Bedenkingen bij de vakantie in Sorrento

* Het is onvoorstelbaar hoeveel afval zo’n groot hotel moet produceren… Twee keer per dag worden onze vuilbakjes geleegd met een vers plastiekzakje, twee keer per dag krijgen we verse handdoeken – hoewel we ze netjes ophangen en dus volgens de kaartjes geen verse zouden moeten krijgen – die telkens weer in plastiek zijn verpakt, en dan is er al het verpakkingsmateriaal voor individuele porties en zeepjes en zo… Ik voelde me daar eigenlijk niet zo goed bij.

* Italianen zijn maf op de weg, maar dat is niks nieuws. Ze steken voorbij op de meest onmogelijke plaatsen, parkeren op de meest onmogelijke plaatsen en verkeersborden en rode lichten zijn louter indicatief. Maar wat me wel opviel, is dat ze zich op bijvoorbeeld de autostrade wel telkens aan de snelheid hielden, een uitzondering niet te na gesproken. Veel meer dan hier in België. En nee, er stonden geen flitsers en er was geen trajectcontrole. Op plaatsen waar je 100 mag, reden velen zelfs maar 90.

* De wegen zijn er in slechtere staat dan bij ons, behalve dan de tunnels, en de bochten zijn niet te tellen. Ik vond de geschatte reistijd van 50 minuten voor de 23 kilometer naar Pompeii behoorlijk maf, maar die blijkt te kloppen. Tsja…

* De Vesuvius is echt wel gigantisch dominant over de Baai van Napels. Ja, er liggen andere heuvels en bergen, maar niet op die manier. Je kan niet anders dan onder de indruk zijn.

* Sorrento en Positano en Amalfi en zo zijn echte toeristenvallen. Nu, wij hebben geen recht van spreken, we waren er ook toerist, maar het was veel erger dan in pakweg Rhodos of Parijs of eigenlijk om het even waar ik het al gezien heb. Ugh.

* Het kan de periode van het jaar geweest zijn, maar het was er eigenlijk, naast warm, vooral ook vochtig. Mijn haar begon telkens spontaan te krullen. En ja, het had al sinds april niet meer geregend, maar net toen wij er waren, heeft het drie dagen toch wel behoorlijk gestormd. Gelukkig enkel in de avond, maar toch…

* Italië is arm. En vuil. We zijn een paar keer door dorpjes gereden waarbij ik soms mijn ogen uitkeek. En wanneer je in Napels afwijkt van de geijkte toeristenpaden, zie je ook wel wat. Op een bepaald moment passeerden we een huis dat precies op instorten stond, wij dachten dat het verlaten was, door het open raam zagen we echt stof en vuiligheid, en toen bleek er een vrouw te zitten… Het ligt er ook echt overal vuil: vuilbakken zijn voor toeristen, in elke berm liggen er flesjes en plastiekzakken en, tsja, afval.

* Mozzarella en tomaten mogen dan super lekker zijn, na negen dagen vrijwel niks anders gegeten te hebben, heb je er genoeg van. Blijkbaar is dit wat toeristen willen, want je ziet de Caprese echt overal in alle vormen, en soms niet meer dan dat.

* We hebben er zo goed als geen dieren gezien. Ja, veel katten, de occasionele hond, en dat was het zo een beetje. Muggen ook, en hagedissen, maar meer dan dat? Nope. Geen koe, geen geit, geen paard, zelfs geen ezel. Ik vond dat vreemd…

* Naar Pompeii moet je gaan op een dag dat ze spreken van regen: het was er eigenlijk absoluut niet druk. Fijn fijn fijn!

* Een king size bed, ik zou dat wel gewoon kunnen worden, ja.

* Sorrento is de hoofdstad van de limoncello, en ik denk niet dat er iets bestaat dat ze daar niet in citroenvorm hebben of bedrukt met citroenen. Sommige winkeltjes waren énkel aan de citroen gewijd.

* Italiaans ijs is écht wel lekker, maar soms een beetje te overweldigend van smaak. De aardbei bv. was echt in your face, voor mij mag het wat romiger. De gekste smaken ook, trouwens.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *