Lectuur: “The Stone Sky” (The Broken Earth #3) van N.K. Jemisin

Oi, ik zit precies een beetje achter met mijn boekbesprekingen. Vooruit met de geit dus!

The Stone Sky is het derde boek van de Broken Earth Trilogie die ik hier al gedeeltelijk besproken heb, en waarbij ik dus verder ga op die besprekingen.

In dit derde boek krijg je drie hoofdpersonages uit wier standpunt je de gebeurtenissen meemaakt: nog steeds Essun, die intussen een Tienring of hoger is, en haar dochter Nassun die minstens even sterk is maar absoluut niet formeel getraind. Daarnaast krijg je nog een derde verhaal dat – en het duurt eventjes voor je dat ook echt door hebt – de oorsprong van de hele samenleving en het probleem vertelt, aan de hand van een personage dat duizenden jaren later wel degelijk nog rondloopt en een impact heeft op beide hoofdpersonages.

Waar boek twee een overgangsboek was, brengt boek drie echt alle losse draadjes samen en breit die tot een fantastisch mooi, consistent geheel. De emoties gaan diep, het voelt, ondanks het science fictiongehalte, ook allemaal heel echt aan, en het geeft ook een ongelofelijk mooi beeld over moeder- en vaderschap.

Alle vragen die zich stelden in de eerste twee boeken, worden hier beantwoord en het is een pracht van een finale. Het boek bleef ook nog echt lang in mijn systeem hangen, ook al was ik intussen al lang in een ander boek bezig. Mijn gedachten keerden regelmatig terug naar de verhaallijnen, de emoties, de pijn, tsja, alles eigenlijk.

En dat, dat definieert in mijn ogen toch wel een goed boek, ja.

Lectuur: “The Obelisk Gate” (The Broken Earth #2) van N.K. Jemisin

Boek twee van The Broken Earth, en de wereld is uiteraard zoals ik hem hier heb beschreven.

Hoewel… (Spoiler alert!)

Alabaster Tenring heeft in het vorige boek de wereld, euh, kapot gemaakt, als die al niet kapot was. Hij heeft namelijk The Fifth Season of all seasons veroorzaakt door het continent in twee te scheuren, met een verwoestende reeks uitbarstingen en aslaag tot gevolg.

En nu, nu moet Essun uiteraard met de gevolgen leven, zeker wanneer Alabaster haar als mogelijke opvolger probeert op te leiden om diezelfde wereld toch maar te redden.

En intussen is er de tegenwerking van de guardians en vooral ook het lot van haar dochter, een zo mogelijk nog sterkere orogene met een heel eigen willetje.

Het verhaal meandert tussen de twee personages, waarin al van in het begin duidelijk is dat die twee plotlijnen elkaar onlosmakelijk beïnvloeden en ook zullen samenkomen. De wereld blijft geniaal in elkaar zitten, met alle twijfels en problemen die een uiteenvallende samenleving met zich meebrengt. Het ecologische en racistische thema blijft sterk aanwezig, maar toch opnieuw net onderhuids.

Helaas is dit vooral een overgangsboek: alles uit het eerste boek wordt nu in stelling gebracht voor de grote finale in boek drie. Je voelt de richting waarin het zal gaan, maar qua einde kan het nog alle kanten uit, want Jemisin is niet bang om een personage te laten sterven, of haar hoofdpersonages onpopulair te maken door hen zelf ook ganse dorpen te laten uitmoorden.

Intrigerende lectuur, en eigenlijk loopt het dus naadloos over in boek drie. Later meer, dus.

Lectuur: “The Fifth Season” (The Broken Earth #1) van N.K. Jemisin

Geen idee meer hoe of wat, maar het was Jonas die dit aan het lezen was, behoorlijk goed vond, en waardoor ik dan maar dit als volgende reeksje las.
Stevige science fiction, die wel zwaar op de maag ligt.

