Huidarts

Ons pa had al in de kliniek – dus enkele maanden geleden intussen – last van een vervelend, jeukend plekje op zijn rug dat open gegaan was en dat maar niet wilde genezen. Nu, ze hebben geen huidarts meer in het Jan Palfijn – ze vinden er geen meer, die verdienen allemaal meer in de privé – dus konden we dat daar niet laten nakijken.

Nu had hij intussen een poliepje in zijn lies, een bolletje van toch wel een centimeter doorsnee dat blijkbaar eens was beginnen bloeden wegens blijven haperen of zo. Ik had de huisarts gevraagd daar eens naar te kijken en had ook dat plekje op zijn rug vermeld. Zij schreef prompt een verwijsbrief voor de huidarts om dat plekje na te kijken, en dan konden die meteen ook dat poliepje wegnemen: die zijn daarin getraind en dat is veiliger aangezien ons pa bloedverdunners neemt.

Deze namiddag stonden we dus in Merendree, werd het poliepje vakkundig verwijderd en werden er 3 – jawel, 3 – basaalcelcarcinomen vastgesteld: dat ene plekje op zijn rug dus, maar ook een op zijn schouder en eentje in zijn hals. Op zich zijn die niet levensgevaarlijk, maar ze kunnen wel beginnen ontsteken, jeuken en knap vervelend doen.

Over anderhalve week staan we hier dus terug, zodat de plastisch chirurg ze kan wegnemen. Dat is een kleine ingreep onder plaatselijke verdoving, we kennen dat al van de vorige keer.

Maar het blijft dus wel bezigheid…

Groen licht voor de kroon

Nee, we krijgen geen koningin Elisabeth voorlopig, het gaat simpelweg om de kroon in  mijn tanden die er eindelijk mag komen, een werk van lange adem.

In december werd die gepland, begin april werd de vijs geplaatst – met de nodige complicaties – en vandaag werd de vijs definitief goedgekeurd: netjes op haar plaats, netjes verankerd in het bot, alles erop en eraan. Het is nu aan de tandarts om daar ook de definitieve kroon op het werk te zetten.

Ik had gelukkig al een hele tijd geleden contact opgenomen met haar, want ik weet dat ze, zoals de meeste tandartsen, een beetje overbevraagd is. Ze had pas tijd om alles op te meten begin juli, zei ze. Goh, zo erg is dat extra maandje wachten nu ook weer niet. Gelukkig, vertelde ze me aan de telefoon, worden de afmetingen nu digitaal per scan genomen en niet meer met zo’n vieze kleiachtige substantie in je bakkes. Nog een week later, 14 juni, wordt de kroon dan geplaatst, en ga ik een heel ander mondgevoel hebben. De volgende stap is dan dat de volgende tand, die ernaast, die al helemaal ontzenuwd is en in elkaar gemetst, ook getrokken wordt en vervangen door een tweede kroon.

Ik ga nog weer helemaal een werkend bakkes krijgen, of wa?

 

Op zoek naar een nieuwe oogarts

Al sinds mijn 25ste heb ik glaucoom en moet ik om het half jaar ter controle naar de oogarts. Dat vind ik niet erg, dat is gewoon gedoe, maar zo ben ik er wel zeker van dat alles onder controle blijft, want zonder behandeling was ik op mijn 40ste al compleet blind geweest. Los van het feit dat ik een bril draag – dat heeft er niks mee te maken – is mijn gezichtsveld nog altijd perfect en heeft het glaucoom geen vat op mij.

Vroeger ging ik, samen met mijn ma en zowat de hele Boghaertsfamilie die ook glaucoom heeft, naar Eeklo bij een supersympathieke studievriendin van haar. Alleen is die uiteraard al lang met pensioen, ze wordt dit jaar 80 – als ze nog leeft, tenminste. In 2015 moest ik dus op zoek naar een nieuwe oogarts, maar het duurde nog tot 2017 voor ik daar ook effectief werk van maakte.

Maandag ging ik nog eens langs bij haar, en wat blijkt? Ook zij wordt nu 65 en gaat met pensioen. Vond ik haar sympathiek? Goh, eigenlijk niet echt, en Merel was er zelfs een beetje bang van. Maar ze was vooral zeer deskundig, heel erg to the point, zonder liflafjes maar altijd wel met de nodige uitleg, en dus ter zake, en zo heb ik mijn dokters graag. Ik kan nu eenmaal niet tegen van die betutteling, ik ben ook niet achterlijk.

Maar bon, ik wenste haar bijzonder veel genot van haar pensionering en moet nu dus op zoek naar een nieuwe oogarts. Ze gaf me wel wat namen door, maar heeft niet bepaald iemand aan wie ze haar patiëntenbestand doorgeeft.

Dus mocht u iemand in het Gentse weten met een no-nonsense aanpak die liefst niet meteen met pensioen gaat? Speel gerust door!

Geveld

Ik was al de hele vorige week aan het niezen en snuffelen, maar dat lag voornamelijk aan mijn allergie-die-geen-allergie-is. Maar gisteren ging het weer compleet fout, op een andere manier dan.

