Geïnstalleerd

Jawel, ons pa ziet het helemaal zitten intussen. Aanvankelijk was hij uiteraard weigerachtig voor het woonzorgcentrum: het is een hele stap, en vooral ook de laatste. Zoals hij zelf zei: “Dit is voor de rest van mijn leven, hier ga ik sterven.” Tsja.

Maar hij beseft gelukkig ook helemaal dat opnieuw naar huis gaan geen optie is. Het huis is daar niet meer geschikt voor en hijzelf ook niet. Maar het valt hem bijzonder goed mee, zegt hij, zeker nu hij ook zijn eigen zetel van thuis heeft – Roeland en Jeroen zijn die zaterdag komen brengen – en enkele foto’s van ons ma, zijn twee bijzettafeltjes, een schilderij en alle nodige kleren.

Zijn krant wordt overgezet naar Wondelgem, zijn domicilie ook, en verder voelt hij zich op hotel. Hij eet al meteen in de eetzaal, maar legt niet echt veel contact, daar heeft hij geen behoefte aan, zegt hij. Maar het eten is prima, het personeel is vriendelijk en attent, er wordt goed voor hem gezorgd en vooral: hij krijgt perfect stipt zijn medicatie. Ik merk nu al dat zijn COPD aan het verminderen is, hij zucht en puft al minder.

Nu maar hopen dat het zo blijft, want voor mij is het prachtig, zo hier om de hoek. Oef.

Eindelijk een plekje!!

Ik kreeg maandag een telefoontje van de sociale dienst van het Jan Palfijn: er kwam een plekje vrij voor ons pa in Residentie Vroonstalle, hier bij ons om de hoek! Dat mag je vrij letterlijk nemen, ja: we hoeven zelfs geen enkele straat over te steken om daar te geraken, het WZC ligt op de diametraal tegenovergestelde hoek van onze blok. Kan maar zo makkelijk zijn, toch?

Ik ging maandag snel even langs en kon voor vandaag een afspraak maken om eens te gaan kijken. Niet dat we dit gingen afslaan, maar toch… En als het niet bevalt, kan ons pa nog altijd transfereren naar Zomergem zodra daar iets vrij komt.

Ik werd er hartelijk ontvangen, kreeg er een rondleiding, zag dat de bewoners honderduit zaten te kletsen in de cafetaria, zag grote en ruime – en op dat moment lege – eetzalen, kamers met veel licht, en van die kleine details. Maar wat me vooral opviel: toen de dame die me rondleidde, werd tegengehouden door een bewoonster met een vraag, werd die niet afgescheept met een “ik ben even bezig, ik kom straks bij u” of zoiets, integendeel: Sandra nam alle tijd om de bewoonster gerust te stellen en haar vraag te beantwoorden en ik moest maar wachten. Zo hoort het, natuurlijk, maar dat is lang niet overal het geval. Ik heb er dus een goed gevoel bij, ja, en ik ben vooral blij dat ons pa vrijdag of na het weekend eindelijk weg kan uit het ziekenhuis.

Ik heb ook enkele foto’s genomen voor de broers:

Ik hoop maar dat dit hem zal bevallen, want voor mij is dit natuurlijk super: ik kan op een paar minuten bij hem staan om zijn was op te halen of om het even wat, en in de zomer kan hij zelfstandig tot hier wandelen. Als hij dat zal doen, natuurlijk…

Nog steeds in het ziekenhuis, maar wel al op zondag bij ons

Ik zat vorige week zo te denken: als ons pa eigenlijk ontslagen zou mogen worden uit het ziekenhuis en eigenlijk gewoon wacht op een plekje in een WZC, dan kan hij toch gewoon ook op zondag opnieuw bij ons komen?

Ik klampte de dokter aan en kreeg – ze was haastig wegens al te laat voor een vergadering – meteen bevestigend antwoord: uiteraard mocht hij op zondag met me mee, geen enkel probleem.

Vandaag ben ik hem dus om half twaalf gaan ophalen en verliet hij voor het eerst in meer dan 2.5 maand het ziekenhuis. De frisse lucht en de zon op zijn snoet deden deugd, zei hij. En vooral ook het gewone gezinsleven bij ons, de verandering van omgeving, de normaliteit, het gezellige gedoe.

Hij sorteerde een immense berg kousen – ik was er zelf niet echt aan toegekomen, we visten sokken uit de mand – en zat voor de rest gewoon buiten in de zon, ook al zat er niemand anders buiten. Tsja, Wolf zat op de Belgian Auto Show voor UGent Racing en Kobe was op scoutsweekend, veel volk was er sowieso niet.