De premisse is dat de aarde kapot is: er is – voor zover we weten – maar één continent meer, dat voortdurend geteisterd wordt door aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami’s. Om de zoveel tijd is één van die uitbarstingen gewoon zodanig groot dat het het hele ecosysteem van de aarde verstoort, en zelfs het leven van de mensen in gevaar brengt: een fifth season. Winters die jaren duren, aslagen die vrijwel alle begroeiing onmogelijk maken, gebrek aan licht waardoor sowieso niks meer groeit…

Maar de dieren zijn geëvolueerd, waardoor de meeste soorten erin slagen deze catastrofale periodes te overleven. En ook de mens is blijkbaar geëvolueerd, want er bestaan nu orogenes, mensen die de vijandelijke aarde kunnen beïnvloeden, aardschokken tegen gaan en uitbarstingen stil leggen. Alleen kunnen ze die dan ook veroorzaken, wat hen letterlijk levensgevaarlijk maakt, en waardoor ze vaak, zodra het geweten is dat ze een orogene zijn, gelyncht worden. De meeste worden meegenomen door guardians om een formele opleiding te krijgen tot ze ongevaarlijk zijn voor de maatschappij en ingezet kunnen worden waar nodig.

Bon, dat is dus de wereld, en dat is behoorlijk wat.

We volgen drie personages: eentje in het heden, eentje in het verleden en eentje in de jij-vorm geschreven, wat soms wel vreemd aandoet. Maar geloof me, daar is een reden voor en die wordt in de loop van het boek wel duidelijk.
Jemisin ontrolt haar wereld beetje bij beetje door de ogen van de drie personages die alle drie orogenes zijn: een kind, een jonge vrouw en een moeder die haar zoontje kwijtspeelt.

Meer kan ik eigenlijk niet vertellen zonder echte spoilers, maar het is een op zijn minst intrigerende wereld. Jemisin schrijft vlot met telkens een licht andere stijl per personage. En de wereld zit bijzonder goed in elkaar, ik heb in elk geval geen hiaten ontdekt. En uiteraard is dit een commentaar op racisme, ecologie, overlevingsstrategie, maar dat ligt er niet vingerdik op.

Ik heb alvast genoten en begin meteen aan deel twee.

Lectuur: “The Unicorn Hunt” (The House of Niccolò #5) van Dorothy Dunnet

Boek 1 en 2 van deze reeks gaf ik vier sterren, boek 3 en 4 vijf. Dit boek gaat terug naar de vier sterren: het leek me eerder een overgangsboek dan wat anders, en de plotopbouw kon me minder boeien.

Nicholas trekt, na de onthulling op het einde van boek 4, naar Schotland met een volledig plan in zijn hoofd. Alleen komen we als lezer absoluut nog niet te weten wat dat plan nu precies inhoudt, terwijl het voor de buitenwereld toch soms rare beslissingen oplevert. Hij trekt een tijd op met het frivole Schotse hof, komt nog maar eens in aanvaring met Simon, maar slaagt er ook in Anselm Adorne, een vroegere medestander, tegen zich op te zetten. Iets wat wellicht nog veel meer gevolgen zal krijgen dan in dit boek alleen al.

Uiteindelijk gaat hij op zoek naar een verloren lading goud, maar tegelijk ook naar zijn zoon, ook al is hij er nog steeds niet zeker van of die wel bestaat. Wellicht is dat dan ook de reden voor de titel: ook van de eenhoorn is het niet duidelijk of die bestaat. Die zoektocht brengt hem van Schotland naar Brugge, Tirol, Cairo, de Sinaïberg, opnieuw naar Cyprus en uiteindelijk Venetië voor een bloedstollende finale. Ondertussen heeft Nicholas blijkbaar ook een gave voor wichelen ontdekt, iets wat toch wat vreemd aandoet in de voor de rest hyperrealistische setting.

En toch…

Toch bleef ik wat op mijn honger zitten. Het gedoe met Gelis begint op de zenuwen te werken, de stapels personages maken het soms wat moeilijk, en af en toe doet Dunnet er gewoon te lang over.

Verfrissend was dan weer het personage van Katelijne Sersanders. Benieuwd wat daarmee gaat gebeuren. Wordt dit Lymonds’ Philippa uit deze reeks?

Bon, wordt duidelijk vervolgd, want er liggen massa’s plotlijnen open.

Lectuur: “Life of Pi” van Yann Martel

Deze stond op mijn lijst van te lezen klassiekers, vandaar. Ik kende de premisse al: jong gastje overleeft schipbreuk met een tijger in zijn bootje. De film had ik nog niet gezien, maar ik vroeg me al af hoe je in hemelsnaam anderhalf uur kunt vullen met tijger en bootje. Wel, vrij vlot, eigenlijk.

