Kobe kwam het op kousenvoetjes vragen: dat ik vandaag toch geen school had, en dat hij weer in Gontrode moest zijn, in de proeftuin van ’t unief, voor een les, en dat dat 17 kilometer is, en of ik dan geen zin had om daar te geocachen? Ik moest lachen, zei dat het toch goed weer ging zijn, en dat het dus oké was, op voorwaarde dat hij dan mijn fiets op de drager zette en hem er ginder weer afhaalde.
Het plan was van half twee tot half zes, ruim de tijd voor een mooie reeks caches ginder. Tot bleek dat hij niet goed had gekeken, maar het gelukkig wel nog op tijd had gezien: het was maar een uurtje, van half drie tot half vier. Euh, ook goed, dan deed ik wel een stukje van dat rondje, toch?
Op een uurtje kun je dus niet veel, zeker niet als je een kwartier staat te vissen in een buis, twee haakjes kwijtspeelt maar wel een ander – wreed cool – haakje opvist, en geen cache hebt. En als je wat later dan staat te hengelen op een onorthodoxe manier, wegens de hengelhaak nog in de auto. Ach ja.
Ik had in elk geval een zeer fijn fietstochtje langs soms zeer smalle en soms quasi onzichtbare wegels en toch vijf caches, en vooral ook een blije zoon die dus niet twee keer een klein uur hoefde te fietsen. Of hoe ne mens zijn kinderen toch ook veel te veel verwent…
Ik moest vandaag op het eiland Malem zijn om er een reeks kunstbloemen voor mijn lokaal op te halen, en nam in dit prachtige weer uiteraard de fiets. Ik wilde meteen nog enkele extra caches wegsteken, kwestie van mijn rondje vol te maken.
Ik repareerde ook meteen enkele die als beschadigd of nat waren doorgegeven, keek er enkele na, en genoot vooral met volle teugen van de fietstocht.
Omdat er al een sluizencache van mij zit aan het Rabot, moest ik dat een beetje zien te ontwijken. Er zijn dus nieuwe caches bijgekomen aan de Begijnhofkerk, in de buurt van de Sint-Antoniusbrug en de doorgang naar ’t Prinsenhof, eentje in Park Voortman en eentje aan een mij onbekend parkje aan de Maria Gorettikerk.
Nu maar hopen dat ze allemaal goedgekeurd worden en ook nog even blijven zitten. Dat weet je dus nooit…
Gisteren, na het gedoe met ons pa, kon ik alsnog richting Nederland vertrekken. Rond kwart na vier pikte ik Mireille op ter hoogte van Kemzeke, en daarna gingen we vrolijk in de file rond Antwerpen staan. Zodoende was het effectief zes uur tegen dat we onze auto op het vertrouwde plekje bij Hanneke konden parkeren. Rebel, haar poes, kwam ons al meteen tegemoet.
Binnen werden we bijzonder hartelijk verwelkomd door zowel Hanneke als Sabrina: die kwam uitgebreid koken voor ons viertjes en gastvrouw spelen. Met Hanneke gaat het namelijk niet zo goed, en dat is een understatement. We wisten dat uiteraard al een tijdje, maar hadden nog volop genoten op Big Rivers vorige zomer. Maar Mireille en ik wilden dolgraag Hanneke nog eens zien, en we wisten allemaal dat dit perfect de laatste keer kon zijn. We hebben het onderwerp ook niet geschuwd: Hanneke liet ons een pracht van een nummer horen dat ze op haar uitvaart wilde laten afspelen, Sabrina las ons haar speech voor, en Han had net haar Marla-jurk – uit onze favoriete larp Poort – gewassen om daarin begraven te worden.
Het deed niet akelig of vreemd, maar hard en intens was het bij momenten wel, ja. Dat weerhield ons er niet van om extra hard te genieten. Sabrina had een heerlijke, bijzonder uitgebreide chili klaargemaakt, en ik wist dus echt niet dat ik chili lekker kon vinden – ze had er speciaal voor mij de bonen uit gelaten. Maar die waren er dus als extraatje, net zoals de nacho’s met gesmolten kaas, en de guacamole, en de paprika’s en al. Serieus, veel te veel gegeten eigenlijk.
