Juf

Jef Groffen, de directeur van een basisschool, schreef het volgende, en ik voel me precies zo, ook al sta ik zelf in het middelbaar.

Kan een afbeelding zijn van 1 persoon

Mijn Juf

Het raam nog verder open
De bubbel meer geïsoleerd
We eten even buiten
Wat mama heeft gesmeerd

O ja die ene net geplande uitstap
Gaat nu toch even niet door
Nooit samen op de speelplaats
Andere kinderen zijn te goor

In de klas blijft het een feestje
Rijtjes, afstand en frontaal
Zolang je maar blijft leren
En ik mijn doelstellingen haal

Mijn juf die ploetert verder
Schrapt haar koffiepauze prompt
Alle verwijten over werkdruk
Zijn pandemisch ongegrond

Want uit haar rugzak haalt de juf
Een portie nieuwe energie
Ze blijft zichzelf splitsen
Klein krijgen dat doet men niet

Gelukkig is de juf gezond
En kan ze dus blijven gaan
Wat daar buiten ook gebeurt
In de school daar blijft men staan!

altijd.

Eén hobby…

Merel heeft het er bij momenten wel lastig mee, met die “één hobby” regel per kind.

Voor de inhuizige pubers was er minder een probleem: Wolf doet al een tijdje geen muziekles meer, en de rugbytraining is op zich wel weer opgestart in kleinere groepen, maar Wolf vindt het sop de kool niet waard. Hij vindt het veel te risicovol om daar met compleet onbekende mensen full contact te gaan, en ik geef hem daarin gelijk. Ze trainen wel, maar er is toch geen competitie momenteel.

Kobe doet geen sport meer, maar fagotles mag gelukkig wel omdat dat apart is en de leraar afstand kan houden. Het wordt trouwens ook gezien als les, niet als hobby. Zijn orkest, het GEJO, staat dan weer al bijna een jaar on hold: dat kan natuurlijk niet doorgaan met al die spelers in één ruimte die dan nog eens enthousiast aan het toeteren zijn.  Scouts doet hij intussen wel, als enige activiteit: twee keer per maand buiten in een groepje van tien, dat is netjes afgemeten en geregeld.

Maar Merel heeft het er wel lastiger mee. Muziekles mag nog omdat ze maar met tien zijn onder de twaalf jaar. De twee iets oudere krijgen apart les, niet in groep. Ook haar blokfluitles mag doorgaan: twintig minuten in plaats van een uurtje, dus apart en niet met drie samen. Tsja. Niet zo erg. En zoals gezegd telt dit niet als hobby maar als les.

Maar daarnaast doet ze nog een uurtje dans op vrijdag en normaal gezien op zondag de scouts. Aangezien dit wel in groep is, mag ze maar eentje kiezen, en dat is dans geworden. Dat doet ze met haar beste vriendinnen, en die scouts, daar zitten die vriendinnen ook wel in, maar da’s in een grotere groep en altijd buiten en dus een pak kouder. Eén vriendinnetje heeft atletiek gekozen in plaats van dans en volgt de les van thuis uit. Dat dat kan, vind ik fantastisch: de juf zet ook daar een camera op en ze kunnen volgen.

Een andere vriendin heeft twee keer dans en twee keer scouts gekozen, maar Merel wilde toch liever gewoon dans. Allez, liever allebei, maar dat kan nu niet. Ik ben al lang blij dat ze ook de muziekles en blokfluit mag blijven doen.

Zucht.

Ik heb zo’n medelijden met de kinderen en jongeren momenteel. Onbezorgd kind of puber zijn zit er niet in. Ugh.

Liefste school

Begin februari stuurde Lieve Oosterlinck, mama van twee leerlingen bij ons op school, de school een brief. Vier weken later heeft die brief nog niks aan actualiteit ingeboet, integendeel.
We mochten die delen, en de brief heeft me zo hard geraakt dat ik hem ook hier wilde delen.

