Thuisgezet

Vandaag had ik dus eigenlijk examen van mijn zesdes moeten afnemen, maar ik kan nauwelijks stappen, dus werken zat er helemaal niet in. Nu ja, die zesdes kennen mijn examens en mijn vraagstelling, ik denk niet dat er sowieso vragen gingen zijn.

Maar de dokter die op huisbezoek kwam, was formeel: rust. Mijn spieren staan allemaal keihard en dus schreef hij me Voltaren voor tegen de ontsteking en de pijn en vooral ook Diazepam om die spieren te ontspannen. Met de hele duidelijke waarschuwing dat ik dat maximaal vijf dagen mag nemen, want benzodiazepines zijn zeer verslavend. Ik ging het effect wel snel voelen, zei hij.

Hij ging me meteen thuis zetten tot eind december, maar de 20ste was voldoende: daarna was het toch vakantie. Maar ik moet het dus echt rustig aandoen, ook wanneer de rug verbetert, want die moet echt eerst weer helemaal op zijn plooi komen.

Verbeteren zit er sowieso niet in, maar ik ga zien hoe ver ik geraak. School kan het me per definitie niet kwalijk nemen als ze niet verbeterd zijn, want ik ben in ziekteverlof. Hell, andere collega’s zouden het ook niet doen en hebben het in het verleden ook vertikt. Ik ga in elk geval proberen de derdes en de vijfdes te doen, voor de rest zien we wel.

En de klassenraden en de rapporten en zo, dat zal helaas verdeeld moeten worden onder de collega’s, want ook dat gaat niet lukken.

Geen fijne afsluiter van het eerste semester, maar bon, het is niet alsof ik daarvoor gekozen heb.

Balen

Zucht.

Ik baal als een stekker, maar het zat eraan te komen: de dokter heeft me twee weken thuis gezet. Eigenlijk wilde ze dat nog langer, maar ik wil mijn leerlingen minstens nog één keer zien voor de examens beginnen.

De rug doet het namelijk nog steeds absoluut niet, integendeel. Vorige week maandag was ik naar de arbeidsgeneesheer geweest, en die had me aangeraden om tegen de acute rugpijn – heviger dan anders – tien dagen ontstekingsremmers te nemen, zodat de veronderstelde ontsteking zou genezen. Alleen mag je dan misschien niet zo actief blijven als ik wel gedaan heb, denk ik dan. In de vakantie heb ik me koest gehouden, maar er waren de heftige repetities voor het koorconcert waar ik misschien wel koppiger geweest ben dan verantwoord was. Aan de andere kant: voor dat ene stuk waren we echt met weinig tenoren en konden ze me écht wel gebruiken. En als ik een engagement aanga, probeer ik me daar ook aan te houden.
Gisteren vroeg onze huidige – waarnemend want de eigenlijke directeur is ziek – directeur of het ging, en ik moest toegeven dat ik op mijn tandvlees zat, dat ik bij momenten misselijk was van de pijn, en dat ik de schoolraad ’s avonds niet zag zitten, maar die wel online vanuit mijn zetel wilde bijwonen. Nu, ze kent me ook wel al een beetje en zei dat mijn gezondheid prioriteit kreeg, dat ze begreep dat ik zo vlak voor de examens eigenlijk niet wilde opgeven, maar dat ik altijd online mocht lesgeven, dat ze dan wel voor de praktische kant gingen zorgen. Ze wist dat dat vlot ging van tijdens de coronaperiode, en als dat me zou helpen, dat dat dus ook kon.
Wel, dit is nog maar eens een bewijs van warme school. Echt, mijn school -welke tekortkomingen er ook mogen zijn zoals op elke school – mijn school is de warmste die ik ken. Zorgzaam, meedenkend, oplossingsgericht…
Gisterenavond zat ik dus vanuit mijn zetel de schoolraad te volgen, deze morgen gaf ik gewoon les, maar het ging moeizaam. En toen ging ik dus naar de dokter. Die gebood me onmiddellijk te stoppen met die ontstekingsremmers – uw lever en nieren reageren daar niet zo goed op, tien dagen is zowat de limiet –  en zette me thuis. Ze ging dat doen tot minstens begin december, maar op mijn duidelijke protest heeft ze dat beperkt tot en met de dinsdag, zodat ik nog drie dagen kan lesgeven en zowel mijn derdes, vijfdes als zesdes nog één keer in levenden lijve kan zien voordat ze examens hebben. Dat helpt altijd tegen de zenuwen en de stress, en vooral mijn derdes hebben daar nood aan, want die hebben nog nooit een examen Latijn gehad en zijn nu al aan het panikeren.
Ik mag dus ook online lesgeven aan mijn hogerejaars, en ik mag gelukkig ook nog uitstapjes doen, zolang ik maar mijn grenzen bewaak. Ik mag zelfs gaan larpen – oef! – omdat ik daar mijn eigen grenzen kan aangeven en kan gaan liggen wanneer ik dat zelf bepaal. Ik heb wel even moeten uitleggen wat larpen was, en ze moest lachen. Maar het mag dus, als ik zelf vind dat het kan.

