Kapper

Al jaren ga ik met ons pa op zondag naar de kapper, naar Classmen. Die doen dat daar grondig, met zorg en met respect voor zijn leeftijd.

Nu, er is ook een kapper in De Vroonstalle, en ik had de vorige keer ons pa gevraagd om daar naar de kapper te gaan. Dat is wel zo makkelijk en het breekt meteen ook zijn week. Maar… we waren echt niet tevreden: het was slordig gedaan, eigenlijk nog veel te lang en het stond hem niet.

Omdat we vrijdag een nieuwe identiteitskaart moeten bestellen en er dus ook een nieuwe foto moest genomen worden, troonde ik hem vandaag opnieuw mee naar Classmen. Wel, het was duidelijk, geen enkele twijfel: we gaan zijn haar niet meer ergens anders laten knippen. Ze zijn voorkomend, respectvol, begrijpend, en vooral: het is prima gedaan. Ook zijn wenkbrauwen, oren, neusgaten zijn mee geschoren en ze hebben zelfs zijn niet al te grondig geschoren baard bijgewerkt. Het is me de moeite echt wel waard om naar daar te gaan. Echt.

84

Ons pa werd afgelopen donderdag 84 jaar. Een hele prestatie, zeer zeker, al is hij intussen wat wankel te been, bij momenten nogal afwezig en dus ook niet aandachtig als we iets willen zeggen. Maar dat neemt niet weg dat hij nog steeds graag leeft, met smaak eet, veel leest en af en toe tv kijkt.

Zoals elke zondag kwam hij ook vandaag bij ons eten, en ook Roeland was erbij met de rest van zijn gezin. Door een misverstand was Jeroen helaas niet van de partij, maar dat had er wel voor gezorgd dat de hoop beperkt bleef, zodat ik simpelweg spaghetti met bollekes heb gemaakt zoals ons ma dat altijd deed, en dat er dan taart was en zo.

We zaten buiten, genoten van het heerlijke weer en tetterden honderduit. En ons pa zat erbij, keek ernaar, en vond dat het goed was.

Activiteiten in de Vroonstalle

Ons pa vertelt zelden of nooit wat hij doet in het rusthuis, en dat is omdat hij daar zelden of nooit iets doet. Blijkbaar wimpelt hij alle voorstellen af.

Ik had het er even over met een van de verzorgenden, en zei dat hij meestal bang was voor conversaties omdat hij die toch niet verstond, maar dat hij van sommige dingen eigenlijk wel deugd zou hebben.

Afgelopen woensdag vroeg dat meisje dus niet aan ons pa of hij mee wilde gaan fietsen, maar zei gewoon: “Kom Koen, we gaan fietsen!” en daar kon hij dus geen nee op zeggen.

Hij glunderde toen hij het achteraf vertelde – op mijn vraag. Ze zaten op zo’n gocarfiets, maar wel de elektrische soort, zodat hij eigenlijk niks hoefde te doen, en ze fietsten door de Lange Velden, waar een zalig betonnen fietspad ligt dat ik ook vaak gebruik om naar school te fietsen. Hoe weet ik dat dan? Wel, Residentie Vroonstalle zet regelmatig foto’s op hun Facebook van activiteiten of speciale menu’s en zo. En nu stond dus ons pa er ook tussen op de fiets, en blijkbaar op dinsdag met een grote smoothie in de tuin beneden, in de schaduw.

Eerder waren er al foto’s geweest van vaderdag, toen alle heren een speciale traktatie kregen.

Blij dat ze dat doen, want ik zou het anders niet weten. En nog veel blijer dat ze ons pa af en toe uit zijn kamer krijgen, want dat is geen evidentie.

Merendree

Deze voormiddag moest ons pa naar Merendree om die drie plekjes huidkanker te laten verwijderen. Dat is geen zware ingreep, dat is onder lokale verdoving bij de plastisch chirurg. Maar de wachtzaal zat vol, de stoelen zitten niet goed en ik had ook geen zin om daar een half uur te zitten koekeloeren, en dus ging ik nog snel wat caches oppikken.

Euhm, er waren precies wat braampjes in de buurt.

Al bij al de cache nog redelijk vlot kunnen pakken, maar ik weet dus weer waarom ik normaal gezien nooit ga cachen met blote benen. Juist.

Wat verderop lag er nog eentje, aan een hele mooie slag.

En toen was het half uurtje op, ging ik mijn pa oppikken die het allemaal probleemloos doorstaan had en bracht ik hem terug, netjes op tijd voor zijn middageten.

