Bijles

Wolf zocht eigenlijk een extra bron van inkomsten. Na zijn zesde middelbaar had hij regelmatig in de Wasbar gewerkt, maar afgelopen vakantie zat dat daar niet echt in: hij had tweede zit en dus was ook juli niet echt geschikt voor een maand werken, als hij nog een beetje op adem wilde komen.

Ergens in oktober kwam hij bij mij met de vraag of hij misschien bijles kon geven: wiskunde, wetenschappen, dat soort dingen. Het leek me een prima idee: hij kan het goed uitleggen, heeft voldoende geduld en bezit uiteraard de kennis om alle wiskunde uit het middelbaar uit te leggen. Plus: hij kan dan zelf zijn uren leggen, hij zit er niet aan vast. En geen tijd meer? Tsja, dan kan hij dat ook opzeggen.

Ik postte een berichtje op Facebook en had diezelfde dag nog vier aanvragen. Serieus! Er is dus duidelijk vraag naar bijles wiskunde. Zijn prijs varieert al naargelang of ze tot bij hem op kot komen of hij bij hen moet langsgaan, en hoe ver dat dan is.

Een van de ouders bood hem zelfs 50 euro per uur. Dat vond hij zelf veel te veel, en zei dat hij maar 30 vroeg, waarop zij erop stond om hem dan 40 te geven, maar wel aan huis. Wolf zei niet nee ^^

Maar op deze manier kan hij wel zijn zakgeld aanvullen en sparen voor een reis tijdens de zomer, of een skireis met zijn vrienden of zo. En vooral: hij doet het graag. Dik in orde, zou ik zo zeggen.

Ukuleleperikelen

(Hoeveel keer heeft u de titel moeten lezen, hmm?)

Ik ben op school een lokaal aan het opruimen – alweer. Destijds had ik al drie jaar aan een stuk les in een zielig lokaaltje en ben ik met de leerlingen dat beginnen schilderen. Helaas, het was nog niet eens af toen corona kwam en dat lokaal plots een lokaal werd van Duits. Tsja. Ik hoopte nog dat ik het ging terugkrijgen, maar helaas: het is nu een lokaal voor het beleidsteam geworden. Verloren moeite dus.

Intussen heb ik wel met veel plezier en ook resultaat het kleine lokaaltje van Grieks onder handen genomen. En daarnaast hebben we nog een groot lokaal toegewezen gekregen, het vroegere ICT-lokaal op het gelijkvloers dat vol met computers stond. Sinds de digisprong heeft elke leerling zijn eigen laptop, zodat dat lokaal een gewoon lokaal is geworden. Er wordt amper zeven uur les Latijn in gegeven, maar bon, het is beter dan niks. Ik ga dus wel al ons materiaal dat nu over verschillende klassen verspreid is, naar ginder brengen. Intussen zijn de kasten daar, die volledig vol zaten met oude schermen en vooral compleet verouderd computermateriaal, ook leeggemaakt door de ICTer van dienst.

Alleen was er nog een kast van de vorige “bewoner” van het lokaal, de leraar ICT die intussen met pensioen is. Ik heb met plezier zijn schoolparaplu en zijn witbordstiften geadopteerd, ik heb de verloren gewaande klinken van de ramen terugbezorgd aan de werkmannen, en ik heb me na enige aarzeling de ukulele in de kast toegeëigend.

Ukulele? Jawel, ukulele, zo’n klein schattig gitaartje met een zeer bizarre stemming, want de onderste snaar staat hoger dan de derde snaar. Nooit verwacht dat daar te vinden, maar bon. Ik bracht dat de maandag na school mee naar huis, nog diezelfde avond bevond het kleinood zich al op Wolfs kot, want die had dat meteen meegeyoinkt.

