Lectuur: “Duizend en ik” van Yorick Goldewijk

Nope.

Dit boek is een van de genomineerden voor de Kleine Cervantes, de Gentse jeugdboekenjury. Normaal gezien ben ik bijzonder fan van alles wat science fiction en fantasy is, maar dan moet het wel goed geschreven zijn. Dat was hier dus niet het geval. De premisse is nochtans niet slecht: Acht staat elke dag op en volgt elke dag exact dezelfde routine, net zoals enkele duizenden andere meisjes die er exact uitzien zoals zij, om dan een trein te nemen, een hele dag zinloze vragen te beantwoorden, terug te keren naar haar kleine appartementje en op het verplichte uur te gaan slapen. Totdat ze zich ervan bewust wordt dat ze misschien toch anders is. Dat ze zich vragen begint te stellen, en dat ze vooral ook een Ander ziet. Een Ander die ook anders is…

Ik had al vrij vroeg door hoe de vork aan de steel zat, gewoon door het type vragen dat Acht moet beantwoorden, maar dat ga ik hier nu even niet uitleggen want dan geef je gewoon meteen de plot weg.

Maar laat me zeggen dat, nu ja, het eigenlijk geen goed boek is, dat het veel te oppervlakkig blijft, dat het in dit thema veel diepere vragen had kunnen stellen, dat het zich had kunnen focussen op een existentieel probleem.

We hebben het intussen al in groep besproken, en zowat iedereen was dezelfde mening toegedaan: niet goed uitgewerkt, niet bijzonder goed geschreven… Geen kanshebber om de wedstrijd te winnen dus, wat ons betreft.

 

Lectuur: “Cassandra” van Christa Wolf

Deze was me aangeraden in het kader van een of andere lezing, vermoed ik. Het Duits zag ik even niet zitten, ik ben dan maar voor de vertaling gegaan, en lag het nu daaraan? Ik weet het niet, maar het boek kon me niet echt bekoren. Ik vond het niet meeslepend, ik kon me niet echt verplaatsen in het boek, en op het moment dat ik deze bespreking schrijf, twee maanden na de lectuur, kan ik me eigenlijk zelfs niet meer voor de geest halen waarover het precies ging en hoe het in elkaar zat. En dat zegt al veel, vind ik.

Het verhaal van Cassandra is uiteraard gekend: de dochter van de koning van Troje krijgt de gave van de profetie, maar niemand gelooft haar ooit. Ze weet dat Troje zal vallen, en iedereen lacht haar weg. Ze weet hoe Agamemnon zal sterven, en ze doet zelfs de moeite niet meer om daar iemand voor te waarschuwen. Of misschien wil ze dat ook niet?

Het boek begint met Cassandra die in een wagen zit, met haar toegewijde dienares en haar twee kinderen, op weg van de kust naar de burcht in Mykene, de stad van Agamemnon die haar heeft meegenomen als slavin.

In die wagen denkt ze terug aan haar kindertijd als geliefde dochter van haar vader, de ruzies met haar moeder, de oorlog en de positie van de vrouwen daar, de vreemde rituelen in de bossen buiten de stad, de goden die aanbeden worden…

Het is misschien omdat ik het verhaal toch redelijk goed ken, dat dit boek me niet wist te raken? Of wordt de figuur van Cassandra iets te afstandelijk geschilderd? Geen idee. Pas op, ik vond het niet slecht, maar niet wat ik ervan verwacht had. Tsja. Ander en beter.

Leesclub: “Tout le bleu du ciel” van Mélissa Da Costa

Dinsdagmiddag sprak een collega me aan: in welk lokaal de leesclub straks doorging? Ik viel uit de lucht: de datum van de leesclub, die ik nota bene zelf had vastgelegd, was me compleet ontgaan. Goed bezig, Rombaut!

Gelukkig had ik geen andere verplichtingen, zodat die leesclub wel gewoon kon doorgaan. We waren met niet veel: de 650 bladzijden waren toch wat te veel voor de meesten. Ik schrijf zelf nog wel eens een bespreking, maar schreef er het volgende over voor de website van de school:

“We wisten dat het een uitdaging ging zijn, dit boek van 650 bladzijden in het Frans en blijkbaar rond de 800 in het Nederlands, maar hadden er uiteindelijk toch voor gekozen. Dat bleek voor de meesten toch een beetje een zelfoverschatting, tussen alle andere verplichte schoollectuur door.

