Hmmm.

Daarnet was ik eigenlijk toch wel behoorlijk nijdig, geef ik toe.

Wolf heeft tweemaal per week muziekles, op woensdag tussen 13.30 en 15.00u, en op zaterdag van 8.30u tot 9.30u. Ik geef het toe, op een zaterdagmorgen vind ik dat niet evident. Hijzelf is wel altijd al wakker om zeven uur, en dus is die half negen geen probleem. Ik moet echter mijn wekker zetten om acht uur, en dan trek ik gewoon wat kleren aan, haal een borstel door mijn haar, en spring de auto in. Het is niet alsof ik moet uitstappen of zo, niemand ziet me.

Vanmorgen leek er me nogal wat volk op de parking te staan, dus ik wachtte even om te zien of er wel les was. En effectief, er brandde nog geen licht in het klaslokaaltje, wat vreemd was. Toen zag ik ook de juf op de parking staan: de deur was nog op slot, ze konden niet binnen!

Ze heeft wel een sleutel van de grote deur, maar dat slot is al een tijd kapot, en dus hangt er een ketting met een hangslot. Waar de secretaresse een sleutel van heeft, en ook de leraar gitaar. Die laatste was echter ziek, en de secretaresse was te laat, zoals meestal. En dus stond de juf al een kwartier in de vrieskou te wachten, en wij dus ook. Om 8.43u besloten wij (de ouders + een vijftiental kinderen) dat het welletjes was geweest, en de juf zei ook dat de secretaresse soms wel een half uur te laat was, en dat we dus echt niet langer moesten buiten wachten bij -2°. Net op het moment dat er al menig auto gestart was, kwam de secretaresse uiteindelijk toch doodgemoedereerd de parking opgereden, kon de deur open, en kon er lesgegeven worden.

Tsja.

Uiteraard heb ik een klachtenmail gestuurd om te zeggen wat ikzelf en alle ouders vonden, namelijk dat dat eigenlijk allemaal niet kon, zeker omdat het verder echt wel een goeie school is met fijne leerkrachten.  Ik vermoed dat het antwoord niet echt lang op zich zal laten wachten.

Knippe de poeze

Het werd zo langzamerhand tijd: op 14 april wordt onze Gandalf een jaar, en eigenlijk had hij dus al veel eerder moeten gecastreerd worden. Maar bon, bij een vorige afspraak was ik ziek, en dat ging dus moeilijk. Intussen heeft hij al boel met zowat alle omliggende katten, en heb ik hem al vechtend en klauwend en krijsend door de struiken zien rollen.

Vandaag had hij wel degelijk prijs: knip, en weg.

Hopelijk verbetert nu ook zijn gedrag. Want bij mij is hij echt wel een lieve aanhankelijke poes, die vaak bij me op bureau ligt te slapen als ik aan het werk ben, en ook ’s avonds bij mij in de zetel ligt. Maar tegenover de kinderen is hij helaas een stuk minder aangenaam: hij stopt zich weg onder tafel, en als ze passeren, valt hij aan: hij klauwt of bijt in hun benen, en niet al spelend, maar echt gemeend. Merel durft gewoon niet meer passeren als ze hem ergens op de loer ziet liggen, en ook Kobe is er soms bang van.

Tips, iemand?

Verdomd smerig beestje

Die griepvariant die momenteel aan het rondgaan is, is dus echt wel een smerig beestje.

Ik ben buiten strijd geweest van dinsdag 5 februari tot en met donderdag 14 februari, tien dagen dus. Pas op vrijdag heb ik mezelf gedwongen om nog iets te doen met de kinderen, maar het was verre van voorbij. Vandaag ben ik dan wel gaan werken, maar mijn hoestje was nog vrij enthousiast, en ik was verschrikkelijk moe, al na een paar uur.

Bart is geveld op donderdag 7 februari, en die heeft zelfs het ganse weekend nog liggen slapen, dat zegt genoeg. Want tegen dat Bart wil toegeven dat hij moet plooien, moet het al erg zijn, en om dan anderhalve week te slapen… Vandaag is hij ook wel naar zijn werk getrokken, maar tegen vijf uur was hij alweer thuis, om onmiddellijk in slaap te vallen in de zetel, en ook dat is veelzeggend. Bij hem is het dus nog erger.

Smerige beeste, die griep, ik zeg het u.

Nog maar eens dokter

En nu blijkt het niet alleen voor Bart, maar ook voor mij een echte griep te zijn.

De dokter kan uiteraard niks doen. Het enige wat hij aanraadt, is Dalfagan met codeïne te nemen, zodat we ons tenminste ietsje beter voelen, en ons comfortniveau verhoogt. En verder dus gewoon uitzieken. Het kan nog wel een paar dagen duren.

