Stresskoeien

Ik heb een oude gewoonte uit mijn vroegere school in Gentbrugge weer opgevist: de stressbal.

Ginder had ik een lokaal dat ik met niemand moest delen, en dus stond er een grote doos stressballen op mijn bureau. Zodra een van de leerlingen zat te dromen, of iets stoms zei, kreeg die een stressbal naar zijn kop. Hilariteit gegarandeerd. De leerling in kwestie mocht de stressbal dan bijhouden, en hem dan zelf naar een ander zijn kop gooien. Zelfs naar de mijne, als ik me weer eens versprak.

Ik kan u garanderen: na een tijdje riskeert niemand het zich nog om te zitten dromen, ze zijn allemaal een pak alerter.

Nu zag ik in mijn vierdes ook de herfstmoeheid toeslaan, en dus dacht ik: “Waarom niet?” Ik had alleen geen stressballen meer, alleen nog felrode stresskoetjes. Het zijn dus die stresskoeien die de nieuwe projectielen zijn geworden.

Werkt het? Tsja. In mijn ene klas zorgt het soms voor nog meer afleiding dan anders, maar bepaalde leerlingen varen er wel bij. En dat is uiteindelijk wat telt.

Allemaal een kwestie van plannen

Er zijn zo van die goedgevulde dagen. Die zo een beetje buiten routine lopen, en dan is het een kwestie van er uw hoofd bij te houden. Iets waar ik niet zo goed in ben. Neem nu vandaag.

– 7.00-8.00u ochtendroutine. Plus een Bart die ’s avonds op weekend vertrekt en nu al zijn spullen bijeengrabbelt. Niet dat ik daar veel mee te maken heb, maar er zijn toch altijd dingen die hij niet direct vindt. En Kobe die na school meegaat met een andere mama voor een verjaardagsfeestje, en dus het cadeautje en zo moet meehebben.

– 8.30-14.30: lesgeven. En me behoorlijk kwaadmaken op de laatste klas, zodat ik een pesthumeur heb bij het thuiskomen.

– 15.15-15.45: eventjes rustig alleen thuis, stoom afblazen en zo.

– 15.45-17.45: Wolf die thuiskomt, zijn huiswerk maakt, en honderduit tegen mij tatert. En daarna een filmpje kijkt, wegens straks op weekend vertrekken en dus nu rustig zijn. En Bart die intussen nog vergeten spullen komt ophalen.

– 17.45-18.15: Wolfs spullen samenrapen en in een zak stoppen. Robin Hoodoutfit passen en aanpassen, en ferm lachen daarmee.

18.15: realiseren dat je nog geen brood in huis hebt, en dat Wolf misschien al moet gegeten hebben voor hij op scoutsweekend vertrekt. Dat staat namelijk nergens vermeld.

18.15-18.30: brood halen, Merel ophalen in de crèche, Wolf afsmijten aan de scouts, Kobe ophalen op het feestje, terug naar de scouts rijden, en met Merel in de buggy de scouts gaan uitzwaaien. Oh ja, en ook nog Wolfs gerief transfereren van auto.

18.30-19.30: avondroutine. Met een zoon minder.

Ik denk dat het stil zal zijn, dit weekend. Zonder Bart en zonder Wolf. En ik denk dat ik stiekem wel blij zal zijn als het zondagnamiddag is, en ik al mijn mannen weer rond mij heb.

Cicero in Tinnenpot

Toen ik tijdens de Gentse Feesten met de jongens naar een toneel ging, zag ik daar ook aankondigingen liggen van latere toneelstukken. Daaronder was een Cicero, met name de Catilinarische redevoeringen. Omdat ik dat lees met mijn leerlingen in het vierde jaar, wilde ik daar dolgraag naartoe. Vandaag hebben we dat dus gedaan: de vierde en vijfde Latijnse, en alle zesdes. Ik ben in alle klassen rondgeweest om een inleiding en uitleg te geven, en voor Gentblogt heb ik er een verslagje geschreven.

U krijgt het uiteraard ook hier.

Cicero[+]Ik geef het toe, ik ben een beetje bevooroordeeld. Als classica die al jàrenlang Cicero’s leven en carrière uit de doeken doet op school, die zijn redevoeringen uitvoerig bespreekt in het zesde jaar, en meer specifiek zijn Catilinarische redevoeringen vertaalt in het vierde jaar, ken ik wel wat van de man. Kan ik bepaalde van zijn speeches zelfs in het Latijn opdreunen, compleet met mimiek, intonatie en alles erop en eraan.

