Onderzoekscompetenties, herwerkt
Vandaag hadden we met alle leraars van het zesde nog een vergadering rond de onderzoekscompetenties. Al sinds ik zesdejaars geef, moeten ze voor mij een eindwerk maken. Toen er nieuwe leerplannen kwamen, werden er onderzoekscompetenties ingevoerd met deeldoelen, maar eigenlijk kwam dat nog steeds op hetzelfde neer: ze maakten een eindwerk, maar met een aantal vaste tussenstappen waar ze dan ook punten op kregen.
Nu hebben we die onderzoekscompetenties gestroomlijnd, want eigenlijk deed elke vakgroep, elke richting zijn eigen ding ermee, volgens zijn eigen leerplan. Met de vernieuwing van het onderwijs zijn de onderzoekscompetenties een vakoverschrijdend gegeven geworden en trekken we die nu op één lijn. Vorig jaar hadden we er al over vergaderd en waren we tot een vergelijk gekomen, in de tweede week van september hadden alle leerlingen alle info gekregen.
Nu moesten ze dus per twee een mogelijke onderzoeksvraag indienen en hebben wij gekeken welke er haalbaar waren en welke het meest interessant. Ik heb dit jaar maar vijf zesdes, en ik heb dus twee projecten: eentje rond make up en eentje die een stuk van Shakespeares Romeo and Juliet gaat vergelijken met Ovidius zijn Pyramus en Thisbe, waar Shakespeare de mosterd heeft vandaan gehaald.
Ergens volgende week bespreken we het nog eens met hen apart, en dan tegen de herfstvakantie moeten ze een heus projectvoorstel indienen. Ik ben benieuwd.
366 – 01 oktober 2024 – eerste creaclub
366 – 30 september 2024 – de onzin van hoorns op Gallische helmen
Creaclub
Ik schreef het eerder al: mijn nieuwe lesrooster is de max! Maar nu is daar ook nog mijn toezicht bij gekomen, en ook daar ben ik in de watten gelegd.
Sinds 2016 is er namelijk een breiclub op school. Ik ben die destijds met een collega begonnen, gewoon uit de goedheid van mijn hart, want in mijn vrije middagpauze. Net zoals mijn collega die één middag per week de schaakclub organiseert, worden we daar niet voor vergoed of krijgen we daar geen toezichtpunten voor (elke collega doet een aantal toezichtpunten: kort toezicht, lang toezicht, studiepermanentie, plage-uur, dat soort dingen). De school maakt er nochtans al enkele jaren reclame mee in hun brochure.
Dit jaar is de gsm verboden op school, en dat zorgt ervoor dat de leerlingen minder om handen hebben in die middagpauze. De school zet daarom in op extra activiteiten: die schaakclub, sport over de middag, soms eens yoga, studie, leesruimte in de bib, dat soort dingen. Van de breiclub wilden ze een echte creaclub maken, dus met mogelijkheid voor alle soorten knutseldingen en handwerk. Er kwam dan ook de vraag wie dat op zich wilde nemen. Ik had geantwoord dat ik dat toch eigenlijk al jaren deed en dat ik dat wel wilde verderzetten, afhankelijk van mijn rooster en mijn toezichten. Ook een andere, jonge collega had gereageerd.
Deze week kwam dan het toezichtsrooster binnen, en naast een vaste studie op woensdag heb ik, jawel, toezicht in de creaclub! Sinds dit jaar is dat ook een legitiem toezicht, waar ik echt wel blij om ben.
Het erge is nu dat, na publicatie van het rooster, plots nog enkele collega’s kwamen melden dat ze dat toezicht wel wilden doen. Ha ja, gratis gingen ze het niet doen, maar nu dat een echt toezicht is, is dat wel zo makkelijk natuurlijk: niet buiten en niet in het lawaai van de eetzaal.
Op dinsdag heb ik dus de Creaclub, op donderdag mijn collega. We gaan beginnen met gewoon haken en breien, maar we zien nog wel wat het wordt. Mezelf en haar kennende, zullen we er wellicht allebei beide dagen zijn. Tsja…
Mijn nieuwe rooster is fantastisch!
Ik weet niet hoe ze het doen, die collega’s van me, maar ze hebben me weer gigantisch in de watten gelegd!
Ik geef dus 21 uur effectief les, en ik wil liefst niet meer dan 5 uur op een dag, want mijn rug vindt het allemaal niet zo fijn. De roostermakers hadden me gevraagd of ik het erg zou vinden om maar één halve lesvrije dag te hebben, in plaats van de gebruikelijke twee waar zij vrijwel altijd voor kunnen zorgen. Ik vond dat geen enkel probleem, want liever minder uren op een dag dan die twee halve dagen. Ik zou dan toch maar plat in de zetel moeten liggen om te bekomen.
Maar kijk, mijn rooster kwam vandaag binnen, en het is prachtig! Op maandag geef ik les van half negen tot één, de namiddag ben ik lesvrij. Op dinsdag begin ik pas om tien uur, tot half vier; op woensdag van half negen tot twaalf, op donderdag opnieuw pas om tien uur tot half vier, en op vrijdag gewoon weer van half negen tot een, zodat ik ook daar de namiddag vrij heb. Het is hen dus wel degelijk gelukt om me alsnog twee vrije namiddagen te roosteren, en de andere dagen begin ik iets later.
