Van rugbyspelende koninginnen met een lange baard en een mijter.

“Wie kan uitgaan, kan opstaan”, zei mijn schoonvader altijd. En dus stond ik deze morgen om kwart over acht met Kobe aan het rugbyclubhuis, klaar om te gaan spelen (en supporteren) in Dendermonde. ’t Was vroeg, ja, en eigenlijk was het ook wel koud. Maar ze hebben goed gespeeld, en Kobe heeft zich geamuseerd, en daar gaat het uiteraard om.

In de namiddag liep er een koningin rond in mijn huis.

IMG_0652

En ’s avonds was het weer machtig amusant om Sinterklaas te spelen. De kinderen krijgen elk één cadeau van rond de twintig euro, en dat is het. En een hoop koekjes en chocolade, dat ook. Wat trouwens aan Kobe de commentaar ontlokte: “Zeg mama, er zijn kinderen in mijn klas die zeggen dat Sinterklaas niet bestaat, en dat jullie dat zijn. Maar dat kan eigenlijk gewoonweg niet, want jij zou ons nóóit zoveel snoep geven!” Er is normaal gezien wel iets van, maar bon…

IMG_0654

Rugby World Cup

Ik moet het toegeven: ik had nooit gedacht dat ik zo kon opgaan in een sport op tv, maar lo and behold: ik ben verslingerd aan de Rugby World Cup! Rugby is sowieso al een mooie sport om te bekijken – als je de regels snapt, ik wil ze u altijd wel eens uitleggen – maar als ze dan nog eens op hoog niveau wordt gespeeld, is het ronduit de max om te bekijken.

Momenteel is de Rugby World Cup bezig, de wereldkampioenschappen. Voor de poulewedstrijden hebben we al wat truken moeten uithalen om ze te kunnen volgen, want op de reguliere zenders wordt het kampioenschap niet uitgezonden, hier en daar een wedstrijd op TF1 daar gelaten. Maar via het internet kunnen we kijken naar ITV, en daar worden de matchen dan nog eens van sappige commentaar voorzien.

We hebben ze lang niet allemaal gezien natuurlijk, maar wel hier en daar eentje. Schotland-Japan was bijvoorbeeld een wedstrijd om duimen en vingers af te likken: prachtig spel, ook al zijn de Japanners uiteindelijk onder de voet gelopen door de Schotten. Nieuw-Zeeland-Namibië was dan veel minder het zien waard, omdat de All Blacks (het team van Nieuw-Zeeland) gewoon de Namibiërs zwaar overklasten. Tsja.

Vandaag waren het de eerste halve finales, en die waren wél te zien op TF1. Het is trouwens nog goed voor ons Frans ook, die commentaar. Nieuw-Zeelands All Blacks tegen de Springbokken van Zuid-Afrika: de gedroomde finale, ware het niet dat ze in dezelfde toernooihelft zaten. En wat een match! Spannend, prachtig spel, mooie combinaties, schitterende lijnen, en ongelofelijke mannen om naar te kijken, dat ook. Vaak lelijkaards, toegegeven, maar er zitten een paar knappe exemplaren tussen ook, en wat een lijven! Ze lijken niet echt groot of breed, omdat ze alle dertig op het veld zo zijn, tot je dan een van de medische ploeg ziet, of een waterdrager.

Enfin, ik ben helemaal hyper momenteel: zo moet rugby dus zijn. En daar kunnen alle voetballers gerust een puntje aan zuigen, geloof me grif.

Volle dag

Wolf was gisterenavond al vertrokken op scoutskamp, Bart heb ik deze morgen om kwart voor zeven afgezet aan het station, hij verdwijnt voor een weekje richting Shangai en Singapore. Poeh. Maar op zich was het helemaal niet erg dat ik zo vroeg op was, want om kwart over acht vertrokken we richting Doornik, voor een rugbytoernooi voor Kobe.

Merel vindt er niks aan om naar rugby te staan kijken, ze snapt dan ook de regels nog aan geen kanten. Het was ook aan het miezeren, en dus besloot ik om met haar naar Doornik centrum te rijden, en daar wat rond te lopen. Doornik heeft een gigantisch marktplein, en daar stond dan ook nog eens een gigantische markt op. Merel en ik liepen gezellig rond onder een paraplu, kochten een uurwerk voor mij van tien euro, een GMShoesje voor mijn directeur – lang verhaal – een allerschattigst Frozenkopje voor haar, en nota bene een leuke, felrode winterjas mét kap voor haar voor amper tien euro. Ik kon het zelf niet geloven, maar toch. En is het ding snel versleten, dan is dat maar zo, zeker?

We wandelden verder rond, bekeken even de kathedraal van binnen, en keerden anderhalf uur later terug richting rugby. Kobe was net klaar met spelen, en dus kropen we allemaal terug in de auto, en reden naar Ronse, voor een bijzonder fijn middagmaal bij Omaly. Ze had haar fameuze pompoensoep gemaakt, een rosbiefje met erwtjes en worteltjes en kroketjes, en nog de overschot van handgemaakt ijs in een hoorntje als dessert. Poeh!

