Weeping Angel

Mijn kerstboom jaagt mij de stuipen op het lijf!

Laat me even uitleggen. Voor wie bekend is met de reeks Dr. Who op BBC, kent het bovenstaande beeldje geen geheimen.

Voor wie het niet kent: google even op ‘weeping angel’ en je ziet meteen een hoop extra beelden en een uitleg op Wikipedia:

The Weeping Angels are a race of predatory creatures from the long-running science fiction series Doctor Who. They were introduced in the 2007 episode “Blink“, making repeat appearances in later episodes. Since their initial appearance, they have been persistently nominated as one of the most popular and frightening Doctor Who monsters. Steven Moffat attributes their appeal to childhood games such as Grandmother’s Footsteps and the notion that every statue might secretly be a disguised Weeping Angel.

In het kort: het zijn aliens in de vorm van een engelenbeeld dat met zijn handen zijn gezicht bedekt. Stiekem sluipen ze dichterbij wanneer je niet kijkt om je dan met opengesperde mond, vampiertanden en klauwen mee te voeren naar een andere dimensie. Je mag dus niet wegkijken, ofte ‘Don’t blink!’

En toen stond er plots eentje in mijn kerstboom. En iets later op mijn tv-kast. En nog wat later op het hoekje van mijn salontafel. En nog later in het midden van die salontafel. Steeds dichter en dichter, zonder dat ik het gezien had.

Serieus. Ne mens kan niet meer op zijn gemak ziek zijn, of wa?

In elk geval staat het ding nu netjes weer in de top van de kerstboom te pronken. I love it!

Halloweenversiering

Dat Merel zot is van halloween, dat is al lang geen geheim meer. Als het aan haar ligt, zou ze het huis al beginnen versieren in september.

De spinnen en de pompoenlampjes in haar kamer hingen er effectief al begin oktober, de rest hier in de living werd opgehangen half oktober.

Maar vandaag zijn we all out gegaan: er is namelijk een echte Halloweentocht die begint op de Evergemsesteenweg en die door de Waterhoenlaan loopt. Ons voordeur ligt nu wel in de Kineastlaan, maar Merel had bordjes gemaakt om de mensen toch tot aan onze deur te krijgen.

En die voordeur, die was wel netjes versierd, ja. We hadden gisteren al een pompoen uitgekerfd, eentje die mee was gebracht door een maat van mij na een vraag op Facebook. En dan hebben we vooral ook Barts bureauvenster aangekleed, zodat het effect wel leuk was.

Bart had snoep voorzien, maar we hadden nooit de toeloop verwacht die er ook effectief was: we zaten al vrij snel zonder, zodat we ook nog alle mogelijke andere snoep uit de berging hebben opgediept.

Maar nu weten we wat we volgende keer moeten verwachten!

Zonnegroet

Soms moet je een beetje zot zijn, toch?

Deze ochtend kwam Merel me om half zes wakker maken, om zes uur zaten we in de auto, om half zeven stonden we samen met een twintigtal andere idioten op een verlaten baantje in Melle.

Het is vandaag namelijk International Geocaching Day en ze wilden vandaag vooral het record breken van het maximale aantal mensen ter wereld die aan het cachen zijn vandaag. Een cacher uit Melle had het idee opgevat om al een event te doen bij zonsopgang: door je aanwezigheid heb je een cache gevangen op zo’n ontmoeting met allemaal andere cachers. Het was fijn, het was gezellig, het was vooral vroeg. De zon hebben we niet zien opkomen door een wolkenstrook vlak boven de horizon, maar dat deerde niet. Ik kreeg zowaar een haak voor mijn hengel en een nieuwe trackable en ik heb echt wel goed gebabbeld. Merel wist wat te verwachten en vond het ook helemaal niet erg.

Het plan was om daarna te gaan ontbijten, maar blijkbaar kan je in het Gentse op zaterdag zo goed als nergens terecht voor 9.00 uur. We zijn dan eerst nog maar enkele caches gaan zoeken, zo hoort dat op zo’n geocache dag.

Iets over negen zaten we in de buurt van de Dampoort in Clouds in my Coffee, een ongelofelijk aangenaam ontbijtplekje. Merel genóót! Ze glunderde bij haar warme melk met honing, haar croissantje, haar eitje met soldaatjes en haar kom héérlijke yoghurt met fruit en notenmix.

