Ietsje te zware dag, vond de rug

Man, het was me het dagje wel vandaag!

Het zat vooral bijzonder, bijzonder vol. Tussen half negen en kwart voor negen was er tijd voorzien om onze rapporten te maken, van kwart voor negen tot iets over negen was er een eerste deeltje van een algemene personeelsvergadering (APV) met een overzicht van een welbevindenenquête van het personeel. Nog niet de helft had die ingevuld, zodat die niet helemaal representatief was, maar het gaf toch wel al een beeld.

Tot tien uur kregen we dan tijd om in de vakgroep een bepaald sjabloon te bespreken en in te vullen, iets waar we eigenlijk nog niet mee klaar waren toen we om tien uur opnieuw in de grote zaal boven werden verwacht voor het vervolg van de APV. Iets voor elven werd die haastig afgebroken, want vanaf elf uur waren er leerlingen voorzien voor het leerlingencontactmoment. We hadden deze keer de volgorde zelf mogen bepalen, zodat ik in de voormiddag vooral iets “gemakkelijkere” leerlingen gezet had, met wie de gesprekken ook effectief vlot verliepen.

Om kwart over twaalf was er dan ook tijd voor lunch, en de broodjes waren voorzien door de school. Gezellig, maar uiteraard ook geen rustpunt voor mijn rug. En dan tegen kwart over een waren de eerste leerlingen er alweer, deze keer met soms wat langere gesprekken. Dat zorgde ervoor dat ik, met input van de administratie en de verslagen en zo, klaar was tegen kwart voor vier, net op tijd om snel even een plasje te doen en een koffie te halen, want om vier uur stond de eerste ouder daar voor het oudercontact.

Om half acht konden ze me dan ook samenvegen, maar alle verslagen waren uitgeschreven en ingevoerd.

Ik ben thuisgekomen en heb eerst een uur plat in de zetel gelegen, voordat ik het eten dat mijn echtgenoot liefdevol voorzien had, heb opgewarmd. En de repetitie van het koor? Die had ik op voorhand afgezegd omdat ik wist dat het niet meer zou lukken.

Enfin, bijna vakantie.

Rondje dokters met de kinderen

De examens zijn gedaan – voor Wolf was er gisteren de laatste les voor de blok begint – en dus was er tijd om langs enkele dokters te gaan. Ik moest voor mijn halfjaarlijkse controle bij de oogarts en nam meteen ook Merel mee, omdat het al vijf jaar geleden was dat haar ogen gecontroleerd waren. Wolf was er ook, want die moest zijn oogdruk laten controleren, omdat bij ons glaucoom zo sterk aanwezig is in de genen. Mijn ogen zijn stabiel, Wolfs ogen zijn perfect in orde, Merels bril was ook nog zoals het moet, maar haar oogdruk is net op de grens van te hoog. Verwonderlijk, want ze beginnen dat meestal pas te controleren vanaf 40, en niet wanneer je dertien bent. Maar Dr. De Valck wou toch even nakijken voor de zekerheid, en gelijk had ze. Nu, er is nog geen enkel probleem hoor, en het kan ook een momentopname geweest zijn. Ze wil Merel terugzien in januari, zodat ze opnieuw kan controleren. Enfin, blij dat we geweest zijn.

En ’s avonds zat ik met de drie mormels bij de orthopedist: Merel was aan nieuwe steunzolen toe wegens al lang geen nieuwe meer, Kobe heeft een rare verende manier van lopen en naar eigen zeggen platvoeten, en Wolf heeft vaak pijn in zijn ene been bij het lopen en is ervan overtuigd dat zijn ene been langer is dan het andere.

Na een kort intermezzo in de wachtkamer – waarover later meer – bekeek een geamuseerde Wouter hen alle drie. Merel heeft nog steeds licht x-benen en krijgt effectief nieuwe steunzolen, maar dat was alles. Bij Kobe is er inderdaad die licht verende tred, die kan veroorzaakt worden door een licht verschil in beenlengte, maar daar was hij niet zeker van. Hij wil zijn skelet laten scannen en op die manier uitmeten. Met steunzolen moet hij dus nog even wachten.

