Appartement

We hebben een appartement gekocht, Bart en ik. Jawel. Eigenlijk al een behoorlijk tijdje geleden, maar bon.

We spraken daar al enkele jaren over en waren dus ook aan het rondkijken: we wilden iets waar we later zelf in kunnen wonen wanneer de kinderen het huis uit zijn, of wanneer mijn rug het helemaal begeeft. We willen dan vooral niet vanaf nul beginnen zoeken, om eerlijk te zijn, want hier zijn natuurlijk wel te veel trappen om goed te zijn. Ondertussen lijkt het ons ideaal om de kinderen er op kot te laten gaan – als ze dat willen – of om het te verhuren.

De timing was nu ook ideaal: de lening van ons huis is afbetaald – eindelijk – en we hadden wel wat gespaard. Leg daar de royale schenkingen van mijn schoonmoeder bij, het beetje dat Bart gekregen heeft voor de verkoop van zijn bedrijf, en we kunnen al een groot deel leggen en een deel opnieuw lenen.

Het appartement in kwestie moet wel nog gebouwd worden, en dat is het mooie eraan. Het valt net binnen de Gentse kleine ring, maar ver genoeg van het centrum dat we geen last gaan hebben van de Gentse Feesten. Het gaat om een “penthouse”, een ruim geval dus met drie slaapkamers op de vijfde verdieping, met terras aan drie kanten, twee badkamers, een ondergrondse parkeerplaats en een kelderruimte. Alles is natuurlijk aan de hoogste EPC-waarden, en we hebben onlangs de binnenindeling afgesproken, waarbij we vooral de binnendeuren hebben laten verwijden zodat ook een rolstoel kan passeren. Er is een aparte lift voor ons en de appartementen onder ons, dus slechts vijf gebruikers. Het enige mindere puntje is dat we niet vlak op de binnentuin uitkijken, maar op een andere blok tegenover ons, gelukkig wel op enige afstand. Het was of het ‘uitzicht’ of de terrassen, en ik wilde dan liever licht van drie kanten en een terras rondomrond.

Oh, en iets wat ik pas gehoord heb sinds we het gekocht hebben: de kans is groot dat ze de straat waaraan het gelegen is, opengooien en we dus aan het water zullen wonen! Helemaal een droom!

En de prijs? Daar gaan we het niet over hebben, maar geloof me: drie slaapkamers, vijfde verdieping, gloednieuw en binnen Gent centrum? Euh… Je wil het niet weten. Hmpf.

Nieuw kot voor Wolf

Wolf had het al een tijdje gezegd: hij zit best wel graag op kot waar hij nu zit, namelijk in het gloednieuwe Billy-gebouw vlakbij Barts kantoor. Maar daar knelt ook het schoentje: het zit nog steeds, zelfs na een schooljaar, vol met kleine gebreken. En ja, het is ook echt wel duur voor wat het is, al ga je niet veel beters vinden voor minder geld.

Dat laatste had ook Wolf al vastgesteld, want hij was al een tijdje op zoek naar iets nieuws, met meer plaats, voor hemzelf en voor Tiemen. En voor twee man vind je wel dingen, maar wel voor ongeveer dezelfde prijs.

Gisteren stuurde hij plots iets door: dat hij iets wreed wijs had gevonden, en dat ze vandaag gingen gaan kijken. En vandaag kreeg ik een berichtje: of ik, als ouder, ook het contract wilde tekenen, want hij en Tiemen hadden effectief toegezegd en getekend. Maar ook al zijn ze volwassen, bij studenten willen ze ook graag de ouders laten tekenen.

Ik belde naar het makelaarskantoor, 18.00 uur bleek prima voor ons allebei – Wolf zat dan alweer in de les – en dan kon ze ons het kot ook wel eens tonen. Ik wilde graag met de fiets gaan, nu de zon eindelijk eens schijnt, en Bart zei prompt: “Ik ga mee!” Nog veel beter dus. Vrolijk fietsen we samen richting Sint-Pietersplein, tekenden het contract, bezochten het kot, en zagen dat het goed was. Ik hou ook wel van het steegje naar het water naast het gebouw.