Liefste school

Van een puber in coronatijden
Wordt moeiteloos verwacht
De woelige en unieke zoektocht
Naar zijn eigen ik
Naar zijn eigen zijn
Naar zijn eigen kunnen
Naar zijn eigen willen
Te ‘kunnen’beleven
Binnen de gekende en vertrouwde muren
Van de eigen gezinsbubbel

En net tijdens de puberteit‘
roetsjt’ de puber door zijn leven
Op een onverkende roetsjbaan
Het ene moment angstaanjagende snel
Het andere moment tergend traag
Het ene moment met een mooi uitzicht
Het andere moment door een dor landschap
Het ene moment onder een stralend zuivere hemel
Het andere moment onder dreigende onweerswolken
Het ene moment in volle openheid
Het andere moment door een donkere tunnelbuis
Het ene moment comfortabel glijdend
Het andere moment met verbrande billen
Het ene moment vol geluk
Het andere moment vol verdriet

En laat het nu net bij dit ‘roetsjen’ zijn
In de zoektocht naar het ‘eigen zelf’
Dat ‘dé ander’ zijn betekenis heeft
Dé ander, de collega-puber
die onvoorwaardelijk ‘mee-roetsjt’
die zorgt voor ontmoetingen op veilig ‘niemandsland’
die eindeloos meepraat over waar het tijdens het roetsjen écht over gaat
die zorgt voor uitdagingen
die mee zoekt naar wat een ‘ja’ en een ‘neen’ waard is in het leven

En ook tijdens deze coronatijden
Gaat voor een puber het roetsjen door
De gezonde en normale zoektocht naar het ‘eigen zelf’
Kan door geen enkele maatregel stil gelegd worden.
Het proces van zoeken, knopen ervaren, evenwicht verliezen
Gaat onverminderd door.

Maar in deze tijden
Wordt het samen kunnen en mogen roetsjen
Even ‘on hold’ gezet
Echte emoties worden verborgen achter het mondmasker
Echte relaties worden omgezet in online connecties

Maar ook in deze tijden
Hebben pubers de kans nodig
Om hun roetsjen te beleven
Om hun eigen muren te doorbreken
En te gluren naar het onbekende
Samen met die betekenisvolle ‘ander’

Beste school

Al maandenlang zijn jullie noodgedwongen
Dé enige plaats
Waar de puber nog ‘oogcontact’ ervaart ‘in het echt’
Alle andere ‘opgroeiplaatsen’
Werden plots verboden terrein

Veel pubers glijden langzaam weg
Eenzaam op hun roetsjbaan
Maar ze slaken geen kreet
Enkel de doffe ogen
Verraden hun diep geworstel
De mondhoeken zitten immers als maandenlang
Veilig verborgen onder het mondmasker

Liefste school

Natuurlijk zijn de huidige maatregelen noodzakelijk
Dat kan een puberbrein zeker aanvaarden
Maar misschien lukt het voor jou, school
Om te beseffen dat je plaats en positie
Ook plots sterk is veranderd
Misschien lukt het om de koers van je boot even aan te passen
Om de leerlingen die ongemerkt en stil uit de boot zijn gevallen
Terug op te vissen
Misschien lukt het om je leerlingen ruimte aan te bieden
Om hen gerust te stellen
Dat roetsjen als puber normaal en gezond is
Misschien lukt het om je leerlingen
Knopen te helpen ontwarren
In hun zoektocht naar hun eigen ik.
Misschien lukt het om hen ruimte te geven
zodat ze ervaren dat ze over zichzelf en samen met de ander
zoveel kunnen leren
Misschien lukt het om vanuit je sterktes in het schoolteam
Schouders aan te bieden om op te huilen
Handen te geven die kunnen helpen
Harten te delen vol energie en positieve moed

Misschien lukt het zelfs
Om de talloze smartschool-berichten met ‘objectieve’ cijfers
Even langzaam te laten uitdeinen
En plaats te maken voor smartschool-berichten
Waar het echt over gaat
Over de leerling achter de cijfers
Zoekend –vindend, wanhopig –hoopvol, moedeloos –vol energie, verdrietig –blij
Over de leerling
Op zijn roetsjbaan
Op zijn weg naar zijn echte wereld

Liefste school

Het ga je goed!

Lieve Oosterlinck (1 februari 2021)

Kerstkaartjes

Ja, ze hangen hier nog steeds, onze kerstkaartjes. We hebben er elk jaar wel enkele, en ik vind dat ook heel leuk om te krijgen. Maar nu, met die corona en dus onze extreme beperking aan sociaal contact, heb ik er een stuk of dertig uitgestuurd. Niet echt goedkoop, als je het tarief van de postzegels en zo bekijkt, maar wel de moeite waard.

Ik heb er vooral een stapel terug gekregen: kaartjes die gewoon in de bus zaten, in mijn vakje op school of effectief in de brievenbus. Ze hangen centraal aan een slinger in onze woonkamer en ik heb er van genoten, ja.

Maar ik denk dat het nu toch stilletjesaan tijd wordt dat ze eraf gehaald worden. Wisselen voor een paasboom, zeker?