En Wolf? Ja, die heeft inderdaad een stevig verschil in beenlengte, zelfs ik kon dat duidelijk zien wanneer hij neerlag. Het maximum dat er kan bijgepast worden met steunzolen is 6 millimeter en dat krijgt hij dan ook. Het zou moeten helpen bij het lopen, maar daarnaast moet hij ook naar de kine om eventueel zijn bekkenstand te compenseren. Het juiste verschil heeft hij niet bepaald: dat is op zich ook niet relevant, want zolang het minder is dan drie centimeter, bestaat daar toch niet echt een behandeling voor. Pas vanaf drie centimeter verschil kunnen ze nogal ingrijpend te werk gaan, door zijn bot te breken en dat dan te laten toegroeien met extra botaanwas. Lijkt me vooral een zeer pijnlijk iets te zijn.

Enfin, ook hier was het dus echt wel nodig dat we gingen. En die scan voor Kobe, die moet ik nog regelen…

 

Dermatoloog

Deze middag ging ik nog eens langs met Merel bij de dermatoloog: ze neemt al een tijdje medicatie, en die heeft ook een tijdlang geholpen, maar de laatste tijd is het weer een pak erger. In haar gezicht valt het nog mee, maar haar hals en haar rug zijn, euh, een slagveld.

De dokter had dat ook gezegd: mocht het niet voldoende zijn, dan is er nog zwaardere medicatie, maar die geven ze liever niet van in het begin. Maar vandaag kreeg Merel die dus wel voorgeschreven, samen met de aanvraag voor bloedonderzoek. De bewuste medicatie kan namelijk gevaarlijk zijn voor de lever, al heeft ze dat naar eigen zeggen nog nooit tegengekomen. Maar bon, morgen dus even langs het labo hier wat verderop in Langerbrugge, en dan maandag starten met die medicatie. En speciale lippenzalf en een hydraterende crème, want haar huid zal droog worden. En als alles goed gaat, zou ze tegen de krokusvakantie zo goed als acnévrij moeten zijn. En dat, dat zou best wel mooi zijn, ja.

En passant geef ik u ook nog de cartoons mee die in de wachtzaal van de dokter hangen.

Oh, en lang leve een goeie, meedenkende apotheker die haar vak kent: Delphine vroeg meteen of er wel een bloedonderzoek was, want anders ging ze de medicatie niet meegeven. En ze voegde er meteen aan toe dat ze dat recept voor die lippenbalsem gerust wilde maken, maar dat er eentje op de markt was die minstens even goed was en geen cortisone bevat. Ha, en dan volgen wij de apotheker, uiteraard: ieder zijn vak!

 

Rondje dokters met ons pa

Een half jaar voorbij, en dus weer tijd voor een rondje dokters met ons pa, met name de neuroloog en de psychiater. Zijn vaste psychiater is met bevallingsverlof, maar de interim was ook meer dan oké, zo blijkt. Aan zijn medicatie gaat er voorlopig niet gesleuteld worden, want dat luistert echt wel zeer nauw.

En toen kwamen we bij de neuroloog, de immer goedgezinde dr. Demeulemeester. Haar goede humeur sloeg echter vrij snel om toen bleek dat zowel ons pa als ik ervan overtuigd waren dat zijn slikprobleem – slokdarmspasmen – door zijn Parkinson werden veroorzaakt, en dat dat blijkbaar compleet ongerelateerd is. Ik had dat nog gevraagd aan de verpleging en die hadden dat bevestigd, terwijl zij zelf dat keihard ontkend heeft. Tsja…

