Vandaag kreeg ik deze foto door van Wolf:
Hij zit voor het UGent Racing team in Zolder. Binnenkort moet hij naar Parijs en daarna naar de Belgian Auto Show hier in Flanders Expo.
Yup, hij is goed bezig, die zoon van me.
Acta Diurna de muliere ludenti
Lieve Wolf
nu kan ik er echt niet meer omheen: ook in de vroegere, ouderwetse termen ben je nu volwassen. Je prefrontale cortex zou intussen stilaan volgroeid moeten zijn: je bent eindelijk de vlinder – of dikke mot? – die uit dat rupsje is voortgekomen. Een rupsje dat ik heb mogen koesteren, dat ik zich heb zien inspinnen in een cocon, en de vlinder die ik nu echt moet loslaten, want vlinders en gevangenschap gaan niet goed samen.
Niet dat ik je gevangen wil houden, liefje, dat zou je ook niet toestaan, maar soms vind ik het lastig je los te moeten laten. Je hebt een eigen leven, dat heb je al even, maar je huis – ons huis – is al lang niet meer je voornaamste verblijfplaats, behalve dan misschien tijdens de blok en de examens. Je hebt nu eindelijk je definitieve kot voor de komende jaren, ons nieuwe appartement, en dat ben je dan ook met rustige zekerheid aan het inrichten. En daarnaast denk ik dat je meer wakende uren in Lovendegem bij Arwen doorbrengt dan hier bij ons in Wondelgem. Ik begrijp dat volkomen, liefje: zij is een huismus en het is makkelijker voor jou om naar daar te gaan dan voor haar om hier te komen. En daar heb je meer gaming gerief, meer plaats, de dieren, dat soort dingen, terwijl je hier toch maar op je kamer zit.
Maar ik hou van je rustige, kalme aanwezigheid. Daarin trek je zo hard op je papa. Ach, je trekt in zo heel veel dingen op je papa, en dat zorgt er alleen maar voor dat ik je nog liever zie. Je hebt zijn doorzettingsvermogen, zijn vastbijten in de dingen, zijn droge humor, zijn ernst… Maar tegelijkertijd heb je ook mijn koppigheid – al wil ik hiermee niet gezegd hebben dat je papa niet koppig is – en dat zorgt ervoor dat je ook zo vlot door je studies gaat. Je inzet, je werkpaardattitude is immens. En nu is daar, nog meer dan vorige jaren, UGent Racing bij. Je zit in het bestuur, je bent hoofd van de afdeling Autonomous, je werpt ideeën op, raakt gefrustreerd als daar dan niks mee gedaan wordt, werkt dan zelf maar dingen uit, en steekt er uuuuuren in. Met volle goesting en het occasionele gegrommel. Want ja, net als je ouders ben je het principe van Roger toegedaan: “Wat je zelf doet, doe je – meestal – beter”. Dat je tijdsmanagement daardoor niet altijd optimaal is, zal je worst wezen: slapen doe je wel als je dood bent, je bent maar één keer jong, toch?
Ach liefje, ik hou enorm van de man die je geworden bent. Geen idee of we, als we dezelfde leeftijd hadden gehad, ooit vrienden hadden kunnen zijn, dat weet ik nog zo niet. Maar het feit is dat je me gigantisch trots maakt, dat mijn hart telkens weer opspringt als je door de garagedeur binnenkomt, als je hier naast me in de zetel ploft, als je met een grote grijns een snoepje uit een van de glazen potten pikt of als je je zusje kan plagen.
En dan kan je me gemakkelijk manipuleren om toch maar weer een extra pull voor jou te betalen, of je mijn auto te lenen, of iets extra voor je te doen. Jij weet dat je me manipuleert, ik weet dat je me manipuleert, jij weet dat ik dat weet, en stiekem genieten we er allebei van.
Want zolang je zo hulpvaardig blijft, zo lief, zo zorgzaam, zo medelevend, zo onzelfzuchtig en tegelijk toch zo zelfbewust, zolang jij Wolf blijft, zal ik je graag zien. Ook de volgende veelvouden van eenentwintig jaar.
