We doen het niet vaak genoeg, samen gaan cachen: er zit altijd wel iets in de weg. Maandag deed de rug het niet echt vreselijk goed, maar bon, cachen in een stad moest wel lukken, dacht ik. Ik pikte dus tegen half twaalf Véronique op aan het station, we laadden de fietsen op de auto en reden naar Terneuzen. Daar kan je net buiten de stad, aan het water, gratis parkeren, ideaal om dan met de fiets de stad in te rijden. Wat we dus ook deden, op zoek naar een lunchplekje. Nu, veel is er blijkbaar niet open op maandag, het was er redelijk doods, vonden we.
Toch verzeilden we in een toch wel speciaal café met nogal wat aparte spulletjes, waar we kibbeling aten, de Nederlandse versie van fish and chips. Lekker, geloof me!
Het was eigenlijk allemaal behoorlijk grijs, redelijk guur en somber, met af en toe zelfs een druppeltje, maar dat lieten we niet aan ons hart komen. Ik had op voorhand een hele route uitgestippeld van labcache naar labcache, waarvan we een stuk te voet konden doen en daarna een stuk met de fiets. En ja, we zagen stukjes Terneuzen – alleen het topje hoor, niet de echte commerciële binnenstad – die we anders nooit hadden gevonden.
Toen vond mijn rug het wat welletjes en gingen we de fiets op voor eerst nog een toertje in de stad en dan een prachtig tochtje langs het water en diverse caches. Maar man, mooi dat het daar is om op die Westerschelde de schepen te zien passeren… Het klaarde intussen ook helemaal op, we genoten van de zon.
We fietsen verder en kwamen langs een prachtig, maar echt prachtig beeld naar de Vesaliusman, en voorbij het brutalistische gemeentehuis.
Toen begon het stilaan donker te worden, waren we nogal moe, zag mijn rug het niet zo heel veel meer zitten, en gingen we op zoek naar een koffie.
In het passeren zag ik een bizarre gevel, waarop we onze remmen toesloegen, onze kar keerden en binnen gingen bij Bee. Maat, dat heb ik nog nooit gezien. Het hele cafeetje was versierd met koperen pannen, potten, lustertjes, brocante, kerstboomlichtjes en twee grote gezellige zetels. En de barvrouw? Die was, denk ik, in de tachtig, met een bos witte krullen, een luipaardonesie en een dikke saf in haar mond. Roken kon er blijkbaar wel :-p
Ik vroeg een latte, en ze schoot in de lach: enkel een bakkie koffie. Vero wou thee, maar daar deed ze niet aan: ze vond dat ze geen geld kon vragen voor een klets heet water met een zakje in. En toen ik vroeg of ik met kaart of payconiq kon betalen, schoot een van de andere klanten in de lach. Niet dus.
Maar het was een heerlijke, heerlijke afsluiter van een prachtige, zij het vermoeiende dag. Dit is er eentje waarvan mijn mentale batterijen helemaal opladen. Op naar de rest van de vakantie!