Affront

Ik werd daarstraks – de hele conversatie zal ik u besparen – door een van mijn leerlingen ‘een vrouw van middelbare leeftijd’ genoemd. Zonder veel acht of bijbedoelingen overigens, heel ernstig tijdens de les, het ging over sociale patronen bij de Romeinen.

En ja, ik weet wel dat ik voor een gast van 15 oud ben, dat ik heel gemakkelijk hun moeder zou kunnen zijn, maar toch… Ik had nog steeds de illusie dat ik er goed uitzag voor mijn leeftijd, en ik ben NOG STEEDS geen veertig.

En dan… sta je daar dus met je mond vol tanden, een grijns op je gezicht, en een schaapachtig kijkende, zich verontschuldigende tiener. Alsof hij eraan kon doen :-p

Brunch

Wij, he, wij zijn vanmiddag gaan brunchen op de coolste plek in Gent!

Eind april had ik er al voor Gentblogt mogen gaan eten met het gezin, en dat was ons toen gigantisch goed bevallen. We waren toen al van plan om dat tijdens de zomer eens te herhalen, maar toen hadden we een rotzomer (sorry Frank, gij moogt beweren wat ge wilt, dit was géén fijne zomer!) en is het er dus niet van gekomen.

Korenhuis1

En toen zei Bart gisteren plots: “Zeg, willen we morgen gaan brunchen met zijn allen in het Korenhuis?”  Ik moest er geen seconde over nadenken, en dus zaten wij vandaag 2 oktober tegen half twaalf aan een tafeltje op de Korenlei. Onder een grote parasol, want het was verdorie te warm om in de zon te blijven zitten! De jongens zijn volop voor ontbijtkoekjes en daarna de chocoladefontein gegaan, Bart en ik hebben het iets traditioneler aangepakt: koud voorgerecht, warm hoofdgerecht, en dessertbuffet.

Korenhuis2

Ik heb me laten gaan in de garnalen, de gerookte zalm en heilbot, een paar sushi, de parmaham, dat soort dingen. Bart zat te glunderen boven een bordje kraakverse sushi. Daarna heb ik een portie stevig gekruide wok binnengespeeld, om dan over te gaan tot het buffet. Man man man, voor dat buffet alleen al zou je er gaan! Diverse soorten taartjes, de crème brûlée, maar vooral ook de chocomoussedingetjes: een omhulseltje van witte chocolade, opgevuld met mousse. Wow.

Korenhuis3

En dat allemaal terwijl je kijkt naar de bootjes op het water, en de toeristen watertandend naar je bord kijken.

Of zoals Bart het zei: “Je hoeft niet rijk te zijn om je rijk te voelen.” Wel, vandaag kon zelfs de sjeik van Saoudi-Arabië er een puntje aan zuigen!

Zwembadje

Dat weer, dat is toch onvoorstelbaar? Ik geniet er gigantisch van, en ik niet alleen!

Wolf kwam vandaag vragen of ik soms het zwembad wilde opzetten. Niet dat het zo gigantisch groot is, maar er kruipt toch behoorlijk wat water in, en vooral: het koelt enorm snel af  ’s nachts, het is per slot van rekening eigenlijk herfst… De ganse zomer is het niet buiten geraakt: het is nooit lang genoeg warm geweest en gebleven, helaas.

Maar toen viel mijn euro: ik had nog een klein miniplonsbadje staan! Ik ben in de puinhoop die mijn garage is, gedoken, en heb wonder boven wonder dat zwembadje teruggevonden.

De jongens hebben er toch wel een paar uur in gespeeld. In de late namiddag kwam mijn nicht nog langs met haar twee meisjes, en ook die hebben er in zitten plonzen, terwijl wij in onze bikini in de zon lagen te genieten van de warmte.

Heerlijk, toch?

Besjes

’s Morgens rond kwart na acht stappen wij drietjes de fiets op: Wolf op zijn eigen gele fiets, Kobe bij mij op de aanhangfiets. Een echte jas is niet nodig in dit heerlijke nazomerweer, gewoon een giletje, en voor de jongens dan hun fluohesjes daarover, en hun knalgele helm erboven. Kwestie van hen al vroeg genoeg bij te brengen dat ze met de fiets moeten opvallen in het verkeer.

