Opgesloten

Hoe fijn ons huis ook is, hoe comfortabel het leven hier binnen ook is, ik voel me opgesloten.

Vandaag wilde ik graag met de rest van het gezin naar Kruishoutem, naar het graf van mijn schoonvader, maar helaas.

Het is intussen mooi weer buiten en ik zou met de fiets mijn caches willen gaan herstellen, of ergens anders gaan cachen, al dan niet op mijn eentje. Niet dus.

Ik was van plan om met mijn vader mee te gaan naar de dokter, maar Roeland neemt over, want ik mag het huis niet uit. Normaal gezien zou vandaag, op zondag, mijn vader langskomen, maar dat mag uiteraard niet. Maar ik mag ook niet bij hem koffie gaan drinken. Begrijpelijk, maar lastig.

Ook de kuisvrouw komt twee weken niet. Niet dat dat nu zo’n probleem is, we zijn met zijn allen thuis en we nemen wel over, maar…

Dus ja, ik voel me een luxegevangene. Voor amper twee weken, en ik heb het al lastig. Ik kan me dus niet voorstellen wat het moet zijn om een échte gevangene te zijn, die niet in een comfortabel, warm huis zit met zijn geliefden, die kan lezen en gamen en onnozel doen naar believen.

En ik kijk er dus al naar uit om dinsdag boodschappen te doen, want dat is zowat het enige dat wel nog mag, omdat het pure noodzaak is. Ugh.

Positief…

Gisteren had ik al de hele dag de corona app op mijn gsm zitten checken: volgens de dokter zou het resultaat van Wolfs test gisteren bekend moeten geweest zijn. Maar blijkbaar is het echt wel druk momenteel.

Bon, deze morgen lieten we Wolf slapen – hij is echt wel ziek, met koorts en keelpijn en koppijn en een algemeen mottig gevoel, zoals een griep – maar Kobe was om acht uur de deur uit. Tien over acht stapten Merel en ik de deur uit om naar school te wandelen, toen mijn gsm eventjes zoemde: de corona app. En jawel, een rood scherm… Zucht.

We keerden om en stapten weer naar binnen, ik belde meteen de school om Kobe op te vangen aan de fietsenstalling en terug te sturen, en ik verwittigde ook Merels school.

En toen begon het circus helemaal: mijn eigen lessen afzeggen en taken en andere oplossingen voorzien, de kine afbellen, de kuisvrouw, de griffie, de kine, de psycholoog… En dan nog de rugby verwittigen, de orthodontist, de grootouders, de ouders van het liefje… Ik heb de hele voormiddag aan de telefoon gehangen.

En tussendoor was er ook nog de huisarts die ons heel klaar en duidelijk uitlegde wat wel en niet kon en wat de verwachtingen nu waren. Respect voor die mensen zeg, echt. Ik zou nu echt niet graag een huisarts zijn, die zijn gewoon overstelpt qua werk en vragen, en vooral routinewerk.

Maar bon. Concreet is Wolf besmettelijk tot vrijdag en mag hij niet buiten tot dan, tenzij hij nog symptomen vertoont, dan is het tot drie dagen na de laatste symptomen. De rest van het gezin echter moet in quarantaine blijven tot tien dagen na het laatste besmettelijke contact. Dat zal vrijdag dus zijn, aangezien we niet van plan zijn hem in zijn kamer op te sluiten. Maar wij zijn dus de pineut tot maandag negen november op die manier. Pas dan mag je er zeker van zijn dat er niemand bijkomend besmet is. Zolang we geen symptomen krijgen, worden wij ook niet getest.

Bon.

Een weekje van thuis uit lessen en taken voorzien, dan een anderhalve week vakantie, en dan zien we wel weer.

Meh.

Niet leuk.

 

Stress

Ik ben niet zo echt een stresskip. Allez ja, het hangt er een beetje vanaf over wat. Maar over mijn werk? Nah… Na 27 jaar lesgeven ken ik echt wel het klappen van de zweep en kan ik voor elk jaar improviseren wanneer er iets niet loopt zoals het zou moeten.

