Lissabon dag drie (enfin, Sintra en omgeving)

Iedereen die al naar Lissabon is geweest, zegt dat we naar Sintra moeten: een stadje een half uurtje of zo rijden van de hoofdstad, maar met enkele prachtige kastelen. Ook Bart had dat al ingepland, en had zo’n busje van acht personen in gedachten. Maar ik word misselijk op zowat alles dat beweegt, en had daar dus mijn twijfels bij.

Onze Uberchauffeur van de eerste dag, Mario, had ons echter de info gestuurd dat hij voor 195 euro (in plaats van de 130 euro voor het busje) een hele dag onze privéchauffeur ging zijn. Omdat hij een zeer aangename rijstijl heeft, we dan konden gaan en staan waar en wanneer we wilden en zijn Tesla gewoon een wreed wijze auto is, gingen we gewoon daarvoor.

Om half negen pikte Mario ons op vlakbij ons hotel, tegen half tien stonden we aan te schuiven aan het Palácio da Pena, het meest bekende en vooral zeer kleurrijke kasteel. We hadden tickets voor tien uur, en er zijn dan ook echt aanschuifrijen per half uur, want het is er pokkedruk. Binnen was het ook echt in rijtje schuifelen van het ene naar het andere, eigenlijk niet bijzonder aangenaam. Mario zei dat er een busje was naar boven, want het is een behoorlijk steile klim van de parking naar het kasteel zelf, maar we hadden tijd, en we genoten immens van de prachtige tuinen rond het kasteel.

Na een kwartiertje aanschuiven werden we stipt om tien uur, samen met een andere massa, binnengelaten. Gelukkig namen we niet meteen de geijkte weg, maar deden eerst de buitengang van het kasteel, waar op dat moment zo goed als niemand liep. De uitzichten: ronduit prachtig! In het Moors kasteel zijn we niet geweest, maar je zag het wel prachtig liggen.

En dan dus de binnenkant: geschuifel maar wel de moeite waard.

Toen wilden we via een andere, iets langere route terug naar beneden wandelen, maar we moeten ons ergens gemist hebben – we hebben nochtans de pijltjes gevolgd – want we kwamen een heel stuk lager uit, aan de andere parking, waardoor we opnieuw een serieus stuk naar boven moesten. Mario ons laten ophalen was geen optie, want alles was éénrichting en het was er zodanig druk dat het hem een half uur zou kosten. Maar die tuin was wel prachtig!

Mario voerde ons gezwind naar het andere pareltje van Sintra: Quinta da Regaleira. Het kasteel is mooi aan de buitenkant, niks speciaals aan de binnenkant, maar wat een tuin! Wat een park! En dan is er nog die bizarre Initiation Well, blijkbaar iets dat gebruikt werd vroeger door de Vrijmetselaars. Het was er wel eventjes aanschuiven, maar je moet het wel gezien hebben, vond ik, als je er dan toch bent. Je moet dus eerst behoorlijk steil naar boven, dan daal je de put af, en beneden kom je in een grottenstelsel uit.

Aan de uitgang stond Mario ons netjes op te wachten om ons een eind verder, aan de kust, af te zetten in een restaurantje. Op zich niks speciaals, maar de brochette met scampi, ananas en bacon was… bijzonder, maar ook echt wel lekker.

Mario reed vervolgens met ons langs de kust van de Atlantische oceaan, en dat was best wel impressionant. Cabo di Roca, het meest westelijke punt van het vasteland, is een beetje een toeristenval, net zoals die ene “hellmouth” waar je het water wel ziet opspatten, maar waar je het tij moet mee hebben om een fijn zicht te hebben. Al bij al waren we tegen zes uur terug op onze kamer, tijd om eventjes uit te rusten.

We hadden ook geen zin meer om nog ver te lopen, hadden ook geen zin meer in die fado, en dus hielden we het op een Indisch restaurant wat verderop. Geen haute cuisine – dat is voor morgen – maar wel lekker. En dan uitgeput in ons bedje, het was een zware dag.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *