Lectuur: “Stone and Sky” (Rivers of London #10) van Ben Aaronovitch

In 2020 had ik zowat de hele reeks van de Rivers of London erdoor gejaagd, kwestie van fijne, snelle, hedendaagse magiërslectuur te hebben. Het is duidelijk anders dan pakweg de Cèsar Hawke of Harry Dresden, gewoon omdat het Brits is, en bij momenten zelfs oerbrits, en daar ben ik dus echt wel door gecharmeerd.

Dit tiende ‘echte’ boek – er zijn tal van novelles, graphic novels en zelfs een luisterboek – in de reeks borduurt verder op het fijne hoofdverhaal, maar Peter Grant is niet langer de enige verteller van dienst, intussen krijgt ook Abigail, zijn nichtje en magiër-in-opleiding, haar eigen hoofdstukken. Ze zijn met zijn allen – Peter, Abigail, maar ook Peters vrouw Beverly en hun tweeling, Peters ouders en de bandleden van zijn vaders muziekgroep, zijn leermeester Nightingale en Abdul, een vriend – met vakantie in Schotland, meer bepaald de streek rond Aberdeen. Waarom die streek? Omdat er een zeer grote zwarte katachtige is gesignaleerd, iets dat daar eigenlijk niet kan thuishoren.

Een en ander leidt tot een heus onderzoek met alles erop en eraan: arrestaties, moorden, rondvliegende kogels, een wyvern (twee poten, een draak heeft er vier) en vooral ook zeemeerminnen en selkies. Oh, en gevaarlijke experimenten op een boorplatform, dat ook. Veel vakantie levert het dus niet op voor Peter of Abigail, maar het resulteert wel in amusante lectuur.

Wat hier wel leuk is, is dat je dus wisselt van POV, waardoor je de actie op twee fronten tegelijk krijgt terwijl je dus nog steeds in de ik-persoon leest. Aaronovitch geeft Peter een duidelijk Britse, volwassen toon, terwijl Abigail jongerentaal gebruikt, en dat is bij momenten zowel verwarrend als grappig.

Wereldliteratuur? Zeer zeker niet, maar wel opnieuw amusante fantasy. Meer moet dat niet zijn in de vakantie.

Lectuur: “The Mists of Avalon” van Marion Bradley Zimmer

Ik herinner me dat ik als meisje dit boek had gelezen en er toen helemaal weg van was. Omdat ik het me met de beste wil van de wereld niet echt meer kon herinneren, wilde ik het dus nog eens herlezen.

Meh.

Uiteraard sta ik intussen helemaal anders in het leven dan mijn vijftienjarige zelf, maar toch… Het boek wordt algemeen aanzien als een klassieker in het fantasygenre, zeker dan de Arthurlegendes. En ja, het heeft wel wat, uiteraard. Je krijgt de Arthurmythe maar dan helemaal vanuit het perspectief van de vrouwen, vooral dan vanuit die van zijn halfzus Morgaine, deels ook vanuit die van Gwenhwyfar (Guinevere). En ja, het is knap om het vanuit een ander standpunt te zien dan dat van Arthur zelf.

Maar… (en die maar hoorde u natuurlijk al komen)

ik heb me erdoor moeten worstelen. Ik vond het eigenlijk vooral pseudofeministisch en antikatholiek gezaag. Ja, Morgaine is een adept, zelfs een hogepriesteres van het oude druïdisme dat zich vooral manifesteert op Avalon, met alle bijhorende gebruiken. Maar alles wat met de kerk heeft te maken, is blijkbaar des duivels (pun intended). Nu, ik ben zelf niet gelovig, ik ben absoluut niet akkoord met alles wat de kerk op haar kerfstok heeft, maar dan nog. Gwenhwyfar is bijvoorbeeld zeer katholiek en dan krijg je bladzijden aan een stuk dat ze twijfelt over zichzelf, over Arthur, dat ze zich afvraagt hoe ze die heidense invloeden in hemelsnaam kan onderdrukken, aan de kant schuiven, elimineren.

