Opruimwoede

Nu ja, woede kan ik het niet noemen, eerder bittere noodzaak.

Mijn bureau was gisteren aan de beurt, en dat was ook dringend. Zelfs Zapnimf had opgemerkt, zo langs haar neus weg: “Zeg, kunt gij daaraan werken? Nee toch?”

Enfin, speciaal voor haar dus ten getuige:

bureau

Daarna zijn de jongens en ik ook in hun kamer in actie geschoten: zij hebben alle oude ‘kunstwerkjes’ uit hun schuiven gehaald, gefotografeerd wat ze leuk vonden, gehouden wat ze echt wilden, en de rest weggegooid. Alle schuiven zijn uitgemest, hun boekenrekken in orde gezet, de kasten en  bedden van plaats veranderd omdat het vakantie is en ze naast elkaar wilden slapen, het bureau opgeruimd, en alles eens grondig gekuist.

Het resultaat mag er best zijn:

jongenskamer3

jongenskamer2

jongenskamer1

Daarna zijn ze nog met het speelplein gaan zwemmen, en ze waren compleet steendood toen ze terugkwamen. Daarom hebben we deze morgen verdergewerkt, nog voor we naar de Ikea zijn getrokken, en uiteindelijk in de namiddag alles afgewerkt.

Go us!

Pretland zonder zebrapad: Vlaamse kafka

Een paar dagen geleden kreeg ik een SMSje van een vriendin: of de jongens geen zin hadden om naar het verjaardagsfeestje van Bo te komen, in Pretland. Ze had samen met haar beste vriendje twaalf kinderen uitgenodigd, maar er konden er amper twee, door de paasvakantie vermoed ik. En een verjaardagsfeestje met vier is een beetje zielig, nee? Mijn jongens zeiden volmondig ja: Bo mag dan amper vijf worden, de jongens zijn zot van haar, en vice versa. En Wolf gaat perfect met kleintjes om, dus ook daar was niet direct een probleem.

Ik heb dus de jongens om iets over elf in een bijzonder rustig Pretland afgezet, ben zelf naar huis gereden, heb wat werk verzet, ben ze om drie uur weer gaan ophalen (moe en bezweet, zo moet dat), en ben dan met hen te voet de spoorwegbrug aan de Wiedauwkaai overgestoken, om ze ietsje verderop op het speelplein af te leveren. Ik had gevraagd of het een probleem was dat ze een uurtje later kwamen, en dat bleek perfect te kunnen. Er moesten nog zaadbommen gegooid worden op het terrein van Loods 21, vandaar.

Maar wat ik dus niet snap, is dat er geen zebrapad kan komen daar aan de Wiedauwkaai. Het is daar ongelofelijk gevaarlijk, maar toch steken er massa’s fietsers over, want het is een heel mooi fietspad en de officiële noord-zuid-fietsverbinding. Ik heb me laten vertellen dat het te maken zou hebben met het feit dat de brug van Infrabel is, en in feite niet mag gebruikt worden door voetgangers en fietsers. Er staat effectief ook een verbodsbord voor voetgangers, maar aan de andere kant zijn er wel weer hele mooie automatische hekjes en zelfs kleine rode lichtjes wanneer de brug opengaat, zo’n twintig minuten per uur.

Ik snap dat dus niet: het is weer zo’n typische hypocriete Vlaamse toestand: de officiële fietsroute gaat over die brug die in feite niet mag gebruikt worden, en dus kan er geen zebrapad komen. Terwijl er eigenlijk zelfs nood is aan voetgangerslichten, zo van die oranje pinklichten die op verzoek verspringen. Gans die Wiedauwkaai is een van de redenen dat ik niet per fiets met de kinderen naar het speelplein ga…

Gent: prachtige stad, maar er is nog werk aan de fietswinkel, zoveel is duidelijk.

Bezoek

Vandaag kreeg ik onvolprezen bezoek dat helemaal uit Kapellen naar hier kwam getuft. Om dan puffend te verzuchten: “Zeg, gij woont ook nogal goed weggestoken zeg!” Zei degene die in een half bos woont, overigens. Kan ik er aan doen dat haar GPS het vertikt om het eerste half uur in gang te schieten, of dat zijzelf niet zo goed is in het lezen van huisnummers? Ik zal mijn bejaarde buurvrouw straks nog gerust moeten stellen, dat dat rare vrouwmens dat in haar tuin rondwaarde, géén stalker was, of een vooruitgestuurde informant van een bende Russische inbrekers.