Het begint met de oudere Piscine – Pi dus – die het verhaal vertelt van zijn jeugd, en hoe hij op een schip terecht komt waarmee ook wilde dieren worden vervoerd. Een van de meer opvallende trekjes hierin is dat Pi blijkbaar zowel christen als moslim als hindoe is, en dat in India. Dat zorgt uiteraard voor de nodige problemen, en ik snap ook nog steeds niet helemaal de relevantie hiervan. Ja, Pi zal in zijn bootje troost putten uit zijn geloven, maar dat is het wel zowat. Misschien om aan te tonen dat hij over nogal wat fantasie beschikt?

Enfin, de dierentuin van Pi’s vader sluit en het gezin verhuist naar Canada. De dieren worden verkocht en sommige daarvan, waaronder dus de tijger, gaan mee op het schip. Om onduidelijke redenen zinkt het schip halverwege de reis en Pi is de enige overlevende, samen met oorspronkelijk een tijger, een hyena en een gewonde zebra. Oh, en een orang-oetang, dat ook. Na verloop van tijd blijft enkel de tijger over, en eigenlijk is dat, ondanks alle gigantische problemen die dat met zich meebrengt, wel Pi’s redding geweest: het is maar dankzij Richard Parker dat hij de wil behoudt om te overleven.

Na 227 dagen spoelen ze eindelijk aan in Mexico, waarbij de tijger zonder omkijken in de jungle verdwijnt en zo Pi’s hart breekt. Zijn vader had het hem in het begin nochtans nog gezegd: je kan geen vriendschappelijke relatie opbouwen met een wild dier…

In het begin vond ik het boek wat langdradig, maar vreemd genoeg, zodra ze op zee zitten en er eigenlijk dus vrijwel niks te beleven valt, is dat niet meer het geval. Martel kan schitterend vertellen, de spanning in kleine details steken en je soms gewoon ook ontroeren. Af en toe verliest hij zich in (pseudo-)filosofische bespiegelingen, dat wel.

En het einde? Dat is gewoon mooi…

Enfin, geen dikke aanrader, maar zeker geen slecht boek.

 

Lectuur: “Scales of Gold” (The House of Niccolò #4) van Dorothy Dunnet

Boek vier in de reeks, en Dunnet slaagt er opnieuw in het hoge niveau van het vorige boek aan te houden. Net zoals bij The Lymond Chronicles speelt elk boek zich op een andere plaats af.

In boek 1 ontpopt Claes zich tot Nicholas en legt hij de funderingen van The House of Niccolò in Brugge en Firenze. In boek 2 zit hij in de oosterse sferen van Trebizond, boek 3 speelt zich af op Rhodos en vooral Cyprus.

Boek vier neemt Nicholas mee naar Afrika, en meer bepaald via de westkust naar Timboektoe. Het is eigenlijk zijn bedoeling om via het westen een route te vinden naar Ethiopië, maar dat kost hem bijna zijn leven. Nu, dat leven is wel meermaals in gevaar, soms door inheemse stammen, soms door zijn aartsrivaal in de Afrikaanse wateren.
En dan is er nog steeds zijn vader Simon de St. Pol die hem, nu ja, niet genegen is.

Nicholas komt meerdere malen in gevaar, moet herstellen in Timboektoe en blijft daar dan ook meerdere maanden alleen achter, bij zijn vriend Loppe, aka. Umar. Hij is er in goede handen, maar doet vooral aan introspectie.
Op die manier is hij een veranderd man wanneer hij uiteindelijk terug in Brugge aankomt. Is dat ten goede of ten kwade? Dat kom je in dit boek niet echt te weten.
Maar dat zijn persoonlijke leven een heel nieuwe wending neemt, dat is bijzonder duidelijk op het einde van het boek. Ik ben benieuwd hoe hij daarop zal reageren, en dus, ja, een cliffhanger voor het volgende boek.

Het zijn steengoeie boeken, meesterlijk geschreven, en toch… toch… Intussen weet ik wat het probleem is: Nicholas is niet sympathiek. Je leeft niet met hem noch met een van de andere personages echt mee. In The Lymond Chronicles leefde je echt mee met Crawford, hoe leep en geslepen en moordlustig die soms ook was. En er was ook altijd Jerott, of Philippa, die je niet anders dan sympathiek kón vinden.

