Jawel, Wolf heeft sinds deze morgen zijn beugel. Ik was aan het lesgeven en Bart kon zich wel vrijmaken, maar Wolf wilde liever alleen gaan: we gingen toch niet mee binnen mogen, zei hij, en daar had hij wel een punt. Enfin, tegen half elf stond hij per fiets in Mariakerke, tegen half twaalf was hij terug, een beugel rijker en een 700 euro armer.
Eerst deed het niet echt veel pijn, zei hij: het trok wat aan zijn tanden, maar niet zo veel meer dan dat. Tegen ’s avonds was het al anders: toen deed gans zijn mond pijn. Nog niet zijn lippen, die zullen ook nog wel openliggen, maar zijn tanden zelf, want daar zit behoorlijk wat spanning op nu.
We hebben voor zacht eten gezorgd: puree, yoghurt, zachte madeleintjes, en ik had echt bij momenten medelijden met hem. Zijn uitspraak is ook een klein beetje veranderd, maar dat komt wel weer goed.
Enfin, het is even op de tanden bijten (pun intended) maar daarna gaan zijn schots-en-scheve tanden eindelijk ook netjes recht staan, en daar heeft hij het echt wel voor over.