In het terugrijden naar Gent stopten we nog heel even bij de JBC, op jacht naar een specifiek jurkje voor Merel – dat ze dan zou krijgen voor haar verjaardag – maar helaas: op zich heel mooi en meteen goedgekeurd, maar niet meer in haar maat.

Enfin, tegen vieren waren we terug in Wondelgem, deden we nog inkopen, ruimden we het huis een beetje op, deden beide kleintjes hun slaapkleren aan, en keken we samen onder een dekentje naar Frozen. Héérlijk.

Maar het doet toch maar raar, zo zonder mijn mannen in huis. Gelukkig komt er morgen al eentje terug. Voor de ander is het een weekje wachten.

Rugby World Cup

Dat we hier thuis rugby hoog in het vaandel dragen, dat hoeven we u niet te vertellen.

Maar omgekeerd dan bij vele sportliefhebbers, is het hier een kwestie vooral van doen, en zelden van kijken. De jongens spelen hun toernooien, maar ze hebben nog nooit een volledige match in het echt gezien, of zelfs niet op tv. Zelf ben ik, toen ik nog speelde, ook eigenlijk nooit gaan kijken naar een topmatch. De mannen heb ik vaak zien spelen, gewoon omdat mijn broer meespeelde, maar – sorry heren – dat is in niks te vergelijken met toprugby.

Maar nu is er de Rugby World Cup. De Mundial, el Coppo, hoe je het ook wil noemen. Bijna nog populairder in de wereld dan voetbal, het zal in elk geval niet veel schelen. Alleen… Hier in Vlaanderen wordt de sport niet uitgezonden. Af en toe kan je een match meepikken op TF1, maar dat is het dan ook. BBC heeft namelijk de rechten niet verworven, die zitten bij ITV, hier alleen te bekijken via satelliet. In het clubhuis van Gent Rugby worden ze allemaal vertoond op groot scherm, kwestie van ambiance en een licentie :-p

Maar, gisteren heb ik zitten zoeken, en heb ik via via een online kanaal gevonden waarop je alles van ITV kan bekijken, inclusief de rugbymatchen dus. Gisteren hebben Wolf en ik naar Scotland tegen Japan zitten kijken, het kleine Japan dat rugbyreus Zuid-Afrika onder de mat veegde. Man, wat een match! Spannend – toch de eerste helft – en echt mooi rugby om naar te kijken. Heerlijk gewoon!

Vandaag stond de eerste helft – voor de tweede werd het echt te laat – van the All Blacks (Nieuw-Zeeland dus) tegen Namibië op het programma. Hoe leuk het ook is om de suprematie van de All Blacks te zien, en hoe prachtig die mannen ook spelen, het was een veel minder mooie match. Namibië was onder de indruk, en werd gewoon van de grasmat gespeeld. Jammer. Maar ik denk wel dat Wolf aan het bijleren is, en we genieten ervan. De kalender hangt in elk geval omhoog.

Een nieuwe reeks zenoefeningen

Het nieuwe schooljaar is weer gestart, de rugby dus ook, en voor Merel en mij dus ook de picknicks aan de Blaarmeersen.

Vorige week hebben we het wijselijk overgeslagen: Merel was doodop, en na de trainingen zit ze pas na achten in bed, terwijl haar standaard bedtijd half acht is. Bart was op tijd thuis woensdag, en vrijdag konden de jongens mee met iemand anders. Oef.

Maar vandaag was het prachtig weer, en Merel is intussen ook alweer een beetje gewend aan het schoolritme, en dus gingen we picknicken.

We liepen wel eerst mee tot aan het veld, en daardoor waren we een beetje uit ons gewone doen, maar bon, we zijn evengoed geëindigd op de pier, om daar in het zonnetje heerlijk onze boterhammetjes binnen te spelen, en intussen te kijken naar de zwemmers die de pier als startpunt gebruiken. En dan hebben we het niet over gewone zwemmers, maar triatleten die in pak komen trainen in open water. Mooi om zien, eigenlijk.

We waren in het terugkeren zowaar helemaal zen. Missie geslaagd!

Laatste keer rugby… dacht ik toch.

Andere jaren stopte het rugbyseizoen eind mei voor de junioren, omdat de meeste trainers zelf ook examens hadden. Nu zijn de trainers doorgaans wat ouder, en gaan de trainingen blijkbaar toch door. Fijn!

Merel en ik hadden ons vandaag nochtans weer aan de Blaarmeersen geïnstalleerd. Ze wou even nog langs de petanquebaan en tennisvelden lopen – “die mensen doen dat zo wijs, mama!” – bleef even hangen op de speeltuin, en toen trokken we met ons dekentje naar het grasveld aan het strand.

En toen kletsten we nog even met een van de acrobates die we in de loop van het voorbije jaar hebben leren kennen, en aten we, heerlijk in de avondzon, rustig op een dekentje. Oh, en speelde Merel voor fotomodel.

We amuseerden ons zelf nog met wat acrobatische oefeningetjes, en genoten honderd procent.