Anderzijds is er ook het bijzonder puberale gedrag van de dames: “Oh nee, ik ben verliefd op iemand en ik kan niet bij hem zijn wegens dinges maar ik krijg hem maar niet uit mijn hoofd en wat moet ik daar nu mee doen, en ik heb hem toch gekust of oh nee ik heb zelfs seks met hem gehad en nu ben ik verdoemd en oh nee… ” Kwijn kwijn…

Ik snap dat er daardoor innerlijke dilemma’s ontstaan, maar dat hoeft voor mij geen bladzijden lang uitgerokken te worden en talloze keren herhaald. Ja, ik heb intussen wel door dat Gwenhwyfar liever bij Lancelet zou zijn dat bij Arthur, maar get over it!

Wat mij betreft had het boek dus gerust de helft ingekort kunnen worden: duizend bladzijden was echt niet nodig.

Lees ik de vervolgboeken? Nee, ik dacht het niet. Jammer.

Lectuur: “Wretched Wicked” (Preternatural Affairs #9.5)” van S.M. Reine

Nu ik de serie rond César Hawke en zijn Preternatural Affairs min of meer had afgerond, wilde ik ook nog dit kortverhaal erbij lezen, omdat het nog een aantal losse eindjes aan elkaar knoopt en vooral de dynamiek tussen César en zijn baas/vriend/partner/kopis Fritz Friederling.

Het is wel eens fijn en het verduidelijkt wel wat, maar ik vond het eerder een beetje cheesy, alsof de auteur probeerde uit te melken wat ze kon.

Mja.

Soit, het is gelezen.

Lectuur: “The Road to Helltown” (Preternatural Affairs #9)” van S.M. Reine

César Hawke is duidelijk nog niet uitgeavonturierd, zoveel is zeker. In deel 9 van deze pulpy reeks wordt het intussen pure fantasy. Waar het allemaal begon in Los Angeles in een vrij normale wereld met een voor de gewone mens onmerkbare magische laag, is die façade intussen helemaal weggevallen. In een van de eerdere boeken was een deel van LA in vlammen opgegaan en was daar nog een ‘werkbare’ uitleg aan gegeven, nu wordt LA – en bij uitbreiding de rest van de USA – verdeeld door een gigantische kloof die tot in de hel reikt. Als in: de echte hel, met duivels, demonen en ander gespuis. Er is een soort van apocalyps geweest, een reset, en Hawke is zijn eerdere leven vergeten. Hij probeert nu vluchtelingen weg te krijgen uit LA en herinnert zich zijn vroegere vrienden totaal niet.

Wanneer zij hem dan oppikken en hem het verhaal van ‘een vriend’ vertellen, krijg je op die manier het einde van de wereld te horen, en hoe er toch op zekere manier een nieuw begin is.

Voor mij was het een beetje te veel bij het haar getrokken: ik heb mijn urban fantasy graag iets realistischer, maar het is wel oké.

Lectuur: “Bitter Thirst” (Preternatural Affairs #8)” van S.M. Reine

Deel acht van de levensgebeurtenissen van Cèsar Hawke, en jammer genoeg meer van hetzelfde seksisme. Al is er nu nog meer een donkere ondertoon in aan het sluipen.

Na de desastreuze gebeurtenissen in Reno wordt de PRAY opgesteld, een wet die in de USA de rechten van Preternaturals sterk aan banden legt: een verplichte registratie, maar ook een verbod op voortplanting enz. enz.  Het hoofd van de OPA heeft dit opgesteld, maar ook witches gaan er het slachtoffer van worden. Hawke moet de PRAY zien tegen te houden, al twijfelt hij daar zelf over, want veel misdaden en moorden komen wel degelijk op het conto van de Preternaturals. De OPA is niet langer een geheime organisatie, wat ook voor hem één en ander verandert. Er komt heel veel protest tegen de PRAY, en wanneer Hawkes familie in het kamp van het protest zit, wordt het moeilijk voor hem. En dan zijn er nog de geheimen binnen de geheimen. Wie chanteert enkele protesteerders zodat ze de boel verstoren? Vanwaar komen de wapens? Wie creëert de enorme magische cirkels? Hoe zit het met The Apple, de cultus die de kop opsteekt? Wie is de grote manipulator?

Hawke wordt er niet gelukkig van, en nog minder wanneer ook een resem persoonlijke problemen hem het leven moeilijk maken.

