Barts tuin

De tuin heeft een ware transformatie ondergaan het afgelopen jaar, en dat is 100% te danken aan Bart. Ik had destijds bij de heraanleg wel een aantal ideeën, maar dat was vrij conservatief: achteraan een rond terras met bloemperken rond, en vooraan een grasveld om op te voetballen of rugbyen en dus niks wat ze daarbij konden vernielen.

Intussen staan er extra bloemen in de perken, zijn er massa’s extra bloempotten en klimplanten (waaronder verschillende kiwibessen, witte rozen, twee soorten passiflora, reukerwten en iets waarvan we niet meer weten wat het is), twee kruidenbakken, twee kerselaartjes, twee appelboompjes, een reeksje hazelaartjes, een aantal frambozen- en stekelbesstruiken, twee grote groentebakken met boontjes, erwtjes, pluksla, snijbiet, broccoli, prei, courgette, pompoen, enkele zakken met aardappelen en ik mis wellicht nog wel wat. En er is het serretje met tomaten en paprika’s.

En jawel, bij de groenten staan ook nog enkele bloempotten met bloemen, daar heeft Bart wel voor gezorgd, zodat zijn groenten voldoende bestoven worden. Maar het is eigenlijk allemaal gewoon mooi.

Goed bezig, die vent van me.

Marnes lentefeest

Een zalige dag, niet te warm, niet te koud, droog, en dus perfect om buiten te zitten. Roeland en Sarah hadden dat dan ook perfect geregeld in hun tuin: zeer fijne hapjes en gerechten, goed gezelschap, ideaal weer… Alleen mijn rug wilde dus niet mee, zoals ik gisteren al zei, en tegen een uur of vier kreeg ik dan ook nog eens barstende koppijn, zodat we niet echt lang zijn gebleven. Ik had dat ook zo voorspeld aan Roeland, want begin van de vakantie, da’s geen goede periode voor mij.

Aangezien Arwen mee was, reden we met twee auto’s, en Bart is met Kobe en Merel dan nog even gestopt bij ons pa. Wolf en Arwen reden met mij mee terug, op mijn expliciete vraag, want ik wilde dat Wolf zou kunnen overnemen als die schele koppijn nog erger zou geworden zijn.

Maar de foto’s spreken eigenlijk voor zich. Het was een zeer, zeer fijn feestje.

Vaderdagcadeautje

Bij Arwen thuis hebben ze sinds enige tijd een klein pizza-oventje, en Wolf was daar razend enthousiast over. De foto’s die hij doorstuurde, spraken ook boekdelen.

Laat het nu net vaderdag zijn, en laat Bart nu de laatste weken in de pizza’s gevlogen zijn… De som was snel gemaakt en dus stonden er hier drie pakketten te blinken: eentje met het oventje zelf, eentje met twee specifiek daarvoor bedoelde houten plankjes, en een met de stalen pizzaschep. Ha ja, want dat is niet inbegrepen in het oventje.

Bart had gelukkig de bui al voelen hangen en had de nodige ingrediënten meegebracht, zodat hij ’s middags al deeg stond te kneden en ’s avonds uitgebreid stond uit te rollen.

Wolf ontfermde zich over het oventje: het bereikte fluks de 500° en dus werd de eerste pizza erin geschoven. Euh… Het deeg is blijkbaar bij Arwen veel dikker, waardoor de pizza’s daar zo’n achttal minuten moeten bakken. Hier keek Wolf na amper een minuut, en toen was mijn pizza al verbrand. Niks ergs, ik kon gewoon de kantjes eraf halen. En daarna ging het beter en beter.

En de smaak? Niet te vergelijken, exponentieel beter dan een diepvriespizza of zelfs eentje gebakken in een gewone oven.

Ik voel nog veel pizza’s aankomen…

 

Zelfgemaakte pizza’s

Ja, we hebben dat al eerder gedaan, zelf pizza gemaakt, maar dan met voorgekocht deeg. Lekker, ja, maar niet echt speciaal.

En toen besloot Bart om eens zelf pizzadeeg te maken, met van die ultrafijne pastabloem en gist. En uiteraard om ze dan ook zelf te beleggen. De eerste keer was eind mei, vandaag had hij opnieuw de energie gevonden om het deeg te kneden en vooral uit te rollen, want dat is het lastigste. Maar die pizza’s, die zijn ronduit fantastisch!

Een Dr. Oetker op zijn tijd kan ook nog best, dat is zoals een zelfgemaakte lasagne versus een gekochte, of een stevige huisbereide maaltijd versus MacDonalds: dat kan ook gerust eens smaken. Maar verder? Geen vergelijking mogelijk.

Fourchette

Bart had een verrassing in mijn agenda gezet, maar hij weet dat ik niet van complete verrassingen houdt, en dus wist ik dat we gingen eten in de Loods 21, de nog compleet open loods naast zijn vroegere kantoorgebouw.

Het concept was me snel duidelijk, net als het beoogde publiek: de typische Gentse bohemien chic. Op voorhand moest je je keuze maken voor een bepaalde menu waarbij elk gerecht werd gemaakt door een topchef. Bart koos het menu waarvan we nog de minste restaurants kenden, en daarvoor kregen we een soortement boekje als een kleurenwaaier, met afscheurbare strookjes waarvoor je telkens een gerecht kon halen. Je kon de volgorde en de timing dus perfect zelf bepalen.

De locatie was al bij al vrij koud en ik was blij dat ik een vestje aanhad, maar dat kon niemand de organisatie kwalijk nemen: de oorspronkelijke locatie was in Sint-Amandsberg, maar die was twee weken geleden afgekeurd door de brandweer. Chapeau dat ze nog zo snel een alternatief hebben gevonden!

En het eten? Goh… Zeker niet slecht, maar ook niet indrukwekkend. Dat kan eigenlijk ook niet, aangezien ze voor enkele honderden mensen moesten koken.

Het was wel weer een ervaring, maar als we dit herhalen, zal het met vrienden zijn, want daarvoor is het perfect geschikt.