Vreemde tijden…

Gisteren werd Mireille, een van ons Vosjes, 50. Een feestje zat er uiteraard niet in, maar Arend, haar man, had vooraf een complot gesmeed met ons: om acht uur zouden we allemaal inloggen en op die manier een virtuele kletssessie houden, zoals ook de vorige keer zo fijn was.

Het toppunt was dat ze ons woensdag nog gecontacteerd had met de vraag wanneer we nog eens virtueel zouden kletsen. Goh, had ik gezegd, het is nogal druk nu. En iets later: doe eens een voorstel?

Ik vond in het in elk geval bijzonder fijn om te doen, beter dan niks in elk geval. Een echt feestje zou, los van de lockdown, toch niet gekund hebben, denk ik: Mireille heeft in maart corona gehad en is nog steeds absoluut niet in orde. Ze is gigantisch snel moe, heeft geen concentratievermogen, doet veel langer over alles… Werken is voorlopig dus nog steeds niet aan de orde, jammer genoeg.

Enfin, na een dik uur was het goed geweest, vond ik: een fijne avond die we hopelijk later in het echt kunnen herhalen.

Man, er gaat nogal wat gefeest worden, zodra het mag!

Gezellig buiten nieuwjaren

Eigenlijk was het al ergens voor de herfstvakantie gepland, denk ik: Merel zou eens een nachtje gaan logeren bij Marne, en dus Roeland en Sarah. Coronagewijs was dat misschien niet evident, maar ze zijn allebei jonger dan 12, op zich kon het wel, vonden we. De meisjes hebben al zo weinig…

Helaas, toen zaten we plots in quarantaine en kon het uiteraard niet. Meh. En toen stelde Sarah opnieuw de vraag: of ze dit weekend niet mocht komen? Goh, uiteraard! Merel werd dus opgepikt door haar meter om 19.00 uur aan haar dansles, tetterde blijkbaar honderduit in de auto richting Deinze, en genoot ervan om eindelijk haar nichtje nog eens terug te zien.

Vandaag zetten wij (= de rest van het gezin) dan aan tegen een uur of vijf richting datzelfde Machelen: Roeland had me verzekerd dat ze een fijn winterterras hadden en dat er hapjes gingen zijn, en nieuwjaarsbrieven. Ideaal!

En effectief: zij hebben buiten op hun terras hun partytent opgezet met drie terraswarmertjes – lang leve de overschot van de zonnepanelenelektriciteit die toch op moest – en het was er bijzonder gezellig. Sarah had een schitterend hapje voorzien: een brie, omgeven door kleine broodjes, die je gewoon in je oven moet zetten. Dat ga ik ook eens zoeken, zeg!

En Roeland had dan nog een zalige lasagne voorzien, we hadden meer dan genoeg gegeten!

En intussen werd er buiten op het bevroren gras gevoetbald en onnozel gedaan, ik had de indruk dat de jongens daar ook wel eens nood aan hadden.

Tegen half tien zijn we aangezet richting huis, met de wetenschap: ook in de winter kan het best aangenaam zijn om buiten te zitten! Al is Bart het daar nog steeds niet volmondig mee eens.

Examens…

Yup, vandaag begint de examenperiode, maar wel behoorlijk anders dan anders.

Normaal gezien hebben alle vijfdes en zesdes examen in de polyvalente zaal en zitten er voor de andere jaren standaard 25 leerlingen per klas, de helft eerstes, de helft tweedes, of de helft derdes, de helft vierdes. Zo zitten ze nooit naast iemand met hetzelfde examen. Elke klas heeft dan een toezichter en de leraar die examen afneemt, is vrijgesteld van vast toezicht en gaat van lokaal naar lokaal om vragen te beantwoorden.

Init corona. Alle leerlingen hebben examen in aparte lokalen, dus geen grote zalen meer. Alleen mogen we de klasbubbels niet mengen en geen grote groepen, dus… De ene helft van de leerlingen heeft examen in de voormiddag, de andere in de namiddag. Alle examens zijn wat ingekort. Dat betekent ook dat er massa’s meer toezichten zijn, zowel in de voormiddag als de namiddag. Ugh. Normaal gezien moet ik per examenperiode zo’n 8 keer op school aanwezig zijn, nu was dat 13 keer. Aangezien er te weinig volk is, heeft iedereen toezicht bij een klas die geen examen van hem heeft, en kunnen er ook geen vragen gesteld worden. Geen.

