Laatste dag

602271_166291870162545_1147217201_n

Ik ben moe. Niet zozeer van de feestjes of lang uitzitten, want dat viel allemaal nog serieus mee. Ik ben gewoon moe.  Ziek zijn, druk, uit mijn dagelijkse routine, dingen plannen, de kinderen aan haakjes hangen, dat soort dingen. Examens verbeteren, deliberaties, administratie allerhande.

Moe.

Ik wil ook even geen leerlingen meer zien. Nee dank u. Hoe graag ik ook les geef: aan het eind van het schooljaar is mijn pijp uit, mijn kaarsje opgebrand. Ik kan het enthousiasme niet meer opbrengen, of het kost me toch telkens weer meer moeite. Ik zou ze snel afsnauwen, of nogal vlug uit mijn krammen schieten. En lesgeven is meer dan het overbrengen van kennis, je moet ze ook weten te motiveren, uit hun kot weten te lokken met verhalen en anekdotes, ze doen wíllen leren.

En dat, net dat, daar ben ik nu te moe voor.

We spreken elkaar weer over anderhalve maand of zo, of twee maanden. Dan zal ik er weer staan. Vol goeie moed, voor een nieuwe lichting weerbarstige tieners. Om ze de knepen van het vak bij te brengen.

Maar nu toch eerst écht even vakantie. Yup.

Oei!

Nu ben ik weer wat tegengekomen…

Ik moet zeggen, ik loop dus eigenlijk rond met een keelontsteking, en de nodige antibiotica in mijn lijf. Reken daar de vermoeidheid van de examens bij, en de deliberaties deze morgen, en dan weet je dat het niet zo goed gaat.

Deze avond was er de barbecue van de zesdes, en ik was eigenlijk te moe en te mottig om ernaar toe te gaan. Aan de andere kant, het is zowat de laatste keer dat ik mijn lieverdjes zie, dus ik ging wel acte de présence geven, eten, en terug naar huis.

Op het moment zelf voelde ik me echter prima. Ik heb gezellig zitten kletsen met zowel collega’s als leerlingen, en heb genoten van de barbecue: massa’s gewokte groenten, twee scampispiesjes en een klein stukje entrecote, en dan nog het dessert, zijnde gebakken ananas met ijs. Zoveel heb ik dus echt niet gegeten, en ik heb er toch wel veel water bij gedronken. En toch…

Rond half twaalf ben ik doorgegaan, en in de auto kreeg ik plots serieuze buikkrampen, zodat ik me echt naar huis heb gehaast. Damn die trage auto voor mij! Thuis heb ik snel een emmer meegegrist in mijn haast richting toilet. En jawel, serieuze buikloop, overgeven, en een bijzonder mottig gevoel. Zo erg zelf, dat ik ongelofelijk ongemakkelijk werd, en blijkbaar zelfs ben flauwgevallen. Want plots werd ik wakker met het gevoel dat het toch wel erg hard was aan mijn hoofd. En toen ik mijn ogen opende, zag ik de tegels. Van de vloer. Hmmm. Gelukkig was Bart nog wakker, en die heeft me overeind geholpen, en uiteindelijk ook in bed gekregen. Kanjer van een koppijn, en een vreselijk gevoel.

Hopelijk geen hersenschudding…

366 – 18 juni

365-169

En toen had Kobe op school de badkamer van Aagje (uit Pluk van de Petteflet) gemaakt. Compleet met kastje met uitneembare handdoek, en WCtje van klei…

Stil

Het zijn zo van die stille dagen hier. Als ik mijn kot al uitkom, is het om examen af te nemen, of de kinderen af te zetten of op te halen van school.

Verder zijn er verbeteringen. Massa’s verbeteringen. Stapels examens die hier van de ene doos naar de andere verhuizen, de ene doos net wat roder dan de andere.

Ik probeer zo objectief mogelijk te zijn, en dezelfde maatstaf voor al mijn leerlingen te hanteren. Daarom heb ik ook modeloplossingen: dan zit het perfect in mijn hoofd welk woord ik waar moet zien staan, en ga ik voorbij aan grappige opmerkingen of goedbedoelde flaters. Want ik weet het maar al te goed: ze hebben er uren in gestoken, in dat examen van me. En voor sommigen wordt het ook beslissend: van mijn examen hangt hun studiekeuze af, of soms zelfs hun jaar.

En dus probeer ik abstractie te maken van de persoon, en puur het papier te zien. Met het gekriebel, de kromme zinnen, de rake opmerkingen en gevatte antwoorden.

Zoals ik wel vaker zeg: ik geef geen punten, dat doen zij zelf; ik stel ze alleen vast.

Tot zover het lesjaar

Yup, ik heb daarnet de laatste les van dit jaar gegeven. Een lesje filosofie, een mooie afsluiter dus.

Ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik toch wel fijne leerlingen had dit jaar. Eigenlijk hadden al mijn klassen pit, en daar hou ik wel van. Elk op hun manier, want elke klas heeft zijn eigen sfeer.

Ik heb dit jaar ook vrij veel leerlingen aan de deur gezet, dat ook. Een van de taken van het onderwijs, en zeker binnen het GO!, is de leerlingen ook proberen opvoeden. Burgerzin, kritische geest, dat soort dingen. En dus ook beleefdheid. Want ik heb graag dat mijn leerlingen mondig zijn, ik kan een frank antwoord vaak wel appreciëren, en soms zelfs een ronduit ‘stète moile’.  Maar er zijn grenzen, namelijk die van de beleefdheid, en dat weten ze heel goed. En dus vloog er af en toe eentje buiten om wat hij net gezegd had.

Zelfs al zijn ze negentien, als ze durven zeggen bij een opmerking: “Ach mens, zaag niet en laat mij gerust”, dan mogen ze even buiten gaan staan.

En ik had er eentje (een gigantische flapuit met grenzen die veel verder liggen dan de sociaal aanvaarde normen) die na een bepaalde uitlating naar mij keek, en zelf opmerkte: “Dat was er over, zeker?” Waarop ik gewoon knikte. “Ik zal maar buiten gaan zeker?” Waarop ik nog maar eens bevestigend knikte. En hij dus gewoon buiten ging staan. Faut le faire :-p

Maar ja, ik had dus echt wel fijne klassen dit jaar. En mijn zesdekes, ik ga ze missen. Het is de laatste lichting die ik zes jaar lang gehad heb (ik ben doorgeschoven van 1 en 3 naar 4-5-6), en ik heb ze dus zien opgroeien.

Alleen nu nog die examens doorspartelen. Zowel zij als ik :-p