Ze hebben elk een eigen kamer met bureau en dubbel bed, maar dus ook een kleine woonkamer met slaapzetel en tv, een keukentje met een tafeltje voor vier, een badkamer, een kleine berging en vooral ook een fijn terras, helaas zonder uitzicht. Ze betalen wel ongeveer evenveel, maar Wolf wilde zelfstandiger zijn, meer zijn eigen ding kunnen doen buiten zijn kamer, een ietsje huiselijker eigenlijk. En met Tiemen komt hij tegenwoordig gigantisch overeen, het zijn allebei ook heel ernstige gasten met een hart voor hun studies.

Soit, we waren nu in ’t stad, tussen de restaurantjes, en toen viel ons oog op een klein Thais restaurantje vlak naast zijn kot. Dat konden we nu toch niet weerstaan, toch? Gezellig op den bots met ons tweetjes, het was zalig. Letterlijk te nemen, aan de overkant.

De fietstocht naar huis was wat frisjes, mijn batterij was zo goed als plat, maar wat een onverwacht fijne avond!

Lissabon dag drie (enfin, Sintra en omgeving)

Iedereen die al naar Lissabon is geweest, zegt dat we naar Sintra moeten: een stadje een half uurtje of zo rijden van de hoofdstad, maar met enkele prachtige kastelen. Ook Bart had dat al ingepland, en had zo’n busje van acht personen in gedachten. Maar ik word misselijk op zowat alles dat beweegt, en had daar dus mijn twijfels bij.

Onze Uberchauffeur van de eerste dag, Mario, had ons echter de info gestuurd dat hij voor 195 euro (in plaats van de 130 euro voor het busje) een hele dag onze privéchauffeur ging zijn. Omdat hij een zeer aangename rijstijl heeft, we dan konden gaan en staan waar en wanneer we wilden en zijn Tesla gewoon een wreed wijze auto is, gingen we gewoon daarvoor.

Om half negen pikte Mario ons op vlakbij ons hotel, tegen half tien stonden we aan te schuiven aan het Palácio da Pena, het meest bekende en vooral zeer kleurrijke kasteel. We hadden tickets voor tien uur, en er zijn dan ook echt aanschuifrijen per half uur, want het is er pokkedruk. Binnen was het ook echt in rijtje schuifelen van het ene naar het andere, eigenlijk niet bijzonder aangenaam. Mario zei dat er een busje was naar boven, want het is een behoorlijk steile klim van de parking naar het kasteel zelf, maar we hadden tijd, en we genoten immens van de prachtige tuinen rond het kasteel.

Na een kwartiertje aanschuiven werden we stipt om tien uur, samen met een andere massa, binnengelaten. Gelukkig namen we niet meteen de geijkte weg, maar deden eerst de buitengang van het kasteel, waar op dat moment zo goed als niemand liep. De uitzichten: ronduit prachtig! In het Moors kasteel zijn we niet geweest, maar je zag het wel prachtig liggen.

En dan dus de binnenkant: geschuifel maar wel de moeite waard.

Toen wilden we via een andere, iets langere route terug naar beneden wandelen, maar we moeten ons ergens gemist hebben – we hebben nochtans de pijltjes gevolgd – want we kwamen een heel stuk lager uit, aan de andere parking, waardoor we opnieuw een serieus stuk naar boven moesten. Mario ons laten ophalen was geen optie, want alles was éénrichting en het was er zodanig druk dat het hem een half uur zou kosten. Maar die tuin was wel prachtig!

Mario voerde ons gezwind naar het andere pareltje van Sintra: Quinta da Regaleira. Het kasteel is mooi aan de buitenkant, niks speciaals aan de binnenkant, maar wat een tuin! Wat een park! En dan is er nog die bizarre Initiation Well, blijkbaar iets dat gebruikt werd vroeger door de Vrijmetselaars. Het was er wel eventjes aanschuiven, maar je moet het wel gezien hebben, vond ik, als je er dan toch bent. Je moet dus eerst behoorlijk steil naar boven, dan daal je de put af, en beneden kom je in een grottenstelsel uit.