Hmm. Ik weet niet goed wat ik ervan moet denken. De plot zit knap in elkaar, maar de personages blijven nogal vlak en het seksisme blijft me dwars zitten. Het begint ook Amerikaanser en Amerikaanser te worden, en ook dat stemt me niet gelukkig. Maar het blijft wel hersenloos amusement, dat wel.

Lectuur: “Once darkness falls” (Preternatural Affairs #7)” van S.M. Reine

Ik probeerde eerst nog verder te lezen in een ‘serieus’ boek, maar mijn hoofd stond er absoluut niet naar, en dan is dit soort lichte pulp wel ideaal. Ik ging eerst nog schrijven ‘luchtige pulp’, maar eerlijk, dit is het niet echt meer.

Cèsar Hawke is nog steeds een agent van de Office of Preternatural Affairs, maar het wordt allemaal net wat grimmiger. Reno, een stad in Nevada, is ten prooi gevallen aan demonen, meer bepaald the Mother of All Demons. Project MOAD is top secret, uiteraard, maar iemand heeft enkele stevige fouten gemaakt, en Hawke moet uitzoeken wie daar de schuldige van is. Alleen ontdekt hij zaken die een pak duisterder zijn dan het vermoorden van enkele duizenden burgers, jawel. De OPA is namelijk absoluut niet wat ze lijkt, de leiders ervan nog minder. En hij krijgt geheime missie binnen geheime missie, terwijl de personen die zijn steunpilaren zouden moeten zijn, zelf zware geheimen blijken te hebben.

Voeg daar nog eens een dosis persoonlijke problemen aan toe, en je komt bij dit zevende boek in de reeks.

Nee, het is zeker geen toplectuur, maar dat hoeft ook niet. Alleen begint het meer en meer op de zenuwen te werken hoe Hawke vooral zijn lul achterna loopt, elke vrouw beschrijft als seksobject en graad van neukbaarheid, en blijkbaar niet al te veel plaats heeft voor andere dingen in zijn brein. Was dit geschreven door een man, dan was het puur seksisme, en eigenlijk is het dit nog steeds, ook al is de schrijver een vrouw. Mja.

Ik weet eigenlijk niet goed of ik nog veel verder ga lezen, want hoe licht dit ook is, dit begint me wel te storen, ja.

Lectuur: “Ashes and Arsenic” (Preternatural Affairs #6)” van S.M. Reine

Het brein is nog steeds niet toe aan serieuze lectuur – ook al zijn de examens en de verbeteringen al achter de rug, er zijn nog de klassenraden – en dus blijf ik me verdiepen in de perikelen van Cèsar Hawke, want na de excursus rond Isobel zijn we wel degelijk terug bij het standaard hoofdpersonage.

Directeur Friederling is naar een conferentie en dus mag Hawke even interim directeur spelen en kan hij zelf kiezen welke zaak hij neemt. Wanneer er een bankroof opduikt waarbij magie in het spel is, lijkt dat de ideale zaak, zonder veel problemen en vooral zonder lijken. Tot hij begint uit te pluizen en vaststelt dat het eigenlijk om een oorlog gaat tussen twee heksencovens, met, jawel, een redelijk bloederig spoor van lijken. Een spoor dat hem leidt naar zijn eigen, uiteraard compleet onschuldige, broer Domingo. Althans, Cèsar hoopt dat zijn broer onschuldig is. Maar dan beginnen er nog meer doden te vallen links en rechts, en wenst Cèsar uit de grond van zijn hart dat hij deze zaak maar nooit aanvaard had.

Yup, same old, maar wel van de nog steeds amusante soort. Hawke is wel stereotiep neergezet als een gast met een nogal enthousiast libido die elke vrouw bekijkt, inschat naar fuckability en daar commentaar bij geeft. Vreemd dat een vrouwelijke auteur dat op die manier telkens weer doet, want ja, dat begint te vervelen. Voor een man die naar eigen zeggen niet in staat is een vrouw te slaan, reduceert hij ze wel tot seksobject, elke keer weer. Meh.

