Maison Jeroom

Alweer donderdag, en dus een nieuwe lunchafspraak met Véronique, zolang het nog lukt.

Alleen… waar? We verkennen allebei graag nieuwe adresjes, en dus zei ze prompt: “Maison Jeroom, Dok Noord”. Ze had de dame van dit restaurantje leren kennen via een Boch verzamelgroep en wilde er graag eens naartoe.

We hadden afgesproken om half één en ik was maar nipt op tijd: ik had het verkeer blijkbaar onderschat. Maar toen ik binnenkwam, bleek ook zij er nog niet te zijn, en een paar minuten later kreeg ik een paniekerige telefoon: “Hey, ik loop hier rond in Dok Noord en ik vind het maar niet!” Euh, ik had bijna hetzelfde voorgehad, ware het niet dat ik Waze had ingeschakeld voor de files. Er is namelijk wel het shoppingcenter Dok Noord, maar er is ook de strààt, en die ligt een klein beetje verderop, vlak voor de Muidebrug naar rechts langs het water, vrij idyllisch zelfs. Klassieke fout, zo wist de eigenares me nadien te vertellen.

Maar bon, ik bestelde meteen al voor twee, en iets later kwam zij alsnog aangestoven, helemaal verhit, maar nog meer dan op tijd om rustig te kunnen lunchen.

En dat deden we met veel smaak: ik had voor beiden de pokebowl van de dag (13 euro) besteld, met zalm en avocado en zwarte boontjes.

Ik vond het eerst precies een vrij kleine portie, maar geloof me: ik heb het niet eens opgekregen, en het was nochtans bijzonder lekker!

Het interieur is licht en luchtig, met veel bleek hout en wit, en ook bijna alles in Bochporselein. De kaart is niet bijzonder uitgebreid, maar wel heel erg vers en ook gericht op vegetariërs en zelfs veganisten. Je kan er lunchen, maar ook ontbijten en op vrijdag-zaterdag-zondag ook brunchen. Zelfs een High Tea behoort tot de mogelijkheden, als je het op voorhand aanvraagt.

De taarten, daar hadden we geen tijd meer voor, maar die zagen er zeer aanlokkelijk uit, en je kan er ook pannenkoeken en wafels krijgen.

Jammer dat het weer wat minder was, want we hadden met plezier op het terras gezeten. Ik vermoed dat dat voor een volgende keer zal zijn, want ik ga hier nog terugkomen, denk ik.

Ook goed om weten: je kan ook afhalen en zelfs laten leveren binnen het Gentse. Als je voor meer dan 20 euro bestelt, leveren ze zelfs gratis.

Maison Jeroom
Dok Noord 23
9000 Gent
09 220 99 51

Ma: gesloten
Di-Woe-Do: 11u00 – 17u00
Vrij-Zat: 09u30-19u30
Zon: 9u30-17u00

Een nieuwe traditie?

Vorige week ging ik lunchen met Véronique op donderdag, en dat was ons beiden zo goed bevallen dat we dat deze week gewoon herhaalden.

Waar we vorige week in het STAM zaten, gingen we nu naar het KASK café, een voor mij nobele onbekende. Wel, het is me gigantisch goed meegevallen! Het aanbod is er vooral vegetarisch/veganistisch, maar je kan er evengoed lekker vlees krijgen, en dat voor zeer weinig geld. Je schuift gewoon aan aan de toog, bestelt wat je wil, betaalt, wacht even, en voilà.

Binnen is het ruim en licht, met veel hout, en buiten is er een zeer fijn, groot terras, waar het zalig zitten was. Het hipstergehalte is misschien vrij groot, maar wat had je anders verwacht van een kunsthogeschool?

En de prijzen? 5 euro voor een groot broodje, het kraantjeswater kregen we er gratis bij.

Achteraf lieten we ons ook nog een koffie en een royale portie tiramisu welgevallen, en we zagen dat het goed was! Yup, ik denk dat we hier nog terugkomen, ja.

Donderdagse lunch

Op donderdag moet ik maar twee uurtjes lesgeven – van 9.20 uur tot 11.00 uur met dan nog een uur permanentie erna. Dat zorgt ervoor dat ik om 12.05 uur de school kan verlaten.

Véronique heeft op donderdag ook maar twee uurtjes les, maar helaas voor haar liggen die niet zo fijn: een uurtje van 11.15 uur tot 12.05 uur en dan van 13.50 uur tot 14.40 uur. Ze komt ervoor speciaal uit Ronse en is zowat haar hele dag kwijt. Ze hoopt dan ook dat met het nieuwe lesrooster in oktober die twee uurtjes weggewerkt zullen worden.

