Update over het appartement

Ik krijg regelmatig de vraag hoe het nu zit met het appartement.

Wel, sinds het begin van het tweede semester wonen de jongens er op kot. Nee, het is nog lang niet in orde: eerst en vooral moet ik een elektricien zien te vinden, en met Bart afspreken welk type spots we willen in de keuken en boven de zetel. Dan moet er nog geschilderd worden, maar dat gaan we voorlopig niet laten doen door een schilder, dat kunnen de jongens zelf doen deze zomer. Later kan een echte schilder eventuele kleine foutjes nog wegwerken.

Er moet vooral eerst nog verduistering komen in de kamers. We gingen dat eerst zelf doen, maar dat komt er duidelijk niet van, ik zal dus best iemand inhuren, vermoed ik. Dan is het meteen ook goed en grondig gedaan naar de toekomst toe.
De vaatwas is intussen in orde gezet – daar was iets mis mee bij oplevering – maar de sensoren voor de lichten in de gang en berging zijn er nog steeds niet. Zucht.

En verder raakt het beetje bij beetje bemeubeld. Het grootste verschil zullen inderdaad nog de lichten en het schilderwerk zijn…

Soit, ik nam nog even een filmpje. Met audiocommentaar.

Het is al veel makkelijker om al het potentieel te zien, denk ik dan.

Implantaat: een update

Nope, het ging weer eens niet zoals de bedoeling was.

Anderhalve week geleden werd dus dat implantaat voor een kroon gezet in mijn bovenkaak. Verschillende kennissen hadden dat al laten doen en me verzekerd dat daar eigenlijk niks aan is, dat dat de dag zelf wat pijn doet, maar snel betert.

Hmpf.

De donderdag viel inderdaad goed mee, en zoals de dokter had gezegd, heb ik ’s avonds voor het slapengaan een pijnstiller genomen om goed te kunnen slapen. Vrijdagochtend: alles in orde, geen pijn. Vrijdagavond, op Aether: blij dat ik Ibuprofen 600 mee had, want het begon stevig pijn te doen en te kloppen. Het stond nochtans absoluut niet dik – lang leve het ijs dat ik er donderdag had op gehouden – of extra rood of zo, aan de buitenkant was absoluut niks te zien. Maar de pijn bleef, en ik nam dus 4 keer zo’n Ibuprofen op een dag, wat blijkbaar meer is dan de toegestane dosis. Ach ja.

Maandagochtend belde ik naar de dokter, maar die was op maandag en dinsdag niet beschikbaar, wel op woensdag. De pijn bleef overigens aanhouden, tot ook mijn sinussen en mijn onderkaak pijn deed.

Op woensdag kon ik bij haar terecht: een foto wees uit dat alles in orde was, dat er eigenlijk geen probleem mocht zijn, er was geen zwelling, ook geen echte roodheid, alleen was het tandvlees nogal zacht. Ze haalde wel de draadjes uit, en man, dat deed pijn! Ik heb ondertussen al zo vaak draadjes moeten laten weghalen of zelf uitgetrokken dat ik weet dat dat eigenlijk niet zou mogen. Tsja. Ze schreef me ook een stevige antibioticakuur voor, want er was duidelijk wel iets aan de hand, ja.

Maar die woensdag was zo druk, dat het pas ’s avonds was dat ik om die antibiotica kon gaan, en… de pijn was tegen dan zo goed als weg! Zonder pijnstillers! Maar echt…

Ik wachtte dus nog even tot de donderdag, en tegen dan was alles normaal: geen pijn, geen kloppen, geen zachtheid van dat tandvlees… Ik vroeg nog even raad aan mijn vertrouwde, betrouwbare apotheker en zij bevestigde: als de pijn weg is, geen antibiotica. Oef, want ik ben daar niet al te zot van, nee.

Vandaag ging ik ter controle opnieuw langs bij de kaakchirurg, zoals eigenlijk sowieso de bedoeling was, en zij concludeerde, net zoals ik eerder al had gedaan, dat ik blijkbaar gereageerd had op de draadjes. Om een of andere rare reden ging mijn lijf niet akkoord met de gebruikte draadjes, maar was alles weer in orde zodra die draadjes weg waren. Bizar.