Aan de uitgang stond Mario ons netjes op te wachten om ons een eind verder, aan de kust, af te zetten in een restaurantje. Op zich niks speciaals, maar de brochette met scampi, ananas en bacon was… bijzonder, maar ook echt wel lekker.

Mario reed vervolgens met ons langs de kust van de Atlantische oceaan, en dat was best wel impressionant. Cabo di Roca, het meest westelijke punt van het vasteland, is een beetje een toeristenval, net zoals die ene “hellmouth” waar je het water wel ziet opspatten, maar waar je het tij moet mee hebben om een fijn zicht te hebben. Al bij al waren we tegen zes uur terug op onze kamer, tijd om eventjes uit te rusten.

We hadden ook geen zin meer om nog ver te lopen, hadden ook geen zin meer in die fado, en dus hielden we het op een Indisch restaurant wat verderop. Geen haute cuisine – dat is voor morgen – maar wel lekker. En dan uitgeput in ons bedje, het was een zware dag.

 

Fietsgedoe

Toen ik zondag, bij het nazicht van een geocacheroute, prompt stilviel toen het motortje van mijn elektrische fiets begaf, moest die fiets uiteraard in herstelling. Ik mag van de dokter zelfs niet meer gewoon fietsen, ik heb mijn fietsje echt wel nodig. En net nu het een paar dagen mooi weer was… Meh.

Soit, op maandag zijn ze dicht, maar deze voormiddag reed ik dus met de fiets op de drager richting Vanbeverenplein. Huis Tange, ik ga er graag. De eigenares is iets… speciaals. Of ze heeft het voor u, of ze bijt uw neus eraf. Hoe dan ook, hun materiaal en hun service zijn excellent, en daar doen we het toch voor.

Nu ik er toch was, kocht ik meteen ook nieuwe dubbele fietstassen, want de mijne zijn versleten. Ik had het liefst dezelfde paarse van Basil gehad, maar die zijn nergens meer te krijgen. Ik ben dan maar voor een set felblauwe gegaan, ook niet lelijk. Zij gingen ze zelfs meteen voor mij installeren.
En nu ik er toch was, vroeg ik of ze geen tweedehands herenfietsen hadden: Wolfs fiets op zijn kot is echt gewoon dood. Nog net niet begraven, maar eigenlijk niet meer verantwoord. Hij zegt het al sinds kerstmis dat hij een nieuwe fiets moet hebben, maar dat komt er dus niet van. Zoals dat gaat.

Soit, ik kreeg enkele exemplaren te zien, waaronder een quasi nieuw want vrijwel niet gebruikt exemplaar van Thompson. Dat beviel me zodanig dat ik in de namiddag met Wolf ben teruggekeerd en dat we meteen maar de fiets hebben meegenomen. Ha ja, de drager stond er toch nog op. Moeder weer wat geld armer, maar een blije en tenminste veilige Wolf.

Zijn oude exemplaar gaan we dan wel eens meenemen naar huis, zodat hij hier thuis ook een eigen fiets heeft, zodra deze weer wat in orde is gezet.

Nu nog mijn fiets terugkrijgen en dan voor Merel een nieuwe helm en nieuwe fietstassen, en we kunnen er weer even tegen. Hoop ik dan toch.

Oh, enne…

er stond ook een nieuwe elektrische fiets naar mij te lachen. Ik heb die niet nodig, absoluut niet, eigenlijk, mijn huidige fiets doet het prima, maar hij heeft wel meer versnellingen en een zwaardere batterij en… hij is gewoon mooi, toch?

Boury

In het kader van ons vermetel plan zaten we vandaag tegen kwart over zeven in Boury, het derde driesterrenrestaurant dat ons land rijk is, naast ’t Hof van Cleve en ’t Zilte.

We zagen het allebei zeer goed zitten: de menu zag er heerlijk uit, ik ging voor aangepaste sappen en Bart voor het bob-arrangement. Al ga je met dat arrangement toch ook niet ongestraft de baan op, stelden we vast. Gelukkig ben ik overal en altijd de chauffeur.