Maar ik vind het ronduit klote. Ik wil werken, ik wil lesgeven, ik wil leven op mijn eigen tempo zonder dat mijn rug dat bepaalt. Of nog meer bepaalt dan dat hij nu al doet, want alle fijne dingen en feestjes en babyborrels de voorbije weken heb ik toch al moeten afzeggen. Geen Halloweenfeestje bij Bart en Birgit waar ik zo naar uitkeek en waar ik al helemaal een outfit voor had, geen babyborrel van de kleine Suze bij Philip en Margaux, wellicht ook geen Kommil Foo morgen met de Cultuurcel van de school.

Serieus.
Kloterug.

Het betert stilaan, maarre…

Wees al een dag of vijf geveld door de griep. Voel u op dag vijf wel wat beter, goed genoeg om te douchen, u aan te kleden en wat werk te doen. Raap uzelf samen om uw dochter naar de blokfluitles te voeren, want een uur stilzitten en lezen bij een koffie moet nog wel lukken.

Bestel u bij uwe koffie een stuk cheesecake omdat die er zo goed uitziet en ge toch nog geen vieruurtje hebt gegeten. Neem een hap van de bijzonder smakelijk uitziende taart. Realiseer u pas dan dat ge eigenlijk al vier dagen niks meer smaakt.

Zucht eens diep.
Het uurtje in de Labath was meer dan genoeg, ik ben thuis gekomen en in mijn zetel geploft. Het koor, dat lukte sowieso niet meer, al was het maar omdat ik nog stevig aan het sniffelen ben en dat ik al zingend misschien wel wat microben zou verspreiden. En wie weet is het toch corona?

Nope

Nee, het is het nog steeds niet oké vandaag. Ik ben om zes uur opgestaan om Bart naar het station te voeren – hij gaat een drietal dagen naar Londen – en het terugkeren was toch eigenlijk puur op wilskracht. Ik ben onmiddellijk gewoon weer in mijn bed gekropen, compleet met opnieuw mijn slaapkleedje aan en al. Ik heb geslapen tot elf uur, en echt wel diep. Serieus.

Gelukkig zag Kobe het zitten om quiche te maken – Bart had al boodschappen gedaan en alles voorzien – want het ging echt wel niet. Ik doe er Kobe eigenlijk zelfs een plezier mee, want quiche is met ruime voorsprong zijn favoriete gerecht en hij maakt hem ook perfect klaar.

En met spijt in het hart moest ik ook verstek laten gaan voor de dansvoorstelling van de Cultuurcel. Ik had het bijzonder graag gezien in het  Concertgebouw Brugge, Tao Dance Theatre, maar het zou echt niet gelukt zijn.

Ik heb dus liggen balen in mijn zetel. Lamlendig.

Blergh

Allez hup, dag drie is dus nog ellendiger dan dag twee. Als in: opgestaan om medicatie te kunnen nemen, want het geklop in mijn sinussen doet een drilboor alle eer aan. En nee, ik kan de meeste medicatie niet nemen wegens glaucoom.

Ik kruip gewoon terug. Meh.

Lamlendig

Vandaag voelde ik me pas helemaal ellendig. Ik heb deze ochtend naar school gebeld met de boodschap dat ik zeker niet kon komen werken, heb vooral geslapen en lamlendig in de zetel gelegen, en heb me in de namiddag naar de dokter gesleept.

Die bekeek me even, checkte mijn keel en oren, luisterde naar mijn symptomen – gisteren keelpijn, vandaag vooral hoofdpijn, spierpijn, verstopte neus, smaakverlies, maar geen koorts en geen verminderde eetlust – en verklaarde: “Griep. Of corona, maar daar testen we toch niet meer op, de behandeling is toch dezelfde, namelijk: rusten. Veel slapen, veel drinken, desnoods een pijnstiller nemen tegen de mottigheid, en rusten. Ge zijt oververmoeid. Ik ga u dus thuis zetten tot het einde van de week.”

