al de hele dag weg in opleiding en had vanavond nog een raad van bestuur. Ik had hem dus nog niet laten weten dat mijn voet een beetje beschadigd was, en ik vond dat ook niet meteen nodig: hij kon toch niks doen.

Maar pijn put uit, en dus wilde ik rond half elf toch richting mijn bed gaan. Gelukkig ben ik vrij handig met krukken, ik kan dus op mijn eentje de trap op, compleet met tweede kruk en al mee. De pijn viel al bij al nog mee, vond ik. Maar ik vermoed dat mijn pijntolerantie nogal hoog ligt, want mijn lichaam vond het plots welletjes. Toen ik in de badkamer kwam, voelde ik plots dat ik misselijk begon te worden. Ik ging zitten, voelde me wegdraaien, kon nog net mijn boek opzij leggen en zelf gaan liggen, en jawel, ik was weg van de wereld.

Geen idee hoe lang ik buiten westen was. Ik werd wakker in letterlijk plasjes zweet, en ik vond dat ik daar vrij comfortabel lag, want ik had hoegenaamd geen zin om te bewegen. Alleen kon ik daar natuurlijk niet blijven liggen, te midden van de badkamer op de grond. Wolf en Merel sliepen al, maar Kobe was nog wakker, en gelukkig reageerde die op mijn, weliswaar zachte, geroep. Hij heeft me geholpen om me af te drogen, uit te kleden, mijn slaapkleedje aan te doen, naar boven te geraken en in mijn bed te kruipen. Allez, het meeste kon ik gelukkig wel zelf, hij moest me vooral spullen aangeven en zo. Maar het zegt wel iets over mijn voet, ja. Ik heb er nochtans niet op gesteund…

Iets later kwam Bart thuis, en nadat Kobe hem blijkbaar op de hoogte had gebracht, kwam die even kijken. Maar tegen dan lag ik veilig in mijn bed, zij het nog wat misselijk, en kon er me niks meer gebeuren. Hoofdschuddend ging Bart dus maar weer naar beneden…

Maar deze morgen deed de voet nog steeds behoorlijk veel pijn. Ik had gisteren al een afspraak gemaakt voor vandaag bij de dokter, Bart hielp me te douchen – alweer vooral een kwestie van aannemen en aangeven, ik ben geroutineerd – en bracht me naar de dokter.

Die zei: “Foto’s, daar ben ik geen fan van, 1 op 20 tumoren kan gelinkt worden aan straling. En daarbij… Wat gaat ge doen als het gebroken is? Krukken en uw brace, veronderstel ik? En wat gaat ge doen als het verstuikt is?”

Euh… Ze had een punt.

Ik kreeg een briefje voor vandaag en morgen – deliberaties en vergaderingen – en een voorschrift voor foto’s, als ik dat alsnog zou willen. En dus de verplichting om de poot omhoog te leggen, met ijs en Voltaren, en me zo rustig mogelijk te houden.

Meh.

Ik hoop dat ik maandag alsnog kan starten, al dan niet met krukken en de brace.

Bleh.

Bleh bleh bleh.

Anders elegant, alweer…

Ik heb het weer kunnen doen, jawel.

We hadden netjes op tijd gegeten zodat ik op tijd naar de kine kon, zoals elke woensdag. Ik ging zelfs niet met de fiets, vanuit het idee dat ik dan door kon rijden naar school en dat bankje kon vernissen en eventueel nog ergens een cache oppikken.

Euhm…

Net toen ik wilde vertrekken, op het nippertje zoals altijd, gingen de tuinmannen vertrekken en wilden ze nog een uitleg geven. Euh… Ik moest om 13.45 uur in Evergem zijn en intussen was het dus 13.45 uur. Ik repte me naar de auto, reed van de oprit, zag dat ik mijn gsm vergeten was, zette mijn auto weer min of meer aan de kant, spurtte terug naar binnen, griste de gsm van de tafel en liep terug naar de auto. En toen had ik er blijkbaar totaal niet op gelet dat er tussen de twee baanvakken een hoogteverschil is van een centimeter of twee. Juist.

Merel, die het laatste beetje was waarvoor ik geen tijd meer had gehad, aan het ophangen was, zegt dat ze me hoorde vallen. En hoorde zuchten. Die kwam dus aangelopen terwijl ik midden op straat lag, mijn handen rond mijn enkel. Meteen haalde ze er Kobe bij. En belde, op mijn vraag, naar Barbara dat ik dus niet naar de kine ging geraken want dat mijn voet heel stevig omgeslagen was.

Kobe haalde de krukken uit de auto, hielp me rechtkrabbelen en begeleidde me richting zetel. Merel gaf me ijs voor de voet, Wolf parkeerde mijn auto weer op de oprit en ik, ik zuchtte.

Tot zover het einde van de vakantie. Ik zal wel zien hoe erg het is, en desnoods ga ik morgen naar de dokter. Het voelt in elk geval niet goed: het staat niet echt dik, is ook niet blauw, maar doet wel gemeen pijn.

Ugh.