En veel te vlug was het alweer tijd om de jongens op te halen en naar huis te rijden. “Ik ben echt nog niet moe hoor, mama! Ik wil nog niet naar huis!” En toen viel ze in de auto prompt in slaap, mijn prinses.

Filmpje van de rugby, ronduit prachtig!

De rugbyclub had voor elke afdeling een uitdaging gesteld: als alle uitdagingen zouden gelukt zijn, dan worden de wedstrijden van de World Cup uitgezonden in het clubhuis op groot scherm. (Het is gelukt, btw.)

U10 moest een aantal promotiefilmpjes maken, en onderstaand filmpje vind ik prachtig! Echt waar, ik krijg kiekevel elke keer dat ik het zie.
Dus kijk maar, en voel de ware geest van de sport die rugby heet…

Cross loop en vlieg, en dus zere voeten.

De dag begon vrij onverwacht, vrij vroeg, en vrij onaangenaam, met een Mereltje dat om twintig voor zeven aan de trap met een zacht stemmetje riep: “Mama? Ik voel me niet lekker…” Ik spurtte naar beneden, nog net op tijd om haar lange blonde haar vast te houden terwijl ze zelf boven de pot hing. Arm kleintje… Onmiddellijk voelde ze zich beter, en verklaarde ze naar school te willen… Tot ze tien minuten later, helemaal aangekleed, lijkbleek zat te wezen in de zetel, en plots de emmer naast haar nodig bleek te hebben.

Bon.

Ik had een ganse dag les, en Bart had ook een aantal belangrijke meetings, dus… Oma to the rescue! Ik belde ons ma uit bed met de vraag of ik Merel bij haar mocht droppen, en ze zag dat gelukkig wel zitten, ja. Ik zette Merel in de auto, placeerde een emmer op haar schoot, nam een paar reserve-onderbroekjes mee, en reed gezwind naar Zomergem. Normaal gezien zou ik netjes op tijd op school geweest zijn, maar halverwege rook ik al onraad – letterlijk – en belde ik dus maar dat ik wat later ging zijn. Want jawel, een buikgriep beperkt zich niet tot één kantje, zo bleek. Bij ons ma aangekomen liet ik Merel even zitten, haalde binnen een handdoek, wikkelde Merel erin, en droeg haar prompt naar de badkamer. De emmer en het autostoeltje ging ik later wel uitspoelen, nu was het eerst de beurt aan Merels kleren en Merel zelf. Tien minuten later lag Merel, met een vers onderbroekje en een oud T-shirt van ons ma als kleedje, te zieltogen in de zetel, terwijl ik haar met bloedend hart moest achterlaten aan oma’s goede zorgen. Dat was overigens letterlijk te nemen: oma heeft haar gewoon nog de pampers moeten aandoen die ze nog liggen had, want het hield niet op. Maar tegen de middag voelde ze zich beter, na een stevige dut, en uiteindelijk kwam ze er volledig door en taterde ze oma’s oren van het hoofd. Ik denk dat opa chance had dat hij niet goed hoort :-p

Een volle lesdag, met nog een inhaaltoets daarna, later reed ik terug naar Zomergem – de jongens zijn groot genoeg om alleen naar huis te gaan en daar te blijven – en haalde een vrolijke Merel op bij een stel vermoeide grootouders. We spoedden ons naar huis, alwaar ik net de tijd had om me op te frissen, de jongens op te pikken, en naar het rugbygala te vertrekken dat ik moest presenteren. Daar bleek dat ik me niet had hoeven opjagen: de elektriciteit was uitgevallen, en dus werd het wat uitgesteld. Tegen half zeven vonden we het echter welletjes, en begon ik maar aan de avond, zonder micro en zonder slides, maar gelukkig wel met min of meer een tekst. Tsja… En toen werd het alleen maar beter: er was een fijne barbecue, de elektriciteit was terug voor de presentatie van het tweede deel mét micro, en de jongens amuseerden zich kostelijk.

En ik? Ik was toch wel wat moe, ja, en mijn voeten deden zeer. Poeh.

Nationale jeugdfinales rugby

Ik moet het toegeven, ik had nooit gedacht dat ik zo’n moeder ging worden die ‘elk weekend’ met haar kinderen het halve land ging afrijden voor sportwedstrijden. Een soccer mom, als het ware. Nu ja, ik ben al enorm blij dat het geen voetbal is, maar rugby. Daar kan ik tenminste met plezier naar staan kijken, daar gaat mijn hart naar uit, en daar heb ik het voor over om vroeg op te staan en onder een paraplu aan de kant te staan kleumen en mijn kind aan te moedigen.

Vandaag waren we met velen, daar in Dendermonde. Maar liefst 1500 jeugdspelertjes tussen 6 en 12 speelden er de nationale finales: poulewedstrijden in de voormiddag, en dan in de namiddag op basis van die poules de wedstrijden voor de Cup, Plate en Bowl, ofte drie categorieën.

Kobes ploegje – ze hadden twee evenwaardige ploegen gemaakt bij de U8 – eindigde 12de of zo, Wolfs team streed voor de Plate, en verloor helaas de finale, waardoor ze zesde werden. Al bij al eigenlijk zeer fijne plaatsen voor onze club.