Enkele leerlingen hadden dus afgehaakt, eentje had net de laatste vijftig pagina’s niet meer kunnen lezen, een ander zat halfweg, eentje nog maar aan 100 pagina’s en één iemand moest er eigenlijk nog aan beginnen maar vond het niet erg om erbij te zijn en te luisteren wat wij ervan vonden. De enigen die het helemaal gelezen hadden, waren de twee aanwezige leerkrachten, mevrouw Vermeire en mevrouw Rombaut. Mevrouw De Clercq had het ook uitgelezen, vond het prachtig, maar had helaas andere verplichtingen.

Bij de bespreking namen de leerkrachten dan ook het voortouw en vatten de plot nog even samen, met een duidelijke spoilerwaarschuwing die hier niet nodig is. Het verhaal gaat over Emile, een jonge gast van 26 die de diagnose krijgt van jong-Alzheimer, waardoor hij weet dat hij langzaam zijn geheugen en dus ook zichzelf zal verliezen, en waarbij hij nog maximaal twee jaar te leven heeft voordat ook zijn lichaam het opgeeft. Hij weigert als proefkonijn in de steriele omgeving van een ziekenhuis te sterven, koopt een camper, zet een advertentie voor een reisgezel in de krant en ontvlucht zijn familie. Hij krijgt het gezelschap van de bijzonder zwijgzame Joanne, een jonge vrouw die duidelijk zelf de nodige trauma’s met zich meedraagt. In het begin loopt dat stroef en dat merk je ook aan het boek: het begin is traag en bij momenten moeilijk om verder te lezen, iets wat ook de leerlingen meegaven.

In de loop van het verhaal komt er een verstandhouding tussen Emile en Joanne, krijg je via flashbacks zowel het verleden van Emile als Joanne te weten, en begin je beter en beter te begrijpen waarom ze zijn wie ze zijn en waarom ze soms vreemde reacties hebben. Wanneer Emile een aanval krijgt en in het ziekenhuis verzeilt, waarbij de autoriteiten niet anders kunnen dan zijn ouders waarschuwen, vluchten ze weg uit het ziekenhuis en besluit Joanne om met Emile te trouwen, zodat zij als zijn echtgenote alle verantwoordelijkheid over hem krijgt. Het wordt een formaliteit, maar met de nodige impact op hen beiden.

Zo kabbelt het verhaal verder en wordt Joanne steeds zelfzekerder, terwijl Emile wegzakt in zijn verleden.

De leerlingen vonden het boek te lang en te traag: het mocht gerust met de helft ingekort worden. De leerkrachten waren het daar niet mee eens: bepaalde passages konden misschien korter, maar het is net het trage dat zorgt voor de sfeer, het emotionele waar het boek op drijft. Het is wel duidelijk dat Da Costa weet waarover ze schrijft, wellicht heeft ze zelf deze vroegtijdige dementie meegemaakt. Het zorgt voor enkele bijzonder pakkende momenten, het is een boek waarbij je het echt niet droogt houdt.

Dat verschil in mening werd ook duidelijk bij de vraag of je het boek zou aanraden: de leerlingen zouden dat niet aan leeftijdsgenoten aanraden, maar wellicht wel aan volwassenen, maar ook dan enkel als dat geoefende lezers zijn. Dit aantal bladzijden lees je niet zomaar even tussendoor. De leerkrachten volgden hen hierin: het boek is een aanrader, maar dan enkel voor wie echt van lezen houdt of daar graag de tijd voor neemt. En nee, niet meteen aan jongeren, wellicht heb je de nodige maturiteit nodig om een boek als dit ten volle te smaken.

Maar hadden de leerlingen spijt dat ze het (bijna) gelezen hadden? Nee, dat niet.

Als volgende boek kozen we een non-fictiewerk, en behoorlijk wat korter: Just Kids van Patti Smith: “In Just Kids, Patti Smith’s first book of prose, the legendary American artist offers a never-before-seen glimpse of her remarkable relationship with photographer Robert Mapplethorpe in the epochal days of New York City and the Chelsea Hotel in the late sixties and seventies. An honest and moving story of youth and friendship, Smith brings the same unique, lyrical quality to Just Kids as she has to the rest of her formidable body of work–from her influential 1975 album Horses to her visual art and poetry.