Maar ik merk wel dat ik de laatste tijd vaker en vaker hoofdpijn heb, en vooral ook maagpijn. Dat laatste is bij mij een serieus teken van stress: ik heb al altijd een zwakke maag en moet daar vrij zware medicatie voor nemen. Maar recent heb ik ze daar niet meer mee onder controle en moet ik voortdurend Rennies slikken om het maagzuur binnen de perken te houden en ervoor te zorgen dat mijn slokdarm niet wordt aangetast. Oesophagitis, als het ware.

Vanwaar komt die stress? Wel, ik vermoed dat het vooral latente stress is. Ja, ik vergeet al eens iets, en hier thuis loopt er al eens iets in het honderd, maar da’s niet anders dan anders. Ik kan het alleen maar op de coronatoestanden steken. Continu lesgeven met een mondmasker op en zo je stem forceren, de gezichtsuitdrukkingen van je leerlingen niet zien, niet weten wie er iets geantwoord heeft of dat antwoord niet begrijpen wegens dat mondmasker… Voortdurend je computer, bureau, afstandsbediening en stoel moeten ontsmetten als je weer eens van lokaal wisselt, opletten dat je niet te dicht bij een collega komt, eten op afstand van elkaar…

Alle spontaniteit is weg, het… gemakkelijke, het simpele, het gezellige, het vanzelfsprekende bij het lesgeven is weggevallen. En laat net dat nu hetgene zijn waar ik zo van kan genieten. Idiote vragen van leerlingen, onnozele verhalen en anekdotes tussendoor, op tijd en stond een slappe lach…

Nope.

En ik heb het gevoel dat ik vooral nog wat extra voorraad Rennie ga mogen inslaan, want dat we er nog niet meteen vanaf zijn. Ugh.

Druk, en toen plots niet meer

Nee, het was geen goeie dag vandaag. Deze morgen stond Bart om kwart over acht al met Wolf bij de orthopedist in Sint-Amandsberg: Wolf had opnieuw zijn duim bezeerd tijdens de rugby, net op dezelfde plaats als een jaar of drie geleden. Toen bleek dat een barstje geweest te zijn dat verkeerd behandeld was geweest, en ik wilde liever geen risico lopen. Enfin, gelukkig bleek het een verstuiking te zijn, niks meer. Oef.

Intussen zat ik op school, maar Kobe voelde zich niet zo goed. Hij was ’s morgens toch naar school vertrokken met de belofte dat hij me iets ging laten weten als het niet lukte. En jawel, om elf uur kreeg ik een berichtje: dat hij zich echt slecht voelde en dat hij naar huis wilde. Ik ging even kijken, zag dat hij echt mottig was, en liet hem uiteraard gaan. Maar het feit dat hij koorts had en hoestte, was voldoende om een afspraak bij de dokter te maken voor een test.

Hij is wel nog zelf naar huis gefietst en ik ben hem na twaalven achterna gegaan: eigenlijk had ik nog studiepermanentie, maar er was niet echt iemand ziek en ik kreeg toestemming om te vertrekken. Oef. Thuis lag Kobe in zijn bed te slapen en ik heb hem wakker moeten maken om half twee voor het doktersbezoek. Zij deelde mijn mening: dat hij het eerste geval was van de week waarbij ze echt wel dacht dat het corona kon zijn. Bon, preventieve quarantaine dus.

Ik ging om half drie Merel en haar vriendinnetjes nog ophalen aan de Blaarmeersen na een oriëntatieloop, maar zegde de klassenraad van de eerstes daarna af: ik wilde geen risico lopen om iemand te besmetten, plus ik had zelf een gemene koppijn en het is niet alsof mijn eerstes, na vier lessen module Latijn, veel hebben aan mijn input: ik ken ze nog nauwelijks.