Doorgaans komen we nauwelijks auto’s tegen, alleen maar kleine rode besjes van de straatbomen op de grond. En dan houden Wolf en ik een wedstrijdje: om ter meest van die besjes platrijden, zodat ze zo gezellig ploffen. En zo, met de ochtendzon in onze ogen, fietsen we door Suburbia naar school. Daar is het natuurlijk wel wat drukker, maar dat stoort niet.

Onderweg roepen we goeiemorgen of hallo naar de verschillende vriendjes die we voorbij fietsen, zwaaien naar andere fietsers, en stoppen aan de schoolpoort. Ik laat mijn fiets buiten het hek staan, want dat hek gaat dicht zodra de schoolbel gaat. Wolf parkeert netjes in het fietsenrek, deponeert hesje en helm in mijn fietsmandje, net zoals Kobe dat al gedaan heeft, en ik ga zijn fiets vastmaken met een groot slot.
En dan lopen we samen het schoolpad op, soms al huppelend en zwaaiend met de boekentassen. Zodra we aan de speelplaats komen, wordt Wolf steevast ingepalmd door vriendjes, en krijg ik nog in de gauwte een kus en een knuffel. Kobe blijft aan mijn handje hangen, en samen slalommen we tussen de groten naar zijn kleuterspeelplaats. Ondertussen zijn er vaak zesdejaars die hem vrolijk begroeten en hem soms zelfs komen knuffelen. Jawel. Op zijn speelplaats aangekomen krijg ik ook nog een stevige knuffel, meestal zelfs een ‘wurgslangknuffel’, zetten we zijn boekentasje aan de kant, en loopt hij op de speeltuin af. Zonder omkijken.

En ik, ik baan me stralend een weg terug tussen al die spelende jonge lijven, haal meestal het hek niet meer voor de bel is gegaan, en waag me dan maar aan ochtendgymnastiek door erover te klauteren. Doorgaans samen met een aantal andere moeders. Met wie ik dan natuurlijk nog even een babbeltje sla.
En dan fiets ik, de ochtendzon in mijn ogen, terug naar huis, terwijl het water me al in de mond loopt bij de gedachte aan die heerlijke kop koffie die ik me zo dadelijk zal inschenken.

En probeer ik intussen nog een paar besjes te pletten. Kwestie van te oefenen, en zo.

Onbedoelde snipperdag

Deze voormiddag was ik vrolijk aan het lesgeven, toen plots mijn telefoon ging. Ik verontschuldigde me bij mijn leerlingen, en zei dat ik ging kijken of er misschien niks was met de kinderen. En jawel, Mariavreugde aan de lijn: Wolf was misselijk, en lag op een bedje in het secretariaat. Of ik hem niet kon komen halen.

Ik aarzelde, en vroeg of ze niet nog even konden wachten om te zien of het beterde. Een twintigtal minuten later, tijdens de speeltijd, belde ik even terug: hij was nog steeds misselijk. Hmm. Ik heb mijn volgende klas richting studie gestuurd, mijn zesdes dispensatie gegeven (groot gejuich steeg op: een extra lange middagpauze in dit zalige weer) en ben hem gaan ophalen. Hij was zo slap als een voddeke: het was zo ongelofelijk warm in de klas, en daar kon hij niet tegen. Thuis heeft hij zich op de canapé gelegd, roerloos. Drinken had hij al gedaan, maar eten wilde hij wel: hij had honger. Ik heb hem wat peperkoek gegeven, en van die suikerboost knapte hij helemaal op: tien minuten later was hij weer zijn vrolijke levenslustige zelf.

We hebben dan samen pizza gegeten, en ik heb hem een snipperdagje gegund: hij hoefde van mij niet terug naar school, en zelf moest ik geen les meer geven in de namiddag. Hij heeft heerlijk buiten gespeeld, en we zijn samen een aanvulling voor de schommel gaan halen: een nieuw tweezitje want het oude was doorgeroest, en een driehoekig klimding voor de extra haak, die tot hiertoe nooit gebruikt was.

