Dokter dokter

De favoriete nagel aan mijn doodskist – ik heb wel een paar van die moeilijke leerlingen gehad die ik eigenlijk bijzonder graag had  maar deze spant toch wel de kroon – is vandaag gedoctoreerd.

Ik zie hem nog voor me zitten in de klas, steevast antwoordend op alle moeilijkere vragen, in zware filosofische discussies gaand en alle sociale normen compleet negerend waardoor hij al eens buitenvloog, maar man, wat een heerlijke intellectuele uitdaging was die kerel! Want ja, ook nog eens hoogbegaafd.

Ik heb hem als jong gastje van zestien meegenomen naar de Larp en op die manier is hij, toen hij van school weg was, een vriend geworden en gebleven. Ik heb heb hem summa cum laude door de geneeskunde zien gaan, daarna horen twijfelen welke richting hij zou uitgaan, en uiteraard zien specialiseren en doctoreren.

De rug stond me vandaag niet toe bijna drie uur op een zeer oncomfortabel stoeltje te gaan zitten in een aula in het UZ, maar gelukkig was er de live stream van zijn verdediging: The peritoneal microenvironment in the pathogenesis of peritoneal carcinomatosis. Ofte, voor zover ik het begrepen heb, de rol die het buikvlies speelt in het veroorzaken en verspreiden van diverse soorten kankercellen. Een onderzoek dat eigenlijk nog niet afgelopen is, zei hij, maar veelbelovend kan zijn in de behandeling van diverse soorten kanker zoals de pancreaskanker waaraan mijn moeder gestorven is.

De verdediging was typisch voor hem: er zaten vergelijkingen in met tomatensoep met balletjes, compleet met de bijhorende afbeeldingen, en ik moest lachen. Na al die jaren is die dus nog niet veranderd.

Er zaten heel veel larpers in de zaal en ook daar was ik trots op: het is stom hoe kleine beslissingen – ik die destijds besloot dat gastje mee te nemen naar een larp – zo’n impact kunnen hebben op iemands leven.

Maar bon, ik heb nu dus ook een dokter dokter in mijn vriendenkring, naast diverse dokter ingenieurs en zelfs professoren. Maar deze zie ik echt nog een pak verder gaan.

Nog eens proficiat, dokter dokter Jesse Demuytere!

Fijn bezoek

Met al het gedoe rond mijn pa en de problemen met mijn eigen rug, ben ik momenteel niet zo heel sociaal. Al die feestdagen hoeven voor mij ook al niet, ik ben al zo gelukkig gewoon in mijn zetel met mijn boekje en mijn breiwerk, om eerlijk te zijn.

Maar wanneer een goeie vriendin, die een eindje weg woont en die ik niet zo vaak zie, voorstelt om in het passeren een koffie te komen drinken, dan zeg ik niet nee. Vooral dat “passeren” is belangrijk: ik ga haar geen uur doen rijden en een uur doen terugrijden om hier amper een uurtje te zijn, maar als ze dan toch passeren en ik de vrijheid heb om hen buiten te gooien wanneer ik daar zin in heb, dan zijn ze meer dan welkom.

En dus zaten Mireille en Arend hier op tweede kerstdag gezellig in de zetel met een koffie en de overschot van ons dessertbuffetje, en werd het een heel fijne, gezellige namiddag. Ik kan eigenlijk niet eens zeggen waarover we het hadden, we hebben gewoon over vanalles zitten kletsen, en eigenlijk nog niet eens over larp, en dat zegt veel onder larpers. Het geeft vooral ook aan dat je elkaar al zodanig lang en zodanig goed kent dat er voldoende andere gespreksstof is.

Yup.

Ook dit is voor mij vakantie.

En na twee uur heb ik ze gewoon buitengesjot, en vonden ze dat ook helemaal niet erg. Mooi mooi mooi.

Ontbijtje met Gwen

Dit ontbijtje hadden we al lang gepland, en de rug is al zodanig veel verbeterd dat ik het me wel wilde riskeren: ook Gwen had geen zeeën van tijd vandaag, dus het ging sowieso maar een uurtje of zo zijn. En ik had dus speciaal ook een adresje in haar buurt uitgekozen: Haddok aan het Kompasplein, tegenover de Bataviabrug. Jammer dat het nog maar eens aan het miezeren was, want ik denk dat het hier zalig zitten is als de zon schijnt, op het terras aan het water.

