Merels sjaal

Toen ik voor Kobe een kleurrijke sjaal had gebreid, bleek Merel nogal jaloers te reageren. En toen breide ik voor haar maar een sjaaltje in van die zachte wol in verschillende kleurtjes roze, perfect passend bij haar mutsje. Ze was dolcontent toen hij af was, en poseerde dan ook overgelukkig.

Kijk zelf:

sjaalmerel1

sjaalmerel2

Filosofie

In het zesde middelbaar geef ik na Pasen altijd Antieke Filosofie: Thales, Plato, Aristoteles, Epicurus, enzovoort.

Vaak krijg ik van leerlingen het jaar daarna dankbare opmerkingen: ze zien dit aan de universiteit, en zijn blij dat ze het al op voorhand snappen en al eens grondig gezien hebben.

Dit jaar kreeg ik van twee oudleerlingen (elk afzonderlijk) via Facebook een voorzichtige vraag: of ik hen soms een bepaald stuk nog eens wilde uitleggen. Vooral Plato met zijn allegorie van de grot en zijn kennisleer zorgde voor problemen. En Zeno, natuurlijk.

Zeno

Via chat is dat niet te doen, dus gaf ik hen mijn telefoonnummer. En legde ik zowel zondag als vandaag via de telefoon Plato nog eens uit.

Ze waren allebei verbaasd dat ik dat wilde doen, overigens. Ik was eigenlijk zelfs gevleid: ik was blij dat ze nog aan hun oude leerkracht dachten, en dat ze me benaderbaar genoeg vinden om het te vragen. En eigenlijk vooral dat ze mijn uitleg beter vinden dan om het even wat dat ze kunnen opzoeken op internet, of bij hun medeleerlingen. Meer nog, Anke bedankte me, en zei dat ze nu haar medestudenten ging opbellen om het hen op haar beurt uit te leggen.

Ik ben toch wel trots, ja.

“Als vissen zwemmen, ga ik dood”

Schooltoneel.

Ik hou niet van het woord, ik vind het op zich al een negatieve bijklank hebben. Het doet me denken aan stoffige turnzalen met een amper gebruikt podium en dus nog stoffiger coulissen. Een zaal vol enthousiaste ouders wier kind schoon kind is. Ik denk aan een klungelig in elkaar gestoken voorstelling, met kinderen wier acteerniveau dat van de gemiddelde sanseveria benadert, met pakjes die in elkaar gestoken zijn door liefhebbende en behulpzame oma’s. Ik denk aan een zingende selder, quoi.

Het hoeft gelukkig niet altijd zo te zijn. Ik ben dan ook enorm opgelucht dat op mijn school het woord ‘schooltoneel’ eerder een vorm van kwaliteitsvol jongerentoneel is. En de voorstelling die ze er afgelopen weekend drie keer gespeeld hebben, kan gerust naast om het even welk ander jongerentoneel staan, dat subsidies krijgt en meedraait in het reguliere circuit.

Het bijzondere aan tToneel, de groep van Koninklijk Atheneum Mariakerke, is dat ze zo ongelofelijk democratisch zijn. Iedereen van de leerlingen die wil, mag meedoen. Geen audities, geen leeftijdsbeperking, geen beperking van het aantal acteurs, nee. Dat resulteerde dit jaar in een groep van dertig leerlingen, van twaalf tot twintig jaar, die elke woensdagnamiddag en de helft van de kerstvakantie aan het repeteren sloegen.

Kan je een stuk vinden voor een dergelijke groep? Niet echt. Is dat erg? Al helemaal niet: het stuk moet organisch groeien, en komt uit henzelf. En blijkbaar was ‘angst’ wat hen dit jaar vooral bezig hield.

Angst. Bijzonder herkenbaar. Dertig leerlingen die ervoor uitkomen wat hen uit hun slaap houdt. Waar zij van wakker liggen. Hun toekomst. Hoe zij door anderen gezien worden. De angst om vergeten te worden, alleen te staan, hét gelukkigste moment in hun leven te missen, of de kans om de partner van hun leven te ontmoeten te vergooien.

Het gaf een aantal pareltjes van scènes, die ongelofelijk mooi tot een geheel werden gesmeed. De rode draad was een soort van telefoon: drie micro’s die geregeld naar beneden werden gelaten, en waardoor je dus de ene helft van een telefoonconversatie kon volgen. Dat was, naast een resem stoelen, trouwens zowat de enige mise-en-scène. De leerlingen zorgden zelf voor het visuele: terwijl een praatscène aan de gang was, kregen we geregeld een soort van choreografie te zien, die vaak een bevreemdend effect opwekte.

En waar zijn de jongeren van tegenwoordig bang voor? Het ging van – zeer amusant gebracht – de vraag hoe je een meisje moest versieren op een fuif, over het in de steek gelaten worden door je lief omdat zij niet overweg kan met de té heftige emoties die de liefde met zich mee brengt, tot de angst voor zwanger worden. Of nog dieper: de angst voor de dood. Niet gewoon het doodgaan an sich, maar wel de twééde keer doodgaan: dàt moment waarop je door niemand nog herinnerd wordt, waarop je naam voor de laatste keer wordt uitgesproken. Als afsluiter gaven ze nog ‘a word of advice’ van Burroughs, een bijzonder sterk einde, waarin de hoop voor de toekomst het overnam van de angst.

