Big Rivers

Het voelt eigenlijk intussen aan als een traditie: het Big Rivers Festival in Dordrecht. Denk Gentse Feesten van pakweg dertig jaar geleden, toen het nog kleinschaliger, gezellig en voornamelijk voor Gentenaars was. Overal terrasjes, muziek, verschillende podia met lokale groepen en covergroepen, geen grote namen. Het grootste podium is zowat dat van Sint-Jacobs. Alles is ook versierd in paars-groen-goud, de kleuren van Mardi Gras in New-Orleans.
Vorig jaar is het niet gelukt, daarvoor was er corona, maar nog daarvoor zijn we verschillende keren met de Vossen gaan logeren bij Hanneke en Sabrina, vooral ook nog met Els. Warme herinneringen…

Ik vertrok wat later dan gepland wegens een behoorlijk mottig gevoel: misselijk en buikpijn, en ook wel wat koppijn. Geen nood, echt op uur stonden we niet. Reistijd: anderhalf uur, maar dat was buiten de files gerekend, zodat we er drie uur over deden. We, dat zijn Mireille en ik, want ik pikte haar (en haar elektrische fiets) op aan het UZA Erasmus. Haar thuis oppikken betekent een omweg van een dik uur, dus liever niet: Arend kon haar perfect tot daar brengen.

Het ambetante gevoel bleef aanhouden, maar dat hield me niet tegen om eerst bij Hanneke geïnstalleerd te geraken, een kleinigheid te eten, en dan met de fietsen naar het centrum te gaan, zo’n vijf kilometer verderop. Hanneke woont namelijk in zo’n woonwijk aan de rand van de stad, aan het begin van het natuurgebied de Bieschbos, zalig wonen.

We zagen nog net het laatste nummer van een groot popkoor, bleven even hangen bij een schitterende gipsy groep – die violist! – en gingen daarna luisteren naar Amerikaanse folk in een Iers jasje.

We vleiden ons neer op een bankje net achter het podium, aten gefrituurde banaan, churro’s en dergelijke meer, terwijl Hanneke naar een Deep Purple Cover band ging kijken. En toen, om eerlijk te zijn, vonden Mireille en ik het welletjes. Mireille heeft nog steeds behoorlijk veel last van long covid, en mijn rug vond dat de vijf kilometer terugfietsen ook wel voldoende ging zijn. Al bij al was het sowieso half twaalf tegen dat we terug waren, maar wel via een prachtige, bosrijke route. Chapeau, Hanneke!

Een hele fijne, zij het vermoeiende dag. En hopelijk is morgen de buik wat beter.

Dagje Ronse

Bart en ik moesten om 11.00 uur in Ronse zijn voor de akte van ons nieuwe appartement. Daarna moest Bart nog naar Zaventem, zodat we met twee auto’s gereden zijn en ik daarna rustig in Ronse kon blijven. Ha ja, want een vijftal huizen voorbij de notaris woont Véronique, en er waren nog niet-gevonden caches hier in Ronse.

Bart en ik gingen eerst nog iets eten, niks speciaals maar altijd goed.

En toen trotseerden we de warmte en vonden we – eindelijk, bij een vierde poging – de cache aan de MUST (het textielmuseum) en enkele in de buurt van het station.

Intussen was er een telefoontje gekomen van het ziekenhuis dat ons pa nog te duizelig en te onvast op zijn benen was om vandaag al naar huis te gaan, waardoor mijn namiddag plots open kwam. En meteen gingen we samen op stap langs het Mijnwerkerspad, gewapend met een grote zak en een snoeischaar, om vlierbloesem te gaan plukken. Daar komt geen gemotoriseerd vervoer, dat zit dus wel snor.

We hadden een stevige zak bloesem en een fijne wandeling. En ook wel dorst, dat ook.

Tegen zes uur stond ik bij ons pa in het ziekenhuis en ik zag dat het goed was dat hij nog even kon blijven: hij stelt het goed, ziet er goed uit, maar was opgelucht dat hij nog niet naar huis moest: hij valt bij momenten gewoon omver, hadden de twee ergotherapeuten in de voormiddag vastgesteld.

Wordt vervolgd.