Vandaag kwamen de punten van de jongens online: om vier uur die van Wolf, om vijf uur die van Kobe. Bij Wolf was ik er redelijk gerust in, bij Kobe was het nog met een bang hartje afwachten, want het was zijn eerste examenperiode en dan kan je echt aan geen kanten inschatten hoe een examen is geweest. Allez ja, hij was er vrij zeker van dat Analyse ging gebuisd zijn en dat hij voor wetenschappelijk programmeren een 18 of zo ging hebben, maar verder? Geen idee. En doordat hij vrijwel altijd op de scouts ging studeren, hebben wij er eigenlijk ook geen zicht op.
Maar bon, iets over vier kwam dus Wolfs uitslag:
Twee keer 15, twee keer 14, maar helaas dus ook die 8 voor AI, en die is niet delibereerbaar, dus toch tweede zit. Hopelijk blijft het bij dit eentje, maar het is wel doodjammer. Tsja… Maar de rest is dus echt wel goed.
En dan, tegen vijf uur, kwam Kobe:
Eerlijk? Doodcontent! We wisten het echt niet, en gezien zijn studiehouding in het middelbaar hielden we ons hart vast. Analyse wist hij dus, en chemie was zijn laatste en dat ging inderdaad ook niet goed, dat had hij gezegd. Het zijn ook redelijk stevige buizen… Maar de rest? Het is niet alsof hij telkens met de hakken over de sloot is: twee keer 12, een 15 en effectief een 18. Knap gedaan!
Het is intussen ook wel duidelijk dat hij, net zoals Wolf, een studierichting heeft gekozen die hem echt volledig ligt. Uiteraard zijn er nog steeds, zoals hij dat zelf noemt, “poepvakken” zoals die wiskunde, maar over het algemeen doet hij het echt graag.
Ze hebben beiden hun nieuwe luxekot dus meer dan verdiend. En ja, ze zullen allebei nog moeten studeren in de grote vakantie, maar voor een groot deel zijn ze er al vanaf. Dik in orde.
Ik ben trots op mijn studenten. Echt.
Wolf zit intussen in zijn derde jaar en heeft zijn draai wel al gevonden, denk ik. We laten hem zo veel mogelijk zijn eigen ding doen: hij staat op rond een uur of acht en gaat aan zijn bureau zitten, zelfs zonder ontbijt. In de loop van de voormiddag zien we hem dan wel verschijnen voor een koffietje, en dan zijn er de maaltijden. Soms gaat hij tussendoor sporten, en vaak zit hij bij Arwen te studeren. Dat mag, uiteraard. Hij heeft per slot van rekening al bewezen dat hij het kan. Ik ben dan ook echt trots op mijn oudste zoon, mijn burgie.
Voor Kobe is het een ander verhaal. Hij heeft nog nooit echt examens gedaan en weet dus ook niet goed waar hij aan begint. Ik herinner me mijn allereerste examens ook nog goed: ik had een stevige tweede zit en vooral een gevoel van “What the fuck was dat???”
Maar hij heeft een methode gevonden die werkt voor hem: hij studeert in groep. Hij neemt Medikinet, een vorm van Rilatine, en dat zorgt ervoor dat hij zich kan focussen. En verder zit hij in een scoutslokaal, samen met een groep van zo’n stuk of tien andere studenten. Het voordeel daarvan is de enorme sociale controle: hij kan niet zomaar gaan rondlopen of een half uur op toilet gaan zitten. En als hij zijn gsm langer dan tien minuten in zijn handen heeft, is er altijd wel iemand die suggereert om die gsm bij hem te leggen. Hij is dus wel verplicht te studeren. En wat ook helpt voor hem, is dat hij mensen ziet in de pauzes, dat hij lekker onnozel kan doen, dat hij sociaal contact heeft. Want Kobe heeft dan echt weer sociaal contact nodig, in tegenstelling tot zijn broer.
Hij is geen ochtendmens, dus hij is er meestal pas tussen negen en tien, maar neemt eten mee om daar ’s middags op te warmen, en komt dan om half zeven naar huis eten. En vrijwel elke avond gaat hij dan ook nog terug om verder te werken tot een uur of tien en dan de avond gezellig kletsend af te sluiten.
En ik, ik ben trots op mijn warhoofd. Ik denk dat hij dit jaar op één week meer studeert dan hij vorig jaar op een heel jaar heeft gedaan. Hij heeft het lastig, maar hij doet het. Allez, we kunnen het niet controleren natuurlijk, maar ik ga ervan uit dat het werkt. Ik hoop alleen zo hard dat het ook effect heeft en dat zijn examens goed zijn.