Die dochter van mij, dat is zo een ongelofelijk dankbare voor dat soort dingen he…

En tegen half elf waren we weer thuis met nog een ganse dag voor ons, en het gevoel dat we al een halve dag achter ons hadden!

Lectuur: “The Iron Druid Chronicles” van Kevin Hearne

Deze reeks – jawel, ik ga deze niet boek per boek bespreken – kreeg ik via via door, en ik heb me er machtig mee geamuseerd. Dat laatste woord is welbewust gekozen: dit is superlichte vakantielectuur waar je doorheen raast.

Hoofdpersonage is Atticus O’Sullivan, een druïde die eigenlijk al meer dan 2000 jaar oud is, maar zichzelf jong kan houden en rondloopt als kerel van een jaar of 21, met een stevige attitude én een magisch zwaard. Of twee. En een serieuze dosis magische krachten, dat ook.

Hij woont en werkt in de Verenigde Staten maar komt uiteraard in meer dan diverse problemen, zowel hier op Gaia als in andere sferen, waaronder het Ierse Tir Na nÓg, waar de goden leven waarmee hij voortdurend in contact staat. Maar ook de andere panthea bestaan en zijn meer dan aanwezig.

Hij is de laatste nog levende druïde en zal op een bepaald moment een leerling aannemen, waarop Hearne ook hoofdstukken uit haar standpunt begint te schrijven. Atticus is ook vergezeld van een gigantische wolfshond, Oberon, waarmee hij vlot mentaal kan praten en die een nogal vreemd gevoel voor humor heeft.

Hearne heeft de wereld echt wel goed uitgedacht: er zitten weinig tot geen gaten in, zo goed als elk detail – zoals bijvoorbeeld het feit dat hij met zijn hond kan praten – is wel ergens uitgelegd, en bij momenten is het razend spannend, op andere momenten is het pure slapstick. Er zijn vampieren, heksen, weerwolven in overvloed, maar ook die hebben zich aan de huidige tijd aangepast.

En de avonturen? Goh… Die zijn soms wat bij het haar getrokken, soms wat over the top – Heimdall of Fenrir doden, iemand? – maar bijzonder vermakelijk.

Al bij al heb ik acht boeken gelezen en een kortverhaal of tien, op een maand tijd, dus dat valt wel mee, zeker?

Hearne heeft vooral gigantisch goed naar Jim Butcher en zijn Dresden Files gekeken: de sfeer is compleet dezelfde, de humor in dezelfde lijn, de nevenpersonages eigenlijk ook: een magiër met een hond in de hedendaagse wereld, met machtige organisaties die meespelen of tegenwerken, een leerlinge die dan minstens even machtig wordt, een leermeester die niet altijd even sympathiek is…

Maar ik kan zo’n lichte reeks bij momenten echt wel smaken, zeker in de vakantie.

Sorrento: dag zeven

Het was met een bang hartje dat ik de gordijnen openschoof deze morgen: ging de Vesuvius niet in de wolken zitten? Want zo ja, dan kan je hem uiteraard niet beklimmen. Maar nee hoor, ondanks het gigantische gegiet gisterenavond glom de Vesuvius als vanouds in het zonlicht. Oef.

Het was een klein uur rijden – normaal gezien – en we hadden tickets om 10.10 uur met een speling van 90 minuten, en we zaten twintig over negen in de auto, dus dat moest wel lukken. Het plan was om tegen een uur of twaalf terug beneden te zijn, tegen een uur of een iets te eten in Sorrento, en dan nog naar de Bagni della Regina Iovanna te gaan, een lagune op de punt van Sorrento met een Romeinse ruïne. Juist ja.

Er was dus een ongeluk gebeurd op de enige tweevaksbaan richting Napels, zodat we een klein beetje file hadden. Een klein beetje maar. En toen kwam Wolf nog met het nieuws dat het geen 90 maar 60 minuten speling waren tegenwoordig, en kwamen er ook dreigende onweerswolken iet of wat opzetten. Bij mij kwam er dus een stresske opzetten, jawel.