Dit alles, en nog veel meer, resulteerde in een bijzonder krachtige voorstelling: evenwichtig, visueel, bij momenten grappig, maar vooral iets om over na te denken. Regisseur Gregory Caers heeft hier knap werk verricht: een voorstelling als deze kan gerust naast veel professioneel toneel staan, geloof me.

De drie voorstellingen waren uitverkocht en het stuk wordt niet hernomen. Reclame maken heeft dus geen zin. Maar ik wilde eigenlijk gewoon mijn bewondering uiten voor de jongeren van mijn school die dit gerealiseerd hebben. Die ik nu trouwens met andere ogen zie, dan gewoon als een van de vele bezette stoelen in mijn les.

Schooltoneel. Ik hou nog steeds niet van het woord. Maar als het gebracht wordt zoals afgelopen weekend, dan mag het er staan. En zal ik telkens weer met volle goesting gaan kijken.

Respect.

Moeders zijn zo hard de max, maat!

Planning gisteren:

– 8.30u aan de Sphinx voor The Hobbit met de leerlingen.
– 12.15u kinderen afhalen van school
– 13.00u klassenraden
– 19.00u thuis van klassenraden
– 19.30u jongens ophalen van de rugby

Een goed verstaander merkt dat er een paar gaten zitten in die planning: wat doe ik met de jongens tijdens de klassenraden? Hoe geraken die in de rugby, en hoe is Wolf dan in de muziekschool geraakt? Wat en wanneer eten ze?

Moeder to the rescue, dus.

Om half een stond ze hier om samen met de jongens een lasagne te eten (ik weet het, maar ik had geen tijd om echt te koken) en tegen half twee Wolf naar de muziekles te brengen, en hem om drie uur weer op te halen. Ik kon tussen de klassenraden door even naar huis, en heb rugbygerief voorzien voor de jongens. Zij is de hele tijd bij hen gebleven, en heeft ervoor gezorgd dat ze om zes uur op hun training stonden.

Intussen heeft ze nog mijn was opgevouwen ook.

Ik zeg het u: moeders zijn zwaar de max. En ik ben ongelofelijk content met de mijne. En ik zou eigenlijk vooral niet weten hoe ik het zou oplossen zonder haar.

Dank u, ma. Deze link is voor u.

Examens

Niet alleen een last voor wie ze moet leren, ook voor wie ze moet verbeteren.

Geen nieuws te melden dus.

Keep calm and carry on. Vooral dat laatste.

Tekeningen

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, heb ik mijn vijfdes een stukje doen tekenen.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta

(horresco referens) immensis orbibus angues

incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;

pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque

sanguineae superant undas; pars cetera pontum

pone legit, sinuatque immensa volumine terga.

Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,

ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,

sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de amechtige meelwormen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles.

Ik laat u dus getuige zijn. Sommige zijn dus beter gelukt dan andere, medunkt.

1.Slang01

2.Slang02

3.Slang03

4.Slang04

5.Slang05

6.Slang06

7.Slang07

8.Slang08

9.Slang09

10.Slang10

11.Slang11

12.Slang12

13.Slang13

14.Slang14

15.Slang15

16.Slang16

17.Slang17

18.Slang18

19.Slang19

20.Slang20

21.Slang21

22. Mijn versie, zoals ik die aan bord zetSlang22

Awwww…

Vandaag stond een oudleerlinge me op te wachten op school. Ze moest er om een andere reden zijn, had gezien dat het mijn verjaardag was, en had een kaartje mee. Met tekst.

Ik las het, en ik was efkes compleet ontroerd. Blijkbaar doe ik het nog zo fout niet…

kaartjeAnke

Latijnolympiade

Vandaag was het van dat: zeven leerlingen gaven vrijwillig drie uur van hun woensdagmiddag op om een vertaling van een tekst van Cicero te maken.

De wiskunde-olympiade is algemeen gekend, maar er is al meer dan twintig jaar ook een Latijnolympiade. in 1989 was ze nog niet echt georganiseerd te noemen, maar bestond ze wel al in Italië, en wilden zij internationaler gaan. De uitnodiging kwam op een of andere manier op mijn middelbare school terecht, en dus ging ik voor vijf dagen naar Arpino, zo’n honderd kilometer ten zuiden van Rome. Winnen deed ik niet, die eer was weggelegd voor een Pool, maar ik was toch wel apetrots op mijn deelname.

Nu is alles veel meer georganiseerd, meer competitief, maar ook een pak fairder en professioneler. Er is dus een eerste ronde die wordt begeleid en verbeterd door de leerkracht zelf. De tekst is pas deze morgen online gekomen. De beste exemplaren moet ik dan insturen, en daaruit worden de deelnemers voor de tweede ronde gehaald. Tien winnaars mogen dan naar Arpino voor de uiteindelijke finale van de Certamen Ciceronianum Arpinas.

Ik ben benieuwd hoe de mijne het ervan af hebben gebracht. Ik hoop dat er ooit eentje de finale haalt, dat zou een echte bron van trots zijn.