En verder? Alles perfect in orde, het implantaat zit waar het moet zitten, perfect op zijn plaats, en alles is prima genezen. Eind mei nog eens op controle, en dan de kroon op het werk bij de tandarts.

En dan volgend jaar de tweede tand. Kwestie van optimaal gebruik te maken van de tandverzekering, toch?

Een goed gevuld dagje

Merel moest om negen uur al bij de huidarts in Evergem staan: ze mag na anderhalf jaar stoppen met haar acnémedicatie, en het is de bedoeling dat die nu niet meer terug komt. Alleen zal wellicht ook haar haar opnieuw iets vettiger worden, en dat vindt ze wel jammer, want nu moest het ze maar één keer per week wassen…

Aansluitend reden we naar de Zeeman en de Wooners in Sleidinge, kwestie van nog extra ondergoed voor opa te kopen, en nog wat andere losse spulletjes.

Van daaruit ging het richting Ikea: we wilden dat al lang eens doen, en nu was het het ideale moment. Het was er vrij rustig, we doorliepen de bovenverdieping en gingen om half twaalf al eten. Dat bleek een uitstekende beslissing, want toen hoefden we nog niet aan te schuiven, en tegen twaalf uur stonden ze tot aan de lift te koekeloeren. Chanceke!

Merel mocht ook nog de helft van mijn portie opeten, ik had veel te veel. En uiteraard hadden we weer veel te veel mee, maar ook wel een aantal noodzakelijke dingen. De jongens hadden nog handdoekrekken en dergelijke nodig, en een extra smal schoenkastje. En we hadden nog bordjes mee, en twee grote planten, en nog wat kleinigheden, zoals altijd.

Van daaruit reden we naar ’t kot om het gerief af te zetten, maar ook omdat ik zodanig veel last had van mijn implantaat, dat ik op controle ging bij de dokter in het ziekenhuis, naast het kot dus. Merel kon intussen rustig wat zitten lezen of Netflixen of zo, ze zat er op haar gemak.

Van daar ging het nog een klein beetje verder naar Dok Noord voor een drankje en een stukje voze taart op het terras daar, vooraleer we naar de Action gingen om gerief te zoeken voor een booknook die ze moet maken voor de Kleine Cervantes. Oh, en om brood in de Delhaize, waarbij ik blijkbaar niet zomaar mee mocht zingen met de muziek.

En tot slot ging het nog richting Decathlon, want Merel moest dringend nieuwe sportschoenen hebben omdat de vorige te klein waren. En intussen kreeg ze ook nog enkele loopT-shirts, want ze gaat elke zondag lopen, jawel.

Enfin, het was tegen zessen tegen dat we weer thuis waren. Wat een dag…

Poëziecentrum en dergelijke

Merel had voor haar verjaardag een prachtig boek gekregen van Marleen, alleen… had ze het al. Tsja, kan gebeuren. We mochten het gerust gaan ruilen voor een ander, alleen was dat er met alle rugperikelen nog niet van gekomen.

Vandaag hadden we daarvoor wel vastgelegd in de agenda: Merel moest een dag vastleggen in een vlogje voor Duits, en dan liefst niet een doodgewone schooldag. En voilà dus.

Na mijn wekelijkse kine namen we dus de auto – te nat en te koud om te fietsen, vonden we beiden – en parkeerden in de Vrijdagmarkt. In het poëziecentrum keek ze haar ogen uit, en na wat getwijfel ging ze voor een bloemlezing over geluk. Niet speciaal jongerenpoëzie, maar in haar geval hoeft dat ook helemaal niet, ze is net zoals ik helemaal enthousiast over de poëziekalender die ik van Marleen had gekregen, en leest ook trouw de gedichten die daar staan. Ikzelf nam nog een bundel mee uit de afgeprijsde boeken en ik kon ook een bijzonder schattig koffiekopje met een tekst op niet laten staan, toch? Zeker omdat we er ook nog een poëzieposter gratis bij kregen. Merel en ik bladerden even en kozen toen een exemplaar van Herman De Coninck, waarvan ik weet dat het ook een van Barts favoriete dichters is.