Enfin, kwart over elf zat er dus ene Zapnimf aan mijn keukentafel sappig te vertellen over koetjes en kalfjes, fietsperikelen, schoolvorderingen, scrums, bouwplannen, carports, bed and breakfast, en nog wel een paar onderwerpen. Onderwijl stak ik een quiche in elkaar (“Goh, maar die ken ik! Da’s die van dat recept van de Colruyt! Op de blogmeet had ook iemand die mee!” “Ja, ikke, tiens.”), besnuffelde zij mijn huis en glorieerde over de vaststelling dat haar huis niet het enige is dat er af en toe nogal rommelig bij ligt, en taterden wij honderduit verder.

En passant gingen we een koppel kinderen afgooien aan het speelplein, toonde ik haar vol trots het kantoor van mijn liefste,  dronken we luie-wijven-cappuccino en aten taart op mijn terras, en pronkte zij als een ware pauw met haar nagelnieuwe golf. Of, voor de mensen met een meer beschaafd vocabularium, wollen vest. Gilet, quoi. Valt het op dat ik er jaloers van ben?

Zapnimf

Enfin, het werd een bijzonder aangename middag, tot het plots vier uur werd, en zij in ware Assepoesterstijl zich in haar auto repte, om toch maar de files rond Antwerpen en de gesloten Waaslandtunnel voor te zijn.

Tsja, mens, moet ge maar in Gent komen wonen he!

Speelplein

Toen ik vorige week rondkeek voor de Buitenspeeldag, was ik er dus op uitgekomen dat er een speelplein was aan Meulestede, in het parkje aan Barts kantoor. Dat is dus met een heuse speelpleinwerking en al! Had ik dat eerder geweten…

In Wondelgem is er namelijk niks van die aard, geen speelplein of niks. Ik kan de kinderen wel naar de opvang op school sturen, maar dat kost 14 euro per dag per kind (zonder eten of vieruurtje), en eigenlijk vinden ze het er niet zo tof. De juffen mogen dan misschien een bijscholing gevolgd hebben waardoor de prijs van negen naar veertien euro is gegaan, maar elke keer als ik er kom, zitten ze gewoon te kletsen, en zitten de kinderen te kleuren of onderling te spelen. Tsja…

Maar nu hebben we dus een heus speelplein gevonden, gratis, met monitoren en activiteiten en alles. Ze hebben een gebouwtje dat er piekfijn uitziet, met propere toiletten, veel speelgoed, en alles erop en eraan, en een gans park en grasveld. Wolf en Kobe zijn vandaag voor de eerste keer geweest, van twee tot vijf, en hebben zaadbommen gemaakt die ze morgen op braakliggend terrein gaan gooien in een spel.
Ik kan de jongens uiteraard ook gewoon bij mij thuis houden, maar dan zijn ze na een tijdje strontverveeld, en beginnen ze ruzie te zoeken. En nee, schermtijd uitbreiden vind ik geen optie, ze zitten nu al genoeg op hun iPads en tv te staren.

Er zijn trouwens ook activiteiten op woensdagnamiddag, dinsdag na school, en op zaterdag. Misschien dat ze ook af en toe dan naar ginder kunnen, als ze daar zin in hebben. Het enige nadeel eraan is dat ik hen met de auto moet brengen: het is te ver om te voet te gaan, en met de fiets vind ik het écht niet veilig met de kinderen (en eigenlijk momenteel ook veel te koud).

Ze waren hondemoe en hondesmerig toen ze thuiskwamen, en hadden zich bijzonder goed geamuseerd. Ze zijn onmiddellijk de douche ingedoken, en zijn daarna uitgeteld in hun pyama in de zetel gaan liggen. Meer moet dat voor mij niet zijn, eerlijk gezegd. Al zou ik het wel fijn vinden mocht Wolf niet elke dag keeper spelen en zijn broek naar de vaantjes helpen. Ach ja. Hij is maar één keer negen, zullen we maar denken.

Paasmaandag

En ik die dacht dat het gisteren al een luie dag was… Bart was ook thuis (toch voor het grootste deel van de dag, hij is een paar uur zijn administratie gaan bijwerken), kookte, en wij luierden erop los.

De zon scheen, het was toch al zeven graden buiten, maar de zon deed haar best, en je kon bij momenten zelfs je winterjas uitdoen, buiten op het terras. Dus heb ik was opgehangen, struiken gesnoeid, het terras opgeruimd, beide tuintafels gekuist, en er eigenlijk serieus van genoten, samen met de kinderen. Bart heeft zelfs nog het gras afgereden!