Daarvoor moesten we blijkbaar bij de gastroloog zijn, en ze vroeg waarom dat die dat dan niet gezegd had bij het laatste consult. Laatste consult? Euh… Bleek dat er een en ander is misgelopen qua communicatie en dat we eigenlijk al lang een afspraak hadden moeten maken bij die gastroloog, die meteen ook oncoloog is. Ik vond het al wat raar dat er geen opvolging meer was. Hmm. Laat het er ons op houden dat dr. Demeulemeester meer dan nijdig was, en dat ze ons nog een uitgebreid verslag van een vergadering heeft meegegeven, een vergadering waarin één en ander was beslist zonder haar aanwezigheid – ons pa was nochtans opgenomen op haar dienst – en zonder de gastroloog, en waarvan noch ons pa, noch de familie is op de hoogte gebracht.

Wordt vervolgd, maar ook ik was niet echt vrolijk toen we daar buiten gingen. Hmpf.

Maar om positief te eindigen: ons pa zijn parkinson is stabiel, hij doet het goed, alleen zijn die kristallen in zijn evenwichtsorgaan terug en moet hij daarvoor nog eens passeren bij de kinesist, zodat zijn duizeligheid verdwijnt.

Dag van het Latijn

Het had eerst nog wat voeten in de aarde of ik wel mocht gaan: in deze projectweek hebben sommige klassen al vrij veel studie, en ik moest ook mijn vijfdes dan twee uur een taak geven. Maar bon, vorig jaar hamerde directie erop dat we allemaal de leerplanimplementaties moesten volgen, en nu zou ik niet mogen? Tsja…

Bon, Bart zette me om tien voor acht af aan de Dampoort – pas toen we er al waren, realiseerden we ons beiden dat het misschien logischer was geweest aan Sint-Pieters, nu hij me toch kon brengen – en ik nam fluks de toch wel zeer volle trein naar Sint-Pieters. En toen stond die trein plots tien minuten stil. Hmmm?

Ik was met opzet geen half uur vroeger samen met Gwen vertrokken, omdat ik dan een uur langer ginder in het Huis van het GO! op die pokkeslechte stoelen ging moeten zitten, maar zou normaal gezien toch om negen uur in Brussel-Noord moeten zijn, en rond kwart over negen ter bestemming, terwijl het om half tien begint. Maar ik zag de minuten wegtikken, en dus ook mijn aansluiting naar Brussel om 8.15 uur. Om 8.17 uur reed de trein het station binnen, en tot mijn verbazing zag ik dat de Brussel nog aan het perron stond. Met toch wel een behoorlijk handvol reizigers zijn we beginnen spurten – ik heb echt effectief gelopen – richting perron 9. Daar was de trein eigenlijk al dicht, behalve de deur waar de conductrice stond. Die keek behoorlijk misnoegd – “Maar wat is dat vandaag met al die laatkomers? – naar al die extra mensen die bij haar nog op de trein sprongen, maar ze bedankte me toch toen ik haar toeriep in het passeren dat de Dampoort tien minuten had stilgestaan.

Soit, ik zat op de juiste trein, oef.  Ik kreeg zelfs toestemming om in eerste te gaan zitten wegens overvolle trein, maar veel soelaas bracht dat niet: ook deze trein was vrolijk een kwartier te laat. Daar ging mijn speling.

Ik repte me langs het Maximiliaanpark naar de Willebroekkaai en stelde vast dat Gwen nét begonnen was met haar exposé. Oef, niet veel te laat dus.

Het ging over de leerplandoelstellingen, de opbouw van dat leerplan en verder vooral over het extra doel dat we diachroon moeten werken. Ofte: niet alleen teksten uit de klassieke oudheid, maar ook uit latere periodes zoals de middeleeuwen. We kregen tal van praktische voorbeelden van diverse sprekers en zelfs bruikbare teksten. Dik in orde!

Ik kon nu ook eindelijk enkele gezichten bij bekende namen plakken, mensen met wie ik al online gecommuniceerd had. En ik merkte ook dat de pokkeslechte stoelen nog altijd even slecht zijn.

