Toerist

Drie keer raden wie er deze voormiddag prinsheerlijk onze tuin kwam binnenwandelen, en dan met één grote aanloop de keuken inrende, op de vensterbank sprong en luidkeels om melk miauwde?

Jawel, onze eigenste vierpotige zwarte pluizenbaal. Na tien dagen weggeweest te zijn. Hij ziet er gezond, doorvoed en glanzend uit, en heeft die tien dagen dus zeker niet buiten doorgebracht. Ik vraag me echt af waar hij gezeten heeft: wellicht, zoals gedacht, bij iemand anders in huis.

Ik zal het nooit weten, maar ben wel bijzonder blij dat hij terug is. En dan zie je de reacties van de kinderen en de hond nog niet eens.

Slapen

Voor wie dat nog niet wist (en ik was daar één van): als ge met uw hoofd op een hard kussen ligt, kunt ge  erin slagen het vel op de achterkant van uw hoofd te doen slapen. Als ge dan rechtstaat, tintelt dat helemaal.

En raar dat dat is, raar! Ge kunt het u niet voorstellen!

Fijne mens :-)

Toen ik vorige week zaterdag met mijn ouders van een heerlijke huwelijksreceptie uit Leuven naar huis terug reed, zat ik – zoals altijd, iedereen die ons kent, zal dat beamen – oeverloos te kletsen met mijn ma.
Ik zat aan het stuur van Barts auto, en ik geef toe, ik reed te snel op de autostrade, toch tegen de 140. Mijn ogen waren echt wel op de weg gericht, daar niet van, maar zeker in die ‘bolide’ was ik niet echt acht aan het slaan op mijn snelheid.

En toen kwam ik ter hoogte van Merelbeke. Jawel, daar staat een vaste flitser, maar ook daar had ik even, druk aan het kletsen zijnde, niet bij stil gestaan.

Tot me plotseling een motorrijder op een racebanaan voorbijging, terug invoegde vlak voor mijn auto en trager ging rijden. Ik vloekte en remde, en vroeg me af wat die kerel in godsnaam bezielde. En toen zwaaide hij met zijn arm naar links, en zag ik de flitscamera staan. En bleek ik netjes 120 te rijden, dankzij hem.

Ik flikkerde even met mijn lichten, stak mijn duimen omhoog, en toen vloog hij er weer vandoor. Een pak sneller dan mijn initiële 140 :-p

Beste motorrijder, de kans dat je dit leest, is echt wel klein, dat weet ik. Maar voor het geval dat dat toch zou lukken: bedankt! Je hebt me niet alleen een hoop geld bespaard, je hebt me een grote glimlach geschonken en een hernieuwd geloof in de goedheid van de mens.

Enne… rij toch maar voorzichtig. Want met die snelheid wil je niet over een dikke kiezel rijden :-p

Ochtendconversatie

Deze morgen, aan tafel.

Wolf tegen Kobe: “Ben jij English?”

Kobe, met veel overtuiging: “Neuh! Kobe nie meisje, Kobe jongen!”

LOL. Wolf en ik gaan dus op die piste verder: “Is Wolf een meisje?”

Kobe: “Neuh, Wolf ook jongen!”

Ikke: “En papa, is die een meisje?”

Kobe: “Neeeeee!”

Ikke: “Wat is papa dan?”

Kobe, na even denken: “Papa giraf!”

Dan vraagt ne mens zich toch af wat er in dat hoofdje omgaat! Wij lagen alvast plat…

Delen

Soms zijn mijn jongens echt fantastisch.

Elf uur, en dus tijd om iets te knabbelen. Wolf vroeg en kreeg een potje yoghurt, Kobe had liever een pannenkoekje (die als ontbijt waren bedoeld maar schromelijk over het hoofd gezien).
Wolf (5) ziet Kobe (nog geen 2) kijken naar zijn yoghurtje, en geeft hem spontaan een hapje. Waarop Kobe zegt dat hij het lekker vindt, en Wolf prompt zijn pannenkoek aanbiedt om ook een hapje te nemen. Dat herhaalt zich trouwens nog een keer of twee. En na afloop neemt Wolf netjes een nat doekje en veegt daarmee Kobes mond af.

Spontaan delende kleuters. Waar kom je dat tegen?

Ik stond erbij, keek ernaar, en zag dat het goed was.

En schopte hen daarna meteen naar buiten richting zandbak en emmers water :-p

Hesp

Dat snap ik dus niet he.

Ik kom om stipt zes uur bij de slager, die open is tot half zeven. Ik bestel wat diverse dingen aan vlees, en een paar schellen hesp van een centimeter dik. De verkoopster bekijkt me met een meewarige blik, en zegt dat dat niet meer gaat.

“Ha nee, mevrouw, ik kan niks meer snijden.”

Verbaasde blik van mijn kant.

“Ha ja hé mevrouw, de machine is al volledig gekuist en dus kan ik niet meer snijden.”

Nog steeds een verbaasde blik van mijn kant. “Jullie zijn toch open tot half zeven?”

“Ja hoor, mevrouw, tot uw dienst!” (Beleefd zijn ze wel, dat moet je ze nageven.)

“Dus dat maakt dat ge na zes uur niks meer kunt krijgen dat gesneden is, en dat ik nu nog naar den Delhaize of zo moet?”

“Ah ja he mevrouw, wij hebben ook gedaan om half zeven, hé, en dan moet alles gekuist zijn.”