Met een goeie 250 pagina’s is dit net iets haalbaarder, dachten we. Daarvoor komen we graag samen op dinsdag 25 maart, de week voor de GWP’s, om 15.30 uur in lokaal 1.23.  Ook nu zijn niet alleen leerlingen en leerkrachten, maar ook oud-leerlingen, ouders, grootouders, broers en zussen meer dan welkom.

Hopelijk tot dan!”

Frans

Frans is nooit mijn lievelingsvak geweest, en dat is een understatement: ik was er notoir slecht in. De grammatica was geen probleem, ik was de enige die daar altijd alle punten op scoorde en me daarmee de woede van de rest van de klas op de hals haalde, want ik bewees dat het kon. Tsja, altijd al een grammar nazi geweest, zeker?

Maar die woordenschat, en dat le/la, serieus… Nee, ik deed het niet graag.

Maar intussen heb ik al meermaals vastgesteld dat mijn humanioraopleiding blijkbaar toch zijn vruchten heeft afgeworpen: ik kan dus veel beter Frans dan ik eigenlijk dacht, ik kan me perfect redden in behoorlijke volzinnen, met uiteraard frequente foutjes, maar hey, mijn Frans is beter dan de gemiddelde Parisien zijn Nederlands, toch?

Wat dus ook gigantisch helpt, is het lezen in het Frans. Voor mijn collega’s Frans is dat een open deur intrappen natuurlijk: zij beweren dat continu, maar krijgen daarmee niet noodzakelijk hun leerlingen ook aan het lezen. Het probleem is bij mij het vinden van de juiste boeken. Voor de leesclub hebben we nu Tout le bleu du ciel gelezen, en dat is hedendaags Frans. Bij Camus is dat net iets ouder, en bij Le Passe-Miroir was dat in passé simple en zo.

Ik zoek dus nog goeie fantasy in het Frans, zoals Le Paris des Merveilles  of voornoemde Le Passe-Miroir. Geraard had me nu ook Le Bureau des Affaires Occultes aangeraden, en die neem ik dan wel ter hand na de Alkibiades.

Maar mocht iemand toevallig van die romantische niemendalletjes hebben, vooral dan zelfs nog romantacy in het Frans, op een zeer eenvoudig niveau voor Merel, dan hoor ik het graag. Ze wil graag ook in het Frans beginnen lezen, maar ik zou niet weten waar te beginnen. In het Engels leest ze op hoog niveau, maar nu dus nog Frans… Niveau derde-vierde middelbaar.

Suggesties welkom!

Lectuur: “Hungry Ghosts” (Eric Carter #3) en “Broken Souls” (Eric Carter #2) van Stephen Blackmoore

Altijd interessant om eerst het derde boek te lezen, en dan pas het tweede, toch? Ik had dus niet goed gekeken en miste inderdaad precies wat details. Maar ik was nu toch bezig – ik zat eigenlijk al halfweg voordat het me echt begon op te vallen dat er iets niet klopte – en heb dan maar eerst voorgelezen. Ik heb daarna dan maar meteen de nummer twee gelezen, Broken Souls.

In Dead Things had Blackmoore al vrij degelijk de wereld geschapen waarin necromancer Eric Carter moet functioneren – als je het dat al kan noemen, met meteen al een toevoeging van een stevige dosis plot.

In dit tweede en derde deel gaat de auteur daar naadloos op verder, terwijl hij meer en meer details vrijgeeft van de wereld en de eigenschappen van zijn hoofdpersonage. Toch is er naast die vrij aanwezige overkoepelende plot – Carter is intussen tegen wil en dank getrouwd met Santa Muerte en daardoor deels heerser over Mictlan, de dodenwereld van de Azteken – ook een plot die netjes opgebouwd en afgewerkt wordt binnen het tweede boek. In boek drie neemt die hoofdplot de overhand en gaat Carter ook effectief naar de dodenwereld om er af te rekenen met Mictlantecuhtli. Het is fijn om zien hoe de auteur de Azteekse godenwereld heeft verwerkt in zijn boeken. Goden zijn duidelijk ook kwetsbaar en kan je zelfs doden, al is het maar de vraag of ze dan ook dood blijven.