Maar hij genoot: voor een keertje lekker eten dat eens geen ziekenhuiskost was. Bart had een gegratineerd oestertje als voorgerecht, dan een risotto met scampi en venkel en verschillende soorten taartjes bij de koffie. Yup, hij kan koken, die vent van me.

Tegen vijf uur bracht ik hem terug, want om kwart over vijf brengen ze daar het avondeten, en hij wilde op tijd terug zijn.

Yup, het heeft deugd gedaan, ook voor mij, om eerlijk te zijn.

Update over ons pa

Ons pa zit ondertussen toch alweer bijna twee maand in het ziekenhuis, dus nog even een update.

Ja, hij is stukken beter, maar dat kan ook niet anders, nu hij regelmaat heeft, deftig eten op gezette tijdstippen krijgt en vooral ook stipt zijn medicatie neemt. Maar het hele team is het er intussen over eens: dit is geen man meer om nog alleen te leven, zeker niet in een huis met trappen. Anders is het hetzelfde liedje als de vorige twee keer: in het ziekenhuis krijgen ze hem weer helemaal goed, dan gaat hij naar huis, gaat het de eerste twee weken wel oké, begint hij weer zijn medicatie te vergeten, en zit hij twee à drie maanden later toch weer het ziekenhuis binnen.

Intussen heeft hij daar wel een episode gehad van opnieuw slijmen overgeven en heeft hij weer een slokdarmdilatatie gehad. Dat is intussen verholpen, ook al omdat hij zijn maagmedicatie een half uur voor de maaltijd krijgt.

Hij is wel al eens gevallen, gewoon, stomweg zijn evenwicht verloren in zijn eigen kamer. Gelukkig had hij niks behalve een schram op zijn hand, maar het had veel erger kunnen zijn.

Maar het verdict is duidelijk: hij doet zich veel beter voor dan hij eigenlijk is, en als je hem wat kent, weet je dat hij eigenlijk toch wel behoorlijk beperkt is in zijn zelfstandig functioneren.

Op zich mag hij intussen het ziekenhuis verlaten, maar er is voorlopig geen plaats in een WZC. Het liefst van al wil hij naar Zomergem, naar Ons Zomerheem, maar daar is geen plaats momenteel. Ik heb ook Lovenbos en nog een ander in Lovendegem opgegeven, net zoals Residentie Vroonstalle hier op de Evergemsesteenweg, maar ook dat is voorlopig volzet. Het is dus nu gewoon wachten tot hij ergens terecht kan, en dan hopelijk binnen afzienbare tijd een transfer naar Ons Zomerheem.

En intussen leest hij zijn krant, kijkt hij wat tv, mijmert hij vooral ook veel, en slaapt. In het ziekenhuis. Tsja.

 

Ons pa opnieuw in het ziekenhuis

Waarschuwing: het is een lang verhaal. Alweer. En ja, ik schrijf dit ook voor ons pa zelf, want hij herinnert het zich niet meer.

Toen Wolf zondag ons pa ging halen rond half twaalf, lag die nog in zijn bed. Dat is absoluut niet van zijn gewoonte: hij kijkt standaard uit naar de zondagen hier bij ons en zit doorgaans al vanaf elf uur netjes klaar in de zetel, met zijn gerief ook klaar en al. Wolf hielp hem opstaan, aankleden en bracht hem mee. En ook hier bleek dat hij toch wel redelijk verward was, zowel in zijn spraak als in zijn motoriek. Zo bleek achteraf bijvoorbeeld dat de kousen die hij sorteerde en samenstak – hij doet dat graag, doet dat al jaren en heeft er een hobby van gemaakt – allemaal fout waren: er zaten zwarte bij witte, drie kousen samen, één kous apart, en de bolletjes waren ook absoluut geen bolletjes meer. Hmm.  En zijn medicatie? Die had hij de voorbije weken maar voor de helft genomen, denk ik, en dan zeker nog niet op tijd.

Ik heb een grondig gesprek gehad met hem dat het zo echt niet verder kan, en dat gaf hij schoorvoetend en met dikke tegenzin ook toe. Ik mag hem activeren voor WZC Ons Zomerheem, maar ik vermoed dat hij nog wel van gedacht zal veranderen. Mijn beste argument? “Wat als uw eigen moeder in die omstandigheden zou leven? Wat zoudt ge dan zeggen?” Hij gaf me gelijk.

