Ziek

Jawel, ’t is weer van dat. Al sinds gisterenavond ben ik zo misselijk als wat. Geen koorts, geen hoofdpijn, niet echt spierpijn, maar wel misselijk. En maagpijn, en gigantisch veel boeren laten, blergh. Veel heb ik dan ook niet gegeten. En bij momenten door en door koud.

Grieperig voelt het eigenlijk niet, ik denk eerder in de richting van een maagontsteking of zo.

Soit, wat het ook is, ik voel me niet zo bijzonder lekker. Ik heb op mijn tanden gebeten en eten gemaakt voor de jongens, en Wolf afgezet en opgehaald aan de muziekschool, en een pakketje afgehaald en brood gekocht en zo, maar echt vlot ging het niet.

Ik ging zelfs op de rugby blijven voor de oudervergadering, maar heb dan toch maar wijselijk de jongens gewoon afgezet en ben terug naar huis gereden, om me plat in de zetel te draperen.

En dan merk ik weer dat ik de liefste vent ter wereld heb: hij is Merel gaan afhalen, heeft haar boterhammetjes gegeven en in bed gestopt, en is toen de jongens gaan halen, met daarna hetzelfde scenario.  En toen is hij mij een dekentje en een warm kersenpitje komen brengen en zo. Ik voelde me mentaal al heel wat beter, de lieverd.

Mereltje toch.

Dat wij nog wat gaan tegenkomen met dat kind, ik zeg het u!

Ze was zondag dus behoorlijk ziek als in: serieus wat overgegeven, maar verder had ze de hele dag flink gespeeld. Maandag heb ik ze dan ook gewoon naar de creche gebracht, want ze gedroeg zich normaal, speelde en taterde zoals anders, en moest niet meer overgeven. Alleen was ze niet in haren eet: dat kind kan ongelofelijk eten, vier grote boterhammen ’s avonds zijn geen uitzondering. Haar fles melk van 300 ml had ze uitgedronken, maar boterhammetjes had ze afgeslagen. Soit, ik hield mijn hart vast en mijn GSM binnen handbereik, maar de creche belde niet. Alleen wist Cindy ’s avonds wel te vertellen dat Merel vrijwel niks had gegeten de hele dag.

Idem dinsdag en woensdag, en dinsdag ook nog een heel, heel erg lopende kakbroek. Maar geen koorts, geen extreme hangerigheid of gezaag, gewoon een beetje kalmer en lustelozer dan anders. Hmm.

Toen ik Merel donderdagmorgen ging afzetten, kreeg ik de volle laag van de creche. Dat het niet verantwoord was en getuigde van weinig respect naar de andere kinderen dat Merel nog steeds kwam, dat het kind ziek was, en dat ik ze thuis moest houden. Uhhuh. Ik kan wel geen verlof pakken in ’t onderwijs, en ik kan ze thuis ook moeilijk aan een haakje hangen. En voor een oppas van het ziekenfonds moest ik een doktersbriefje hebben, maar de dokter ging écht niks verkeerds vinden aan mijn vrolijk taterend en spelend kind. Die bovendien de avond voordien drie stevige boterhammen had binnengespeeld, en bij mijn weten een min of meer normale stoelgang had.

Enfin, ik kon de dame van de creche kalmeren en overtuigen om Merel toch aan te nemen (die al vrolijk gaan spelen was, overigens), maar mocht er weer zo’n vreselijke waterkakbroek zijn, ging ze me verwittigen en zou ik mijn leerlingen wel richting studie sturen. En ik beloofde ook om Merel tegen half vier of zo af te halen.

Soit, geen telefoontje gehad, alles bleek in orde, en ik haalde Merel dus op. Vandaag, vrijdag, ging ik haar thuis houden: ik moest niet lesgeven, had wel een vriendin op bezoek, maar het ging wel lukken, en we vertrokken toch op weekend rond vier uur.

Bon, Merel sliep dus tot een uur of negen, ging daarna onder luid protest in bad, en was maar kalm te krijgen door de belofte dat ze dan mee mocht naar de winkel en in de kar mocht zitten. Merel dus mee naar de Delhaize, helemaal vrolijk en opgewekt. Tot we daarna terug de garage indraaiden, ik de motor aflegde, en vrolijk uitriep: “We zijn thuis!” Ze keek me verschrikt aan, schudde heftig het hoofd, en riep: ‘Nee! Nee, mama, nie tui!” Toen ik haar uit de autozetel plukte, begon ze hartstochtelijk te huilen. Ik begreep maar niet wat ze wilde, maar in de keuken nam ze opnieuw haar jas, en begon tegen de garagedeur te duwen. Toen ik die opende, ging ze naar de garage, en bleef ze daar staan huilen aan de auto. Pas na enig denkwerk stelde ik haar de vraag: “Mereltje, wil jij soms naar Cindy?” Waarop een langgerekt en opgelucht: ‘Jaaaah!” volgde. Toen ik haar probeerde uit te leggen dat dat geen optie was, bleef ze hardnekkig in de garage staan huilen, en ging ze er uiteindelijk zelfs bij zitten. Ik heb na tien minuten dan toch de telefoon gepakt en naar de creche gebeld en de situatie uitgelegd. Cindy toonde begrip, en ik mocht Merel alsnog brengen, met de belofte dat ik haar ging komen halen als ze lastig werd.

En dus ging een opgeluchte, door haar tranen heen lachende Merel even later trots de creche binnen, naar haar speelgoed en haar vriendjes. En had ik een bijzonder rustige, fijne middag met mijn vriendin, en kon ik vooral rustig koken.

Man man man. Wat een karakter!

Hmpf.

We waren van plan om vandaag naar het Gravensteen te gaan (en meteen eens op de laatste dag van de solden te kijken voor een nieuwe bikini, want de sluiting van de mijne is kapotgesprongen in Tunesië), maar toen voelde Kobe zich niet lekker. Buikloop, zelfs bijna overgeven, en jawel, 38° koorts. Veel is dat niet, maar ik heb het ventje toch maar lekker in de zetel geposteerd. Hij ziet er slapjes uit, wil niks eten, en spurt om de zoveel tijd naar het toilet. Geen goed idee om ons buitenshuis te begeven dus.

De uitstap (en de bikini) zal voor een andere keer zijn. Ach ja. De tuin kan er maar wel bij varen. We gaan er eens invliegen vooraan, en de helft van die overwoekerde struik wegsnoeien. Wolf staat al te popelen om te helpen.

Ziek

En nu is Bart ziek, en redelijk serieus ook. Hij was de voorbije dagen al niet in optima forma, maar vandaag is hij geveld. Koorts, mottig, en de hele nacht overgeven, helaas. Hij klaagt er ook over dat hij keelpijn heeft, en dus ga ik morgen de dokter laten komen, om zeker te zijn dat het toch ook geen keelontsteking is, zoals bij mij.

Ik denk dat het een stevige buikgriep is. Hij is in elk geval behoorlijk ellendig, den duts.

Ziek

Ik voelde me al een paar dagen slapjes, en had moeite om me te concentreren. Nu, dat laatste komt wel vaker voor, maar vormt wel een probleem als je met stapels examens zit die moeten verbeterd worden. Gisteren had ik een ruwe keel, maar ik stak dat op slijm dat van mijn neus naar beneden in mijn keel kroop, wat ervoor zorgde dat ik moest hoesten en schrapen.

Tot ik deze morgen opstond. Een echt zere keel, een dikke rechteramandel, en een mottig gevoel. Dokter dus.

Die keek in mijn keel, en verschoot precies: het was niet enkel die ene amandel, het waren beide amandels én de huig en keelwand die onder de witte spikkels zaten. Verdict: een stevige keelontsteking, en dus zware antibiotica. En normaal gezien veel rust en slapen, maar helaas, die examens verbeteren zichzelf niet. Ik kan het me echt niet permitteren ziek te zijn.

Pech zeker?

Ziek Mereltje

Merel had al een paar dagen vlekjes in haar gezicht, precies een soort acné of zo. Ik maakte er niks van, ze sliep al een paar nachten wat onrustig, en ik dacht dus dat het gewoon vermoeidheid was.

En toen bleek ze zondag plots één rood vlekje met een puntje/blaasje op haar rug te hebben. Windpokken? Het zou best wel eens kunnen, het doet de ronde links en rechts momenteel. Ze was nochtans absoluut niet ziek, wel speels, vrolijk, goedlachs, en actief.