Maar dit, dit ontbreekt hier. Misschien dat het nog komt, maar na een dikke 2500 bladzijden is het er alvast nog steeds niet.

 

Lectuur: “Eleanor Oliphant is completely fine” van Gail Honeyman

Wolf vroeg me of ik hem dit boek kon bezorgen, want hij had het nodig voor Engels. Meteen heb ik het dan zelf ook maar gelezen, en ik was onder de indruk. Ik zou het zelfs willen voorstellen voor de leesclub, als we die volgend jaar weer van de grond krijgen.

Ik geef het eerlijk toe: in het begin heb ik me een paar keer afgevraagd of ik wel ging verder lezen. Het hoofdpersonage – het boek is in de ik-vorm – spreekt zeer afgemeten, en mijn eerste indruk was dat ze zwaar autistisch is. Niet meteen de meest boeiende lectuur, een zeer repetitief leven: elke dag dezelfde kleren, hetzelfde eten, hetzelfde werk.

(Pas op: minor spoilers. Had je al gepland om het zelf te lezen, dan lees je best niet verder. Wil je een reden hebben om het te lezen? Dan kan het wel, denk ik.)

Maar dan komt het beetje bij beetje naar boven dat Eleanor eigenlijk een zeer, zeer zware jeugd heeft gehad. Dat ze een zeer ongezonde relatie heeft met haar moeder.
Door een stom toeval wordt ze uit haar routine en haar isolement gerukt en daar geeft ze beetje bij beetje aan toe, schoorvoetend. En dan wordt duidelijk – voor mij toch – dat ze eigenlijk niet autistisch is, maar zwaar getraumatiseerd en totaal sociaal onaangepast. Ze heeft, om kort te gaan, nooit leren leven, nooit leren omgaan met mensen, nooit geleerd hoe mensen eigenlijk in elkaar zitten.

Ja, ik was redelijk ondersteboven van dit boek. En eigenlijk ongelofelijk blij om te lezen dat het eigenlijk wellicht, met vallen en opstaan, wel goed zal komen met Eleanor. Ook al weet ik dat ze een fictief personage is.

En die afgemeten stijl? Het boek kon eigenlijk niet anders geschreven zijn.

Een aanrader, echt wel. Echt. Wel.

Lectuur: “Race of Scorpions” (The House of Niccolò #3) van Dorothy Dunnet

Was ik bij de eerste twee boeken van deze reeks nog enigszins gereserveerd, dan vond ik dit boek wél weer helemaal top. Het hoofdpersonage Nicholas eist steeds meer zijn plaats op als leider, positioneert zich nadrukkelijk aan het hoofd van zijn compagnie en zijn beslissingen zijn des te intrigerender.

Dunnet heeft het duidelijk voor personages die geniaal zijn: ook hier is Nicholas een rekenwonder, maar vooral een genie in het plannen, bedenken, intrigeren en manipuleren. Hij beheerst een massa talen, maar dat blijkt in die periode geen uitzonderlijk feit te zijn.

Na de bijna-dood-ervaringen in Trebizond verzeilen Nicholas en een deel van zijn compagnie in Cyprus, aanvankelijk dik tegen zijn zin. Maar tegen sommige tegenstanders zeg je nu eenmaal best geen nee, als je wil blijven leven.

Op Cyprus moet Nicholas zich voorzichtig een weg zoeken tussen twee rivaliserende koningen – enfin, halfbroer en halfzus – die beiden aanspraak maken op de troon, want hij zit wel aan het hof van de ene, maar zijn er in zijn omgeving dan geen mensen die eigenlijk voor de ander werken?

Uiteindelijk heeft Nicholas ook hier een massa doden op zijn geweten, zij het weer onrechtstreeks. En ja, dat leidt duidelijk tot enig trauma, zelfs als hijzelf fysiek redelijk ongeschonden wegraakt uit Cyprus. Een stevig pak rijker, dat wel.

Dunnet slaagt er deze keer wel in – het kan ook volledig aan mij liggen – om het bij moment razend spannend te maken. Haar hoofdpersonage is ook veel gelaagder, gecompliceerder en net daardoor ga je sterker meeleven.

Yup.

Mijn volledige goedkeuring.