Ik vind het zo jammer voor de kinderen: alle vakantieplannetjes vallen in het water, omdat mama en papa gewoon niet op hun benen kunnen staan. Vooral voor Wolf is het zo jammer: morgen wordt hij negen jaar, en hij zal zelfs geen cadeautje krijgen, want daar ging ik vorige week of in de loop van het weekend om gaan. Niet dus. Al een chance dat hij al oud genoeg is om het te begrijpen. Maar daarom hoeft hij het nog altijd niet leuk te vinden.

Vriendschap

Hier ten huize gaat het van kwaad naar erger. Bart heb ik nog van de hele dag niet gezien (die staat vijf minuten op om paracetamol te slikken, en kruipt dan weer in bed), en zelf sta ik ook te zwieren op mijn benen.

Gisteren hadden de kinderen een schoolvrije dag (pedagogische studiedag) en gingen ze normaal naar mijn ma gaan, maar die is ook al ziek. Ik heb ze dan maar thuis gehouden, want hier kunnen ze zichzelf toch net iets beter bezighouden dan op een ander.

Merel heb ik met veel moeite naar de creche gebracht en weer afgehaald, en voor het eten, tsja, heb ik een pizza besteld op ’t eind van de straat, en heb ik de jongens erom gestuurd. Good parenting, nee? Ik zag die boodschappen écht niet zitten…

Met pijn in het hart hebben Bart en ik ook het nieuwjaarsfeestje van Wijs aan ons laten voorbijgaan: het zou écht niet gelukt zijn. En ik die er speciaal in de solden een heel knap zwart jurkje voor gekocht had… Ik heb het maar weer in de kast gelegd, het is dan voor het galabal van onze zesdes.

Vandaag is het dus nog geen haar beter: deze morgen heb ik mijn jas over mijn pyama getrokken, heb de auto wat ijsvrij gemaakt, en heb ik Wolf naar de muziekles gebracht, terwijl ikzelf intussen een hoestconcert ten berde gaf. Man man man… Het was toch echt puur op wilskracht.

Uiteindelijk heb ik deze namiddag hulp ingeroepen in de vorm van Ilse, Dirks vrouw. Zij heeft boodschappen gedaan voor een paar dagen, een grote kom soep gemaakt, en vooral ook de kinderen aan tafel gezet en boterhammen gesmeerd, iets waar ik geen fut voor had.

Op zo’n momenten, als je zelf allebei een zombie bent, kan je je vrienden echt wel waarderen. Dank je, Ilse, echt waar!

Echt wel ziek nu

Waar ik dinsdag nog de hoop had gekoesterd om er op een paar dagen vanaf te zijn, mag ik die hoop nu wel laten varen: volgens de dokter heb ik een virale infectie van de bovenste luchtwegen, met wellicht op het randje af een griepvirus erbij. Ik voel me dus wel slecht, maar heb niet direct hoge koorts, of koude rillingen of zo. Met wat chance ben ik er maandag van af, anders moet ik haar opnieuw laten komen. Allez bon, fijn begin van de vakantie dus.

Wolf is vandaag ook thuis gebleven: die voelde zich ook al een paar dagen niet zo best, en vandaag dus al helemaal niet.

En Bart stond hier plots in de namiddag ook thuis: ook hij had de handdoek in de ring gegooid, en dat wil wat zeggen in zijn geval. Volgens de dokter was het bij hem eerder effectief griep. We zullen zien, zeker?

In elk geval: als het hier de komende dagen wat stiller is: we zijn allemaal nogal ziek. ’t Is maar dat u het weet.

Gesneuveld

En toen waren we allebei gesneuveld, Kobe en ik. Gisteren was ik nochtans nog steeds hard van plan om te gaan lesgeven vandaag, en dat bevestigde ik ook aan bezorgde leerlingen. Helaas…

Toen ik deze morgen opstond en een poging ondernam om blijgezind de badkamer binnen te stappen, vond mijn lijf van niet. Ik heb het nog geprobeerd, maar moest alras aan mezelf toegeven dat het toch niet ging gaan: koppijn, misselijkheid, en algemeen gevoel van onbehagen.

Ik heb dan maar school gebeld, de op stapel staande herhalingstoetsen doorgemaild met instructies om te kopiëren en af te nemen, en ben terug in bed gekropen. Bart heeft Wolf en Merel afgezet, Kobe lag te zieltogen in de zetel.

Meh.

Nu dat nog. Hopelijk is het maar een paar dagen, en sta ik er vrijdag weer. Al een chance dat ik op woensdag en donderdag niet moet lesgeven.