Ik vond de kaart al meteen fijn, zo met dat gratis plat water. Dat is voor mij al de perfecte ingesteldheid. De ontbijtkaart is op zich niet zo uitgebreid, maar we vonden meteen onze goesting: voor Gwen een gegrilde croissant met geitenkaas en honing, voor mij Griekse yoghurt met granola en vers fruit. En ja, dat was voor allebei een voltreffer! Ik had eigenlijk quasi te veel, de yoghurt had de consistentie van mascarpone en was enorm lekker, net zoals de granola.

We bleven gezellig kletsen, dronken een tweede koffie en ik kreeg een heel knap cadeautje, een kommetje voor Freshly baked cookies. Waar ze dat toch altijd kan vinden…

Zij fietste vrolijk richting werk, ik reed naar huis maar stopte verschillende keren om prachtige straatkunst te fotograferen. Want ja, daar in de buurt van de Oude Dokken zijn er wel wat te vinden, ja.

Ik twijfelde nog even om te stoppen bij de Kringwinkel, maar besloot mijn rug toch maar wat rust te geven, want deze namiddag moet ik nog naar de kaakchirurg.

Ja, ik was blij dat ik lag, maar man, dat had deugd gedaan, na alweer zo’n ganse tijd plat in de zetel…

Extra verjaardagscadeautje

Vorige week kwam er plots nog een extra cadeautje toe: een pakket van het Poëziecentrum. Marleen wilde ons drieën ook een cadeautje geven voor onze verjaardagen en wat anders dan poëzie?

Mij gaf ze een prachtig boek van Rumi, een middeleeuwse Perzische dichter met prachtig intense gedichten. Vorig jaar, op gedichtendag 2023 had ze me er een gedicht van voorgelezen, en ze was blijkbaar niet vergeten dat ik dat zo mooi had gevonden. Bart heeft het intussen al op zijn bureau gelegd en leest er af en toe in:

Daarnaast was er de Poëziekalender, een scheurkalender met elke dag een gedicht, en daar kijk ik nu al naar uit, om eerlijk te zijn.

En dan was er nog een boek voor Merel. Een prachtig boek, daar niet van, maar hetzelfde als wat ze vorig jaar gekregen had. Op zich is het geen probleem: ik heb het netjes in de verpakking gelaten en ik ga het wel eens wisselen in het Poëziecentrum, Marleen heeft er zelfs al naartoe gebeld en het hen laten weten.

Maar ik vind het vooral ongelofelijk lief: gewoon hele fijne extra cadeautjes. Want ja, poëzie leest nog altijd het gemakkelijkst en het aangenaamst op papier, toch?

Je m’en fish

Oktober kon toch niet voorbijgaan zonder dat ik met Gwen had afgesproken, toch? We kijken er elke keer weer zo hard naar uit, dat zijn ‘onze’ momentjes.

Deze keer had ze Je m’en Fish voorgesteld, een klein visrestaurant tegenover het oude gerechtsgebouw. De fiets was voor mij geen optie wegens de nog steeds hardnekkig tegenstribbelende rug, maar parkeren was niet echt een probleem.

En dan het restaurant: klein, druk, luid, maar man, zo lekker! Het concept is vrij simpel: je kijkt online op een menu waar een hele resem kleine gerechten staan, bedoeld om te delen. Je bestelt er enkele, en een kwartiertje of zo later worden die netjes aan je tafel gebracht. Zo bepaal je zelf het tempo, of je echt met gangen wil werken, wat je nog wil herhalen, hoeveel honger je nog hebt… De serveuse suggereerde een drietal gerechten om mee te beginnen, en dan konden we verder nog zien. Dat deden we dan ook prompt: we gingen voor de tempura van nobashi garnalen – altijd een favorietje van ons -de lobster roll en nog iets dat ik niet meer precies weet, iets met tonijn.

Jawel, het was zo lekker als het eruit zag. Dessert hoefde voor geen van ons beiden, zodat we wel nog een tweede ronde bestelden, met twee gerechten: de ceviche van roodbaars en vooral ook de ravioli van noordzeekrab. Van dat laatste hebben we met stukjes brood ook zo goed als alle saus opgedept, want die was redelijk fantastisch.