Door die insteek is de wereld van Blackmoore behoorlijk origineel te noemen: het is al een sinistere kijk op de dingen door de ogen van een bijzonder cynische necromancer, met vooral veel gitzwarte humor, maar het is ook nog eens anders dan anders. De schrijfstijl is dan wel weer een doorslagje van Jim Butcher, maar het is maar de vraag of dit dan zo erg is.

In elk geval heb ik me er al goed mee geamuseerd, met deze boeken, en lees ik de reeks met veel plezier verder.

Lectuur: “Dead things” (Eric Carter #1) van Stephen Blackmoore

Ter afwisseling tussen ernstige lectuur hou ik van absolute pulp: geen romantacy of doktersromannetjes, maar van die urban fantasy: van die detective-achtige verhalen over magiërs of druïden in een hedendaagse setting, bij voorkeur een stad dus.

Ik had al eerder
– de Dresden Files, mijn absolute favoriet, over een magiër in Chicago
– The Rivers of London, over een magiër/politieinspecteur in Londen
– The Iron Druid, over een druïde op diverse plaatsen in de USA
Alex Verus, over een magiër/diviner in het Londense Camden

Ze lezen allemaal als een trein, zijn hoogst vermakelijk en het equivalent van een fijne actieserie op Netflix of zo.

Ik kan er nu dus een reeks aan toevoegen: de Eric Carters van Stephen Blackmoore. Carter is een necromancer tegen wil en dank, in het hedendaagse Los Angeles. Vijftien jaar geleden heeft hij het serieus verprutst en is vertrokken uit LA, waarbij hij zijn lief en zijn zus zonder meer achterliet, om hen niet in verdere problemen te brengen.

En dan krijgt hij bericht dat zijn zus gruwelijk vermoord is en keert hij terug om dat uit te zoeken. En dan blijkt dat, aangezien hij als necromancer met geesten kan spreken en in sommige gevallen ook hun laatste ogenblikken kan zien, zijn zus gewoon vermoord is om zijn aandacht te trekken. Door Santa Muerte dan nog wel, de doodsgodin oorspronkelijk van de Azteken die aanbeden wordt in grote delen van Mexico. Eric ziet zich genoodzaakt een deal te sluiten met haar…

Het verhaal is zeer goed geschreven, maar de fucks vliegen je om de oren. Niet dat ik daar last van heb, ik zeg het zelf veel te vaak om goed te zijn, maar het valt wel meteen op. Eric Carter is ook duidelijk een antiheld: zijn keuzes zijn op zijn best moreel twijfelachtig te noemen, echt sympathiek is hij niet, en toch… Toch leef je van in het begin volop mee met hem en zijn problemen. Zijn necromancie is ook bepaald intrigerend: Blackmoore heeft zijn wereld bijzonder knap uitgewerkt, tot in de lugubere details. Want ja, het horrorgehalte is hoog, het dodental niet te tellen, het bloed spat van de bladzijden. En het sarcasme en cynisme, dat viert hoogtij, net zoals ik het graag heb. Zelfs eigenlijk het liefst heb.

Laat dus maar komen, die reeks.

Lectuur: “Time to depart” (Marcus Didius Falco #7) van Lindsey Davis

Blijkbaar kreeg een terdoodveroordeelde in keizerlijk Rome nog net de tijd om zelf in ballingschap te gaan: time to depart. Wanneer de beste vriend van Falco een van de grootste criminelen kan oppakken, neemt die deze gelegenheid te baat. Maar in het machtsvacuüm dat op die manier ontstaat, gebeuren wel echt veel diefstallen en moorden, en dat kan natuurlijk niet zo blijven, zeker wanneer stilaan duidelijk wordt dat voornoemde crimineel zijn ballingschap met een korreltje zout neemt…

Voeg daar nog een in de steek gelaten baby aan toe, een geadopteerde hond, de nodige corrupte politie en een compleet van de pot gerukte huwelijksceremonie, en je krijgt een bijzonder vlot leesbare detective, alweer, zoals het hoort.

Grootse lectuur zal het nooit worden, maar die ambitie is er gelukkig niet. Maar als je uit bent op vlot leesbare, historische detectiveverhalen met een stevige dosis sarcasme, dan voldoet dit alweer helemaal.