Ik, daarentegen, vind die twee uurtjes met die lange middagpauze eigenlijk helemaal niet erg: dan kunnen we samen lunchen! Om half één stond ik dus aan het STAMcafé, niet ver van haar school, en zat zij al prinsheerlijk op mij te wachten op het terras.

Ik at er toch wel zeer lekkere garnaalkroketten met een slaatje, en zag dat het meer dan goed was.

Ik gun Véronique van harte een verplaatsing minder, maar zelf vond ik het eigenlijk wel zalig, zo’n donderdagse lunch.

Villa Ooievaar: de mosseleditie

Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel: Véronique kwam me gisteren ontvoeren om samen te gaan lunchen, en ik zag dat eigenlijk wel zitten. Het begint langzaamaan een beetje te beteren: ik kan stappen, ik kan de meeste bewegingen doen, ik kan zelfs zitten, maar werken zal er voorlopig niet inzitten. Vrijdagnamiddag afspraak bij de rugspecialist, op uitdrukkelijke vraag van mijn kinesist die me – letterlijk – al heel haar leven kent en dus ook vindt dat dit niet meer normaal is, dat het te lang duurt.

Maar Véro en ik reden dus naar de Villa Ooievaar, je weet wel, mijn vaste vrijdagse plekje om te lunchen. Ook zij komt er graag, ook al woont ze nu nogal wat verder.

Op hun facebookpagina hadden we gezien dat er mosselen waren voor de rappe – ze koken met voedseloverschotten – en we hadden geluk: er waren er nog! En toen ze ze voor onze neus kwamen zetten, keken Véro en ik even naar elkaar en schoten we in de lach: wat een porties zeg!

We zijn er vol goeie moed ingedoken, maar ik heb me toch moeten laten kennen: het was toch net iets te veel. En dan hebben we nog nauwelijks van de frietjes gegeten, of de béarnaisesaus. En dat allemaal voor tien euro per persoon!

We hadden oorspronkelijk nog aan een dessertje gedacht, maar dat was dus buiten die mosselen gerekend.

Enfin, voor wie Villa Ooievaar nog niet kent: op de baan tussen Mariakerke en Wondelgem, een aanrader. En ik denk dat ik er toch opnieuw elke vrijdag ga zitten, maar dan kwart over één. Wie zin heeft, mag altijd mee aanschuiven!

De Jonkman

Bart vond dat we met een feestweek en twee sterrenrestaurants in Bordeaux nog niet genoeg hadden gefeest voor ons 24 jaar huwelijk. Daarom had hij voor vanavond gereserveerd in De Jonkman, het Brugse tweesterrenrestaurant waar we al eerder al hadden gegeten en zo tevreden over waren.

De vorige keer was het echter in maart, rotweer, vroeg donker en zaten we ook echt binnen. Deze keer was het stralend weer en zaten we in de voorbouw met volledige glazen wanden  in de voortuin, in de zon. Een wereld van verschil, wat mij betreft.

En het eten? Magnifiek. Ik heb het bij het afrekenen ook gezegd: dat dit wat ons betreft op dezelfde hoogte staat als het Hof Van Cleve, wat de ober gracieus aannam als een toch wel zwaar compliment. Ik meende het. Succulent.

Het menu was alvast veelbelovend, we gingen voor de zes gangen, het seizoen volgens Filip Claeys.

Bij het aperitief – geen idee meer wat erin zat, maar wel zeer lekker en alcoholvrij – kregen we uiteraard al een aantal hapjes.

Rund ‘Holstein’
Tartaar / radijs / jus gebrande sla

Ik had er telkens ook de aangepaste sapjes bij, en man, diegene die die heeft samengesteld, kent zijn job qua food pairing: telkens er ongelofelijk klop op.

Pasta agnelotti
By Emanuele Mazzaroppi

Grijze garnaal DINI 62
Lamsoor / bloemkool

Catch of the day ‘Noordzee’
Gegrilde augurk / girolles / verbena

De vangst bleek een jonge kabeljauw te zijn. Oh, en prachtige glazen met een zeer fijn steeltje.

Lam
Zuring / aardappel / knoflook

Nagerecht
fris / zoet

Het was een eenvoudig aardbeientaartje met flinterdunne rabarber, de naam was wel correct, ja.

En toen kwam bij Barts koffie nog de friandises, waarvan het laatste echt wel getuigt van humor: een eetbare sigaar, behalve het sigarenbandje. Fijn!