Eerst kwam er dus een plethora aan hapjes met bijhorende sapjes, en onze aperitief was alvast alcoholvrij. En toen volgde, aan een prachtig tempo, het ene succulente gerecht na het andere. Sommige dingen smolten echt in de mond en deden ons ronduit verbaasd staan.

Van de langoustine en de Sint-Jacobsvrucht werden we geen van beiden wild, de schelvis met truffel liet ons dan wel weer flabbergasted achter.

Ook het wagyu was voortreffelijk, net als de desserts. En vooral ook altijd en steevast prachtig qua presentatie. Mooi, maar echt mooi in de borden. Soms vond ik het jammer dat ik het moest opeten.

 

 

En bij die desserts en de sneukelarijen bij de koffie zat er zowaar een komische noot. Knap, zo’n menu, en dan jezelf nog niet au sérieux nemen.

Dit restaurant kan inderdaad naast de andere twee staan, zonder enige twijfel. We hebben fantastisch gegeten, en enkele gerechten ga ik toch niet meteen vergeten.

Maar nu is het even welletjes: onze portemonnee moet ook nog meewillen. Ach, we hebben tijd en nog een hele lijst te gaan.

 

Het begin van Merels beugel…

Wolf kreeg zijn beugel in 2020, toen hij al 16 was. Kobe heeft de perfecte glimlach en dus helemaal geen beugel nodig, maar bij Merel, daar staan de tanden behoorlijk scheef. Ik denk niet dat ze een verkeerde beet heeft, zoals Wolf, maar dat moet de orthodontist uitmaken.

Vandaag over de middag stond ik met haar bij de ortho om foto’s en scans te laten maken: op basis daarvan gaan Bart en ik over een paar weken eens luisteren naar wat er nodig zou zijn. Nog een chance dat we Dentalia hebben, een extra tandverzekering…

Michelin

Enkele jaren geleden, in tempore non suspecto, hadden Bart en ik een vermetel plan opgevat: op ’t gemakje zo veel mogelijk sterrenrestaurants aandoen. Tsja. Het is een hobby als een ander, zeker? Maar wel een dure…
In februari 2020 had ik daar een oplijsting van gemaakt, met de links. Nu heb ik gewoon de lijst van Michelin zelf overgenomen, met hun links, en als ge graag wilt weten wat ik ervan denk, dan moet ge maar in de zoekfunctie hier rechts ne keer kijken. Soit, wat we al gedaan hebben, zet ik in het rood.

We hebben nog werk, véél werk. Maar intussen hebben we ook een reservatie bij Boury.

3 MICHELIN sterren:

Zilte (Antwerpen)
Hof van Cleve (Kruishoutem)
Boury (Roeselare) N

2 MICHELIN sterren:

Brussel:

Le Chalet de la Forêt (Ukkel)
La Villa Lorraine by Yves Mattagne (Brussel) N
La Paix (Anderlecht)

Vlaanderen:

Hertog Jan at Botanic (Antwerpen) N
The Jane (Antwerpen)
Colette – De Vijvers (Averbode) N
Castor (Beveren-Leie)
Nuance (Duffel)
Vrijmoed (Gent)
La Durée (Izegem)
Bartholomeus (Knokke-Heist)
Cuchara (Lommel)
Ralf Berendsen (Neerharen)
Slagmolen (Opglabbeek)
Hostellerie Le Fox (De Panne)
Pastorale (Reet)
De Jonkman (Sint-Kruis)

Wallonië:

L’Eau Vive (Arbre)
d’Eugénie à Emilie (Baudour)
Château du Mylord (Ellezelles)
L’Air du Temps (Liernu)
La Table de Maxime (Our)

1 MICHELIN ster:

 

Brussel:

Bozar Restaurant (Brussel)
Comme chez Soi (Brussel)
La Canne en Ville (Elsene)
Da Mimmo (St-Lambrechts-Woluwe)
Kamo (Elsene)
Le Pigeon Noir (Ukkel)
San Daniele (Ganshoren)
senzanome (Brussel)
La Villa Emily (Brussel)
La Villa in the Sky (Elsene)
Wine in the City (Jette)