Lectuur: “Notes from a small island” van Bill Bryson

Het is dat ik niet graag opgeef, want anders had ik dit boek wellicht nooit uitgelezen. Ik ben erin begonnen in juni 2022, jawel. En toen ik, met wat moeite, halverwege zat, is het tijden blijven liggen. Het werkte ook op mijn zenuwen dat het daar maar bleef staan, in mijn currently reading op Goodreads. Waarom ik het dan begonnen was? Omdat het in de BBC-lijst staat, op 74. En ja, vanuit een Brits perspectief snap ik dat wel: het is het relaas van de Amerikaanse Bryson die al tijden in Groot-Brittannië woont en hoofdzakelijk met de trein en te voet van het ene dorpje naar de volgende stad reist en daar een redelijk snedige commentaar bij geeft. Ja, het is grappig om te zien hoe hij als buitenstaander naar van die typische Engelse landschappen en gewoontes kijkt, maar zelf buitenstaander zijnde, is het wat lastiger om te lezen. Bryson kan bij momenten repetitief en langdradig zijn, en ik had er echt wel moeite mee.

En toch, toen ik het eenmaal opnieuw ter hand had genomen, heb ik het eigenlijk best wel snel nog uitgelezen. Een aanrader zou ik het dus niet noemen, tenzij je echt een Anglofiel bent.

Lectuur: “Last Act in Palmyra” (Marcus Didius Falco #6) van Lindsey Davis

Mja, deze aflevering van Marcus Didius Falco vond ik wat meer bij het haar getrokken. Ja, het is nog steeds lectuurfastfood, en nog steeds amusant om te lezen, zeer zeker.

Maar deze keer moet Falco undercover richting de Decapolis, een regio van tien geromaniseerde steden in het toenmalige Syrië, nu zowel Syrië, Jordanië als Israël. Hij vindt een smoes om in die richting te trekken en sluit zich zowaar aan bij een toneelgezelschap, iets wat voor Romeinen echt zowat de laagste status was die iemand kon bereiken.

Je trekt ook niet zomaar eventjes op een dergelijke reis, zeker niet wanneer je vriendin van senatoriale afkomst ook mee gaat. Maar bon, als je dat even terzijde laat, is dit alweer een knap in elkaar gestoken stukje detectivewerk. Er valt menig dode en er valt, zeker in het begin, geen touw aan vast te knopen. Maar Davis weet beetje bij beetje haar tips te lossen, al is het sarcasme er soms wat over, vind ik dan. Het hoofdpersonage is nogal vol van zichzelf en die arrogantie durft na een tijdje wel op de zenuwen te werken.

Ik ga nog verder lezen in deze reeks, maar ik denk dat ik daarna toch even een pauze ga inlassen en iets anders lezen. En dan wel weer eens terugkomen naar Falco, want ja, het blijft aangename tussendoorlectuur.

Lectuur: een overzicht van 2024

Dit jaar moest ik me nog reppen om aan 52 boeken te geraken – eigenlijk heb ik het laatste maar uitgelezen op 1 januari – goed voor 22.146 bladzijden met een gemiddelde van 425 bladzijden per boek.

Een overzicht:

1. The Olympian Affair (The Cinder Spires, #2) van Jim Butcher – fantasy
2. Lord of Chaos (Wheel of Time #6) van Robert Jordan – fantasy
3. The Lightning Thief (Percy Jackson and the Olympians, #1) van Rick Riordan – fantasy, young adult
4. The Sea of Monsters (Percy Jackson and the Olympians, #2) van Rick Riordan – fantasy, young adult
5. The Titan’s Curse (Percy Jackson and the Olympians, #3) van Rick Riordan – fantasy, young adult
6. A Crown of Swords (Wheel of Time #7) van Robert Jordan – fantasy
7. The Path of Daggers (Wheel of Time #8) van Robert Jordan – fantasy
8. Snow: The Prologue to Winter’s Heart (Wheel of Time, part of #9) van Robert Jordan – fantasy
9. The Wolf Den (Wolf Den Trilogy, #1) van Elodie Harper – Romeins historische fictie
10. The House with the Golden Door (Wolf Den Trilogy, #2) van Elodie Harper – Romeins historische fictie
11.  The Temple of Fortuna (Wolf Den Trilogy, #3) van Elodie Harper – Romeins historische fictie
12. The Battle of the Labyrinth (Percy Jackson and the Olympians, #4) van Rick Riordan – fantasy, young adult
13. Snapshot van Brandon Sanderson – fantasy
14. Winter’s Heart (The Wheel of Time, #9) van Robert Jordan – fantasy
15. The Handmaid’s Tale  van Margaret Atwood – leesclub
16. Crossroads of Twilight (The Wheel of Time, #10) van Robert Jordan – fantasy
17. Dirty Laundry: Why Adults with ADHD Are So Ashamed and What We Can Do to Help  van Rick Pink – non-fictie
18. Knife of Dreams (The Wheel of Time, #11) van Robert Jordan – fantasy
19. The Gathering Storm (The Wheel of Time, #12) van Robert Jordan – fantasy
20. Towers of Midnight (The Wheel of Time, #13) van Robert Jordan – fantasy
21. A Memory of Light (Wheel of Time, #14) van Robert Jordan – fantasy
22 – 34: de reeks van Alex Verus door Benedict Jacka – fantasy
35. Light Bringer (Red Rising Saga, #6) van Pierce Brown – fantasy
36. Sixth of the Dusk van Brandon Sanderson – fantasy
37. The Lost Metal (The Mistborn Saga #7) van Brandon Sanderson – fantasy
38. Before the Coffee Gets Cold (Before the Coffee Gets Cold, #1) van Kawaguchi, Toshikazu – leesclub
39. The Silver Pigs (Marcus Didius Falco, #1) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
40. Shadows in Bronze (Marcus Didius Falco, #2) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
41. De Levens van Lanya van Mirjam Oldenhave – Kleine Cervantes
42. Venus in Copper (Marcus Didius Falco, #3) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
43. The Iron Hand of Mars (Marcus Didius Falco, #4) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
44. Poseidon’s Gold (Marcus Didius Falco, #5) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
45. Hij komt terug van Frederik Hautain – Nederlands, kennis
46. Last Act in Palmyra (Marcus Didius Falco, #6) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
47. Notes from a Small Island van Bill Bryson – klassieker
48. Time to Depart (Marcus Didius Falco, #7) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
49. Jona van Anna van Praag – Kleine Cervantes
50. Dead Things (Eric Carter, #1) van Stephen Blackmoore – fantasy
51. Hungry Ghosts (Eric Carter, #3) van Stephen Blackmoore – fantasy
52. Broken Souls (Eric Carter #2) van Stephen Blackmoore – fantasy

Opnieuw is het voornamelijk fantasy geworden, maar dat is nu eenmaal mijn favoriete genre: lezen is voor mij pure ontspanning en dat moet zo blijven. 23/52. Vreemd genoeg zat er nu zo goed als niks van de BBC leeslijst en de Big Read tussen, doorgaans klassiekers: amper eentje. Daarnaast ben ik wel in de Romeinse detectiefjes en aanverwanten geslagen: 10/52. Er waren er ook twee voor de leesclub, twee voor de Kleine Cervantes en eentje geschreven door een kennis van Bart. Er zit warempel zelfs een non-fictie tussen over ADHD dat me toch wel wat inzichten heeft verschaft.

Wat opvalt, is dat het zoals altijd voornamelijk Engelstalige boeken zijn, maar dat er deze keer maar 3 Nederlandstalige tussen zaten en zelfs geen enkel Franstalig. Dat laatste ga ik toch proberen remediëren.

Mja. Ik heb mezelf opnieuw als doel 52 boeken gesteld voor 2025, een boek per week. Daar staat onder andere Alkibiades tussen, waarvan ik al een goeie 400 bladzijden gelezen heb en waar ik dus eens in verder moet doen, als mijn hoofd daar naar staat. Want een Alkibiades lees je niet zoals je een Agatha Christie leest, geloof me: ik moet daarvoor in de juiste stemming zijn. Daarnaast zijn er nog drie jeugdboeken in het Nederlands voor de Kleine Cervantes en wellicht nog twee voor de leesclub, waaronder een Franstalige klepper…

Ach, we zien wel weer. Zo lang het lezen me maar plezier blijft geven…