Bart bracht hem naar huis – dat is nog een brug te ver voor mijn rug, zeker als ik me er zo in opwind – en vertelde achteraf dat hij er echt niet gerust in was. Hij was twee keer bijna van de trap gevallen, Bart had hem moeten opvangen. En verder struikelde hij nog een paar keer, begon meteen koekjes te eten, vond zijn valalarm niet, dat soort dingen.

Ik ben maandag dan meteen naar Ons Zomerheem beginnen bellen, maar helaas: blijkbaar heeft ons pa een A-score op de Katz-schaal, en dan willen ze hem niet opnemen. Ik denk dat de dame van de opname zeker een half uur uitleg heeft gegeven, en op een bepaald moment heb ik me ook verontschuldigd: dat ik echt niet boos was op haar. Ze moest lachen en zei dat ze dat ook zeker niet zo had aangevoeld, en dat ze de diepe frustratie begreep. Blijkbaar zijn dit de criteria waarop de Vlaamse Overheid de subsidies en ondersteuning bepaalt:

  • zich wassen
  • zich kleden
  • transfer en verplaatsingen
  • toiletbezoek
  • continentie
  • eten

Ons pa scoort te goed op al die dingen, los van het feit dat hij zichzelf niet verzorgt, niet deftig meer eet – hij leeft de laatste tijd enkel nog op chocolade en koekjes, voor zover we merken, zijn brood en zelfs warme maaltijden blijven staan – en vooral zijn medicatie niet neemt. Ook de Parkinson, de tromboses en de bipolaire stoornis tellen niet mee…

De dame stelde voor om contact op te nemen met de thuisverpleegkundige of de neuroloog om zijn bilan te herbekijken, als ze mijn verhaal zo hoorde. Tsja.

En dan, een half uur na dat gesprek, belt de thuisverpleegster van ons pa. Geloof me, die hebben zeer weinig tijd per patiënt, die gaan echt niet bellen zonder reden. Ze zei dat ze echt ongerust was, dat ons pa nog sliep toen ze tegen de middag toe kwam, dat hij helemaal verward was, niet normaal kon spreken, moeite had met zijn evenwicht, en dat ze het niet vertrouwde om hem alleen te laten. Ik legde het probleem met de A-score uit, en ze zei dat ze ging overleggen met haar teamoverste. En jawel, tien minuten later belde ze dat ze samen ons pa een B-score hadden gegeven, want hij had onder andere in zijn broek geplast.

Ik belde meteen terug naar het WZC, maar daar was uiteraard acuut geen plaats – dat had ik ook niet verwacht – maar de dame zei ook dat ze, op basis van wat ze hoorde, ons aanried om met hem naar de spoed te gaan. Hij zou sowieso stabieler moeten zijn om opgenomen te worden. De thuisverpleegster had dat eigenlijk ook gezegd…

Zodoende heeft Jeroen hem in de late namiddag naar de spoed gebracht – de bizarre details bespaar ik u – en heeft Roeland hem daar afgelost – mij zou het niet gelukt zijn, fysiek niet, maar vooral ook mentaal niet. Ik kon het er eventjes niet meer bij hebben.

Roeland wist te vertellen dat hij enkel maar verwarder werd en dat ze hem dus wel degelijk opgenomen hadden, na enkele testen en na contact met zijn neuroloog.

Dinsdag hoorden we niks en is ook niemand van ons langs gegaan: er waren eigenlijk toch de hele dag testen en scans, dat wisten we. Ik had wel uitgebreid contact met de sociale dienst van het ziekenhuis, en die ging volledig akkoord met onze inschatting: dat het niet langer verantwoord is dat hij nog thuis zou wonen, zowel door de trappen als door het gebrek aan medicatie.

Vandaag is Roeland dan langs gegaan, en hij vond het ontluisterend en confronterend: ons pa was vastgebonden want zeer onrustig en was al uit zijn bed gevallen. Hij herkende Roeland niet, kon niet echt spreken want zijn woorden waren compleet onverstaanbaar gewauwel, hij verstond ook Roeland niet en was zeer geagiteerd. Roeland vergeleek het met ijlen bij hoge koorts, zo leek het wel. Voorlopig weten ze de reden nog niet, misschien zit er ergens een latente ontsteking maar die was niet echt zichtbaar in zijn bloed. Hij is een stuk slechter dan gisteren, zei de verpleging, en ze hebben hem zelfs verlegd qua kamer zodat hij beter onder controle staat.