Toen we dit aankondigden aan de leerlingen, was er bij sommige een lichte paniek: examen in de namiddag, minder tijd, geen vragen???? Help!

Maar aan de andere kant is de leerstof bij de meeste vakken ook minder dan anders, zoals ook bij mij het geval is. Tsja.

Enfin, ik ben benieuwd. Ik ben er zeker van dat mijn zesdes dat wel goed gaan doen, bij twee leerlingen hou ik een beetje mijn hart vast. Maar die vijfdes… Ik weet nu al dat dat niet goed zal zijn, en het is dan nog een derde minder leerstof dan andere jaren en een ingekort examen.

Meh. Maar we hebben niet veel alternatieven, vrees ik.

Kutcorona.

Het is even te veel voor Corneel…

[Waarschuwing; rant]

[TL:DR: ook voor leerkrachten is het niet evident]

Het zijn stresserende tijden voor iedereen, deze vreemde coronatijden.

Wij als leerkrachten kregen plots een weekje extra vakantie, en eigenlijk waren we daar niet onverdeeld gelukkig mee, al vond de publieke opinie ons een bende leeggangers die zijn bek moest houden.

Ja, het deed deugd om even langer op adem te kunnen komen, om even niet continu dat masker op te moeten hebben en de stem te kunnen laten rusten, want lesgeven door zo’n ding, dat vraagt wel wat extra inspanning. En dan heb ik het nog niet eens over het gebrek aan interactie. Af en toe trek ik mijn masker heel even omlaag om mijn grijns te laten zien, zodat de leerlingen weten dat ik sarcastisch bezig ben. Mijn zesdes weten dat, mijn eerstes en tweedes wat minder. Maar ik zie hun uitdrukkingen ook niet: lachen ze, zijn ze verveeld, geamuseerd of gewoon aandachtig? Ja, je kan een en ander afleiden uit hun ogen ook, maar niet op acht meter afstand, toch?
Nog vervelender is het als een eersteke zonder zijn hand op te steken antwoordt: vanwaar kwam dat antwoord? Ik ken hun stemmen niet of toch niet voldoende en je ziet niet wie er aan het spreken is. En voor de verlegen leerlingen is het al helemaal een nachtmerrie: je verstaat hen aan geen kanten en ze moeten luider spreken.

En toen kwam het bericht dat tweede en derde graad halftijds les kreeg in de klas, halftijds thuis. Netjes in halve groepen. Euhm… Bon, voor vijf en zes was dat snel geregeld: ik zette mijn eigen laptop – want die van de school zijn allemaal in gebruik – vooraan in de klas, sloot hem aan op het vaste netwerk – want de wifi kan het momenteel niet trekken – en gaf gewoon live les voor de leerlingen thuis. Ze kunnen antwoorden, vragen stellen en dergelijke via de chatfunctie. Gelukkig doen ze dat ook wel. Op die manier kan ik de verloren lestijden iet of wat beperken.

In de eerste graad hebben ze wel gewoon les, tenminste in hun klasbubbels. Aangezien de school een aantal jaar geleden besloten heeft om Latijn voor het eerste in het modulesysteem onder te brengen en geen aparte Latijnse klassen te maken, zitten mijn leerlingen verspreid over de zeven klassen. Resultaat: geen les in de modules, maar taken. Dat wij als enige module een leerplan te volgen hebben, tsja… Da’s pech, zeker? En dat ik grammatica aan die eerstes niet in taken kan steken en dat ze nog niet voldoende kunnen om extra teksten te vertalen, tsja…

Maar waar ik echt wel mee inzat, waren mijn tweedes. Mijn collega en ik zijn nog puin aan het ruimen van de vorige lockdown: we zijn wel begonnen met de thema’s en teksten van het tweede jaar, maar de grammatica, die moeten we quasi van nul herbekijken. Ik heb intussen de spraakkunst die we vorig jaar hebben gezien en hadden moeten zien, wel ingehaald, maar ben dus nog niet aan iets nieuws begonnen. En toen kwam er bericht van de directie dat ook de basisopties in het tweede, onder andere de Klassieke Talen dus, geen les mochten geven wegens bubbelbreuk. Ze komen wel niet uit zeven verschillende klassen, maar toch uit meer dan één klas.

Ik slaakte een diepe, diepe zucht. Eerst hadden ze al, zonder ons te consulteren, het examen Latijn in het tweede jaar geschrapt, en nu dit. Dat examen, dat had ik gewoon zien passeren in een dienstnota, en ik had gezucht, maar dat was dat. Ik ben moegestreden, ik zag het niet zitten om ervoor te gaan vechten, wetende dat we het uiteindelijk toch gingen verliezen.