In de loop van de namiddag, na school, begon ik me mottig te voelen. Misselijk, hoofdpijn, buikkrampen, wat draaierig… Ik wilde de Masks niet afzeggen omdat de heren op me rekenden en ik dat ook echt wel graag doe, maar ik heb er nauwelijks iets gegeten – Geraard had nochtans paaseitjes voorzien, van die lekkere – en achteraf bleek dat de heren vonden dat ik echt wel stilletjes was voor mijn doen. Mij was dat niet opgevallen, maar bon.

Ik ging gisterenavond dan ook meteen slapen, met het idee dat het wel beter ging zijn, maar ook met het gevoel dat ik elk moment ging moeten overgeven.

Deze ochtend werd ik wakker zonder hoofdpijn, en ik dacht dat het wel oké was. Tot ik de trap afging en de misselijkheid meteen weer vollen bak kwam opzetten. En ik ook nog eens richting toilet mocht spurten wegens darmkronkels. Hmm. Ik belde naar school, gaf werk door voor de derdes en liet mijn zesdes zowaar naar huis gaan, terwijl ze eigenlijk een herhalingstoets hadden die ik perfect in de studie kon laten doorgaan en die ik klaarliggen had. Zegt genoeg over hoe ik me voelde…

Ik ben in mijn zetel onder mijn donsdeken gekropen en heb niet veel meer bewogen. Ugh.

Tegen ’s avonds voelde ik me wel een heel pak beter, en ik denk dat het morgen wel weer over zal zijn. Zo’n typische eendagsbuikgriep dus. Maar mens, ge kunt daar dus serieus slecht van zijn.

Cholesterol

In het kader van: het mag ook al eens iets positiefs zijn over mijn lijf: mijn cholesterol is weer onder controle.

Een hele tijd geleden liet ik mijn bloed controleren, en bleek mijn cholesterol op 117 of zo te staan, een waarde die blijkbaar onder de 100 moet zijn om goed te zijn. De dokter vond het allemaal niet zo erg en schreef me een plantaardig middel voor, kwestie van nog geen echte medicijnen te zijn. Ik lette wat op mijn voeding, maar zo veel vet eet ik nu ook weer niet, suiker is mijn verslaving.

Soit, bij een tweede controle bleek de cholesterol gestegen naar 145, het middel deed dus nul de botten. Ik kreeg Artostatine voorgeschreven en nam die braafjes elke avond voor het slapengaan. Ha ja, want slechte cholesterol maak je vooral ’s nachts aan, wist mijn lijfapotheker me te zeggen.

In combinatie met Benecol – volgens mijn broer die daarin toch gedoctoreerd is doet dat wel degelijk iets – bleek dit nu wel effectief: slechte cholesterol gezakt naar 60!

Wahey en al!

Allez, hopelijk blijft dat nu zo. Maar ne mens moet algelijk toch van iets dood, nee?

Toch nog weer even ziekenhuis voor pa

Vorige week ging het weer even helemaal fout voor ons pa: hij kon weer niet slikken en gaf continu slijm over. Blijkbaar was dat al op vrijdag begonnen, en was dat ook zaterdag zo.

Zondag, hier bij ons, heeft hij een poging gedaan om zijn voorgerecht op te eten, maar dat lukte niet. Hoofdgerecht heeft hij zelfs niet geprobeerd. Na een goed half uur was het een beetje gekalmeerd, en rond half vier probeerde hij alsnog een koffie en wat taart, maar helaas, ook dat lukte niet.

Ik zette me al schrap om maandag – het is gelukkig vakantie – met hem richting de spoed te gaan, maar toen ik in de voormiddag even langs ging, hoorde ik dat het zondagavond eindelijk weer goed ging. Zijn nieuwe huisdokter was al langs geweest, zij had gemixte voeding voorgeschreven en meteen ook al een afspraak geregeld bij dokter Sas, de gastroloog, voor een nieuwe dilatatie. Ik was aangenaam verrast: alles was al meteen geregeld! Zelf had hij intussen al twee liter water gedronken, de arme man was compleet uitgedroogd.

Vandaag was het eigenlijk de bedoeling dat ik vlak na de middag zou vertrekken richting Dordrecht bij Hanneke, maar die dilatatie kwam ertussen. Om half één stonden we op de betreffende dienst om daar te horen dat de ingreep pas om half twee was, maar dat ze wellicht wel om één uur hem al konden ophalen. Serieus! Geef ons dan geen afspraak om half één hé!

Goed half drie was ons pa terug, en ik kreeg ook even de dokter te zien. Volgens hem had ons pa gezegd dat er een hard stukje vlees klem had gezeten – daarover had hij het noch tegen ons, noch tegen de huisarts gehad – maar alles was nu weer in orde: er was weer gedilateerd naar 15 mm, en de volgende keer dat dat zou gebeuren, mogen we via spoed binnenkomen om dat dan meteen op te lossen.

