Ik sprak er al eerder een paar keer over: dat ik het werk van Soenen eigenlijk echt niet graag zong en ook niet wild was van Jenkins. Maar onze dirigent beloofde ons dat dat zou beteren, dat we er een andere kijk op zouden krijgen.
Wel…
Hij kreeg gedeeltelijk gelijk.
De voorbije weken waren echt zwaar: naast het vele schoolwerk en de extra klassenraden waren er dus ook de extra repetities, waarvoor ik dan ook nog telkens anderhalf uur in de auto moest zitten. Gelukkig geven die autoritten wel rust aan mijn rug, maar dan nog.
Er was op vier september een extra repetitie, op 18 oktober, op zes november, op 8 november, en vandaag dus het concert. En ja, ik heb wel altijd een stoel, maar het blijft zwaar, want ook drie uur zitten is een behoorlijke opgave, zeker wanneer je dan nog de ziel uit je lijf zingt.
Maar vandaag was er dus concert: om vier uur raccord voor de Soenen, om vijf uur die voor de Jenkins, en dan om zeven uur het concert zelf. Er waren broodjes voorzien en ik had mijn matje mee om op te liggen tussendoor.
En het concert? Een goeie 800 man kwam luisteren, vond het eerste deel zeer bevreemdend – maar ik kon me er intussen eigenlijk nog wel in vinden, hoe raar het soms ook klinkt – en was vooral ondersteboven van deel 2. Die Jenkins is indrukwekkend: verschillende stijlen, een ‘oproep tot het gebed’, uitgevoerd door een heuse muezzin, en zelfs een feilloos gespeelde Last Post. Voeg daarbij ook nog de hier en daar wel zeer harde projectie die speciaal bij het werk werd gemaakt, en je had een geheel dat ongelofelijk paste op de vooravond van 11 november. We droegen dan ook allemaal een ‘poppy’.
Ik was stikkapot na afloop, maar best wel tevreden. Al bij al een fijn concert, ja.