Meestal is de vrijdagavond een gigantische rush van de ene taxirit na de andere, maar plotseling liep de hele avond leeg.  Wolf mag met die gekwetste duim niet gaan trainen, Kobe mag het huis niet verlaten en Merels dansjuf liet weten dat ze ziek is en dat de les dus niet doorgaat. En dus waren we plots allemaal gewoon rustig thuis. Ik kan niet zeggen dat ik het erg vond, want de levels stresshormoon in mijn bloed vandaag zouden wellicht boekdelen spreken. Tsja.

 

Klassenraden

Dat het moeilijk is, die klassenraden momenteel. We mogen alleen maar oordelen over de cijfers tot 13 maart – gelukkig voor ons net de dag waarop ze een proefrapport kregen – en daarna niet over de cijfers van de gemaakte taken en toetsen, maar enkel over de inzet en de werklust. En of ze volgens ons de leerstof voldoende begrepen hebben.

Dat zorgt voor dilemma’s: sommige leerlingen hebben eigenlijk een jaartekort door een slecht kerstexamen, maar hebben veel progressie gemaakt. Anderen hebben nipte cijfers, maar hebben er nu vierkant hun voeten aan geveegd. En hoe weet je hoe ver een leerling staat als die geen enkele taak heeft ingediend, geen enkele toets heeft gemaakt?

Sommige beslissingen zijn eenvoudig: iemand met zes jaartekorten, dat is een duidelijk geval. Andere zijn een pak moeilijker, en vragen behoorlijk wat discussie en argumentatie. En in geval van twijfel beslissen we in het voordeel van de leerling, wat soms ook een C-attest kan zijn.

Moeilijk. Maar geloof me: elke beslissing is uit de grond van ons hart overwogen en soms met veel moeite genomen.

Eindelijk terug ons vader op vaderdag!

Ik had vrijdag ons pa gebeld: dat ik snapte dat hij nog steeds bang is voor het virus, en terecht, maar dat hij stilaan uit zijn isolement moest komen, en dat hij die stap toch ne kéér moest zetten. Wij zijn echt in quarantaine gebleven, en ja, er is uiteraard een kans dat één van ons besmet wordt in pakweg de Delhaize, maar bon, dat risico bestaat altijd.

Na eigenlijk zeer weinig geaarzel stemde hij toe, zeker toen ik beloofde dat we buiten gingen eten en dat hij zijn eigen tafel kreeg, met afstand.

’s Morgens was er natuurlijk eerst Bart die een hoop cadeautjes kreeg: van Merel een kaartje en een zelfgemaakte sleutelhanger, van Kobe een grote schaal tiramisu, van Wolf een zakje snoep en van mij twee verschillende soorten zout, een kruid, een zakje speciale koffiebonen en een doosje matchapoeder.

En ’s middags was er dus eindelijk ons pa. De kinderen waren door het dolle heen, hadden alles al op voorhand klaargezet, met handgel en een eigen tafel en alles. Hij was een half uurtje te vroeg, en daardoor zat ik nog in de douche toen hij toekwam. Maar toen ik hem zag in de tuin, aarzelden we allebei, en toen zag ik hem duidelijk: “Foert!” denken en we gaven elkaar een knuffel. Man, dat had vooral hij duidelijk gemist. En toen waren er onmiddellijk ook de kinderen bij en werd er uitgebreid geknuffeld met het hele gezin. En zo zat opa meteen in onze bubbel.

We zaten buiten onder de parasol en hij kreeg een grote mand met allerlei lekkers en een tekening van Merel.

Hij heeft lekker gegeten, honderduit gebabbeld, een grote mand sokken verwerkt en gewoonweg genoten. Zelfs in die mate dat hij ook nog blijven eten is ’s avonds. Maar eerst was er nog een schaal tiramisu.

En toen werd er geknuffeld, maar stonden ze allemaal wel op hun tenen om te tonen hoe klein opa intussen wel was, of eerder, hoe hard zij zelf allemaal gegroeid zijn.