Soit, het was dus dik na drie uur tegen dat ik kon vertrekken naar Dordrecht, maar er zijn nu eenmaal prioriteiten, en de dames konden gerust wel wat wachten. Nog die chance.

 

Implantaat: een update

Nope, het ging weer eens niet zoals de bedoeling was.

Anderhalve week geleden werd dus dat implantaat voor een kroon gezet in mijn bovenkaak. Verschillende kennissen hadden dat al laten doen en me verzekerd dat daar eigenlijk niks aan is, dat dat de dag zelf wat pijn doet, maar snel betert.

Hmpf.

De donderdag viel inderdaad goed mee, en zoals de dokter had gezegd, heb ik ’s avonds voor het slapengaan een pijnstiller genomen om goed te kunnen slapen. Vrijdagochtend: alles in orde, geen pijn. Vrijdagavond, op Aether: blij dat ik Ibuprofen 600 mee had, want het begon stevig pijn te doen en te kloppen. Het stond nochtans absoluut niet dik – lang leve het ijs dat ik er donderdag had op gehouden – of extra rood of zo, aan de buitenkant was absoluut niks te zien. Maar de pijn bleef, en ik nam dus 4 keer zo’n Ibuprofen op een dag, wat blijkbaar meer is dan de toegestane dosis. Ach ja.

Maandagochtend belde ik naar de dokter, maar die was op maandag en dinsdag niet beschikbaar, wel op woensdag. De pijn bleef overigens aanhouden, tot ook mijn sinussen en mijn onderkaak pijn deed.

Op woensdag kon ik bij haar terecht: een foto wees uit dat alles in orde was, dat er eigenlijk geen probleem mocht zijn, er was geen zwelling, ook geen echte roodheid, alleen was het tandvlees nogal zacht. Ze haalde wel de draadjes uit, en man, dat deed pijn! Ik heb ondertussen al zo vaak draadjes moeten laten weghalen of zelf uitgetrokken dat ik weet dat dat eigenlijk niet zou mogen. Tsja. Ze schreef me ook een stevige antibioticakuur voor, want er was duidelijk wel iets aan de hand, ja.

Maar die woensdag was zo druk, dat het pas ’s avonds was dat ik om die antibiotica kon gaan, en… de pijn was tegen dan zo goed als weg! Zonder pijnstillers! Maar echt…

Ik wachtte dus nog even tot de donderdag, en tegen dan was alles normaal: geen pijn, geen kloppen, geen zachtheid van dat tandvlees… Ik vroeg nog even raad aan mijn vertrouwde, betrouwbare apotheker en zij bevestigde: als de pijn weg is, geen antibiotica. Oef, want ik ben daar niet al te zot van, nee.

Vandaag ging ik ter controle opnieuw langs bij de kaakchirurg, zoals eigenlijk sowieso de bedoeling was, en zij concludeerde, net zoals ik eerder al had gedaan, dat ik blijkbaar gereageerd had op de draadjes. Om een of andere rare reden ging mijn lijf niet akkoord met de gebruikte draadjes, maar was alles weer in orde zodra die draadjes weg waren. Bizar.

En verder? Alles perfect in orde, het implantaat zit waar het moet zitten, perfect op zijn plaats, en alles is prima genezen. Eind mei nog eens op controle, en dan de kroon op het werk bij de tandarts.

En dan volgend jaar de tweede tand. Kwestie van optimaal gebruik te maken van de tandverzekering, toch?

Implantaat

Deze voormiddag stond ik op school bij het project van de eerstes, maar tegen de middag verontschuldigde ik me: ik moest namelijk om kwart over één in het ziekenhuis Sint-Lucas staan voor de plaatsing van een implantaat. Ik parkeerde fluks in onze eigen garage van het appartement en wandelde naar het ziekenhuis. Na even wachten werd ik onder handen genomen: een gewone verdoving zoals bij de tandarts, om eerlijk te zijn, en dan dus de vijs in mijn bovenkaak. Het vreemde was dat je dus geen pijn voelt, maar wel de geluiden hoort van iets dat ergens in gevezen wordt, en dus het draaien van zo’n handschroefmachientje. Bizar.

Enkele draadjes en wat goeie raad later – en een voorschrift voor pijnstillers – stond ik weer buiten, na een klein half uur. Netjes, zou ik zo zeggen. Voorlopig voelde ik ook niks, maar dat was uiteraard omdat de verdoving nog niet was uitgewerkt. Ik kreeg wel een mini ijspakje mee en de raad om er ook thuis nog ijs op te leggen om eventuele zwelling tegen te gaan. Gelukkig hebben we nog meer dan voldoende liggen van die keer dat onze jongens hun wijsheidstanden lieten uithalen.

Soit, ook dat is dus alweer achter de rug. Volgende week controle, eind mei nog eens, en dan bij de tandarts voor effectief een kroon op die vijs.

Ik kan in elk geval al niet meer zeggen dat ik al mijn vijzen kwijt ben, ik heb er nu per definitie eentje zitten.