De terugweg rond half vijf was dan ook een opgave: mijn rug deed echt pijn, ondanks het feit dat Gwen ons tijdens de middagpauze in het EHBO-lokaaltje had verstopt zodat ik kon liggen. Maar Bart kwam me netjes ophalen, de lieverd, en tegen zes uur crashte ik in de zetel. Auw.

En toch kreeg ik nog geen rust: over drie weken geven we een concert, ik kon de repetitie echt niet missen. Ja, ik was te laat, want in al mijn versuftheid stond ik aan ons lokaal in plaats van in Sint-Amandsberg aan de kerk. Tsja.

Ik heb er de hele avond gezeten en had het moeilijk me te concentreren, maar ik was er wel, en ik heb bijgeleerd.

En thuis, thuis kon ik moeilijk slapen wegens de pijn. Maar al bij al wel een goeie dag, ja.

Beetje te zwaar

Eigenlijk zijn mijn weken net ietsje te zwaar. Mijn lesrooster is gelukkig heel erg mooi verdeeld, met dank aan de collega’s, zodat het lesgeven geen aanslag meer is op mijn rug. Het is overigens intussen al zes jaar dat ik met die kapotte rug moet leven. In het begin heb ik ertegen gevochten, maar dat heeft geen enkele zin. Intussen heb ik aanvaard dat mijn leven grondig veranderd is en dat ik alles wat ik doe, veel meer moet afmeten.

Aan de andere kant: carpe diem. Ik probeer mee te pakken wat ik kan, in de wetenschap dat het elk moment gedaan kan zijn. Want één keer verkeerd vallen is genoeg om in een rolstoel te belanden. Zo ga ik nog elke donderdag naar mijn koor en speel ik om de veertien dagen op dinsdag Call of Cthulhu. Eén keer per maand is er nu opnieuw quiz. Het Larpen staat op een laag pitje wegens weinig evenementen die me interesseren, en ik heb er doorgaans ook de fut niet meer voor, dat geef ik toe.

En toch vullen mijn dagen en avonden zich genadeloos. Vaak komt het ook gewoon allemaal samen. Vorige week was er op dinsdag Cthulhu, op woensdag quiz en op donderdag uiteraard koor. Op zaterdag gingen we dan naar het toneel. Op zondag heb ik me dan ook helemaal koest gehouden. En deze week, deze week is moordend. Ik heb me dan ook bij het lesgeven steevast stilletjes gehouden en ben zo veel mogelijk gaan liggen, maar maandag was er klassenraad van half drie tot half acht, gelukkig niet continu aan één stuk door. Maar ik zit of loop rond en kan niet gaan liggen.
Dinsdag was ik om vijf uur al thuis van de klassenraad, vroeg genoeg om de rug grondig te laten rusten. Woensdag had ik les, gelukkig ook kine, ging ik met Merel naar de muziekles – ik drink dan een koffie, rustig maar wel gezeten op een stoel – en ’s avonds wilde ik dolgraag nog naar die lezing.

Die heeft me de das omgedaan: blijkbaar zijn de stoeltjes van het auditorium gewoon pokkeslecht voor mijn rug. Ik moet kunnen doorhangen als een puber en dat kan daar absoluut niet. Zelfs dat uurtje was er te veel aan, ik heb ook echt overwogen om op de trappen te gaan zitten. Inschattingsfout dus, in deze drukke week.

En vandaag, vandaag waren er de klassenraden voor het eerste jaar: non-stop – behalve twee keer vijf minuten piespauze – van half drie tot half acht. Gelukkig waren ze productief, ik was blij dat ik erbij was, maar mijn rug vond het duidelijk minder. Ik ben thuisgekomen, heb me in de zetel gelegd en wilde prompt in slaap vallen, maar dat lukte niet wegens te veel zeer. Uiteindelijk heb ik iets kleins gegeten en ben ik alsnog, een uur te laat, naar de koorrepetitie gegaan. Vroeger lukte me niet, ik kon me zo al moeilijk concentreren op de muziek.