Nu begrijp ik dat wel, maar er zijn wellicht toch andere dingen om eerst te kuisen, dat ge niet uw snijmachien al een dik half uur op voorhand onbruikbaar hebt gemaakt…

Enfin, een van de slagers kwam erbij, en bood aan om de schellen, als ze dan toch een centimeter dik moesten zijn, met de hand te snijden. Van een betere (en duurdere) kwaliteit, dat wel, maar ik had tenminste de hesp om in mijn rijstberg te doen. Hoofdschuddend.

Mysterie partim opgelost…

Jawel hoor, wat vond Wolf daarstraks toen hij een pluche beestje uit een oud schoolbankje bij ons in de woonkamer viste? Mijn bewuste rode pen! Ge zoudt Murphy toch nen draai rond zijn oren geven!

Ach ja, nu heb ik er twee, en kan ik naargelang mijn stemming met helderrood of donkerrood schrijven. We zullen het maar positief bekijken zeker?

Neusspray

Toen ik een tijdje geleden bij de oogarts was, stond mijn oogdruk plots weer schrikbarend hoog. Voor de mensen die dat niet weten: er mag een bepaalde druk op je oog staan (liefst wel of het blijft niet bol), maar die mag echt niet te hoog worden, of je oogzenuw raakt beschadigd. Dat heeft dan weer als gevolg dat je tunnelzicht krijgt, en op de lange duur blind wordt.

[Het fenomeen waarbij je oogdruk continu te hoog is, heet glaucoom, en is een erfelijke ziekte. Ik zal het geweten hebben: mijn overgrootmoeder was blind, mijn grootmoeder is het bijna, en mijn ma druppelt al de helft van haar leven. En ik, ik werd voor de zekerheid ook maar eens getest op mijn 25ste (waar ze normaal gezien pas testen vanaf 40) en yup, ook ik had het zitten. Nu, gelukkig kan je het perfect onder controle houden door ’s morgens en ’s avonds een druppeltje in je oog te doen, maar je mag dat ook liefst niet vergeten. En voor alle zekerheid toch maar om het half jaar op controle. Mijn gezichtsveld is voorlopig nog perfect, dank u.]

Doch dit terzijde. Ik zit dus bij de oogarts en die meet mijn oogdruk, en schrikt. Net de bovengrens, en dat terwijl ik nochtans netjes gedruppeld had. Blijkt, na enig gevraag, dat mijn sinusitis de boosdoener is. En dan niet de ziekte an sich, maar wel de medicatie ertegen. Sinutab et al. hebben een nefaste invloed op de oogdruk, en kunnen zelfs, bij glaucoompatiënten, acute beschadiging veroorzaken. En gelukkig had ik de avond voordien zo’n Sinutab genomen, of ik had dat nooit geweten.

Nu was het mijn beurt om te schrikken. Ik heb een chronisch semi-verstopte neus. En nu geen neusspray of andere dinges meer. Snif (in elk opzicht dan). Na enig gerondvraag en een bijzonder sympathieke schoonbroer-van-een-apothekervriendin-die-oor-neus-keelarts-blijkt-te-zijn heb ik nu toch nog één neusspray gevonden die de oogdruk niet acuut opdrijft. Yay. En die is dan nog op voorschrift ook :-p

Maar bon, ik kan weer gewoon ademhalen bij het slapen, en dat is me veel waard.

Als een blok.

Ik had gehoopt dat een goeie nacht slaap wat zou verhelpen aan die rugpijn… Helaas. Deze morgen was het nog niks verbeterd, wel integendeel. Ik heb behoorlijk mogen worstelen om mijn ondergoed en vooral kousen aan te krijgen. Ik begrijp de Sliplift meer en meer, ik denk dat ik er me in de toekomst ooit ook nog eentje zal mogen aanschaffen. Enfin, de moeite om mijn schoenen te proberen strikken heb ik niet eens gedaan.
Ik wou perse gaan werken, omdat het de laatste dag voor de vakantie was, en dat ik nog een toets had af te nemen en bepaalde stukken leerstof af wilde werken. Na de vakantie komt er twee weken lang een interimaris, en ik wilde dat meisje mooi afgewerkte gehelen kunnen presenteren.

Niet dus.

Na een uur te zitten schuifelen van de pijn op mijn stoel, hield ik het niet meer. Mijn concentratie was compleet zoek, en dan kan je echt niet deftig je leerstof overbrengen. Ik heb mijn leerlingen naar de studie gestuurd, heb me afgemeld, en ben met tranen in de ogen naar huis vertrokken.

Daar heb ik me een stevige koffie gezet, heel even mijn computer gecheckt, en ben toen met een stapel boekjes in de zetel gaan liggen, plat op mijn rug. En toen, zo rond tien uur, ben ik in slaap gevallen. En pas om 15.00u weer wakker geworden.

Er klopt toch iets niet, denk ik dan, als ik overdag als een blok in slaap kan vallen en vijf uur kan slapen. Die rug had me uitgeput, de voorbije dagen, maar toch.

Vakanties – ik heb het al vaker gezegd en ik blijf erbij – zijn niet voor de leerlingen, maar voor de leraars. Of we houden het niet vol, zo dag in dag uit met 25 pubers voor onze neus.

Klok (bis)

Krijg nu wat!

Uit koppigheid heb ik die nieuwe klok al een tweetal keer goed gezet, en nu blijft ze lopen zoals het hoort. Bizar.

Trouwens, nu is net mijn keukenklok raar beginnen doen, en zal ik die eens moeten nakijken.

En nu ik eraan denk: voordat mijn nieuwe bureauklok er was, had ik al net de badkamerklok vervangen: die had ook plots de geest gegeven. De oude ligt hier nog als getuige, is nog niet in de vuilbak geraakt.

Een klokkenspook, bestaat dat?