Toen ik deze zomer zag dat de redevoeringen tegen Catilina op de planken gingen gebracht worden in Tinnenpot, sprong ik er dan ook op als de duvel op Geeraard, en legde meteen een schoolvoorstelling vast.

Deze middag zat ik dan met 107 leerlingen en enkele collega’s in de grote zaal, en keek naar een decor dat op knappe manier was opgebouwd uit groene legertafels. Vooraan was een hele lange tafel bijna als een toonbank opgesteld, in het midden waren enkele tafels gestapeld tot spreekgestoelte voor de senaat, en achteraan was warempel een hele constructie gebouwd die een podium voor het Romeinse volk voorstelde. Meer decor was er niet, en meer was ook niet nodig.

Cicero[+]Cicero, knap gestalte gegeven door advocaat Guido Vanderauwera (in regie van Jo Decaluwé naar een tekst van Daniël Gybels), droeg enkel een toga boven een hemd en broek, maar had ook niet meer nodig dan dat. Op imposante manier vertelt hij zijn ideeën en twijfels over de volksmennerij in de politiek, over de sluwe manipulatie van het volk, en over de figuur van Catilina, die met een aanhang van geboefte en gespuis een staatsgreep probeert te plegen. De “politiek correcte puritein” Cicero krijgt een menselijk gelaat, te midden de intriges van macht, te midden politieke afrekeningen en te midden één van de meest groteske samenzweringen uit de wereldgeschiedenis.

Cicero stapt geregeld uit zijn “rol” en denkt na over de mens die achter de vijand schuilt en over de mens die hijzelf is… als hij zijn toga even vergeet. Zo blijken vijanden uiteindelijk vaak gelijkgestemde zielen te zijn. Zo zijn -als van alle tijden- zogezegd grotere belangen vaak pure eigen belangen. Zo worden zogenaamd dappere macho’s erg kwetsbare wezels en speelt in een mannenwereld van macht, de vrouw nog altijd, of toch meestal, de stille hoofdrol.

Gedeelten uit de Catilinarische redevoeringen, maar ook uit andere speeches van Cicero, worden naadloos in het stuk verweven. En daar wringt een beetje het schoentje: ik vermoed dat iemand zonder klassieke voorkennis heel veel moeite heeft met dit stuk. Het taalgebruik is al vrij archaïsch en intellectueel, en daardoor soms moeilijk te volgen, maar ook de geschiedenis op zich is niet eenvoudig. Er zijn uiteraard parallellen te trekken naar de huidige politieke situatie, en hoe sommige leiders zich moeten voelen bij het nemen van moeilijke beslissingen. Maar hoe goed Vanderauwera het ook brengt, het blijft een zwaar stuk.

Zou ik het aanraden? Als je zelf iets afweet van de Romeinse geschiedenis, en je op school ooit nog door de De Catilinae Coniuratione van Sallustius hebt geworsteld: zeker. Maar als consuls in het Imperium Romanum jou niks zeggen, dan denk ik niet dat je het stuk zal smaken.

En dat zou jammer zijn, zowel voor jezelf als voor de gedreven Cicero daar op het podium.

Cicero
nog op maandag 12, woensdag 14, maandag 26 en woensdag 28 november om 20.00u
Theater Tinnenpot, Tinnenpotstraat 21
09/225.18.60

Bedje

Ik had al een tijdje zitten rondkijken voor een bedje voor Merel, voor over een half jaar of zo, een groot bed. Momenteel staat er een hoge twijfelaar in haar kamer als logeerbed, maar dat bed is echt te hoog voor haar, daar kan ze niet zelfstandig in.

En toen kwam mijn ma af dat er in het huis van oma, dat intussen verkocht is en vrijdag leeg moet zijn, nog een eenpersoonsbedje stond, in wit, met twee schuiven onderaan. Hmm. Dat leek me eigenlijk wel wat, dus sprong ik deze namiddag in de auto, pikte mijn ouders op, en reed naar het huis van oma. Mijn ouders moesten mee omdat we ook twee mooie grote azalea japonica’s gingen uitgraven. De nieuwe eigenaars gaan de tuin volledig platgooien, en da’s zo’n zonde, vandaar.