Euh.

Goed dan?

Ik heb wel vrijdag een presentatie voor de School of Branding en die ga ik echt wel geven, maar bon. We zien wel hoe ik me tegen dan voel, want eigenlijk was dat ritje met de auto naar de dokter al niet verantwoord: de concentratie van een oververmoeide dodo.

En dan ga ik nu terug in mijn zetel, als het voor u gelijk blijft. Mijn lijf doet pijn.

Keelontsteking, jawel

Eergisteren zei ik nog dat mijn stem zo zwoel klonk, gisteren en vandaag ging het alweer een pak minder…
Mijn keel doet namelijk gemeen zeer, mijn stem is bijna volledig weg, en ik voel me ook niet zo super…
De dokter was formeel: keelontsteking, twee dagen thuis, huis niet verlaten, veel slapen. En als ik te veel tegenstribbelde, ging ze er vier dagen van maken.
Ik heb braaf ja gezegd…
En waarom ben ik dan gisteren niet naar de dokter geweest? Wel, ik had gisteren en deze voormiddag mondeling examen, iets wat geen collega kan overnemen. Ik moet gelukkig zelf niet veel zeggen, maar toch… Ik heb dus vooral op mijn tanden gebeten en alles zeer stilletjes gezegd.
Deze namiddag en morgenvoormiddag had ik eigenlijk nog les, de laatste lesjes in mijn tweede en een van mijn eerstes, maar dat gaat dus niet door. Ik had heel graag die laatste lessen nog gegeven, maar helaas, mijn stem heeft het gewoon compleet opgegeven. Ik heb me dan maar ziek gemeld.
Hopelijk is na het weekend de stem wel weer van de partij, want maandag heb ik opnieuw mondeling examen. Tsja…

Eventjes niet

Deze morgen, toen ik opstond om kwart over zeven, dacht ik nog dat het wel zou lukken. Maar na een douche, bij het ontbijt, werd het vrij duidelijk dat lesgeven er vandaag niet in zou zitten: de rug werkt echt niet mee. Niet dat ik scheef loop of zo, zoals wanneer de hernia’s lastig doen, nee, het is gewoon de constante pijn van alle spieren en de ruggengraat zelf die het niet doet. Lesgeven is op die manier echt moeilijk, want ik kan me zelf voor geen meter concentreren.

Ik heb tegen kwart voor acht gebeld naar school dat het niet zou lukken, en kreeg heel begrijpelijk onder mijn voeten: Peggy was net klaar met de vervangingen en mocht dus herbeginnen. Sorry!

Ik heb zowat de hele dag in de zetel gelegen: geblogd, de website van de school bijgewerkt, wat cursus geschreven, wat gelezen… Ook de was van de OpenSchoolDag gedaan, ja: alle Romeinse kledij moet telkens gewassen worden, want die wordt vrij intens gebruikt die dag.

Ook al was het mooi weer, ik ben niet echt veel buiten geweest: de rug moet echt warm blijven. Maar toen Merel thuis kwam, zijn we toch naar buiten getrokken: ik met een dekentje tegen de rug in de zetel, zij in de kist. Ze past er nog steeds in en ze vindt het daar om een of andere reden zalig om te liggen.

Kobes, caches en confituur. En ook wel voetbal, ja.

Blijkbaar was het iets te veel voor Kobe de voorbije dagen: wellicht de warmte? In elk geval voelde hij zich gisterenavond niet zo lekker, heeft ook niet gegeten, en datzelfde geldt voor deze morgen en deze middag. Tot zover de plannen om samen naar ’t stad te fietsen en daar iets te eten. Goh ja, de vakantie is nog lang…

Ik wilde echter nog aardbeienconfituur maken, maar vond al een paar weken geen confituuraardbeitjes. Tsja. Op algemeen aanraden ben ik naar Ertvelde Tervenen gereden, toch wel een eindje weg, maar als ik dat kon combineren met cachen, waarom ook niet? Ik baande me een weg door de mais – die blaren snijden nog serieus! – sloeg wat tengels plat, en vond vier caches op toch wel hele mooie plekjes.

De aardbeitjes stonden niet goedkoop – 2.5 euro per bakje – maar waren echt wel topkwaliteit. Ik heb ze ’s avonds tijdens de match – ne mens moet toch iets doen, nee? – gesneden en in de pauze verwerkt tot confituur. Mooi meegenomen, en bijzonder lekker. En Kobe, die voelde zich een pak beter en speelde vlotjes een grote omelet binnen. Oef.