Ik verbeterde nog wat en reed ’s avonds zowaar met de fiets naar de koorrepetitie, kwestie van voldoende in beweging te blijven. En ja, ik geniet daar echt wel van, van dat fietsen in het donker. Vreemd, eigenlijk.

Huidarts

Ons pa had al in de kliniek – dus enkele maanden geleden intussen – last van een vervelend, jeukend plekje op zijn rug dat open gegaan was en dat maar niet wilde genezen. Nu, ze hebben geen huidarts meer in het Jan Palfijn – ze vinden er geen meer, die verdienen allemaal meer in de privé – dus konden we dat daar niet laten nakijken.

Nu had hij intussen een poliepje in zijn lies, een bolletje van toch wel een centimeter doorsnee dat blijkbaar eens was beginnen bloeden wegens blijven haperen of zo. Ik had de huisarts gevraagd daar eens naar te kijken en had ook dat plekje op zijn rug vermeld. Zij schreef prompt een verwijsbrief voor de huidarts om dat plekje na te kijken, en dan konden die meteen ook dat poliepje wegnemen: die zijn daarin getraind en dat is veiliger aangezien ons pa bloedverdunners neemt.

Deze namiddag stonden we dus in Merendree, werd het poliepje vakkundig verwijderd en werden er 3 – jawel, 3 – basaalcelcarcinomen vastgesteld: dat ene plekje op zijn rug dus, maar ook een op zijn schouder en eentje in zijn hals. Op zich zijn die niet levensgevaarlijk, maar ze kunnen wel beginnen ontsteken, jeuken en knap vervelend doen.

Over anderhalve week staan we hier dus terug, zodat de plastisch chirurg ze kan wegnemen. Dat is een kleine ingreep onder plaatselijke verdoving, we kennen dat al van de vorige keer.

Maar het blijft dus wel bezigheid…

Eindelijk

Ons pa zit nu iets meer dan een maand in Residentie Vroonstalle, en hij zegt dat hij blij is dat hij daar is, want alleen in dat grote koude huis, dat was het toch niet. Uiteraard mist hij dingen, dat is maar logisch, maar uiteindelijk heeft hij alles wat hij moet hebben, en vooral ook de geruststelling dat hij nu zijn medicatie krijgt zoals het moet, en dat hij daardoor niet meer richting ziekenhuis zal moeten voor alweer een opname.

Hij is nochtans nog steeds een beetje kluizenaar aan het spelen: hij eet ’s middags wel met anderen in de eetzaal, maar heeft daar nog weinig tot geen contacten gelegd. Hij begrijpt zijn tafelgenoten gewoon niet, zegt hij, maar ik vermoed dat hij nu ook niet meteen veel moeite doet.

Qua activiteiten – en die zijn er genoeg – weet hij zelfs niet dat ze er zijn. Zo was er op Pasen een eucharistieviering, maar daar had hij geen flauw benul van. Hij was er anders wellicht wel naartoe geweest. Uitstappen doet hij niet, dat is te veel stappen, zegt hij. Dat iedereen daar ofwel met een rolstoel ofwel met een rollator is, dat doet er blijkbaar niet toe. Tsja. Maar hij is nooit sociaal geweest, hij is tevreden met zijn krant, zijn boeken en zijn tv, net als thuis eigenlijk.

Maar vandaag waaide ik binnen – heel veel tijd had ik niet, ik was boodschappen gaan doen en had aardbeien voor hem mee, vandaar, maar mijn auto stond dus in de volle zon met boodschappen die in de ijskast moesten – en vroeg hem of hij al een ijscrème had gegeten in de binnentuin. Nee dus, want hij wist de binnentuin en de cafetaria niet zijn. Dat we er elke keer passeren wanneer we binnen en buiten gaan, dat was hem blijkbaar nog niet opgevallen.

Ik sommeerde hem dus meteen mee te komen, hij installeerde zich aan een tafeltje buiten in de schaduw en ik bestelde een dame blanche voor hem. Hij protesteerde nog dat dat niet kon want dat hij geen geld had, maar ik had hem al ettelijke keren gezegd dat dat gewoon op de rekening van zijn kamer kwam. Toen was het goed, natuurlijk. Dat er extra slagroom bij kwam, vond hij precies ook niet zo erg :-p

Bon, ik hoop maar dat hij nu zelf wat vaker de weg vindt. En eigenlijk hoop ik dat hij daar begint te schaken of zo met iemand. Dat hij gewoon contact legt. Dat zou al veel waard zijn.