En indien dat niet zo is, dan zal het niet aan zijn inzet gelegen zijn, maar aan zijn werkwijze, zijn manier van de vakken te studeren, het inzicht in zijn examens. En heeft hij nog een tweede kans.
Maar ik zie ze hier studeren, mijn jongens, en ik ben trots. Echt waar.
Mijn tweede rol was die van Drusilla, een Orestiaanse handelaar die vooral dan met Koens personage speelde. Dik in orde, want ik beschouw Koen echt wel als een van mijn vrienden, en hij had met zijn groep ook een fantastische tent: een hele grote ronde yurt met in het midden een vuurschaal en een rookgat. Ik heb er quasi de hele tijd gezeten, alle gesprekken gehoord en op die manier ook alles doorgegeven aan de vijand. Ha ja, ik was de grote sponsor van de troepen van de Ram, maar niemand heeft de moeite gedaan om ook maar een paar woorden met me te wisselen. Ik heb links en rechts hele duidelijke hints gestrooid, maar bon. De gezichten op het eindgevecht waren dan ook mooi toen ik gewoon van de spelerskant naar de overkant wandelde, de officier van dienst een zoen gaf en toen een knuffel aan koning Fintan IV. Tsja…
Wolf speelde intussen ofwel een spook, een schildknaap die op zoek was naar het zwaard van zijn meester, ofwel een jonge edelman die zijn zus probeerde te redden. Veel is er van die laatste plot niet in huis gekomen – ook hier beten de spelers niet – en heeft hij vooral diverse vechtrolletjes gespeeld. Ik hoop dat hij zich toch een beetje geamuseerd heeft…
Ik had het nog niet laten weten – we weten het zelf van donderdag – maar Wolf is erdoor! Jawel!
Hij had drie vakken in tweede zit, en had bij ééntje een goed gevoel, maar vreesde voor de andere twee. Goh, hadden wij gezegd, dan neem je dat mee naar het volgende jaar. Dat is misschien wel extra belasting, maar dat is nu ook geen ramp.
Maar nee hoor: hij is gewoon over de hele lijn geslaagd! Voor die twee vakken haalde hij een tien, maar dat is voldoende, en dus gaat mijn Wolf gewoon naar het derde jaar Burgerlijk Ingenieur ComputerWetenschappen! In modeltraject!
Ge hebt er geen idee van hoe trots ik ben op mijn grote zoon. Serieus.
Nee, niet die van ons, die heb ik al uitgebreid besproken, maar die van de jongens. Ze hebben gelijk dat ze nog op vakantie gaan wanneer dat kan.
Beide heren zijn natuurlijk twee weken met ons meegegaan naar Canada, en daar hebben ze ook volop van genoten, heb ik zo de indruk.
Wolf had natuurlijk wel tweede zit, maar zat in juli een weekje in Nederland met UGent Racing. Op zich moest hij daar, als lid van Mechanical Composites, niet zo heel veel meer doen, maar hij vertelde dat hij zich ongelofelijk goed heeft geamuseerd, een paar keer heeft gekookt en vooral zowat manusje-van-alles was.
Na zijn tweede zit is hij dus met Arwen een weekje Praag gaan verkennen, met de reeds beschreven huisreisperikelen tot gevolg. Maar ook hier heeft hij zich goed geamuseerd, vertelde hij.
En Kobe, Kobe beleeft zijn gouden vakantie, zoals dat wel eens wordt genoemd: drie maanden tussen het zesde middelbaar en ’t unief, waar je dus nog volop vakantie hebt en weinig tot geen verantwoordelijkheden.
Zijn vakantie zat stampvol: eerst voorkamp met de scouts om alle tenten te gaan opzetten. Dan Montenegro voor twee weken met diezelfde scouts. Prachtige beelden gezien, mooie verhalen gehoord.
Hij kwam thuis en zat de volgende dag al op het speelplein om zich er te amuseren en toch ook wat geld te verdienen, want qua financiën is Kobe meer het uitgeef- dan het verdientype, heb ik zo de indruk.
Na dat speelplein trokken we dus naar Canada, waarna hij ook weer prompt richting speelplein ging. En dan herfstontmoeting, een scoutsleidingding.
Hij was even een paar dagen thuis en trok toen met vrienden een week naar Albufeira in Portugal. Ook prachtige foto’s gezien, maar hoe hij dat allemaal bekostigt? Hij staat dus behoorlijk in het rood bij ons en zal toch een manier moeten vinden om ons terug te betalen.