Lectuur: “The Spring of the Ram” (The House of Niccolò #2) van Dorothy Dunnet

Bij de nummer 1 van deze reeks had ik mijn bedenkingen: Dunnet schrijft schitterend, maar in vergelijking met haar vorige reeks The Lymond Chronicles viel deze wat lichter uit. Het probleem zat hem vooral in het hoofdpersonage: waar je eigenlijk meteen als een blok viel voor Francis Crawford, heeft Nicholas Van Der Poele lang niet diezelfde aantrekkingskracht. De plots zitten nochtans even vernuftig in elkaar, het verhaal is exotisch en goed geschreven, en toch…

Maar ik moet het toegeven: Nicholas wordt intrigerender naarmate het verhaal vordert. Is hij in het eerste boek nog de weesjongen die zich opwerkt van leerjongen tot baas van de ververij, dan krijgt hij hier veel meer vrij spel. Ja, zijn verleden achtervolgt hem nog steeds keihard, hij moet opboksen tegen vooroordelen en achterdocht, maar er komt meer en meer vlees aan het personage. Nicholas en zijn kompanen – of waren het nu toch babysitters? – verzeilen met enige omwegen in Trebizond – het huidige Trapzon in Turkije – dat zowat het laatste Byzantijnse bolwerk is. Hij moet opboksen tegen zijn rivalen en doet dat op een geniale, zij het bij momenten zeer gewaagde manier.

Het grote verschil met Lymond is dat die zich meteen “entitled” voelde, de macht nam en voor de directe aanpak koos. Nicholas heeft helaas dat privilege niet: hij wordt er steeds aan herinnerd dat hij van zeer lage komaf is en dus sociaal geen enkele status heeft. De directe aanpak zou hem meteen de doodstraf opleveren, en hij moet dus indirect te werk gaan. Steeds vraag je je als lezer af: was dit nu zo gepland, of is dit een samenloop van omstandigheden? Is Nicholas nu echt zo geslepen, of is hij toch nog naïef? Of ben je zelf als lezer nu naïef aan het zijn? Heeft hij nu de dood van bepaalde mensen op zijn geweten of niet?

Bij de Lymond Chronicles was het beste boek veruit hetgeen zich in de Levant afspeelde, aan het hof van sultans en emirs. Ook hier kan Dunnet zich helemaal laten gaan in het beschrijven van de Oosterse omgeving, al gaat ze niet zo ver als de vorige keer.

Al bij al levert het een intrigerend, bijzonder goed geschreven verhaal op. Maar, nog steeds: Lymond it ain’t.

Lectuur: “Niccolò Rising” (The House of Niccolò #1) van Dorothy Dunnet

Mja.

Het is geen Lymond.

Maar eigenlijk is dit echt wel weer een steengoed boek van Dorothy Dunnet. Het speelt zich iets vroeger af dan The Lymond Chronicles, en meer bepaald zelfs in Brugge, wat het wel een extra charme geeft, ja. Dunnet heeft, net zoals bij de vorige boeken, zeer grondige research verricht, zoveel is zeker.

Alleen… ook hier duurde het minstens 200 bladzijden voor ik wat in het verhaal kwam, moet ik toegeven. Ze wisselt weer complete slapstickmomenten – een race doorheen de straten van Brugge op een kaalgeplukte struisvogel, iemand? – af met behoorlijk spannende passages, maar misschien ben ik te snel na de Lymonds om hieraan te beginnen. Het lijkt wel meer van hetzelfde, opnieuw een jong knap hoofdpersonage – maar wel met een compleet andere achtergrond – dat zich een recht op een eigen leven moet banen doorheen stapels tegenslagen en persoonlijke vijanden, met een buitengewone intelligentie. De plot zit opnieuw zeer ingenieus in elkaar, met onverwachte maar niet onlogische wendingen, politieke intriges doorheen gans Europa, persoonlijke vetes en Brugse besognes.

Maar vooral: Nicholas, hoe charmant hij ook moge zijn, is geen Francis Crawford of Lymond. Claes is gewoon te braaf, te… Ja, braaf is echt wel het woord. Hij steekt stommiteiten uit maar vooral, hij bijt niet van zich af, waar Lymond veel harder was.

Ga ik de reeks verder lezen? Ja, echt wel, het blijven steengoeie boeken, geschreven op een hoog niveau. Maar Lymond Chronicles it ain’t…