Maar 4.5 weken les verliezen in totaal? 18 lesuren? Ha ja, een week doordat ik in quarantaine zat, een week door die extra week vakantie. Daar kan niemand iets aan doen. Maar nu nog tweeëneenhalve week kwijtspelen, goed voor 10 lesuren, omdat ze in bubbels zitten? Ik zuchtte zeer, zeer diep. Gelukkig zei de pedagogisch begeleider, aka. Gwen: “A la guerre comme à la guerre, daar is niks aan te doen. Doe wat je kan…”

Maar blijkbaar hadden ook andere collega’s bezwaar aangetekend, en toen kwam plots een berichtje van directie: “Dat het misschien niet helemaal duidelijk was geweest, maar dat de opties in het tweede wél les mochten geven”. En pas toen, toén realiseerde ik me hoe hard ik daarover had gestrest, want er leek een pak van mijn schouders te vallen. Gewoon les in mijn tweedes, een ongelofelijk fijne groep, en daardoor ook nog een kans om op schema te blijven, allez ja, coronaschema, maar toch. En ze vooral ook nog enthousiast te kunnen houden.

Stom he. Extra vakantie krijgen, en daar niet eens blij om zijn. Voortdurend onder stress staan: heb ik wel mijn masker goed opgehouden, heb ik alles wel ontsmet, hebben de leerlingen gedaan wat ze moesten, zijn die handen ontsmet bij het binnenkomen? Wie gaat er in quarantaine, wie zit er thuis, wie moet er taken krijgen, wie is er ziek, wie moet ik live de les laten volgen van thuis? Wie heeft wie besmet, welk risico loop ik als leerkracht tussen zo’n honderdtal leerlingen per dag? Wat gaat de planning voor volgende week zijn, en welk extra werk gaat dat met zich meebrengen? Dat gezeul met die computer van klas naar klas, kan dat eindelijk eens ophouden? Want als er iets met die computer gebeurt, dan is dat pech want persoonlijk materiaal, ook al gebruik je het voor school. En zal ik wel rond geraken met de leerstof? Zijn ze wel allemaal mee? Heb ik ze goed ingeschat met hun masker op? Zijn ze zelf niet te gestrest, wat kan ik doen om het hen makkelijker te maken? En hoe gaan die examens verlopen?

Onbewust is er dus continu stress, een gegeven waarvan ik me helemaal niet bewust was.
Dat het maar rap weer code geel of groen is. Dit hangt mijn voeten uit.

 

Opluchting

[Waarschuwing: rant]

Het zijn stresserende tijden voor iedereen, deze vreemde coronatijden.

Wij als leerkrachten kregen plots een weekje extra vakantie, en eigenlijk waren we daar niet onverdeeld gelukkig mee, al vond de publieke opinie ons een bende leeggangers die zijn bek moest houden.

Ja, het deed deugd om even langer op adem te kunnen komen, om even niet continu dat masker op te moeten hebben en de stem te kunnen laten rusten, want lesgeven door zo’n ding, dat vraagt wel wat extra inspanning. En dan heb ik het nog niet eens over het gebrek aan interactie. Af en toe trek ik mijn masker heel even omlaag om mijn grijns te laten zien, zodat de leerlingen weten dat ik sarcastisch bezig ben. Mijn zesdes weten dat, mijn eerstes en tweedes wat minder. Maar ik zie hun uitdrukkingen ook niet: lachen ze, zijn ze verveeld, geamuseerd of gewoon aandachtig? Ja, je kan een en ander afleiden uit hun ogen ook, maar niet op acht meter afstand, toch? Nog vervelender is het als een eersteke zonder zijn hand op te steken antwoordt: vanwaar kwam dat antwoord? Ik ken hun stemmen niet of toch niet voldoende en je ziet niet wie er aan het spreken is. En voor de verlegen leerlingen is het al helemaal een nachtmerrie: je verstaat hen aan geen kanten en ze moeten luider spreken.

En toen kwam het bericht dat tweede en derde graad halftijds les kreeg in de klas, halftijds thuis. Netjes in halve groepen. Euhm… Bon, voor vijf en zes was dat snel geregeld: ik zette mijn eigen laptop – want die van de school zijn allemaal in gebruik – vooraan in de klas, sloot hem aan op het vaste netwerk – want de wifi kan het momenteel niet trekken – en gaf gewoon live les voor de leerlingen thuis. Ze kunnen antwoorden, vragen stellen en dergelijke via de chatfunctie. Gelukkig doen ze dat ook wel. Op die manier kan ik de verloren lestijden iet of wat beperken.