Man man man, wat een welligheid! Toen we Kobe gehaald hadden, waren ze er beide niet van weg te slaan. En ik moest foto’s nemen van hen, en Wolf heeft dan ook maar een foto genomen van mij.

schommel1

schommel2

schommel3

schommel4

mamagras

Fantastische woensdag

Deze morgen kroop Kobe bij me onder de dekens, en klaagde dat hij keelpijn had. Hij was hangerig en huilerig, en omdat ik op woensdag niet naar school moet, mocht hij van mij thuisblijven. Hij straalde bij het idee alleen al, en heeft de hele voormiddag ongelofelijk mooi zitten spelen, voornamelijk op zijn kamer, terwijl ik aan mijn PC zat te werken. Af en toe kwam hij naar beneden: “Mama, mag ik het Spidermanpak aandoen?” Dat was hem karrevrachten te groot, maar hij glunderde. Een beetje later kwam hij naar beneden met een piratenhoed en ooglap, en een indianenbroek: hij had duidelijk de verkleedkoffer ontdekt.

Wolf moest daarom voor de eerste keer alleen te voet naar huis komen. Het is nog geen kilometer, we doen de weg altijd per fiets, en het eerste stuk doen ze samen onder begeleiding in een rij, zodat hij ook nergens een drukke baan over moet. En toen was het kwart over twaalf, en prutste ik wat aan Kobes fietsje, zodat ik hem zou zien afkomen. En zag ik de buurjongens aankomen, maar geen Wolf. Hmm. Toen ik hen aansprak, hadden ze Wolf helemaal niet gezien. Paniek! Ik belde naar school, en daar gingen ze even kijken of hij toevallig toch in de opvang was gebleven. Terwijl ik zenuwachtig met de telefoon rondliep, hoorde ik plots de garagedeur: Wolf! Met de opmerking: “Ja mama, moet je nu wat weten? Die rij ging tot aan de kerk, en ik moest dus helemaal langs een andere weg naar huis komen!” Hij wist dus niet dat er twee rijen waren, die elk een andere kant uitgingen. Gelukkig kent hij de buurt vrij goed en kon hij dus zijn weg probleemloos vinden. Amai mijn hart!

Maar verder hebben we enorm genoten van het heerlijke weer: ze hebben de hele tijd buiten gespeeld, terwijl ik was ophing, het gras afreed, struiken en bomen snoeide, het compostvat opstartte, brood bakte, ijsjes uitdeelde, stronken afzaagde en de schommel verzette. Yup, onze zware houten schommel, samen met de jongens, compleet op een andere plaats. Ik heb er wel eerst de glijbaan afgevezen, dat scheelde al een pak qua gewicht.

En toen bleek meteen weer wat een grenzeloze fantasie kinderen toch hebben: de neerliggende glijbaan werd dadelijk Langhors, het hele lange paard uit Pluk van de Petteflet (die ik nu aan het voorlezen ben ’s avonds). De touwen van het kapotte schommeltje waren dan de teugels, en Kobe was de majoor en Wolf de adjudant.

langhors

Zalig toch?

Vampire

Ik speel al zo’n 20 jaar tabletop roleplay: om de veertien dagen kom ik met een bende gelijkgestemde geeks samen om ons een avondje te amuseren rond de tafel en ons te verplaatsen in fictieve karakters die alle mogelijke avonturen tegenkomen.

Het is jaren aan een stuk Call of Cthulhu geweest, er zat een tijdje Nephilim tussen, er was heel even D&D, een half jaar lang hebben we Beyond gespeeld (heel knap, geschreven door een vriend, maar onze groep was daar niet de ideale compagnie voor), en nu zijn we geswitched naar Vampire, met _uiteraard_ vampiers als hoofdrolspelers. Voor wie Kindred The Embraced nog heeft gezien: die wereld dus.

We spelen om de veertien dagen op dinsdagavond hier in het Gentse, en zoeken nog een zesde man.

Laat iets weten mocht je daar zin/tijd voor hebben. We zullen niet bijten, beloofd.