Woensdag moest ik voor Merels les aan de Poel zijn en waaide ik meteen ook de muziekwinkel binnen:
“Heeft u een set ukulelesnaren voor me?”
“Jazeker, voor welke ukulele moet dat zijn?”
“…”
“Heeft u een sopraan, een concert of een tenor?”
“…”

Blijken er dus warempel meerdere soorten ukuleles te bestaan! Ik zei dat ik daar geen flauw idee van had, maar dat ik een half uurtje later wel ging terugkomen en het dan hopelijk wist te zeggen. Wat dus een vreemde conversatie met Wolf opleverde.


Ik ging dus ook even googlen:

Blijken we dus een concertukulele in handen te hebben.

Bon, wat ik dus geleerd heb vandaag:

– er bestaan maar liefst vijf verschillende afmetingen van ukuleles
– al die dingen hebben een eigen set snaren en een eigen stemming
– katjes zijn de perfecte maatstaf om de lengte van een ukulele te meten

Het is maar dat u het weet.

Voor alles erdoor!

Jawel, Wolf kreeg daarstraks zijn punten, en hij is voor alles geslaagd en mag volledig naar het tweede jaar!

Allez ja, voor één vak had hij een 9, maar daar is hij op gedelibereerd, dus dat maakt eigenlijk geen verschil.

Ge hebt er geen idee van hoe trots ik ben op mijn oudste zoon!

Hij heeft het ook wel verdiend, vind ik: hij heeft er keihard voor gestudeerd, honderden oefeningen gemaakt – letterlijk: voor één vak zat hij aan meer dan 300 – en uuuuuren aan zijn bureau gezeten. En blijkbaar is maar 15% van degenen die het eerste jaar hebben aangevat, volledig door naar het tweede jaar.

Hij gaat voor computerwetenschappen, iets wat hij al op voorhand had gezegd. Op zich mag hij dit jaar nog wijzigen, ze krijgen nu vooral een grondiger kennismaking met wat dit dan precies inhoudt. Vanaf volgend jaar zitten ze definitief georiënteerd. Eigenlijk maakte het hem niet zoveel uit, zei hij, als het maar geen bouwkunde was.

Enfin, op kot met Tiemen – die was in eerste zit volledig geslaagd en gaat ook voor computerwetenschappen – naar het tweede jaar en lid van UGent Racing. Het wordt een interessant jaar, me dunkt.

Maar eerst nog een weekje Malta met de maten. Dubbel en dik verdiend.

Rijbewijs!

Veel valt daar niet over te zeggen, eigenlijk feitelijk, maar Wolf heeft eindelijk zijn rijbewijs!

Donderdag heeft hij dat gehaald, bij poging twee. Hij kan eerlijk gezegd echt goed rijden, ik zit op mijn gemak bij hem, maar door een onnozele fout had hij het de eerste keer verprutst. Enfin, woensdag mag hij zijn rijbewijs afhalen op het dienstencentrum en vanaf dan kan hij eindelijk ook echt rondrijden met Arwen of zijn zusje erbij. En dan hoef ik bijvoorbeeld Arwen niet meer op te halen, of naar huis te brengen. Gelukkig kon hij wel al zelf op zijn eentje naar haar rijden, maar dan waren we natuurlijk wel altijd een auto kwijt.

Soit, het zal voor hem nog steeds grotendeels de fiets worden hoor. Maar opa halen op zondag, dat kan misschien ook wel eens voorvallen, ja.

Ze worden zo groot, meneer…

Rammstein, revisited

Eigenlijk zou ik hier gewoon de foto’s en filmpjes van vorig jaar kunnen zetten: de show was quasi dezelfde, met dezelfde idiotiëen, vuurstunts en slechts enkele andere nummers. Voor mij niet gelaten, anders zouden we hier niet geweest zijn. Deze keer had ik Wolf mee en hadden we zitplaatsen, vrij centraal voor het podium maar wel met een knoert van een paal voor onze neus. Meh. Maar drie mensen met een kapotte rug, dat was misschien toch niet ideaal geweest voor de Feuerzone nu.