Stommiteiten van de vrienden van Rombaut deel 4

Stommiteiten van de vrienden van Rombaut #16

Het is zondag. Voel u lamlendig, heb geen goesting om om het even wat te doen. Stel vast dat er toch nog wel wat taken zijn die moeten gedaan worden.
Schop uzelf uit uw zetel, ga naar de zelfoogstboerderij om wortels en spruitjes te gaan oogsten. Voel u al een pak opgekikkerd.
Kom thuis, ga met volle energie aan de slag met de net geoogste groenten. Wees in uw nopjes. Schakel een versnelling hoger bij het kuisen van de spruitjes zodat ze al in de microgolf kunnen stomen terwijl gij uw jongste gaat ophalen op een verjaardagsfeestje, zodat ze gaar zijn tegen dat ge terug zijt. Wees extra in uw nopjes met uw excellente gevoel voor timing.
Bedenk, nu ge toch op dreef zijt, dat ge misschien bij het thuiskomen ook die pompoen die al lang in de kelder ligt en slecht zou kunnen worden, zou kunnen klaarmaken.
Wees nogmaals in uw nopjes wanneer de heerlijke geuren u bij het opendoen van de voordeur tegemoet waaien.
Zoek een recept voor pompoen op, verzamel de nodige ingrediënten, zet uw combimicrogolf op 200° om voor te verwarmen, terwijl gij de pompoen ontpit.
Amuseer u samen met zoonlief met het ontpitten van de pompoen. Wees verheugd dat, net wanneer ge daarmee klaar zijt, het belletje van de oven gaat dat hij voorverwarmd is. Wees in uw nopjes dat ge toch zo actief geworden zijt na uw hangerige namiddag.
Roep tegen uw zoontje, die met enthousiasme het deurtje van de oven al wil opendoen, dat hij de warmte niet allemaal mag laten ontsnappen. Kijk even naar de oven. Voel hoe een besef zich vormt in uw geest. Vloek eens luid. Kijk hoe uw zoon verbaasd naar u kijkt. Zie hoe hij daarna, met het ovendeurtje in de hand, even verwonderd kijkt naar de vreemde, vervormde tupperwarespruitjesblubber die zich in het midden van de combimicrogolf bevindt. Bedenk dat de combinatie microgolf – warmeluchtoven niet altijd even wenselijk is voor verstrooide geesten.

Voel hoe al uw opgebouwde positieve energie wegvloeit.

Zucht eens diep.

Stommiteiten van de vrienden van Rombaut #17
Doe boodschappen voor ge moet beginnen lesgeven. Leg uw boodschappen in de frigo in de leraarskamer. Ken uzelf, besef dat ge die ’s avonds gewoon gaat vergeten. Denk: deze keer hebben ze me niet. Pas de truc toe die ge op internet hebt gelezen en leg uw autosleutels bij uw boodschappen, in de frigo dus.
Loop na schooltijd puur op routine naar uw auto.  Zoek uw sleutels. Zoek uw sleutels nog wat langer. Realiseer u plots dat die in de frigo in de leraarskamer liggen. Wees trots op uzelf dat ge zo’n goede truc hebt gevonden. Loop naar de leraarskamer, haal uw ‘vergeten’ boodschappen, en uw sleutels, uit de frigo. Loop terug naar uw auto. Probeer uw auto te openen. Probeer nogmaals uw auto te openen. Merk dat er geen reactie van uw auto komt als ge met uw sleutels probeert te zappen.
Kom er achter dat de bijna platte batterij in uw sleutel niks meer doet als die zo koud is. Vind ook het sleutelgaatje niet, want uw auto is modern en rekent op de afstandsbediening in uw sleutel.
Doe een facepalm. Kijk een collega schaapachtig aan om u naar huis te brengen.
Zucht eens diep.
Wees blij dat ge tenminste boodschappen hebt.

Stommiteiten van de vrienden van Rombaut #18

Kom thuis met een volle koffer met boodschappen. Merk dat het regent dat het giet, parkeer uw auto in de garage. Stap uit, doe de garagepoort dicht.
Begin uw koffer uit te laden. Merk dat ge toch niet echt ver genoeg in de garage gereden zijt waardoor ge u  in bochten moet wringen om de koffer leeg te maken. Wees te koppig om de wagen te verzetten. Doe dapper voort, wring u in nog enkele extra bochten.  Haal uiteindelijk de laatste van de boodschappen uit de koffer. Wees in uw nopjes.
Verschiet op dat moment keihard van de deurbel. Smijt haastig uw koffer dicht om de voordeur te gaan openen.  Realiseer u pas daarna dat uwe kop precies nog  in de weg zat. Tel sterretjes. Stel vast dat het er nogal wat zijn.
Loop wankelend naar de voordeur. Trek die open terwijl ge iets over uw gezicht voelt lopen. Bewonder de felrode druppels op de bleke vloer. Kijk vervolgens in het lijkbleke gezicht van een collega van uw man. Realiseer u dat ge een nogal griezelige eerste indruk moet maken. Stel vast dat die collega blijkbaar absoluut niet tegen bloed kan. Heb meer werk met die collega van uw man te kalmeren en te hem te verzekeren dat ge écht niet naar de kliniek moet dan met uzelf. Werk hem zo snel mogelijk buiten.
Plak uw voorhoofd dicht. Kuis het bloed op.