Weight Watchers week 39

Het komt dus echt niet goed he, deze week!

Vorige vrijdag sprong ik nochtans een gat in de lucht: eindelijk onder de 80! Enfin, thuis op de weegschaal toch: 79,7! Een voor mij magische grens doorbroken: nog 9 kilo te gaan voor een normaal BMI.

Bon.

En toen was er weekend.

Vrijdagmiddag ben ik gaan lunchen met mijn liefste, en hoewel ik toch een beetje opgelet heb, ging ik royaal over mijn dagtotaal qua punten. Tsja.

Zaterdagavond was er een verjaardagsfeestje van een fijne vriendin. Ik had samen met de kinderen brood gegeten rond zes uur, maar toen ik rond half negen toekwam op het feestje, bleek er gigantisch veel eten voorzien te zijn. Ik heb een paar inktvisringen geknabbeld, en wat sla, en wat heerlijke mousse, en feta gerold in bladerdeeg, en… En toen waren er nog de heerlijke taarten van Les Tartes de Françoise, waar ik absoluut niet kon aan weerstaan, helaas. Ik heb een behoorlijk grote portie ervan binnengespeeld, de calorieën durf ik zelfs niet te bedenken. Ugh.

En gisteren was er dus dat familiefeest. Met hapjes en ongelofelijk lekker vlees en handgemaakte frieten en een grote dame blanche als dessert. En had ik helemaal geen zin om aan diëten te denken.

En staat er een doos pralines in mijn ijskast, waar Bart gelukkig aan meehelpt, of ik eet ze echt àllemaal zelf op.

Dit komt dus echt niet goed. Meh.

Familiefeest

Vandaag stond er _alweer_ een familiefeest op het programma. Deze keer wel met actieve participatie van onze kant: wij gaven het aperitief in de kantoren van Netlash, en daarna gingen we ergens eten met de familie van mijn schoonmoeder: 12 volwassen, 5 kinderen en 2 baby’s.

Het oorspronkelijke restaurant vond het nodig om dinsdag plots af te bellen, zodat we even met de handen in het haar stonden, maar gelukkig was de Stekvogel in Merendree bereid om ons van het nodige lekkere voedsel te voorzien, oef.

En dus stond ik deze morgen rond acht uur Boursinsoep te koken, maakte ik glaasjes met wilde gerookte zalm en aspergemousse afgewerkt met rode kaviaar en een takje dille, snipperde ik sla in andere glaasjes en legde daar garnaaltjes op, en belegde Bart intussen een aantal aperitieflepels met verschillende soorten paté en dergelijke. De champagne lag al sinds gisteren te koelen in de koelkasten aldaar.

En toen was er een aantal ongelukken op de E40, was iedereen dus te laat, en gingen we pas tegen twee uur aan tafel in de Stekvogel, die dat gelukkig probleemloos kon opvangen. Lekker eten, en een fijne lokatie voor de kinderen door het grote grasveld en de speeltuin, en een heerlijk zonnig terras.

Al bij al een fijne dag, jawel 🙂

Scouts

Mijn kleine Wolf wordt groot, jawel.

Ik ben vandaag namelijk met hem een scoutshemd gaan kopen, compleet met alle badges erbij.
Vorig jaar kreeg hij nog geen, omdat ik eerst wilde zien of hij eerder een aardje naar zijn moeder had (20 jaar jeugdbeweging) of naar zijn vader (gloeiende bloedhekel aan alles wat naar jeugdbeweging neigt). Het is dus het eerste geworden: hij gaat zeer graag naar de scouts, al lukt het lang niet altijd omdat we op zondagnamiddag nogal vaak andere verplichtingen hebben.

En dus zijn we richting Lange Violettestraat getrokken, en liep hij trots als een pauw rond in zijn nieuwe hemd. En mag mama vandaag nog een hoop badges op het hemd naaien. Al een geluk dat ze daar in de winkel een handleiding van hebben, want al die dingen hebben een vaste plaats.

En glunderen dat hij deed! Volgende keer neem ik een foto, beloofd.