Vlaanderen:

Kelderman (Aalst)
’t Overhamme (Aalst)
Bistrot du Nord (Antwerpen)
The Butcher’s son (Antwerpen)
DIM Dining (Antwerpen) N
Dôme (Antwerpen)
Fine Fleur (Antwerpen) N
’t Fornuis (Antwerpen)
FRANQ (Antwerpen)
Het Gebaar (Antwerpen)
Kommilfoo (Antwerpen)
Nathan (Antwerpen)
Nebo (Antwerpen) N
Le Pristine (Antwerpen)
Hofke van Bazel (Bazel)
Eyckerhof (Bornem)
Sans Cravate (Brugge)
Zet’Joe by Geert Van Hecke (Brugge)
De Zuidkant (Damme)
Marcus (Deerlijk)
Hostellerie Vivendum (Dilsen)
Hostellerie St-Nicolas (Elverdinge)
Libertine (Erpe)
La Belle (Geel)
De Kristalijn (Genk)
Horseele (Gent)
OAK (Gent)
Publiek (Gent)
Souvenir (Gent)
Michel (Groot-Bijgaarden)
JER (Hasselt)
Ogst (Hasselt)
Arenberg (Heverlee)
Couvert couvert (Heverlee)
Innesto (Houthalen)
Hof Ter Hulst (Hulshout)
Boo Raan (Knokke-Heist)
Cuines,33 (Knokke-Heist)
Sel Gris (Knokke-Heist)
Vintage (Kontich) N
EED (Leuven)
EssenCiel (Leuven)
De Pastorie (Lichtaart)
Rebelle (Marke) N
Vol-Ver (Marke)
Tinèlle (Mechelen) N
’t Korennaer (Nieuwkerken-Waas)
M-Bistro (Nieuwpoort)
Aurum by Gary Kirchens (Ordingen) N
Benoit en Bernard Dewitte (Ouwegem)
Alain Bianchin (Overijse)
L’Envie (Sint-Denijs)
Carcasse (Sint-Idesbald)
Centpourcent (Sint-Katelijne-Waver)
Goffin (Sint-Kruis)
Sir Kwinten (Sint-Kwintens-Lennik)
Brasserie Julie (Sint-Martens-Bodegem)
Bar Bulot (Sint-Michiels)
’t Stoveke (Strombeek-Bever)
Melchior (Tienen)
Altermezzo (Tongeren)
Magis (Tongeren)
De Mijlpaal (Tongeren)
Hert (Turnhout) N
Sense (Waasmunster) N
In den Hert (Wannegem-Lede) N
Fleur de Lin (Zele) N

Wallonië:

Quai n°4 (Ath) N
Chai Gourmand (Beuzet)
Les Gourmands (Blaregnies)
Maison Marit (Braine-l’Alleud)
Philippe Meyers (Braine-l’Alleud)
Bistro Racine (Braine-le-Château)
Le Pilori (Ecaussines-Lalaing)
Le Château de Strainchamps (Fauvillers)
Aux petits oignons (Jodoigne)
Héliport Brasserie (Liège)
¡Toma! (Liège) N
Arabelle Meirlaen (Marchin)
Les Pieds dans le Plat (Marenne)
Le Comptoir de Marie (Mons)
Lettres Gourmandes (Montignies-Saint-Christophe)
Attablez-vous (Namur)
Le Gastronome (Paliseul)
La Ligne Rouge (Plancenoit)
L’Impératif (Roucourt)
Philippe Fauchet (Saint-Georges-sur-Meuse)
Quadras (Sankt-Vith)
Zur Post (Sankt-Vith)
Au Gré du Vent (Seneffe)
Le Coq aux Champs (Soheit-Tinlot)
Hostellerie Le Prieuré Saint-Géry (Solre-Saint-Géry)
Hostellerie Gilain (Sorinnes)
Le Pré des Oréades (Spa)
l’Essentiel (Temploux)
Arden (Villers-sur-Lesse) N
Le Cor de Chasse (Wéris)