Onze tuin ziet er al bijna lente-achtig uit. Zou misschien zo ook wel eens mogen, op de eerste april. Maar eigenlijk zaten we al bij al toch vrij snel weer binnen, lekker warm in de zon in de zetel, achter glas. En keken we een filmpje, en genoten van een dagje vakantie.

Een rustige Pasen

De kinderen hebben de hele dag in pyama gelopen, en zelf vond ik dat er niks moest. Een rustig ontbijt, wat lummelen, vechtende kinderen uit elkaar halen, koffietje drinken in de zon die toch anderhalf uur heeft geschenen, Bart uitzwaaien die naar de Ronde ging kijken, dat soort dingen.

Eten was er nog meer dan genoeg over van gisteren, dus koken hoefde ook al niet. Merel deed een stevige dut, en ik wilde eigenlijk op mijn gemakje naar de Ronde kijken, maar helaas, de jongens verveelden zich en begonnen elkaar te ambeteren.

En dus hebben we maar geknutseld: paaseieren maken van wol. Ofte: blaas kleine ballonnetjes (type waterballon) op, drenk serieuze einden wol in lijm, en draai die rond de ballonnen. Laat drogen, prik de ballon kapot, en je hebt een mooi eitje. Enfin, da’s toch de theorie.

paasei1

paasei2

Ik heb behangerslijm gebruikt, en ik ben niet zeker of dat wel een goeie keus was, want ik denk dat de lijm harder moet worden dan dat. De jongens hebben zich in elk geval een ganse tijd goed beziggehouden, maar ik vermoed dat ze wat karig geweest zijn met de wol, waardoor de eitjes niet genoeg vorm zullen hebben. Soit, we zien wel, desnoods doen we het nog eens opnieuw. Als bezigheidstherapie was het in elk geval wel geslaagd, ja.

Oef.

De laatste week was dan misschien geen gewone lesgeefweek, maar het blijft lastig: continu gemiddeld vijftig leerlingen op sleeptouw nemen, zorgen dat ze overal met hun tengels afblijven, mee zijn, in de gaten houden, en vooral veel rondlopen, veel meer dan ik gewoon ben.

Ik heb ervan genoten, van die voorbije week. Van de foto’s, van de workshop, van de dieren in de dierentuin, van het resultaat van de leerlingen vandaag, van het kletsen met collega’s… En ik moet zeggen: met die leerlingen van ons, daar kunt ge al eens ergens mee komen. Ze waren beleefd, vriendelijk, stil, gehoorzaam…

Maar toch ben ik blij dat het vakantie is nu. Ik ben moe. Niet alleen fysiek, maar vooral ook mentaal. Ik heb het een beetje gehad, en om dan nog je enthousiasme moeten overbrengen op een klas als je eigen enthousiasme ver te zoeken is, is nogal moeilijk. Dus ja, blij dat het vakantie is. Batterijen opladen, en dan een stevige eindsprint. Yup.

Aquamundo

De grote aantrekkingskracht van Center Parcs is en blijft toch, naast uiteraard een aantal andere dingen, het grote subtropische zwembad.

Elk zwembad is weer anders, en dit was er eentje dat echt wel goed meeviel. Niet al te groot (maar dat is het park in feite ook niet) maar wel fijn. Er is een peuterzwembad in twee verdiepingen, met een halfpipe glijbaantje tussen. Ik vermoed dat Merel er een keer of honderd is afgegleden.

Er is een gewoon zwembad dat eigenlijk gewoon schuin afloopt, dus in het eerste stuk kunnen ook kleutertjes spelen. Verderop wordt het dieper, en af en toe gaat de golfslag aan, en krijg je hele fijne golven. Via een doorgang gaat het over in een hoop gangen en plekjes met bubbels, ligplatforms, watervalletjes en dat soort dingen. Er zijn twee drukbezette jacuzzi’s, en er is een buitenzwembad, dat nu uiteraard nogal hard lag te dampen en eigenlijk nogal snel koud was aan het hoofd.

Heel hoog is het niet, er zijn dus geen grote ronde pijpglijbanen, zoals in veel andere Center Parcs. Maar er is wél een dubbele korte, steile en dus supersnelle glijbaan, en er is een turbotunnel, zijnde een glijbaan waarbij je in een grote rubberen band zit, en waar je ‘afgeschoten’ wordt door een enorme waterstoot. Die is pikdonker en draait een paar keer rond, wel leuk, maar lang wachten vaak.