Maar gelukkig zijn Italianen ‘piano piano’: het was kwart over elf tegen dat we op de parking waren, en toen heb ik gewoon tickets voor ons allemaal gekocht – allez ja, Bart had de cash bij – voor een taxibusje de eerste twee kilometer bergop, tot aan de tweede parking die enkel voor de bussen is. Content dat ik was dat we dat niet te voet hoefden te doen! 3 euro de man heen en terug, daarvoor kunt ge zelf niet terten, toch?

Het was half twaalf toen we aan het ‘checkpoint’ kwamen, maar ze deden niet moeilijk. En dan zijt ge pas op het ‘vertrekpunt’ en is het nog een half uurtje naar boven langs een breed pad met lapilli. Man, ik heb gezucht als een oud versleten paard, maar ik ben intussen dan ook oud en versleten. Op een bepaald moment heb ik tegen de rest gezegd dat zij mochten verder gaan: ik heb de top toch al gezien en dan konden zij langer van het uitzicht genieten. Enfin, ietwat later was ik toch ook boven, en content dat ik was! Ja, het is toch wel een stevige klim, ja. Ik ben toch een klein beetje trots op mezelf (en dankbaar voor de zware pijnstillers).

Maar het uitzicht over de baai van Napels is dan ook adembenemend, zelfs als het niet helemaal helder weer is. De kinderen vonden de krater de max, zeker met de fumarolen, en de jongens hebben zowaar een cache voor mij gevonden bovenop de krater, dus dat is de max van een cache!

Naar beneden gaan duurde eigenlijk bijna even lang wegens schuifgevaar, en dan moesten we nog een dik half uur wachten op het taxibusje dat zowat belegerd werd. Bart had daar geen zin in en is te voet naar de parking gelopen. Enfin, het was twee uur tegen dat we in een restaurant halverwege de berg zaten, drie tegen dat we daar buiten waren – het was er een beetje druk – en tegen vier uur voordat we terug in Sorrento waren.

Geen Bagni dus, jammer genoeg, want ten laatste om vijf uur moesten we onze auto terug inleveren. Die had wonder boven wonder geen krasje opgelopen, maar het was wel stevig beginnen regenen terwijl we de auto opleverden. We hebben dan maar een taxi terug naar het hotel genomen en daar ons wat rustig bezig gehouden tot een uur of zeven.

Tegen dan was het al lang gedaan met regenen, maar het zag er toch alweer behoorlijk dreigend uit. Het weerbericht zei nochtans dat het droog ging blijven, en we hadden niet gereserveerd in het hotel, zodat we toch maar de gok namen en naar buiten trokken. Goh ja, als we natgeregend werden, konden we altijd terug gaan en droge kleren aantrekken.

Goeie gok: zo bleek: ik wilde deze keer naar de Marina Grande, de vissershaven van Sorrento die eigenlijk nog dichter bij ons hotel lag, maar wel een stuk lager want – duh – aan het water. Daar waren we stomweg nog niet geweest, en dat is eigenlijk wat jammer, want had ik het geweten, dan waren we ook zeker daar eens gaan eten: het is er prachtig! Eén en al restaurantje voor toeristen, dat ook, maar wel mooi. Door de dikke onweerswolken begon het te schemeren, maar het zicht was de moeite.

Het eten was eigenlijk ook best lekker, en de weg terug, deze keer niet langs de drukke baan maar wel langs steegjes en trapjes voor voetgangers, was eigenlijk ook schilderachtig. Een waardige afsluiter van ons verblijf hier, dus.

Geocachen in Gavere

Rond Gavere ligt er een prachtige geocacheroute van een cache of 80: de reeks rond de hondjes Scott & Whisky. Vorig jaar in augustus had ik er daar al een reeks van gedaan, samen met Véronique.

Vandaag vroeg ik Kobe om mijn fiets op de drager te zetten, en tegen half vier stond ik in Eke: enkele losse caches en de labcache aldaar, en dan over de brug richting Gavere via Semmerzake, dorpen waar ik nog nooit geweest was. Semmerzake heeft overigens een kerk die duidelijk door dezelfde architect is ontworpen als die van Zomergem…
Gavere blijkt ook een stuk groter dan gedacht en ook over een eigen labcache te beschikken.