Daar hadden we dan ook meer dan genoeg mee gegeten, geloof me.

Echt goedkoop is het niet – vis is dat nooit – maar het was zeker niet overdreven en echt een aanrader.

Omdat er in shifts werd gewerkt – wij waren er om half zeven, ik vermoed dat de tweede lading tussen half negen en negen verwacht werd – bleven we ook niet hangen maar gingen nog iets verderop in Café Théâtre – dat blijkbaar nu l’Opéra heet – iets drinken. Wij zaten rustig beneden in de fauteuils, maar boven, zo lieten we ons vertellen, was er een speeddating aan de gang. Goed gelachen met de verschillende gezichten en de gefingeerde gesprekken erbij. En een goed glas mocktail, dat ook.

Al bij al een alweer zeer geslaagde avond, en een fijn restaurantjeadresje erbij.

Halloweenschmink

Ik heb nog wel wat andere dingen van de voorbije week te schrijven, maar over Halloween kan je toch echt enkel de dag zelf schrijven, toch?

Vorige week kwam Delphine – die van den apotheker – af dat ze dit jaar graag voor de Halloweentocht van de Evergemsesteenweg – die dit jaar niet voorbij ons passeert dus wij doen niet mee – zou willen gaan als Dia de los Muertos, en of ze bij mij kleren mocht komen halen. Als in: een grote lange zwarte rok, een zwarte bloes, dat soort dingen. En toen vroeg ze of ik ook iets had in de stijl van een bloemenkroon. Euh, nee, maar ik zag het wel zitten om dat te maken: vorige week woensdag had ik toch geen fut meer na dat fietstochtje in de voormiddag, en dus zette ik haar bij mij in de auto en reden we naar Sleidinge naar de Zeeman, om daar een diadeem en een resem kunstbloemen te kopen.  Zelf was ze daarna nog wat zwarte kant gaan halen bij de Turkse stoffenwinkels.

Het resultaat, na wat gepruts met mijn hot glue gun, mocht er wel zijn, ja.

En toen vroeg ze, eerder deze week, of ik haar ook kon schminken, want haar vaste schminkster was niet beschikbaar. Euhm, ik had dat nog nooit gedaan, dus ik dacht wel dat ik dat kon, ja. Met een goed voorbeeld en deftige schmink van de Avothea ging ik aan het werk. Ik heb de stappen ook goed gedocumenteerd, ja.

Ik ben dus helemaal geen professionele schminkster, maar ik vond dat het resultaat er best wel mocht zijn. Alleen moet ik de volgende keer wat fijnere penselen kopen, denk ik dan.

De complete outfit werd uiteindelijk dit:

De cape en de ketting had ze zelf, de rest kwam van mij. Redelijk geslaagd, zou ik zo denken! En meteen heb ik dus mijn outfit voor het feestje bij Bart en Birgit nu zaterdag – als de rug meewil, natuurlijk.

Bon, laat volgend jaar maar komen!

(En ja, ik mocht de foto’s gebruiken van Delphine. Nog eens merci!)

Interview with a teacher

Philip, een goede vriend van me, is begonnen aan zijn lerarenopleiding als zij-instromer. Hij gaat dat goed doen, zolang hij niet op de muur van onwrikbaarheid botst. Als in: hij gaat dingen willen veranderen op meso- en macroniveau, en dat kan je niet in het onderwijs, alle frustraties ten spijt.

Voor een opdracht moest hij iemand interviewen die al lang in het vak staat, bij voorkeur zijn twee vakgebieden, namelijk Nederlands en techniek. Maar als hij een bevlogen iemand vond met veel ervaring, kon dat ook. Dinsdag reed ik dus richting Deurne om zijn kersverse dochter te aanschouwen en hem dus van interview te dienen. Mijn rug doet het nog steeds niet zoals het hoort, maar gelukkig zit ik bijzonder comfortabel in de auto.