Daarna werd er rustig gechilld in de zetel, zaten we te kletsen, tot er een berichtje van Leon binnenkwam, Hannekes zoon die enkele straten verderop in dezelfde wijk woont: de bevers waren actief! Jawel, die hele wijk is via kanaaltjes en watertjes verbonden met de Biesbosch, een groot natuurgebied naast Dordrecht, en die bevers hebben er niets beters op gevonden dan een burcht te beginnen bouwen daar tussen de huizen.
Wij dus allemaal een vestje aan en naar buiten, naar de bevers. Maar zo wijs!
Eentje zwom wat verderop – er is daar een fijn pad aan deze kant zodat je kan meevolgen – en ging daar vrolijk in een tuin een stuk struik afknagen om die dan naar zijn burcht te slepen. Als die mensen niet op tijd een soort afsluiting voorzien, hebben ze binnen de kortste keren geen tuin meer…
En wij, wij stonden daar als gekken te kijken en te filmen. Serieus, daarvoor moet ge veertien dagen in Canada zitten om geen enkele bever te spotten, en dan gewoon in Dordrecht tussen de huizen hen te zien zwemmen.
We keerden op onze stappen terug, en Hanneke ging rond half tien slapen, het was genoeg geweest. Wij bleven nog even zitten praten, tot Mireille en ik richting de logeerkamer gingen en Sabrina ging overnachten bij haar zoon wat verderop.
De volgende morgen was er een bijzonder uitgebreid ontbijt – die twee zijn gewéldige gastvrouwen – en daarna leerde Sabrina ons werken met ecoline. Ja, een Vossenweekendje is dat niet zonder dat we op zijn minst ook iets maken of knutselen. Ik vond het best wel geslaagd, ja.
Wat later aten we bij wijze van middageten Mireilles zeer geslaagde applecrumble, en nog wat later verklaarde Hanneke dat het welletjes was. Mireille en ik waren sowieso al bijzonder opgetogen dat we hadden kunnen overnachten en op die manier wat extra tijd met ons vieren hadden kunnen doorbrengen.
We namen hartelijk afscheid en spraken meteen ook af voor Big Rivers in juli. Hoop, nietwaar.
Maar het was prachtig weer, en ook al kan Mireille niet echt veel – long covid with a vengeance – rustig wandelen zit er gelukkig nog wel in. We gingen eerst naar het Sterrenburgpark voor vijf labcaches.
En toen zagen we dat er een ongeluk was gebeurd op de autostrade ergens in de buurt van Zwijndrecht en dat we daar twee uur zouden stilstaan, en dus kozen we voor nog een extra wandeling in de Biesbosch, met uiteraard ook nog enkele labcaches. Wat een prachtig, muisstil natuurgebied zeg! Heerlijk gewoon, zeker in die zon…
En toen bleek het bijna half zeven, stond er nog steeds behoorlijk wat file, en kregen we een hongertje. De bistro aan dat Sterrenburgpark had er zeer behoorlijk uit gezien, zodat we daar iets gingen eten: zeer ruime porties voor weinig geld, zo hoort dat.
Het resultaat was dat we rustig zonder file naar huis konden rijden, Mireille werd opgepikt door Arend, en ik tegen tien uur, helemaal uitgerust en opgeladen, terug thuis was.
Vossenweekendjes – al is het tijdens de week – ik ga dat gigantisch missen. En dat niet alleen.
Zalig weertje, en dus werd de fiets opgeladen, reed ik naar Ronse, en vertrokken Véronique en ik bij haar thuis met de elektrische fietsen voor een hele reeks caches.
Ik moet het zeggen: ik genoot intens. Zalig weer, fijn gezelschap dat perfect op dezelfde lijn zit, prachtig landschap en een reeks caches. We hadden het bijzonder aangenaam, dwars door het Ronsische landschap, over een oude spoorwegbedding.
Op het einde toonde Véro me nog het oude kerkhof waar een monument staat van Henri Vandevelde, waar ook graftrommels staan en zelfs een graf met glazen platen, voor het geval dat de dame in kwestie schijndood was.
In elk geval een zeer fijne vakantiedag. Zo hoort dat.
Ik ben blij dat ik tijdens deze projectweek toch weer mee kon met de vijfdes naar Rijsel: ik vind dat een fijne uitstap omdat we eigenlijk gewoon ons goesting kunnen doen: we moeten met voldoende begeleiders zijn voor de busreis en om ter plekke in te kunnen springen, maar verder laten we ze in handen van Franstalige gidsen en spreken we gewoon weer om kwart voor vier af. Volgens traditie gaan we eerst om half elf ontbijten in een vast adresje met vooral heerlijke patisserie.