In de eerste graad hebben ze wel gewoon les, tenminste in hun klasbubbels. Aangezien de school een aantal jaar geleden besloten heeft om Latijn voor het eerste in het modulesysteem onder te brengen en geen aparte Latijnse klassen te maken, zitten mijn leerlingen verspreid over de zeven klassen. Resultaat: geen les in de modules, maar taken. Dat wij als enige module een leerplan te volgen hebben, tsja… Da’s pech, zeker? En dat ik grammatica aan die eerstes niet in taken kan steken en dat ze nog niet voldoende kunnen om extra teksten te vertalen, tsja…

Maar waar ik echt wel mee inzat, waren mijn tweedes. Mijn collega en ik zijn nog puin aan het ruimen van de vorige lockdown: we zijn wel begonnen met de thema’s en teksten van het tweede jaar, maar de grammatica, die moeten we quasi van nul herbekijken. Ik heb intussen de spraakkunst die we vorig jaar hebben gezien en hadden moeten zien, wel ingehaald, maar ben dus nog niet aan iets nieuws begonnen. En toen kwam er bericht van de directie dat ook de basisopties in het tweede, onder andere de Klassieke Talen dus, geen les mochten geven wegens bubbelbreuk. Ze komen wel niet uit zeven verschillende klassen, maar toch uit meer dan één klas.

Ik slaakte een diepe, diepe zucht. Eerst hadden ze al, zonder ons te consulteren, het examen Latijn in het tweede jaar geschrapt, en nu dit. Dat examen, dat had ik gewoon zien passeren in een dienstnota, en ik had gezucht, maar dat was dat. Ik ben moegestreden, ik zag het niet zitten om ervoor te gaan vechten, wetende dat we het uiteindelijk toch gingen verliezen.

Maar 4.5 weken les verliezen in totaal? 18 lesuren? Ha ja, een week doordat ik in quarantaine zat, een week door die extra week vakantie. Daar kan niemand iets aan doen. Maar nu nog tweeëneenhalve week kwijtspelen, goed voor 10 lesuren, omdat ze in bubbels zitten? Ik zuchtte zeer, zeer diep. Gelukkig zei de pedagogisch begeleider, aka. Gwen: “A la guerre comme à la guerre, daar is niks aan te doen. Doe wat je kan…”

Maar blijkbaar hadden ook andere collega’s bezwaar aangetekend, en toen kwam plots een berichtje van directie: “Dat het misschien niet helemaal duidelijk was geweest, maar dat de opties in het tweede wél les mochten geven”. En pas toen, toén realiseerde ik me hoe hard ik daarover had gestrest, want er leek een pak van mijn schouders te vallen. Gewoon les in mijn tweedes, een ongelofelijk fijne groep, en daardoor ook nog een kans om op schema te blijven, allez ja, coronaschema, maar toch. En ze vooral ook nog enthousiast te kunnen houden.

Stom he. Extra vakantie krijgen, en daar niet eens blij om zijn. Voortdurend onder stress staan: heb ik wel mijn masker goed opgehouden, heb ik alles wel ontsmet, hebben de leerlingen gedaan wat ze moesten, zijn die handen ontsmet bij het binnenkomen? Wie gaat er in quarantaine, wie zit er thuis, wie moet er taken krijgen, wie is er ziek, wie moet ik live de les laten volgen van thuis? Wie heeft wie besmet, welk risico loop ik als leerkracht tussen zo’n honderdtal leerlingen per dag? Wat gaat de planning voor volgende week zijn, en welk extra werk gaat dat met zich meebrengen? Dat gezeul met die computer van klas naar klas, kan dat eindelijk eens ophouden? Want als er iets met die computer gebeurt, dan is dat pech want persoonlijk materiaal, ook al gebruik je het voor school. En zal ik wel rond geraken met de leerstof? Zijn ze wel allemaal mee? Heb ik ze goed ingeschat met hun masker op? Zijn ze zelf niet te gestrest, wat kan ik doen om het hen makkelijker te maken? En hoe gaan die examens verlopen?

Onbewust is er dus continu stress waar ik me soms niet eens bewust van ben.

Dat het maar rap weer code geel of groen is. Dit hangt mijn voeten uit.