Forward maandagnamiddag: rond een uur of vier had de crèche gebeld, maar mijn telefoon stond stil, en pas rond twintig over vier had ik het gezien. Meteen teruggebeld, en ik hoorde haar al brullen in de achtergrond. Ze had daarstraks nogal enthousiast gans haar bedje ondergekotst, en was nu compleet overstuur. Toen ik een goeie vijf minuten later arriveerde, was de rest van de kinderen netjes appeltjes aan het eten, en lag zij op haar zij in de zetel, duimpje in de mond, beestje in haar armen. Ze reageerde zelfs niet toen ze me zag. Ook thuis bleek ze een complete dweil te zijn: zelfs toen Wolf haar riep, keek ze niet eens om.

Ik heb ze maar onmiddellijk in haar bedje gestoken, met een dankbare blik tot gevolg. En toen sliep ze. Van half vijf tot elf uur, jawel. Toen werd ze wakker, slobberde twee flessen melk naar binnen (500 ml, echtig waar), at van ver een korstje brood, speelde even (vrolijk en goed gezind), en lag tegen kwart voor twaalf weer in haar bed. Om pas wakker te worden om half zeven.

Mijn moeder stond stand by om een eventueel nog serieus zieke Merel op te vangen, maar ze was bijzonder vrolijk, speels, actief, at met smaak en lachte, en dus mocht ze naar de crèche. Daar bleek alles normaal te zijn, behalve dat ze voortdurend een lichte verhoging had, 37,5° en zo.

Tsja. Een virusje zeker?

Stand van zaken

Daarstraks ben ik dus bij de internist geweest. De neurologe had me doorgestuurd, omdat ze er toch niet gerust in was. De man in kwestie, joviaal maar toch zeer professioneel, luisterde aandachtig, bekeek bloed- en urinewaarden, en besloot dat het een virale infectie was (geweest). Aangezien er duizenden verschillende virussen bestaan, was de kans om te achterhalen welk virus had toegeslagen, bijzonder klein. En aangezien je tegen de meeste virussen toch niks kan beginnen, was dat ook verloren moeite.

Hij concludeerde dat ik het daar maar bij moest laten, tenzij de klachten verergerden. Maandag ging ik probleemloos voor de klas staan, al kon de vermoeidheid en het oedeem nog wel enige tijd aanslepen. Mijn bloedwaarden waren goed tot zeer goed, ik zou gezond moeten zijn. Alleen cholesterol en ijzer waren nogal laag, maar niks alarmerends. Hij bestelde nog wel bijkomende tests voor reuma en artritis, omdat mijn gewrichten toch nog wel pijn doen.

En ik moest het wat rustigjes aan doen. Ook weer niet té rustig, want dat was dan weer niet goed voor de bloedsomloop en het oedeem.

Allez bon.

Waar is House als ge hem nodig hebt, hm?

Memorabel nieuwjaren

Kobes peter, Dirk, moest nog komen nieuwjaren, en we hadden vandaag afgesproken. Die afspraak lag al van in december vast, en Kobe keek er enorm naar uit.

Dat ik zonder klank zit, ging de pret niet drukken: Bart was er per slot van rekening ook nog.

Dacht ik.

Want rond een uur of tien in de voormiddag begon Bart zich plots misselijk te voelen, met buikkrampen, en kroop hij in zijn bed. De kinderen waren gelukkig rustig, zodat ik op ’t gemak mijn lasagne kon afwerken.

Tegen twaalf uur riep ik Bart op, maar die zag maar bleekjes, en rond half een waren Dirk en Ilse hier, mét heerlijke aperitiefhapjes en een fles champagne. Bart zat erbij en keek ernaar, en was ook weinig van zeg. Gelukkig waren de kinderen dolenthousiast over het cadeautje van peter Dirk: het spel Skylanders voor de Wii, met in totaal vier ventjes.

Na het voorgerecht – scampi’s geflambeerd in de pastis – zag Bart er intussen zo lamentabel uit, dat hij maar weer in zijn bed is gekropen. De tafelconversatie was zo een beetje bizar: geen gastheer, en een gastvrouw die niet mag spreken. Goed bezig :-p Gelukkig lieten Dirk en Ilse het niet aan hun hart komen, en genoten ze van de grote schotel verse lasagne met massa’s groenten.

Na die hoofdschotel werd het nieuwe spelletje opgestart, en Wolf was er meteen mee weg, het was een plezier om naar te kijken. Naar het dessert – een schitterende chocoladetaart – keken de jongens zelfs met moeite om, zó wijs was dat spelletje.