Wat mij betreft komen we hier effectief nog. Maar er zijn er nog zo veel die we moeten afgaan…

Bordeaux dag 3

Deze keer waren we iets vroeger weg, zodat we nog rustig konden ontbijten. Enfin, voor mij een kaneelkoek, voor Bart volstond een koffie. Daarna namen we even een kijkje bij het oude amfitheater in Bordeaux, maar veel hebben ze daar niet mee gedaan: je kan het enkel vanop een afstandje bekijken, en veel is er ook niks aan te zien.

Aansluitend reden we rond en gingen we wat caches halen, maar Bart voelde zich toch echt niet oké, en dus aten we iets op het terras van zowat Bordeaux’ chiqueste brasserie. Lekker, daar niet van…

En toen ging het per fiets door nogal wat, euh, achtergestelde wijken tot aan het meer van Bordeaux, een soortement Blaarmeersen, zo bleek. Daarna fietsten we verder tot aan La Base Sous-Marine, een duikbootbunker uit de tweede wereldoorlog. We stonden met onze fietsen aan de ene kant, maar door werken konden we niet over een brugje, en toen hebben we ons nog stevig moeten haasten wegens een enorme omweg naar de ingang. En bleek die vlak bij ons oorspronkelijke punt te liggen. Hmm.

Maar het was het meer dan waard: de bunker is uitgerust met honderden camera’s, waardoor ze een ongelofelijk spektakel kunnen oproepen. Er was een lange, tsja, film over Klimt, en toen was het wel voor Bart en zijn we niet meer gebleven voor Klee.

Bart zat er tegen dan een beetje door, waardoor we gewoon rechtstreeks in de hitte – meer dan 30° – naar huis zijn gefietst, langs de boulevards, aka. de kleine ring van Bordeaux. Thuis is hij onmiddellijk in zijn bed gekropen en heb ik me gewoon zetten lezen. Heerlijk.

En tegen zeven uur gingen we weer de fiets op – Bart was weer helemaal opgeknapt – naar het volgende restaurant, Soléna, ook één Michelinster. De prijs was zo goed als het zelfde, het niveau lag toch wel wat hoger.

Nu was het al quasi donker toen we naar huis fietsten, maar geloof me: het vakantiegevoel was echt.

Bordeaux dag 2

Bart voelt zich niet optimaal: hij was al verkouden thuis, en het is er niet beter op geworden. Wees gerust, het is geen COVID, ik ken zijn verkoudheden en die gaan door vaste fases heen. Nu zit hij aan de snotter, het volgende wordt de hoest. Koorts heeft hij niet.

Soit, één en ander zorgde er dus wel voor dat het al dik na elven was voor we uit ons huisje vertrokken, een goeie drie kilometer te voet naar het oude centrum om er onze elektrische huurfietsen op te halen. Gelukkig sloot die fietsenzaak niet over de middag, en dus zaten we nog wat later in de buurt van de Place Gambetta sushi te eten. Ongelofelijk vers, wellicht net gesneden, want we moesten wel even wachten.

Daarna namen we de fiets naar de Place Quinconque, kwestie van er in de Info Touristique een kaartje op te duikelen, en meteen een zeer vriendelijke en competente uitleg te krijgen. Na de obligate koffie op een terrasje gingen we dan voor een fietstocht met een paar caches, eerst tot aan de Cité du Vin – waar we niet binnen gingen wegens geen affiniteit met wijn en toch wel wat kennend van viticultivatie – en dan over de brug heen een hele mooie fietstocht langs het water, gelardeerd met caches en gedichten.

We reden terug de oude stad in, dronken er iets op een oerfrans pleintje

en reden toen naar huis om ons om te kleden, want Bart had gereserveerd in Garopapilles, een van de éénsterrenrestaurants die Bordeaux rijk is.

Yup, het was in orde. Relatief informeel maar wel zeer lekker.

En nadien nog een fijne fietstocht terug, terwijl langzaam de zon onderging en de lucht roze kleurde.

Lepelblad

De lockdown is versoepeld voor restaurants, maar vorige week was er gewoon niks meer vrij. Gisterenavond had Bart wél nog een plekje kunnen bemachtigen, meer bepaald in het Lepelblad, Barts vaste stek toen hij nog met zijn bedrijf aan de Ajuinlei zat, en de locatie waar Merels geboortedrink doorging.

Helemaal in onze nopjes gingen we dus, eindelijk, op restaurant. Het concept van het Lepelblad is wel veranderd: enkel de menu met de keuze uit maar een paar gerechten meer, geen uitgebreide kaart met pasta’s en slaatjes, maar veel beknopter, en ook wel wat prijziger, ja. Maar wel nog steeds zeer lekker, en nog steeds dezelfde mensen.

We hebben er in elk geval van genoten, mijn lief en ik. Het deed eens deugd, opnieuw gewoon met ons tweetjes op stap. Het voelde bijna normaal aan…