Dikke dikke chapeau, en ook een enorm fijn gevoel over de zorgzaamheid en bezorgdheid van de collega’s. Het is natuurlijk een beetje uit eigenbelang ook, want als ik uitval, vinden we niet zomaar vervanging, dat hebben we duidelijk gemerkt. Maar ik weet dat het vooral gewoon is om zorg te dragen voor elkaar en het elkaar zo makkelijk mogelijk te maken om naar behoren te functioneren.
En dat, dat is waarom ik zo graag op mijn school sta. Want dat van die warme school, dat is gewoon een feit.
Vredesdag: een prachtig initiatief!
Annik, een van de meest geëngageerde leraars bij ons op school, komt wel vaker af met van die plannen die compleet onrealistisch en onuitvoerbaar lijken. Maar 25 jaar geleden heeft ze samen met haar zus het plein langs de Lievekaai laten omdopen tot Kinderrechtenplein, dat is haar gelukt.
Vandaag heeft ze, samen met een heel team van onze school, een heel evenement op poten gezet met maar liefst 4000 leerlingen, waaronder dus ook die van ons. Ze zijn er weken mee bezig geweest, werden eerst door niemand echt geloofd, maar kijk: vandaag stond er onder de stadshal een podium, deden onze eigen leerlingen allerhande activiteiten in de voormiddag, kwamen 4000 leerlingen samen om kwart voor één in het Coyendanspark en liepen die dan in een grote stoet naar die Stadshal. Daar bevonden zich duizenden gevouwen kraanvogels – het symbool van de vrede – zongen en dansten de leerlingen, hielden ze zelf een speech, zongen ze mee met de vredesmedley die Flip Kowlier, Nic Balthazar en Kapinga Gysel op poten hadden gezet, weerklonk de Vredeshymne in het Gents door Wim Claeys, kreeg onze burgemeester kort het woord, en zagen onder andere ook de bisschop van Gent met zijn entourage en monnik Giel dat de jeugd van tegenwoordig niet zomaar apathisch is. De Poeljemarkt werd herdoopt tot Vredesplein, jawel. Een symbolische kraanvogel werd doorgegeven aan leerlingen uit Molenbeek om daar volgend jaar op de Dag van de Vrede dezelfde boodschap te brengen.
Heeft dit zoden aan de dijk gebracht? Geen idee. VTM en VRT vonden de actie van 4000 leerlingen niet belangrijk genoeg om er aandacht aan te schenken, AVS wel. En nee, ze gaan geen stap dichter zijn bij vrede in Gaza. Maar het is belangrijk dat jongeren weten dat ze ook gehoord worden, dat ze een mening en een stem mogen hebben, en dat de toekomst in hun handen ligt.
366 – 20 september 2024 – Vredesdag 2024
366 – 19 september 2024 – woon-werkverkeer
Balans na twee weken les
Ik geef het toe: ik was er niet helemaal gerust in, de combinatie van 21 uren effectief lesgeven en de kapotte rug. De voorbije jaren stond ik 16 uur voor de klas en had ik daarnaast de website en alle communicatie van de school.
Intussen kan ik – voorzichtig want we zijn nog maar twee weken bezig – zeggen dat het blijkbaar nog meevalt. Dat mediacoachgedoe zorgde blijkbaar vooral voor veel stress, want dat was nooit gedaan, er was altijd nog wel iets dat ik moest schrijven of bijwerken. Nu moet ik mijn lessen geven, mijn verbeteringen bijhouden, mijn cursussen bijwerken en die van het derde jaar schrijven, maar dat is iets waar ik voor opgeleid ben en waar ik intussen, na 31 jaar, wel wat ervaring in heb.
Mijn vijfdes en zesdes zijn gelukkig kleine groepen waar ik zelf ook wel helemaal tot rust kom: het zijn mijn favoriete jaren, mijn favoriete onderwerpen en ik geef ze ook al jaren, qua inhoud hoef ik niet echt na te denken. Die vijfdes hebben wel door corona en andere toestanden behoorlijk wat achterstand qua leerstof, maar dat komt helemaal goed met wat extra inspanning van hun kant.
Mijn derdes zijn met twintig, maar die ken ik al van vorige jaren en dat is eigenlijk een zeer fijne groep, met een paar stevige karakters maar die kan ik heus wel de baas.
Mijn eerstes zijn voorlopig nog muisstil en poeslief, ook in kleine groepen van 15, en dus voorlopig heb ik daar geen werk aan. Er zit er eentje bij waarvan ik de broer en zus al in mijn klas heb (gehad) en die blijkbaar de grote bek, het sarcasme én het verstand van broer en zus combineert. Ik heb me al tranen gelachen met die jongen, heerlijke kleine, maar daar is dus wel werk aan.
En mijn tweedes? Wel, die zijn met 28 en dat is dus werken. Op zich zijn het allemaal fijne gasten, daar niet van, maar 28 dertienjarigen, dat krijg je niet zomaar continu stil, en dus moet ik daar champetteren. Ik doe dat niet graag, maar 28 is gewoonweg te veel om zonder stevige hand te kunnen leiden. Ik heb ze ook vijf uur per week en ja, daar kom ik behoorlijk moe buiten als ik die twee uur – of zelfs drie – na elkaar heb gehad.
Maar de rug? Die houdt het voorlopig nog uit. Ik heb op dinsdag en vrijdag 6 uur les, maar daar tegenover staat een lesvrije woensdag, ik heb dus een rustmoment in het midden van de week.
Benieuwd naar mijn nieuwe rooster vanaf oktober. Ik weet dat mijn collega’s hun uiterste best doen om het me zo makkelijk mogelijk te maken, want ze weten ook dat als ik uitval, er zo goed als geen vervanging te krijgen is.
We zien wel. So far, so good.