Niet Kobe, wel ik

Alle arrangementen die ik gemaakt had met mijn moeder om Kobe op te vangen, waren tevergeefs: deze morgen stond hij fluks op, vrolijk als altijd, koortsvrij, en met veel zin om naar school te gaan. Ik ging die ambitie uiteraard niet fnuiken, verre van.

Alleen…

In de loop van de voormiddag stak een gemene koppijn de, euh, welja, kop op. Zo eentje die ik te lijf ben gegaan met een geleende Dafalgan 1000, maar die daar enkel eens naar grijnslachte, en vrolijk verder deed met pijn doen. Eentje die ervoor zorgde dat ik zelfs een tijdlang, tijdens het lesgeven, een van mijn lenzen uitdeed omdat ik die niet meer kon verdragen. Eentje die maakte dat ik tijdens de middagpauze op mijn eentje in mijn stille lokaal ging zitten, weg van alle lawaai. Eentje die de nodige rare versprekingen tijdens het lesgeven opleverde, wat dan weer voor enige hilariteit zorgde.

Vooral ook eentje waardoor ik bij het thuiskomen quasi onmiddellijk de gordijnen dichttrok en ging liggen in de zetel, met een kussen op mijn kop. Eentje waar ik gewoon misselijk van werd.

Ik hoop maar dat dit morgen beter is, want dit, dit is een gemeen soort koppijn. En ik heb morgen een pak toetsen af te nemen.

(Oh, en Kobe had weer koorts toen ik hem in bed legde. Ook dat nog.)

Quid nunc, Brico?

Daarstraks wipte ik even binnen in de Brico om nog een zakje strooizout te halen.

Groot was mijn verbazing toen ik in de plantenafdeling een dame potten quasi uitgebloeide (en dus onverkoopbare) azalea’s zag weggooien, maar telkens ook een ‘klonk’ hoorde. Bleek dat ze de plantjes gewoon met mooie sierpot en al in de vuilbak gooide. Sorteren tussen groenafval en gewoon afval? Daar deden ze duidelijk niet aan mee. Maar dat ze ook die sierpotten weggooide, dat snapte ik gewoon niet, temeer omdat de Brico een afdeling sierpotten heeft, waar quasi dezelfde potten verkocht worden.

Toen ik de dame in kwestie erop aansprak, reageerde ze verveeld: “Goh madam, de mensen pakken dat gewoon niet mee, zelfs niet voor nen euro!” Toen ik zei dat ik eigenlijk twee van die rode potjes wilde, zei ze: “Nen euro ’t stuk, is da goe? Hierzie, een briefke voor derbij!”

Ze viste twee rode potten van tussen de azalea’s, en ging daarna vrolijk verder met het weggooien van de rest. En geef toe, zo klein of lelijk zijn ze echt niet (kopje ernaast gezet om de grootte te illustreren).

sierpotten

Trouwens, nog zo’n weetje over dit ’tuincentrum’: toen ik ooit eens een werknemer aansprak op het feit dat de aangeboden bonsai’s dringend water nodig hadden, kreeg ik de opmerking: “Maar madam, ge peist toch niet dat wij dat water geven, of wa? Daar hebben wij de tijd niet voor hoor, ze moeten maar op tijd verkocht worden, en de rest smijten we weg.”

Duurzaamheid is duidelijk niet belangrijk voor Brico. En dan hoeft het voor mij ook niet meer.

Lezen

Wolf leest niet graag.

U leest het goed.

De zoon van Bart en Gudrun, die elk een bibliotheek verslonden hebben, leest niet graag.

Ik vermoed dat het een beetje een vicieuze cirkel is: in de meeste zaken, en dus ook op kennisniveau, zit hij een beetje voor. Qua lezen zit hij op AVI 6, normaal niveau voor een derde leerjaar dus. De boeken die op zijn niveau geschreven zijn, vindt hij meestal een beetje kinderachtig, maar boeken voor oudere kinderen bevatten dan vaak te veel moeilijke woorden, zowel qua begrip als qua leesniveau, en dus gaat het te traag en haakt hij af.

Zucht.

Ik weet dus niet hoe ik hem aan het lezen moet krijgen, want hij doet het met tegenzin. Soms heeft hij een boek vast uit de bibliotheek dat hij wél boeiend vindt, en dan leest hij het in één ruk uit, en wil hij ’s avonds in zijn bed blijven voortlezen.

Iemand enig idee hoe we dit oplossen? Want ik, ik weet het niet zo goed meer. En ken te weinig van kinderboeken om hem de juiste aan te raden.