Dirk en Ilse zijn nog gezellig blijven plakken tot rond een uur of vijf, zo’n groot impediment was mijn spraakgebrek dus blijkbaar nog niet.

Ik had in elk geval een fijne middag, en de kinderen ook. En Bart? Die is blijven slapen tot zeven uur, heeft dan wat gegeten, en is dan opnieuw in de zetel gekropen onder een dekentje. De duts.

Stemproblemen

Ik zat het eigenlijk al een paar weken te zeggen, dat mijn stem niet goed aanvoelt. Door de steeds terugkerende keelontsteking viel ze nu eigenlijk acuut weg: ik ben behoorlijk hees.

Deze voormiddag had ik een afspraak bij mijn vaste oor-, neus- en keelarts, degene die me ook negentien jaar geleden heeft geopereerd aan diezelfde stembanden. Ik hield mijn hart vast, en jawel: een beginnende stembandknobbel op mijn rechterstemband.

Oi.

Ik moet een week zwijgen – ‘stemrust’, zoals dat zo mooi heet, en dan ging hij wel zien. Hopelijk is het daarmee opgelost. Daarna ga ik, ook al heeft de dokter dat nog niet vermeld, terug naar de logopedist. Eens kijken of mijn stemgebruik nog altijd ok is, en of het niet moet bijgestuurd worden.

Ik hoop maar dat het niet te maken heeft met mijn switch eerder dit jaar binnen het koor van tenor naar alt. Want tenor mag ik er niet meer zingen, wegens afwijkend stemtimbre. Zucht. Ook dit ga ik laten nakijken door mijn logopedist.

Soit, mijn eerste beroepsziekte is een feit. Zowat de enige die een leerkracht Latijn kan hebben :-p

Thuis.

Ik zit thuis. De hele week. En ik kan u niet eens vragen om koffie te komen drinken, want ik moet zwijgen. Allez, toch zoveel mogelijk, niet zo strikt als destijds na mijn stemoperatie.

Ik sukkel nu al meer dan een maand met mijn keel en bovenste luchtwegen. In december had ik een knoert van een sinusontsteking, in die mate zelfs dat mijn tanden er serieus pijn van deden. De dokter schreef me amoxicilline voor, een stevig antibioticum.

Begin januari was het opnieuw zover: sinusitis en keelontsteking, en deze keer was ik zelfs compleet geveld, in die mate zelfs dat Bart een dag is thuisgebleven om voor de kinderen te zorgen. De dokter schreef me een zwaarder antibioticum voor, iets dat – dixit de bijsluiter –  enkel mag gegeven worden als gewone antibiotica niet meer helpt. Hmpf.

Vrijdagavond had ik het weer zitten: mijn beide amandelen begonnen serieus dik te staan, mijn ganse keel stond in brand, en de sinussen, tsja, daar zwijgen we over. Ik heb Orofar genomen, mijn neus gespoeld, en het voorlopig daarbij gelaten. Zaterdagavond had ik verplichtingen, zodat ik mezelf heb opgepept, en ook zondag kon/wilde ik er niet onderuit. Maar na de wedstrijd ben ik braafjes onmiddellijk naar huis gegaan, en niet meer mee uitgeweest. Het mocht niet baten.

Vanmorgen was de keel nog steeds dik, zij het ietsje minder. Ik ben naar de huisarts gegaan, en die stelde nog maar eens hetzelfde probleem vast. Antibiotica had geen zin, zei ze, aangezien het wellicht viraal was en ik toch niet bleek te reageren, en ze verwees me prompt door naar de ORL. Groot gelijk. Want ik was toch al van plan te gaan: mijn stem lijdt ook onder het voortdurende geproest en geschraap. Ik wilde het nog even aanzien omdat de eerste week na de kerstvakantie altijd wel zwaar voor de stem is, maar intussen wordt het alleen maar erger. Mijn stem is mijn werkinstrument, per slot van rekening.

En dus zette de huisarts me meteen ook gewoon een week thuis. Oei. Dat had ik eigenlijk niet verwacht. Een combinatie van rusten, zwijgen en weerstand opbouwen. Om zowel de stem, de keel als de sinussen en de algemene weerstand een kans te geven zich te herstellen.

Mja. Ik klaag niet. Ha ja, want ik mag niet spreken. Of toch niet veel.