En dan is er, waar we wel twintig keer in geweest zijn, de wildwaterbaan. Denk aan een open stuk glijbaan, buiten, van toch wel een meter of drie breed, met bulten, platforms, stukken steil naar beneden, een stukje tussenzwembad, dat soort dingen. In het begin klampte Kobe zich nog aan me vast, maar na een tijdje ging hij dapper alleen en kon ik hem nog met moeite volgen. Alleen op het einde wachtte hij steevast op me, want daar werd het eventjes 1.20 m diep, en kon hij dus niet meer staan. Hij kan wel min of meer zwemmen met zijn blokjes, maar was er toch niet gerust in.

En moeder, die zwom dus vrolijk mee, dook de diepte in, stootte zich blauwe plekken bij alle hindernissen, ving kleine Kobetjes op als die onder water verzeilde, en amuseerde zich best.

Tsja, het is wat, zo’n waterspeelpark. Zeker als ge al de veertig gepasseerd zijt :-p

Terug naar huis

Jawel, tegen acht uur was iedereen uit bed, tegen tien uur was het huisje leeg en de auto vol.

We parkeerden de auto, en gingen terug naar het centrum om de buitenminigolf te spelen, want die hadden we nog niet gehad. Bart hield zich intussen bezig met waardevolle vader-dochtertijd.

CP37

CP38

CP39

CP40

CP41

CP42

CP43

CP44

We dronken nog iets, en zetten toen in de miezerige motregen aan naar Middelburg. Van de tocht over de Deltawerken was geen ene barst te zien door het slechte weer, jammer!

In Middelburg gooiden we een kotszak weg, zetten Merel in de buggy, en gingen op strooptocht langs de winkelstraten op zoek naar zwarte laarsjes voor mij. Dat hadden mijn mannen mij beloofd, en ik denk dat de gemiddelde tijd in een winkel twee minuten was. Niks gevonden dus. Wel aangenaam verrast door Middelburg: mooi stadje, en veel winkels. Eens terugkomen in de zomer, ik denk dat het daar dan best fijn toeven is.

We aten iets, gingen nog snel boodschappen doen in de Albert Heyn naast de parkeergarage (die verschillende soorten hagelslag van Venz, daar doen mijn gasten een halve moord voor, vandaar) en waren tegen vier uur terug thuis. Binnen het uur was het meeste opgeruimd, was de eerste wasmachine al aan het draaien, lag Merel netjes te slapen, zorgde de brandende haard voor een snellere opwarming, en lagen de jongens tv te kijken. Ha ja, want ze hadden hun tvtje nogal gemist, zei Wolf.

Zo’n eigen proper huizeke, da’s toch ook een gerief. En als je dan nog een weekend voor de boeg hebt, geeft dat toch nog wat extra vakantiegevoel.

Center Parcs, dag vier

Om toch niet helemaal in een routine te vervallen, en ook wel omdat de jongens bijzonder graag minigolfen, gingen we deze voormiddag dus, jawel, u raadt het al: minigolfen.

Port Zélande heeft er twee: een gewone buitenminigolf, vrij standaard. En dan dus ook een vrij spectaculaire indoorminigolf, met allerlei machines. Zeer fijn, als alles zou werken tenminste. Want blijkbaar was de compressor kapot – ze hebben er de hele tijd aan zitten sleutelen – en werkten bepaalde toestellen dus niet. Maar het balletje werd omhooggevoerd, weggeschoten, van de ene ton in de andere geschoten… Het had eigenlijk een hoog Steampunkgehalte, en Wolf vond het de max!

CP19

CP20

CP21

Merel, die zat erbij en keek ernaar, en ging dan maar onder toezicht van papa in de grote binnenzandbak spelen, waarop Kobe haar volgde. En mama, die werd genadeloos afgedroogd door haar oudste zoon.

CP22

CP23

Na het eten kreeg ik een klopke, en kroop ik simultaan met mijn dochter in bed voor een stevige tuk, terwijl Bart de jongens ging afzetten bij de Kids Club voor een uurtje ridderen. Ik ben hen weer gaan ophalen, heb wat poppenkast meegekeken, en ben daarna met hen nog een ijsje gaan halen en heb een wandelingetje gemaakt.

CP24

CP25

CP26

CP27

CP28

CP29

CP30

CP31

CP32

CP33

CP35

CP36