Aan de ene kant ben ik er absoluut niet gerust in, aan de andere kant net wel: hij is veilig, onder toezicht en kan voorlopig zichzelf geen kwaad meer berokkenen. En hopelijk mag hij nu wel naar een WZC, zodat de broers en ik eindelijk niet voortdurend bezorgd moeten zijn.

Wordt vervolgd.

Update pa

Ik ben daarstraks ons pa gaan ophalen in het ziekenhuis na een reeks testen. Toevallig liep ik ook nog kort zijn dokter tegen het lijf, en die gaf me een summiere update en het volledig uitgetypte verslag.

Samengevat: ze zien absoluut geen enkele oorzaak van zijn bizarre gedrag en spraakverwarring: de hersenscans tonen geen enkel verschil met die van een half jaar geleden, er is dus geen bijkomende trombose of om het even wat geweest, ook geen verdere imbalans. Ze vond het zelf vreemd want ze kent me al lang genoeg en gelooft me op mijn woord, maar zegt dat ze geen enkele grond heeft om zijn ‘bilan’ te veranderen, ook al vindt ze het zelf ook niet verantwoord dat hij nog alleen thuis woont, want er is wetenschappelijk gezien niks veranderd. Maar ze geeft ook toe dat er een enorm verschil was tussen ons pa ’s morgens en ons pa ’s avonds.

Ze stuurde hem dus ook naar huis met de duidelijke instructies om vooral strikt zijn medicatie te nemen, maar dat is dus nog steeds een groot – en om eerlijk te zijn steeds groter wordend – probleem. Jeroen gaat proberen om minstens één keer per dag binnen te springen om die medicatie te controleren, maar dat is ook een lastige opgave natuurlijk.

Pa opnieuw eventjes in het ziekenhuis

Nee, geen nood, het is maar eventjes deze keer: een paar onderzoeken waren nodig. Jeroen was dinsdag met hem naar de dokter geweest voor nog een nazicht van zijn slokdarm en had op mijn vraag ook een spoedafspraak vastgelegd bij de neuroloog: ons pa deed gewoon raar dit weekend.

Toen ik hem zondag ging halen, had hij een T-shirt aan dat niet helemaal proper was. Ik sommeerde hem iets propers aan te trekken, ging iets halen met lange mouwen en hielp hem. Daarbij had hij zijn bril afgezet. Toen ging hij eerst zijn hoorapparaten insteken – wat nog wel zo handig is als ge een conversatie wilt – en kwam toen terug in de living met de woorden: “Ik moet nu eerst mijn hoorapparaat hebben”. Euh, pa, ge hebt dat net ingestoken? “Neenee, eerst mijn hoorapparaat!” Waarop hij zijn bril opzette met een “Voilà!”.

Iets later, wanneer we vertrekken, zegt hij dat hij eerst zijn sjaal nog moet pakken. Euhm, hij draagt zelden een sjaal? Ik snapte dat dus niet, maar hij zocht wat verder, nam zijn jas en zei triomfantelijk: “Aha, hebbes!”

Soit, ook de rest van de dag waren er zo een paar dingen, zodat hij prompt een afspraak kreeg op woensdag in het ziekenhuis bij de neuroloog. De rug ten spijt kon ik hem wel ophalen en meegaan. Dokter De Meulemeester, die hem dus al jaren kent en blijkbaar een zeer grondige dossierkennis heeft, luisterde aandachtig en stelde voor hem voor een dag of twee op te nemen om een paar onderzoeken uit te voeren, want samen met zijn neiging om zo lang te slapen – hij slaapt vaak tot ’s middags – duidt dat op niet veel goeds.

Soit, nog een ‘chance’ dat ik thuis zit, zodat ik hem deze ochtend kon ophalen, een valiesje kon maken voor een nachtje, en hem naar het ziekenhuis kon brengen. Ze wilden wel minstens één overnachting omdat er wel wat onderzoeken gepland staan, maar hopelijk kan hij morgenavond al naar huis. Met wat pech wordt het toch maandag, maar bon, dat zien we dan wel weer. Hij heeft genoeg kleren mee, en hij ziet het wel zitten, want hij vond zijn eigen uitspraken ook raar.

Allez hup, hopelijk niks ernstigs. Wellicht is het eerder een verstoring van zijn medicatie aangezien hij die niet bepaald regelmatig neemt. Moesten we dat er nu nog in krijgen he…