Na deel 1 had ik gezegd dat ik zeker ook verder wilde lezen, maar dan wel eerst wat lichtere dingen, want dit leest niet zo vlot, maar wel zeer aangenaam.
Ik bedoel maar, dit is de korte inhoud die je zowat overal vindt:
Valentin Verne, inspecteur en charge du Bureau des Affaires Occultes, doit résoudre une nouvelle affaire : un médium aurait recours au spiritisme et à de mystérieux pouvoirs extralucides pour ramener à la vie de la fille de Ferdinand d’Orval, un noble très fortuné. Tables tournantes, étranges apparitions, incarnations inexplicables… Mystification ou réalité?
Des bas-fonds parisiens aux salons de la haute société, des espions de Vidocq aux troublants mystères du spiritisme, l’auteur nous entraîne dans un polar crépusculaire et addictif.
En ja, het boek zelf is dus ook zo. Inspecteur Verne krijgt een nieuwe zaak voorgeschoteld, eentje over een zeer dubieus medium die vooral geld aan het aftroggelen is van naïeve zielen. Wanneer daar ook doden bij vallen en er nog nieuwe slachtoffers dreigen, komt Verne tussen. Alleen… hij is zelf ook nog volop bezig met zijn eigen zaak, en dan meer bepaald het zoeken van zijn misbruiker, de Vicaris. Wanneer die op een bepaald moment de rollen omdraait en zelf berichten begint te sturen naar Valentin om hem in de val te lokken, kan die niet anders dan daarop ingaan. En dan gaat het mis natuurlijk…
Het blijft hetzelfde heerlijke Frans, in een heerlijk tijdskader: ik heb het nu eenmaal voor kostuumdrama’s. Het enige waar ik me aan ergerde, was het feit dat Fouassier zo blijft hameren op het onvermogen van Verne om een relatie aan te gaan. Ja, uiteraard speelt dat een rol, maar op den duur wordt het wat drammerig, we weten het ondertussen wel.
Er zijn momenteel overigens 5 boeken in de reeks: ik ga ze zeker verder lezen. Maar nu eerst nog wat fantasy en wat klassiekers en zo. En lichtere dingen.