Zucht eens diep.

(En bewonder jaren later nog steeds het litteken in het midden van uw voorhoofd tegen uw haargrens.)

Stommiteiten van de vrienden van Rombaut #19

Heb een baby van een paar weken, naast een kleuter van drie. Gebruik wasbare billendoekjes maar voorlopig nog wegwerpluiers voor het kleintje. Heb twee vuilbakken geïnstalleerd aan de luiertafel: een voor de luiers en een met een wasnet voor de wasbare doekjes. Wees in uw nopjes met uw systeem. Gebruik dat systeem nu al drie jaar. Geef uzelf een speekmedaalde.

Doe een was voor de wasbare doekjes. Haal de propere was uit de machine. Stel vast dat die volledig onder de witte bolletjes zit. Staar even niet-begrijpend naar de niet-bruikbare was. Realiseer u dat ge wellicht een wegwerpluier hebt meegewassen. Vloek eens grondig, pluk zoveel mogelijk bolletjes van de was, steek de was opnieuw in. Zweer dat ge dat nooit meer gaat tegenkomen.

Vis een week later nog net op het nippertje een wegwerpluier uit uw vuile was. Stoef bij uw lief dat ge nog op tijd waart. Geef uzelf een speekmedaalde.

Trek deze week nietsvermoedend uw droogkast open. Word aangevallen door een horde witte bolletjes. Sla uzelf voor de kop.

Zucht eens diep.
Steek de was opnieuw in de wasmachine.
Doe een dutje om wat slaap in te halen.

Stommiteiten van de vrienden van Rombaut #20

Heb een oude maar charmante camper. Ga daar al graag eens mee op uitstap. Bedenk dat het een lang weekend is en dat het ideaal is om de bloesems te gaan bekijken in de Limburg. Parkeer uw camperke op een mooi idyllisch plekske voor een rustige nacht.

Vraag u vanaf middernacht af wat al die auto’s en heisa en lawaaierige jeugd en ge’boenkeboenkeboenke’muziek hier in godsnaam komen zoeken. Slaap slecht in uw camper tussen de bloesems. Denk, terwijl ge door uw gordijntjes gluurt naar al dat rugzakken uitladend jong volk: Amai, een dropping van de scouts of Chiro zeker?

Zie ’s morgens dat ge bijna helemaal ingeparkeerd staat, dat er tentjes staan in de bermen en dat er toch ietwat vreemd uitgedost maar vriendelijk volk rondhangt. Zeg tegen uw kinderen: “Dát zijn nu hippies.”

Hoor pas daarna (via het nieuws) dat een paar 100 m verder ’s nachts de grootste rave party uit de Benelux gestart is.
Werk uw bloesemwandeling af tussen de zatte feestvierders.

Zucht eens diep.

Koffietje bij Gwen

Toen we onlangs gingen eten, had Gwen gezegd dat Leander vorig jaar naar Lissabon was geweest en dat ze nog gidsjes had liggen. Een ideaal voorwendsel, me dunkt, om vandaag bij haar koffie te komen drinken en die gidsjes op te halen.

Met de fiets lukte het niet, ondanks het zalige weer, wegens momenteel dooie fiets, maar bon, de auto dan maar, zeker? Ik ging eerst nog langs de Hopper langs om een nieuw scoutshemd met alle bijhorende tekens en een gamel en zo voor Kobes eerste Jamboreeweekend, en kwam dan met een appeltaartje aanzetten bij Gwen.

Die was verbaasd te horen dat het weer goed genoeg was om buiten te zitten, maar ze moest me gelijk geven: daar op haar terras in de zon uit de wind was het heerlijk.

Er werd gekletst, zoals dat hoort en zoals dat gebruikelijk en wenselijk is.

En toen ik terug naar huis reed, was dat met een fijn, voldaan vakantiegevoel. Yup.

Peppi en Kokki in Antwerpen

Gwen had me al een hele tijd geleden gevraagd of ik niet meeging naar Antwerpen vandaag voor een lezing van het Nederlands Klassiek Verbond: onze vroegere professor Gunnar De Boel ging het hebben over Anna Komnene, zowat de eerste vrouwelijke historica die in de 15de eeuw nog steeds in het Klassiek Grieks schreef. Dat is ideaal voor onze diachronische cursussen, Gwen was daar al mee bezig en wou wat extra info opsteken.