En de show? Goh, vakmanschap, puur vakmanschap. Die show zit ongelofelijk goed in elkaar, ze weten perfect wat ze doen, er zit geen noot verkeerd, en er mag misschien veel gezegd worden over Lindemann, de man kan zingen. En opnieuw was ik ontroerd door het feit dat die mannen niet arrogant het podium af stappen, maar dat ze op het einde echt hun publiek komen groeten en zelfs op een rijtje knielen als bedanking. Ze komen van ver, ze blijven Duitstalig en toch vullen ze drie avonden op rij het Koning Boudewijnstadion. Faut le faire.

En Wolf? Die was inderdaad stevig onder de indruk, zoals dat hoort. In het begin doen ze het nog rustig aan, het is pas als het ook donker wordt, dat het echte vuurwerk begint. Mooi mooi mooi. Een fijn momentje met mijn zoon, en Lieven als burgie werd ook meer dan oké bevonden. Het blijft ook een aangename mens natuurlijk.

 

Punten!

Jawel, Wolfs punten zijn net binnengelopen, en wat een opluchting!

Hij had zes examens in tweede semester en hield zijn hart vast: bij de meeste was het erop of eronder, slechts bij een tweetal was hij er zeker van dat hij erdoor ging zijn. Na nieuwjaar had hij ook al zes examens gehad, waarvan er slechts drie door. Tsja, een eerste keer examens aan ’t unief, ik vond dat resultaat nog zo slecht niet, want je weet aan geen kanten wat je overkomt. Serieus.

Hij had dus al drie tweede zits, dat konden er veel meer worden. Groot was dan ook de opluchting toen bleek dat hij er maar eentje extra had: vijf van de zes erdoor! Toegegeven, hij zal er geen onderscheiding mee halen, maar dat hoeft ook niet. Op zijn twee projecten heeft hij goede cijfers, wat een knap resultaat oplevert, vond ik.

Toegegeven, drie van de vier zijn stevige kleppers, maar al bij al is dit dus echt wel haalbaar in tweede zit. Hij ziet het zitten, en wij zijn blij: hij heeft al aangetoond dat hij het kan, en nu hopen we dat hij vlotjes aan zijn tweede jaar kan beginnen. Dat zou mooi zijn…

UGent Racing

Sinds een jaar of drie doet de UGent mee aan een internationale wedstrijd tussen universiteiten, zijnde het volledig zelf ontwerpen en bouwen van een soort Formule 1-wagen. Nee, dat is niet het Solar Team, dat is nog iets anders, dit is echt een racewagen.

Wolf had hun oproep gezien om deel te nemen, schreef zich in, mocht testen komen doen, op gesprek gaan, en is een van de 15 uit de 120 die gekozen is voor volgend schooljaar, samen met Arthur, een van zijn maten.

UGent Racing had vorige maandag zijn car reveal: een gala avond in de Vooruit voor alle partners en sponsors en alles erop en eraan, en uiteraard werd toen de auto ook voorgesteld. Vorige jaren hebben ze niet echt kunnen racen, vertelde Wolf, omdat de auto niet volledig voldeed aan alle superstrenge voorwaarden. Begrijpelijk, maar jammer natuurlijk.

Hij is ingedeeld bij Mechanical Composites, en ik vermoed dat er wel een paar redenen zijn waarom hij gekozen is, samen met Arthur: ze zijn allebei heel gemotiveerde eerstejaars die dus nog lang kunnen meedraaien, het zijn allebei ingenieursstudenten, én ze presenteren allebei heel deftig: knappe jongens, vlotte babbel, geen nerdy uitstraling…

Ik was eigenlijk wel behoorlijk trots toen ik hoorde dat hij erbij was. En ik ben nu ook wel echt benieuwd!