Het was tegen achten tegen dat ik thuis was, maar dit is vakantie…

Dagje Lier

Mijn reden om naar Lier te trekken, was niet bepaald van de meest aangename: Koens mama is overleden en haar herdenkingsdienst was daar om 13.30 uur.

Ik vertrok dus nog voor de middag – het is anderhalf uur rijden – en ging eerst iets eten bij Zuster Agnes, een bijzonder aangename bistro in de schaduw van de Zimmertoren. De pokébowl met steak is een aanrader, geloof me.

Na de dienst keerde ik terug naar de stad om er te geocachen: een reeks labcaches en een aantal losse caches, waardoor ik serieus wat kilometertjes halen. Note to self: de volgende keer écht de fiets meebrengen…

Maar Lier is echt wel een prachtig stadje met veel water en veel groen, en ook veel beelden en dergelijke.

Als ik nog eens in de buurt ben, kom ik zeker hier terug. Maar dan liefst met een andere reden, als het even kan.

Lectuur: “Elantris” van Brandon Sanderson

Dit is alweer een stevig boek van bijna 700 bladzijden, eentje waarvan ik het doodjammer vind dat er maar één van is, maar waarvan ik de subtitel “Elantris 1” zeer hoopgevend vind.

Ja, Brandon Sanderson is een van mijn favoriete fantasy auteurs, je moet zijn naam hier maar even in de zoekbalk ingeven. Ook met Elantris is hij erin geslaagd een volledig nieuwe wereld te scheppen met eigen accenten, een eigen magie, een eigen geschiedenis. Blijkbaar was de stad Elantris ooit een prachtige, onvergelijkbare stad, draaiend op magie en met een speciaal soort magiërs: gewone mensen werden plots wakker met extra krachten en konden dan in Elantris gaan wonen. Tot het plots fout ging en de hele stad verwerd tot een soort zombieland, met de Elantrianen die niet konden sterven maar elk pijntje – stoot maar eens je teen – bleven voelen tot ze uiteindelijk gek werden van pijn en angst.

En dan krijg je binnen dat kader natuurlijk opnieuw een knap verhaal, een goeie plot, politieke intriges, een sterke vrouwenfiguur, de nefaste invloed van religie… Het zijn intussen wel vertrouwde ingrediënten, dat wel, maar telkens weer op een nieuwe manier gebracht. Ik ben eigenlijk vooral pokkejaloers op die mens zijn fantasie en zijn vertelkracht, en ik kijk reikhalzend uit naar deel twee.

Aether Huwelijk

Ik hou echt van die eendagsevenementen van Aether. Nu, ik heb nog maar één volledig weekend meegemaakt, ik kan nog niet veel zeggen, maar toch…

Er was een online sessie van een hele avond, waarbij ik me gigantisch goed geamuseerd heb en tranen heb gelachen. Er was de opening van het notariaat met een zelfverzonnen personage. Er was het casino met ongelofelijk veel glamour, en nu was er dus het huwelijk.

Het fijne is dat er twee spelers in het huwelijk traden, die in het echt een jaar geleden zijn getrouwd, ook al in jaren 20 stijl, zij kon dus perfect haar echte trouwkleed dragen. Het gaf vooral ook een speciale sfeer, aangezien ze de kussen en zo niet hoefden te faken.

De omgeving was alweer prachtig: een echt kasteel met omliggend park waar blijkbaar regelmatig trouwfeesten gehouden worden. Er werden zelfs op dat moment foto’s genomen voor een echte trouw, maar ik vond het wat zielig: wij zagen er gewoon veel beter uit!  Er was de aankomst met geschenken, een lange receptie, dan de ceremonie zelf, en dan het diner, compleet met schitterende maaltijd, bediening, en een dessertenbuffet mét bruidstaart in drie verdiepingen. De uitwerking, het oog voor detail is gewoon onvoorstelbaar…

Mijn rol was dezelfde als de vorige keer op Casino, ik was “le scandal du jour” volgens een van de aanwezige dames, maar ik denk dat ik zowat al mijn doelen gehaald heb. En vooral, ik heb me enorm geamuseerd. Het deed deugd, zo aan het begin van de vakantie.

Ik kijk enorm uit naar eind september, naar een volledig weekend…