Dagje Rijsel

Ik ben blij dat ik tijdens deze projectweek toch weer mee kon met de vijfdes naar Rijsel: ik vind dat een fijne uitstap omdat we eigenlijk gewoon ons goesting kunnen doen: we moeten met voldoende begeleiders zijn voor de busreis en om ter plekke in te kunnen springen, maar verder laten we ze in handen van Franstalige gidsen en spreken we gewoon weer om kwart voor vier af. Volgens traditie gaan we eerst om half elf ontbijten in een vast adresje met vooral heerlijke patisserie.

En toen ging de ene op zoek naar comic winkels, gingen de dames shoppen en ging ik de fiets op – jawel, die kan gewoon mee in de laadruimte van de bus – richting de citadel om daar de geocaches te doen die ik de vorige keer niet had gevonden. Het was prachtig weer, maar echt zalig, en dus fietste ik vrolijk een eind weg.

Ik moest me nog reppen om op tijd terug te zijn voor de lunch, bij een zeer fijne Italiaan die er van buiten absoluut niet impressionant uit zag, maar aan de binnenkant mega groot was, knap ingericht en nog eens stampvol ook. Gelukkig had Hannah gereserveerd…

Er was nog net genoeg tijd om nog terug te fietsen naar de citadel en nog een paar caches op te pikken.

En dat was dat: we pikten onze leerlingen terug op, wandelden naar de bus, gingen met die bus een beetje in de file staan, en waren tegen zessen netjes terug in Gent.

Fijne, stralende dag gehad, maar nu ga ik voor de rest van de avond geen vin meer verroeren: de rug vindt het meer dan welletjes.

Ovidius’ Metamorphoses

Het is jàren geleden dat ik nog derdes gaf en de cursussen zijn wel wat gewijzigd, maar wat ik behouden heb, zijn de toneeltjes van Ovidius.

Ik lees met mijn derdes twee verhalen uit de Metamorphoses: Daedalus en Icarus en Pyramus en Thisbe. Er zijn uiteraard veel meer prachtige verhalen, en die zou ik dan in vertaling kunnen meegeven of zelf vertellen, maar het is veel leuker – en een onderzoekscompetentie in de tweede graad – om ze zelf per twee een van de verhalen naar voor te laten brengen.

Het stond hen volledig vrij op welke manier ze dat zouden doen: een toneeltje, een interview, een poppenspel, via playmobil- of legofiguurtjes, of een heus schaduwspel, waarom ook niet? Op deze manier kregen alle leerlingen negen extra mythologische verhalen te horen op originele wijze. Mooi, toch?

En ik kan misschien wel wat bevooroordeeld zijn, maar de punten die de leerlingen elkaar gaven, liegen er niet om: Merel deed met Lieze en Hanna een toneeltje en dat sprong er eigenlijk wel uit, ja. Merel en woord: een schitterende combinatie.

Velzeke

Vorig jaar was Velzeke in het water gevallen door de Vlaamse toetsen: die waren op hetzelfde moment als de geplande uitstap, de datum was niet onderhandelbaar en Velzeke was al volzet toen ik het wilde wijzigen. Tsja.

Dit jaar gingen we dus met 47 leerlingen op pad: twee én drie dus. Die van het derde zijn misschien wat aan de grote kant voor het kledingproject, maar dat blijft eigenlijk gewoon wijs.

Het hele verslag staat op de schoolwebsite – het kan zijn dat het nog moet gepubliceerd worden – maar ik geef u hier gewoon een paar fotootjes mee. Kwestie van amusant te zijn en al. En ook wel een beetje stikkapot na afloop, dat ook.

OpenSchoolDag 2025

Dat gevoel,

wanneer je op de OpenSchoolDag je hart vasthoudt omdat die dag heel belangrijk is voor jouw vak en je maar met twee collega’s in plaats van de gebruikelijke drie bent,
wanneer je dan je lokaal langzaam ziet vollopen met leerlingen die vrijwillig hun zaterdag opofferen om jullie bij te staan en zich in Romeinse kleren hijsen,
wanneer je die leerlingen dan, als jij even bezig bent eentje in een toga te wikkelen, naadloos jouw uitleg hoort overpakken en ze vol vuur hun vak – joùw vak – hoort verdedigen,
wanneer de hogerejaars probleemloos de Romeinse recepten tackelen,
wanneer je een tweedejaars, als jij al bezig bent met een uitleg, zonder verpinken jouw medebar ziet overnemen en tussendoor nog een deskundige uitleg hoort serveren,
wanneer om vijf uur, als jij piepedood bent en alles nog moet opgeruimd worden, een aantal leerlingen, waaronder enkele die geeneens Latijn volgen, zich spontaan aanbiedt om te helpen,
wanneer die dan onvermoeibaar ettelijke keren de trap op en af lopen met dozen vol materiaal, tafelkleren opruimen, spullen naar je auto brengen, tekeningen van de muur halen, posters oprollen enzoverder,
wanneer je die dan, kwart voor zes, zeer uitgebreid bedankt en hen zegt dat je zonder hen op dat moment wellicht in een hoekje stond te huilen,
wanneer er dan eentje plompverloren zegt: “Tja, mevrouw, wij zijn nu eenmaal een warme school”

wel, dàt gevoel, lieve mensen, dat zorgt ervoor dat ik zo ongelofelijk graag op mijn Go! atheneum Mariakerke sta en dat ik na 31 jaar nog steeds vol goesting – zij het met wat meer vermoeidheid – lesgeef.