Het Merelbord lieten we staan: niet direct een plaatsje voor, en 35 euro is wat veel voor dagelijks gebruik, vonden we. Maar wel mooi…

Bon, we liepen nog tot aan de Zeeman om er te kijken voor nog meer basis T-shirts voor Merel, maar haar maat was er niet meer. Ik nam wel garen mee voor Marnes trui en Merel een set hartjessokken, dus dat was niet tevergeefs. En in de Hema vonden we dan wel drie basics voor Merel, en meteen ook nog een leuke toilettas – ze gaat dit weekend op toneelweekend. Oh, en nu we er toch passeerden, sprongen we snel binnen in de C&A, waar ze een megaleuk hartjesbrillenzakje vond.

We kochten ook nog een warme wafel bij wijze van vieruurtje en keerden zeer tevreden naar huis terug. Succesvolle dag, met boeken en zo, dus dat kon niet mislopen, toch?

Nog steeds Cora Kemperman

Zelfs jaren na het faillissement is de kledij van Cora Kemperman nog steeds mijn absolute favoriet. Ik ben nog steeds moderator van een van de drie tweedehandsgroepen en ik ken er intussen ook wel al een hoop mensen.

Zo heb ik intussen een favoriete verkoopster waar ik dus echt regelmatig kleren van koop, en zij geeft me tegenwoordig zelfs al een preview over de paarse en zwarte dingen in XL die ze online gaat zetten. Zo stuurde ze me twee rokken en en een kleedje door, en ik kon helaas geen nee zeggen. Ik heb eigenlijk al te veel kleren, omdat ik niks kan wegdoen, en al zeker geen Cora.

Maar ik was eigenlijk zelf bijzonder blij met mijn aankoop, en de rok wordt er eentje voor kerstavond en kerstdag, want ik vind die zó leuk…

Al was het maar met het gedicht van een paar dagen geleden in gedachten…

Eventjes ’t stad in

Vorige donderdag ging ik even met Merel in ’t stad. Met de fiets, wel te verstaan, want het was zalig weer en het is net iets makkelijker in de vakantie om je fiets kwijt te geraken dan je auto.

Merel moest vooral nieuwe broeken hebben, want de hare zijn ofwel te kort geworden, of gewoon versleten. Shoppen doen we eigenlijk geen van beiden graag, maar soms is het nu eenmaal nodig, en zij moet broeken echt passen, want ze heeft een mooie ronde kont en een smalle taille, iets wat blijkbaar niet altijd standaard in het aanbod zit. Soit, we hadden vrijwel meteen een deftige blauwe én een knappe zwarte gevonden, en konden ook nog schoenen passen in de juiste maat. Alleen hadden ze die niet in de kleur die ze wilde, zodat we ze dan maar online hebben besteld. Tsja.

We keerden op onze stappen terug, vonden een leuk paar oorringetjes voor Merel, liepen nog even de Pull&Bear en de C&A binnen, kochten nota bene nog een jeans voor Kobe, gingen voor een deftige koffie in de Izy, sprongen nog de Zeeman binnen voor extra wol voor Gwen, plunderden de Hema voor pepernoten en dergelijke, en fietsten een kleine twee uur later opnieuw naar huis. Langer hoeft dat voor ons echt niet te duren, en we hadden meteen wat we wilden. Voilà.

Canada dag 1: de vlucht richting Montréal

Het was vroeg, deze morgen om vijf uur, maar alles verliep eigenlijk stressloos: Kobe was gisteren rond vijf uur eindelijk aan zijn valies begonnen, en ik ook. Merel was al dagen klaar natuurlijk, en ik was nog tot in de namiddag volop aan het wassen, maar bon. Vier grote stuks bagage – twee flexibele koffers, twee sporttassen – en wat handbagage voor vijf man: niet slecht, zou ik zeggen.