Philip had heerlijk gekookt – ik ben niet anders gewoon van hem – en na een standaard uitgebreide babbel en een dikke knuffel met zijn dochtertje heb ik hem anderhalf uur de oren van het hoofd gekletst. En vooral heel veel tips gegeven en realistische verwachtingen geschapen, want dat is het grootste probleem bij zij-instromers: ze hebben een totaal ander beeld van onderwijs dan wat het effectief is, deels door de niet helemaal realistische stages. Ha ja, want tijdens een stage zit er vrijwel altijd een leerkracht in de klas die de klas rustig houdt, en heb je ook niet alle administratieve zaken zoals leerlingenvolgsystemen in te vullen, rapporten te schrijven, klassenraden bijwonen, opvolggesprekken houden, oudercontacten, verbeteringen…

Maar bon, het was een goed gesprek, denk ik dan, en Philip was ook tevreden.

Ik ben redelijk snel vertrokken om de monsterfiles op de Antwerpse ring voor te zijn, en ben dan even gaan uitwaaien – ik had mega koppijn én de rug kon wat rustige beweging gebruiken – in Sint-Gillis-Waas, naast de E34 en voorbij de files, om daar wat caches en vooral labcaches te zoeken: voor die labcaches hoef je je niet te bukken en niet te zoeken, dat is gewoon wandelen.

Lang heeft dat niet geduurd: het werd donker en de rug was niet bijzonder coöperatief, maar het deed me wel deugd.

Op geocachetocht in Terneuzen met maatje Véro

We doen het niet vaak genoeg, samen gaan cachen: er zit altijd wel iets in de weg. Maandag deed de rug het niet echt vreselijk goed, maar bon, cachen in een stad moest wel lukken, dacht ik. Ik pikte dus tegen half twaalf Véronique op aan het station, we laadden de fietsen op de auto en reden naar Terneuzen. Daar kan je net buiten de stad, aan het water, gratis parkeren, ideaal om dan met de fiets de stad in te rijden. Wat we dus ook deden, op zoek naar een lunchplekje. Nu, veel is er blijkbaar niet open op maandag, het was er redelijk doods, vonden we.

Toch verzeilden we in een toch wel speciaal café met nogal wat aparte spulletjes, waar we kibbeling aten, de Nederlandse versie van fish and chips. Lekker, geloof me!

Het was eigenlijk allemaal behoorlijk grijs, redelijk guur en somber, met af en toe zelfs een druppeltje, maar dat lieten we niet aan ons hart komen. Ik had op voorhand een hele route uitgestippeld van labcache naar labcache, waarvan we een stuk te voet konden doen en daarna een stuk met de fiets. En ja, we zagen stukjes Terneuzen – alleen het topje hoor, niet de echte commerciële binnenstad – die we anders nooit hadden gevonden.

Toen vond mijn rug het wat welletjes en gingen we de fiets op voor eerst nog een toertje in de stad en dan een prachtig tochtje langs het water en diverse caches. Maar man, mooi dat het daar is om op die Westerschelde de schepen te zien passeren… Het klaarde intussen ook helemaal op, we genoten van de zon.

We fietsen verder en kwamen langs een prachtig, maar echt prachtig beeld naar de Vesaliusman, en voorbij het brutalistische gemeentehuis.

Toen begon het stilaan donker te worden, waren we nogal moe, zag mijn rug het niet zo heel veel meer zitten, en gingen we op zoek naar een koffie.

In het passeren zag ik een bizarre gevel, waarop we onze remmen toesloegen, onze kar keerden en binnen gingen bij Bee. Maat, dat heb ik nog nooit gezien. Het hele cafeetje was versierd met koperen pannen, potten, lustertjes, brocante, kerstboomlichtjes en twee grote gezellige zetels. En de barvrouw? Die was, denk ik, in de tachtig, met een bos witte krullen, een luipaardonesie en een dikke saf in haar mond. Roken kon er blijkbaar wel :-p

Ik vroeg een latte, en ze schoot in de lach: enkel een bakkie koffie. Vero wou thee, maar daar deed ze niet aan: ze vond dat ze geen geld kon vragen voor een klets heet water met een zakje in. En toen ik vroeg of ik met kaart of payconiq kon betalen, schoot een van de andere klanten in de lach. Niet dus.

Maar het was een heerlijke, heerlijke afsluiter van een prachtige, zij het vermoeiende dag. Dit is er eentje waarvan mijn mentale batterijen helemaal opladen. Op naar de rest van de vakantie!