Ik hou mijn hart vast voor morgen: drie uur lesgeven en klaar om één uur, dan gaan liggen, en dan oudercontact van kwart over vier tot half acht. Geen idee of het gaat lukken, maar we zien wel.

Op hoop van zege.

Het betert stilaan, maarre…

Wees al een dag of vijf geveld door de griep. Voel u op dag vijf wel wat beter, goed genoeg om te douchen, u aan te kleden en wat werk te doen. Raap uzelf samen om uw dochter naar de blokfluitles te voeren, want een uur stilzitten en lezen bij een koffie moet nog wel lukken.

Bestel u bij uwe koffie een stuk cheesecake omdat die er zo goed uitziet en ge toch nog geen vieruurtje hebt gegeten. Neem een hap van de bijzonder smakelijk uitziende taart. Realiseer u pas dan dat ge eigenlijk al vier dagen niks meer smaakt.

Zucht eens diep.
Het uurtje in de Labath was meer dan genoeg, ik ben thuis gekomen en in mijn zetel geploft. Het koor, dat lukte sowieso niet meer, al was het maar omdat ik nog stevig aan het sniffelen ben en dat ik al zingend misschien wel wat microben zou verspreiden. En wie weet is het toch corona?

Nope

Nee, het is het nog steeds niet oké vandaag. Ik ben om zes uur opgestaan om Bart naar het station te voeren – hij gaat een drietal dagen naar Londen – en het terugkeren was toch eigenlijk puur op wilskracht. Ik ben onmiddellijk gewoon weer in mijn bed gekropen, compleet met opnieuw mijn slaapkleedje aan en al. Ik heb geslapen tot elf uur, en echt wel diep. Serieus.

Gelukkig zag Kobe het zitten om quiche te maken – Bart had al boodschappen gedaan en alles voorzien – want het ging echt wel niet. Ik doe er Kobe eigenlijk zelfs een plezier mee, want quiche is met ruime voorsprong zijn favoriete gerecht en hij maakt hem ook perfect klaar.

En met spijt in het hart moest ik ook verstek laten gaan voor de dansvoorstelling van de Cultuurcel. Ik had het bijzonder graag gezien in het  Concertgebouw Brugge, Tao Dance Theatre, maar het zou echt niet gelukt zijn.

Ik heb dus liggen balen in mijn zetel. Lamlendig.

Blergh

Allez hup, dag drie is dus nog ellendiger dan dag twee. Als in: opgestaan om medicatie te kunnen nemen, want het geklop in mijn sinussen doet een drilboor alle eer aan. En nee, ik kan de meeste medicatie niet nemen wegens glaucoom.

Ik kruip gewoon terug. Meh.

Lamlendig

Vandaag voelde ik me pas helemaal ellendig. Ik heb deze ochtend naar school gebeld met de boodschap dat ik zeker niet kon komen werken, heb vooral geslapen en lamlendig in de zetel gelegen, en heb me in de namiddag naar de dokter gesleept.

Die bekeek me even, checkte mijn keel en oren, luisterde naar mijn symptomen – gisteren keelpijn, vandaag vooral hoofdpijn, spierpijn, verstopte neus, smaakverlies, maar geen koorts en geen verminderde eetlust – en verklaarde: “Griep. Of corona, maar daar testen we toch niet meer op, de behandeling is toch dezelfde, namelijk: rusten. Veel slapen, veel drinken, desnoods een pijnstiller nemen tegen de mottigheid, en rusten. Ge zijt oververmoeid. Ik ga u dus thuis zetten tot het einde van de week.”

Euh.

Goed dan?

Ik heb wel vrijdag een presentatie voor de School of Branding en die ga ik echt wel geven, maar bon. We zien wel hoe ik me tegen dan voel, want eigenlijk was dat ritje met de auto naar de dokter al niet verantwoord: de concentratie van een oververmoeide dodo.

En dan ga ik nu terug in mijn zetel, als het voor u gelijk blijft. Mijn lijf doet pijn.