De cat- en housesitters zijn uitvoerig ingelicht en zullen wellicht vooral met water mogen sleuren voor de tuin, denk ik, maar ze zagen het volledig zitten.

En wij, wij waren weg tegen zes uur om iets voor zeven vlotjes in te checken bij Air Canada, een tijdje aan te schuiven aan de douane, de veiligheidscontrole, de paspoortcontrole, en dan rustig een koffietje – of iets dergelijks: men is nooit te oud voor Fristi – te drinken en een spelletje kaart te spelen. Goed gelachen!

Enfin, iets na tien steeg ons vliegtuig op, en toen waren we vertrokken voor acht lange uren. Laaaange uren: ik sliep wat, keek een halve film, las wat, sliep nog wat, praatte wat met de veertienjarige Quebecois naast mij – man, wat een accent zeg! – en kreeg tal van tips. Het eten viel best mee, de landing iets minder: ik was goed misselijk maar zag dat eten gelukkig geen tweede keer passeren.

Het wachten aan de paspoortcontrole daar ter plaatse zorgde ervoor dat we nauwelijks hoefden te wachten op onze bagage. Nog wat later hadden we Canadese simkaarten en nog wat later onze grote Chrysler huurauto met meer dan voldoende ruimte voor vijf personen en bagage.

Een dikke twintig minuten later parkeerde ik voor het hotel tussen de hoogbouw van Montréal en konden we inchecken. Het hotel is proper, maar al wat ouder en niet meteen wat we zelf zouden gekozen hebben, maar het is zeker oké. Het heeft gelukkig ook deftige wifi :-p

We gunden mijn rug een kwartiertje rust en gingen toen een paar blokken verder iets eten in Reuben’s Diner, wat ons aangeraden werd door de receptionist als iets waar je zeker om drie uur ’s middags kon eten en waar je je portie niet op ging krijgen. Hij kreeg gelijk.

Het was lekker en meer dan genoeg, maar we voelden onze aderen gewoon dichtslibben… We passeerden even langs een soortement nachtwinkel om wat drinken te kopen en deden een middagdutje, want ik was compleet kapot, en ik niet alleen.

Tegen zes uur gingen we nog voor een wandelingetje, maar niemand had nog maar enige honger, zodat we zelfs niks gingen drinken op een terrasje. We liepen door de hoogbouw, zagen een basiliek, passeerden langs de HABS – ijshockey ploeg van Montréal – gingen boodschappen doen – alleen maar drinken, yoghurt en fruit, niemand wilde iets anders – en waren tegen acht uur al terug, doodop. Niet moeilijk: in Belgische tijd waren we al wakker van vijf uur en was het nu al twee uur ’s nachts.

Heel erg lang heeft het niet geduurd tegen dat we sliepen, daar moet ik eerlijk in zijn…

Cuines 33

“Goh”, zei Bart, “ik heb iets voor ons gereserveerd op het einde van mei, om samen te gaan eten; het staat in uw agenda”.

Ik wist dus hoegenaamd niet wat ik moest verwachten: ik wist dat het in Knokke was en dus redelijk chic, maar niet overdreven. Dacht ik. Want toen we binnenkwamen in Cuines 33, bleek het een sterrenrestaurant te zijn met amper 16 couverts. We werden ontvangen in een soort gezellig salon, en twee van die Franstalige kakdames besloten dat het toch niks voor hen was en bolden het meteen weer af. Daar ging de opbrengst van de avond voor het restaurant, want met 16 couverts komt dat wel aan, ja. Misschien dat ze ook beter een voorschot beginnen vragen?