Prima, dacht ik zo, maar waarom maken we er dan niet meteen een middagje Antwerpen van? Gwen moest in principe wel werken, maar kon die ‘verloren’ uren dan wel achteraf inhalen, dacht ze. Zo gepland, zo gedaan, toch? Was het maar waar. Want gisteren kreeg ze nog te horen dat ze alsnog om vier uur een online vergadering had. Meh.

Meteen zag ik het ook niet meer zitten om met de auto te gaan: ik ga echt niet op het spitsuur naar Antwerpen rijden en daar een beetje vast gaan staan op de ring in de file. Bon, in plaats van dus een middagje Antwerpen werd het een avondje: we namen de trein van 18.02 uur, want ons nog net de tijd gaf om snel iets te eten en ons dan naar de UAntwerpen in de Rodestraat te reppen. Het werd een Ellis Burger: een echt goeie hamburger met uitstekende frieten, en vooral ook snel, gezien onze beperkte tijd.

We wandelden verder en pikten onderweg nog een Antwerpse studiegenoot op, Steve, die uitstekende cursussen schrijft. Hij was ook onderweg, en dus liepen we samen verder, mooi op tijd in de aula van de UA. Er zat toch wel een man of 35, niet slecht voor een lezing over een dergelijk onderwerp.

Onze trein van 21.37 uur konden we niet halen, we opteerden dan maar voor die van 22.37 uur – ne mens zou denken dat er nog wel meer treinen zouden zijn dan eentje per uur – en gingen na de uitstekende lezing nog mee eentje drinken met de heren van NKV Antwerpen, in een klein kerkzaaltje ergens uit de jaren 70. Gwen, Steve en ik hebben echt bij momenten onze lach moeten onderdrukken: wij zijn alle drie intussen in de 50, maar voelden ons de jonkies van de hoop, een enkele student niet te na gesproken. Ik vermoed dat de gemiddelde leeftijd ergens rond de 70 lag. De gesprekken waren dan ook bijzonder amusant om naar te luisteren.

Enfin, lang zijn we niet gebleven, we hebben ons uiteindelijk nog moeten reppen om de trein te halen, maar het is wel gelukt. En jawel, opnieuw een zeer fijne avond.

Dagje Deurne

Maandag kreeg ik plots een bericht van Philip – je weet wel, die larpvriend die me een fantastisch dagje Antwerpen had bezorgd nog voor de corona – met de vraag of ik niet eens met de fiets Deurne wilde komen verkennen. Euh, op zich zag ik dat zeker zitten, maar dan liefst met een iets beter weer dan gezapige regen.

Maar ik wilde wel ook gewoon gezellig een namiddagje afkomen, Philip heeft zowaar een welness in zijn kelder. Maar toen puntje bij paaltje kwam, hebben we eigenlijk gewoon eerst lang zitten kletsen bij een koffietje. Daarna ging hij mij het punt tonen waar Antwerpen eigenlijk ontstaan is, maar dat was net te ver voor mijn voet, en toen namen we maar de auto. En zijn we eigenlijk zelfs nooit op de geplande bestemming aangekomen wegens gaan geocachen met de auto. En uiteraard ondertussen blijven tetteren, zoals altijd.

En toen had Philip gewoon paling in ’t groen gemaakt. Maar echt! Dat is een gerecht dat ik thuis zeker nooit mag klaarmaken – zelfs Bart vindt dat vreselijk – en je vindt het ook niet vaak in een restaurant. Maar ik was er, eerlijk waar, dolgelukkig mee. Ik heb toen eigenlijk ook veel te veel gegeten, en met een grote grijns heeft Philip me nog een portie meegegeven voor morgen. Héérlijk! Er waren trouwens ook bijzonder fijne dim-sum als voorgerecht.

En toen volgde de rondleiding doorheen het huis en vooral ook door de kelder, waar dus een gewone sauna, een infraroodsauna en een heuse jacuzzi staan. Philip had die laatste zelfs op temperatuur gebracht, maar eigenlijk was het tegen dan half tien en misschien toch een beetje laat om nog te beginnen badderen. Dat zal voor een volgende keer zijn – hoop ik.

Yup, een hele fijne middag gehad met fijn gezelschap, alleen jammer dat ik Margaux zo weinig heb gezien. Mja.