Negentien

Lieve Wolf

je bent vandaag gewoon negentien, en man, je bent zo hard veranderd dit laatste jaar! Man is inderdaad ook het juiste woord: al het kind is eruit, je bent echt een volwaardige student geworden, een man. Al kunnen je ogen wel nog blinken als een kind wanneer je van plan bent je broer of zus voor de gek te houden, maar dat heb je van je papa, want die heeft die lichtjes in zijn ogen ook nog steeds.

Je hebt intussen je eerste zit achter de rug, en dat is geen onverdeeld succes te noemen, maar ook niet slecht. Een eerste keer eerste zit aan ’t unief, dan weet je gewoonweg niet wat je overkomt, zeker niet in een loodzware richting als burgerlijk ingenieur. Ik weet het wel, de tijden zijn veranderd, maar ik heb toch sterk het gevoel dat het in mijn tijd, in de Klassieke, niet zo zwaar was. Ik had in elk geval niet elke dag les van half negen tot zeven, en op woensdag en vrijdag dan tot ’s middags. Zoals je zelf al aangaf: veel sociaal leven heb je dit semester eigenlijk niet gehad: na je les ging je afgepeigerd naar je kot, at iets en hield de lessen van die dag bij zodat je de volgende dag opnieuw meekon. En ook je blokperiode was de moeite: je zat hier gezellig thuis bij ons, maar veel hebben we je niet gezien, want plichtsgetrouw zat je elke dag aan je bureau te studeren. De 17 voor je project, die had je zien aankomen want dat was ook echt goed geweest. Met de 10 voor chemie en de 11 voor discrete wiskunde, daar was je best wel blij mee. De 6 voor fysica had je keihard zien aankomen, en de 9 voor basiswiskunde, daar zit je ook niet zo mee in: het was je laatste examen en het was een beetje op. Maar die 9 voor analyse, daar was je gewoonweg boos om: je had dat examen echt goed gekund, zei je. Gelukkig is er zoiets als inzagerecht, en dat leerde je dat je heel veel stomme kleine fouten hebt gemaakt, zodat die 9 jammer genoeg terecht is. Je had er nochtans keihard voor gestudeerd.

Maar ik heb je zien veranderen, Wolf, en ik kan niet goed omschrijven waar het zit. Speels, ja, ergens ook onbezorgd, maar aan de andere kant ook heel erg ernstig en verantwoordelijk. Dat laatste ben je altijd al geweest, dat speelse komt nu gewoon iets meer naar boven, en ik vind het wel leuk, ja. Ik heb het gevoel dat je je plaatsje wat aan het vinden bent: we laten je vrij en je doet je ding, en daar voel je je goed bij. Ik denk ook dat je in de ideale richting zit: weg met alle taalvakken, en een groep van gelijkgestemde zielen om je heen. Ik herinner me dat ik dat ook heel erg had, toen ik in ’t begin van ’t unief plots Gwen, Erik en Yanick vond.

En verder? Ik leer met kleine stapjes je los te laten. Ik heb het er niet altijd makkelijk mee, je bent en blijft mijn Wolfje, maar het is tegelijk zo mooi om je te zien openbloeien, je enthousiast horen te vertellen over Punthoofd en over andere lessen, je bepaalde ideeën te horen uitleggen en wij die wanhopig proberen er iets van te snappen – met uitzondering van Kobe, want het is eigenlijk aan hem dat je zo’n dingen uitlegt, ons beschouw je al lang als verloren zaken.

Je leeft precies met volle goesting, Wolf, meer dan in het middelbaar, en dat doet deugd. En daarom vind ik het niet erg om je op zondagavond met een zak vol verse kleren, ovenschotels van je vader en potjes kruidenkaas naar je kot te brengen, terwijl we in de auto altijd wel een fijne conversatie hebben. Daar teer ik dan de rest van de week op, tot je op vrijdagavond plots weer in ons huis verschijnt.

Ik zie je graag, Wolf. En ik kijk ongelofelijk uit naar de man die je aan het worden bent, maar blijf toch ook maar nog een beetje mijn Wolfie.

Kus

mama