Na Albufeira gaat hij prompt een week in het scoutslokaal wonen: er moet vanalles opgezet en geregeld worden voor de grote Scoutstweedaagse, en blijkbaar is dat leuker en handiger als je daar dan meteen ook blijft slapen en eten.
Bijna was hij vergeten zich in te schrijven voor ’t unief, en we hamerden erop dat hij naar zijn infodag gaat, want ook die had hij bijna overgeslagen.
Ze hebben het goed, die jongens van ons, en vooral: ze kunnen het zich ook permitteren. Financieel de een al wat beter dan de ander, maar dat komt nog wel.
Hopelijk willen ze ook nog af en toe met ons mee op vakantie. Toch nog even…
Wolf en Arwen waren een weekje naar Praag, na hun tweede zittijd en voordat het academiejaar weer begint. We hadden afgesproken dat ik na school, dus om half vier, richting Charleroi zou rijden om hen daar op te pikken rond een uur of vijf: hun vliegtuig landde iets over half vijf, en dat zou moeten lukken.
Euhm. Niet dus.
Want uitgerekend vandaag staakt de luchthaven van Charleroi. Wolf had het zelf niet gezien, ik zag het gisterenavond op het nieuws, en dus stuurde ik hem de info. En jawel, ’s avonds laat kreeg hij bericht dat ook hun vlucht geannuleerd was. Meh.
Ze konden een nieuwe vlucht boeken via Ryanair, maar dan ten vroegste zaterdag, zo bleek. Ook dat was geen optie, en dus boekten ze een vlucht naar Zaventem via Stockholm. Dat bleek een pak goedkoper dan een rechtstreekse vlucht, dat hadden ze er voor over. Tsja, studenten hebben niet veel geld natuurlijk, en ook dit was een streep door de rekening.
Soit, na veel vijven en zessen stond ik stipt om 18.00 uur aan de luchthaven van Zaventem. Waar je dus netjes wegwijzers ziet richting de Dropoff-zone waar je tien minuten mag staan om iemand af te gooien, en waar dus geen wegwijzers staan om iemand op te pikken. Ik reed een toertje – zeg maar toer – en stond terug op hetzelfde punt waar ik dus niet richting Dropoff reed en prompt in een garage verzeilde. Die overigens vol stond, en waar ik dus door reed op zoek naar een plekje. Quasi aan de uitgang, in open lucht, kon ik nog staan, zodat Wolf en Arwen toch nog een stevig stukje moesten wandelen, maar we uiteindelijk elkaar toch terug vonden. En ik alsnog drie euro kwijt was voor een plek waar ik niet wilde zijn.
Maar bon, ze waren allebei misschien wel doodop, maar toch veilig en wel thuis. Oef.
Merel is voorlopig weer eventjes enig kind, want Kobe zit met de scouts in Montenegro, en Wolf is zaterdag vertrokken naar Assen in Nederland, naar het race circuit daar. Yup, met hun Formula Student Car, ofte UGent Racing. Ze zijn met behoorlijk wat volk naar ginder, waar ze gaan kamperen want er is geen accommodatie voor zoveel volk in de buurt. Er zijn namelijk een dertigtal verschillende teams van internationale universiteiten aanwezig met hun zelfgebouwde elektrische racewagen, waaronder ook de KULeuven en de Universiteit van Delft, die sowieso enkel technische profielen opleidt.
Het is nog niet gezegd dat ze ook echt zullen mogen racen met hun bolide, de competitie gaat ook daar niet echt over. Ze worden beoordeeld op een hele resem verschillende onderdelen, zoals het ontwerp, de materiaalkeuze, de bouw van de batterij, de sturing, de ophanging, u snapt het wel. Ze zijn eigenlijk nog maar drie jaar bezig hier in Gent en staan behoorlijk ver, zeker als je dat vergelijkt met andere universiteiten die al jàren bezig zijn met dit project.
Geen idee wat Wolf er precies moet doen, maar ik weet wel dat hij zich in zijn element voelt: allemaal gelijkgestemde zielen, een bende nerds op een kluitje, maar dan wel de avontuurlijk ingestelde nerds. Ik ben benieuwd om de verhalen te horen wanneer hij vrijdagavond terug thuis komt…