Enfin, we kregen een aperitief en een reeks hapjes en hadden blijkbaar geen keuze in het menu, wat overigens helemaal niet erg was. Bart had opgegeven dat komkommer een probleem was, maar er stond in de mail dat ze geen rekening hielden met allergieën, tenzij die levensbedreigend waren. Dat is het nu ook weer niet, ik word alleen kotsmisselijk – letterlijk te nemen – als ik ook maar één stukje binnenkrijg. Eén van de hapjes wees ik dus vriendelijk doch beslist af, maar daar nam de chef geen genoegen mee: hij bracht me prompt een ander zonder komkommer. Hij had gedacht dat een beetje komkommer geen kwaad kon, en het is ook niet alsof ik ervan dood ga, ik kan gewoon niet verder eten. Tsja… Maar overslaan was geen optie, daar kon zijn trots als chef niet tegen. En ja, na een paar hapjes begonnen we dat te begrijpen: er was niks bij waarvan we dachten: “Goh, niet slecht…” Alles was meteen op een bijzonder hoog niveau, niet alleen qua presentatie, maar vooral ook qua uitwerking, smakencombinaties, verfijning…

Daarna werden we via een sluisje – waar we in een nis nog een extra hapje kregen – naar het eigenlijke restaurant gebracht. Je zit er met 16 man rond een grote toog waar de koude gerechten worden samengesteld en je dus een schitterend zicht hebt. Bijzonder aangenaam zitten.

Tussendoor werden we even meegenomen naar de keuken om daar te zien hoe alles in zijn werk ging. De chef is trouwens een bijzonder gedreven, aimabele man die, doordat er maar 16 gasten zijn, ook de tijd neemt om even een praatje te slaan, wat extra uitleg te geven, over zichzelf te vertellen, dat soort dingen. Hij is bijzonder gepassioneerd en dat merk je in alles. En de gerechten? Subliem, echt waar. Ik snap niet dat dit restaurant niet bekender is, dat het trouwens geen twee sterren heeft. Voor mij staat dit vlotjes naast mijn favoriet tot hiertoe, Castor, en mag het er eigenlijk zelfs boven staan. Ik heb echt fantastische dingen gegeten…

Na het tweede dessert werden we opnieuw door het sluisje met zeer fijne eetbare sigaartjes richting het salon gebracht, waar intussen een stevige houtrook hing die helemaal de sfeer van een gezellig café laat op de avond weergaf.

En toen volgde nog een reeks friandises bij de koffie.

Man, ik heb zo ongelofelijk lekker gegeten… Bart en ik keken naar elkaar en waren het er over eens: hier willen we terugkomen. Misschien eerst nog eventjes sparen – al valt het voor deze kwaliteit ongelofelijk goed mee – maar ja, hier komen we terug. Echt.

BTW, het menu?

Bon, als ge dus iets te vieren hebt, ge weet waar naartoe. Alleen op tijd reserveren, dacht ik zo.

 

 

 

Kringwinkelgeluk

Eigenlijk was ik van plan Merel gewoon met de fiets naar haar orthodontistafspraak te laten gaan, maar ik was eigenlijk geen halve zak aan het doen en het dreigde te regenen, en dus streek ik met mijn hand over mijn hart en bracht ik haar met de auto. Tsja…

En toen stelde ik voor om nog even langs de Kringwinkel te gaan, maar dan liefst die aan de Reinaertstraat, daar was ik al lang niet meer geweest en die is behoorlijk groot. Merel kende die nog niet, heeft ook een voorliefde voor kringwinkels en dus zei ze ja. Ginder keek ze haar ogen uit: die is echt stukken groter dan de andere. En jawel, ze vond er een boek dat ze wilde hebben, en toen nog één. En ze weet maar al te goed dat ik geen nee kan zeggen tegen boeken. Of muziekinstrumenten, dat ook. En toen keken we ook nog even door de kleren en zag ze een zeer leuke overgooier in zwarte jeans die haar perfect paste. Voor die vijf euro hoefde ze het niet te laten van mij.

In het terugkeren passeerden we nog voorbij de kringwinkel van Mariakerke en hielden we ook daar even halt. En jawel, ook hier werd een boek gescoord, maar ook een bijzonder fijn zwart chique kleedje voor haar, een Little Black Dress, als het ware. Ze stond te springen van contentement, en dan maakt ook mijn moederhart van die kleine blije sprongetjes.

Een dochter, het is toch echt iets anders dan twee zonen, geloof me.