Het bedje werd meteen goedgekeurd: nog steeds stevig, met een goeie ‘ressort’ en zelfs een bijhorend boekenkastje. Hier en daar is het wel wat vergeeld, maar ik was sowieso van plan het te verven. Wellicht wordt het opnieuw wit, met bleekgroen op de opstaande randjes, en hier en daar een groen blaadje zoals in de rest van haar kamer.

Maar toen moest alles nog in de auto. Ik legde de zetels plat, schoof het bedframe erin, zag me genoodzaakt om de twee schuiven voorlopig achter te laten (ons ma gaat die wel meebrengen), kreeg er nog met veel moeite de twee azalea’s in, en toen was er geen plaats meer om nog een achterzetel recht te zetten. Er was nog een klein plaatsje vrij, en ons ma is daar dan maar ingekropen, en ons pa op de voorzetel. Het was echt een zicht… Gelukkig is het amper vijf kilometer, maar dan nog.

In elk geval vreselijk bedankt, lieve oudjes van me! Jullie kleindochter zal een prachtig bedje hebben, en allemaal voor de veurniet!

Vakantie

’t Is vakantie. Eindelijk. Want deze keer was ik er écht aan toe: ik kon mijn leerlingen wel één voor één tegen de muur nagelen. Met van die kleine kleine spijkertjes. Bij voorkeur door het vel heen.

Echt.

Mijn stressbestendigheid is duidelijk niet meer wat ze geweest is.

Buiten

Buiten lesgeven, het mag eigenlijk niet. Je stoort meestal de andere klassen, en de leerlingen zijn doorgaans veel meer afgeleid. Daarnaast is het ook bijzonder slecht voor de stem, want het geluid is veel diffuser en je moet je dus harder inspannen.

Maar vandaag kon ik er toch niet aan weerstaan. Tweeëntwintig graden buiten, en een klasje vierdes van vijf leerlingen. Jawel, vijf. De andere klas vierdes telt 25 leerlingen, maar een andere, logischer splitsing kon niet. En een groep van dertig leerlingen is écht lastig, vandaar. Vijf leerlingen, Griekjes.

En buiten aan de kant van de sportzaal, waar je dus eigenlijk geen andere klassen stoort, staan er van die picknickbanken. Perfect voor zes mensen. Ik ging in het midden zitten, zij zaten rondom mij, en ik vertaalde Sallustius met hen. Het was geen doceren, het was samenwerken. Zoals één van hen opmerkte: “Dit is gewoon de sfeer van aan die Engelse colleges. Je weet wel, van die praatgroepen aan de universiteit bij een van de professoren in zijn bureau, zoals je altijd ziet in films”.

Hij had overschot van gelijk. Het was eigenlijk gewoon gezellig. Ik weet in elk geval wat ik met dat groepje ga doen, zodra het in de lente weer mooi weer wordt.

Pompoen

Eerder dit jaar heb ik nog eens een poging tot moestuin ondernomen. Zo eentje waar ik dan geen werk meer insteek, weetuwel.

De zes broccoliplantjes zijn vakkundig opgevreten door de slakken en ander ongedierte, ondanks de vele slakkenkorrels die ik gestrooid heb. Escar-go, ik vond de naam overigens wel goed gevonden, alleen veegden die beesten er hun spreekwoordelijke voeten aan.

De uitgeplante kruiden zagen het wel min of meer zitten. De munt doet het fantastisch, maar ook de basilicum laat zich niet onbetuigd. De peterselie is een twijfelgeval, en de koriander en de tijm zagen het niet echt zitten.

De pompoen, daarentegen… Ik kreeg de ene bloem na de andere, zelfs nu nog, en dacht dat ik dus een rijke oogst ging hebben. Ja mijn oren… Hier en daar zag ik kleine bolletjes verschijnen aan de basis van de  bloemen, en dat was dat. Eéntje is een stapje verder gegaan, maar ook hier kan ik het bezwaarlijk een succes noemen. Kijk maar…

pompoen

De plant zelf, die is wel enthousiast, ja. Een meter of vijf lang is ze, vermoed ik.

Volgend jaar beter, zeker?