En toen ging de ene op zoek naar comic winkels, gingen de dames shoppen en ging ik de fiets op – jawel, die kan gewoon mee in de laadruimte van de bus – richting de citadel om daar de geocaches te doen die ik de vorige keer niet had gevonden. Het was prachtig weer, maar echt zalig, en dus fietste ik vrolijk een eind weg.
Ik moest me nog reppen om op tijd terug te zijn voor de lunch, bij een zeer fijne Italiaan die er van buiten absoluut niet impressionant uit zag, maar aan de binnenkant mega groot was, knap ingericht en nog eens stampvol ook. Gelukkig had Hannah gereserveerd…
Er was nog net genoeg tijd om nog terug te fietsen naar de citadel en nog een paar caches op te pikken.
En dat was dat: we pikten onze leerlingen terug op, wandelden naar de bus, gingen met die bus een beetje in de file staan, en waren tegen zessen netjes terug in Gent.
Fijne, stralende dag gehad, maar nu ga ik voor de rest van de avond geen vin meer verroeren: de rug vindt het meer dan welletjes.
Vorig jaar was ik net te laat om de magnolia’s nog te zien bloeien, dit jaar gingen ze me niet bij mijn lepels hebben. Zaterdag was het wel nog mooi weer, maar had ik de energie niet, maar vandaag was ik niet ingeschakeld voor de projectweek en wilde ik de rug toch even losmaken door te wandelen op eigen tempo. Ik reed dus naar het Leen en genoot er met volle teugen van de magnolia’s, een vroege rhododendron en enkele camelia’s.
Daarna ging ik nog enkele labcaches oppikken in Eeklo zelf en reed daarna via Lembeke naar huis, waar ik overigens een pracht van een klein natuurgebiedje vond met een grote vijver, iets waarvan je nauwelijks de ingang vindt vanop straat.
Ik was pas tegen zevenen thuis, de rug was moe maar deed geen pijn, en dat vond ik heel veel waard, om eerlijk te zijn. En ik was vooral ook helemaal uitgewaaid met een leeg hoofd.
Vorige week was ik een beetje in mijn gat gebeten: er stond hier een koppel cachers uit het Waasland die mijn TB-hotel aan ons huis nodig hadden voor de plaatsingsdatum – dat is een bepaalde uitdaging – en dus meteen een aantal van mijn andere caches hier in Wondelgem hadden gezocht. Helaas, het waren wel ervaren cachers, maar blijkbaar zat het hen die dag niet mee, want ze hadden maar liefst vijf caches niet gevonden. Euh… Ik geef toe, de meeste daarvan zijn er die ik geërfd hebben van een andere cacher die verhuisd is, en die ik niet recent had nagekeken, maar daar waren ook geen negatieve berichten over binnen gekomen. Vreemd dus.
Gisteren had ik enkel les in de voormiddag, zoals elke maandag, en over de middag nog een vergadering, maar daarna was het stralend weer zodat ik toch twee van mijn caches wilde nakijken. Jawel, allebei waren ze perfect waar ze moesten zitten, alleen was bij de ene het houdertje wat kapot, zodat ik dat vervangen heb. Een andere hier in de buurt was effectief verdwenen, die had ik eerder al vervangen.
Vandaag was er een stevige dag met leerlingencontacten en klassenraden, maar die waren voor mij al rond half drie gedaan en ik wilde vooral de rug wat stretchen en beweging geven. Ik ging dus zelf nog een cache in de buurt oplossen – een multi – en en passant nog vier caches nakijken, waarvan er drie niet gevonden waren en eentje kletsnat was. Dat laatste bleek correct, er werd een droog rolletje voorzien. De andere drie lagen perfect op hun plaats in de originele behuizing en waren dus vlot te vinden, vond ik. Tsja.
Maar ik maakte dus ook een fijn wandelingetje in de stralende zon, waarbij ik een vogelspotter tegenkwam die op zoek was naar een bosuiltje en die ik meteen heb leren geocachen. Ik hoop dat ze het nu ook nog zal doen!
Enfin, fijne wandeling, maar de rug was toch blij toen ik wat later plat in de zetel lag.