Lectuur: “Deadly Wrong” (Preternatural Affairs #5)” van S.M. Reine

Deel vijf in de reeks, maar deze keer niet rond agent Cèsar Hawke, wel rond het interessante nevenpersonage Isobel Stonecrow. In het vorige boek is namelijk aan het licht gekomen dat ze ondood is. Nee, geen echte zombie, maar door een contract van vijf jaar in leven gehouden op het moment dat ze aan het sterven was. Alleen is er nu een en ander misgelopen met dat contract en heeft ze maar een maand en een paar weken te leven. Allez ja, leven is een groot woord, want haar lichaam begint al af te sterven.

Beetje bij beetje komen daardoor ook haar herinneringen aan haar vroegere leven terug, en het is maar de vraag of Isobel daar blij mee is. Wat ze zich wel herinnert, is dat ze een speciale band had met Fritz Friederling, de directeur van de OPA, en dat is zowat de enige die haar kan helpen. Want ze moet naar de hel. Letterlijk. De Hel, thuis van alle mogelijke demonen, en ook de enige plaats waar dat contract kan herbekeken worden.

Het is wel leuk om eens een ander perspectief te hebben, maar het maakt het daarom niet diepgaander. Het blijft gelukkig wel even amusant om lezen, en dus lezen we verder.

Lectuur: “Shadow Burns” (Preternatural Affairs #4)” van S.M. Reine

Deel vier in de capriolen van Cèsar Hawke, agent bij de Office of Preternatural Affairs (OPA) en meer van het amusante, vederlichte zelfde.

Hawke krijgt de opdracht een haunting te gaan onderzoeken in een rusthuis in een oase te midden van de woestijn. Op zich lijkt dat een eenvoudige opdracht, want demonen, engelen, zombies, nachtmerries, succubi, jazeker, maar geesten? Nope, die bestaan niet.

Maar wanneer een paar dagen later twaalf mensen vermoord worden teruggevonden en de dader degene was die de spoken gemeld had en nu zelfmoord gepleegd heeft, lijkt er meer aan de hand, ondanks het feit dat de zaak snel wordt afgesloten.

Hawke gaat dan ook met Isobel, een necrocognitief die met doden kan spreken, naar de herdenking. En dan loopt het mis. Grondig mis. Want spoken bestaan niet, demonen wel. En als dan ook nog blijkt dat Isobel er mee te maken heeft, dat ze misschien niet helemaal levend is, en dat dat komt door een contract dat ook haar geheugen heeft gewist, dan kan Hawke wel niet anders dan op onderzoek uit te gaan, al was het maar om het eigen vege lijf en dat van Isobel te redden.

Duidelijk meer van het amusante zelfde, zoals ik al zei: geen hoogstaande lectuur, wel een snelle hap tussendoor, fastfood for the mind. Precies wat ik momenteel nodig heb, en goed in zijn genre.

Lectuur: “Hotter than Helltown (Preternatural Affairs #3)” van S.M. Reine

Dit was boek drie over de emolumenten van heks Cèsar Hawke, en het is duidelijk meer van hetzelfde, maar in zijn genre best goed te noemen. Ik vind de reeks zelfs groeien, ja.

Hawke is in het vorige boek ternauwernood ontsnapt aan meervoudige doodsbedreigingen, waaronder een van zijn eigen werkgever. De oplossing, naast uiteraard het uitschakelen van de booswicht, is dat hij een band aangaat met zijn overste en goeie vriend Fritz. Alleen moet hij daar een examen voor afleggen, en dat studeren komt een beetje in het gedrang als er een gruwelijke seriemoordenaar opduikt en hij op de zaak wordt gezet. En als dan blijkt dat die seriemoordenaar een wezen is waar zelfs de demonen van Helltown bang voor zijn, dan loopt het uiteraard mis.

Zoals ik zei: de reeks groeit. Niet alleen het personage van Cèsar ontwikkelt, maar ook bepaalde nevenpersonages krijgen meer diepgang. Niet dat je daar nu zo veel moet van verwachten, het blijft pulp, maar intussen best goed geschreven pulp. Natuurlijk, als dit de zoveelste reeks in het genre is die je leest, dan wordt het wel wat herkenbaar en wat formulaïsch, maar ik vind dat ook weer niet zo erg. Je weet waar je aan begint als je dit ter hand neemt, en dat is geen grootse literatuur. Maar dat hoeft ook lang niet altijd, toch?