Wolf loopt de marathon

Toen Wolf enkele maanden geleden af kwam met het feit dat hij de marathon ging lopen, schudde ik ongelovig mijn hoofd. Het idee alleen al! Maar blijkbaar zou hij hem lopen samen met Tiemen – diens moeder had hen uitgedaagd – Arend-Jan en Toon. Van die laatste wist ik al dat hij dat uiteindelijk niet zou doen, en Arend-Jan is vorige week stevig gevallen met de fiets en was geblesseerd. Ook voor Wolf was het nog onzeker: in december waren we naar de orthopedist gegaan omdat Wolfs heup pijn deed bij het lopen, en hij had toen steunzolen gekregen. Alleen zorgden die bij de training voor nog meer problemen, zodat hij die op aanraden van zijn kinesist nog even achterwege liet. Het resultaat was namelijk dat zijn ene voet echt wel veel pijn begon te doen, zodat hij een tijdje zelfs moeten stoppen is met lopen.

Maar vandaag, vandaag stond hij er. Snipverkouden, dat wel, maar verder topfit, en met een haalbare voet, kuit en heup, zei hij. Hij had wel nog nooit meer dan 20 kilometer gelopen, maar dat is een zaak van mind over matter, verklaarde hij, en hij is koppig genoeg. Van wie zou hij dat hebben, hmm?

Enfin, Bart bracht hem naar zijn kot, en vandaar ging hij met de fiets naar de start. 15.000 lopers, je kon niet in de buurt komen met een auto, vandaar.

Bart en Merel gingen hem een eerste keer aanmoedigen aan frituur Lily, op de Vlaamse Kaai. Ik was niet mee, ik ging intussen opa ophalen.

Na het middageten reden we – Merel, opa, Bart en ik – naar Barts kantoor aan de Foreestelaan. De marathon passeerde namelijk langs de Moutstraat, een vijftigtal meter verder. We parkeerden, deden opa een klein eindje wandelen, en Bart nam twee plooistoelen mee uit het kantoor.

Ik vond dat Wolf er nog redelijk fris uitzag, maar hij vertelde achteraf dat hij al rond kilometer 13 pijn begon te krijgen in heup en onderrug, en dat hij meermaals aan opgeven had gedacht. Maar daar was hij te koppig voor, en zijn supporters hielpen ook wel: Arwen stond hem samen met Elin op een viertal plaatsen op te wachten, en ook zijn maten stonden diverse keren op het parcours. Aan de eindmeet stond er zelfs een man of tien hen op te wachten.

In totaal deed hij er 4.15 uur over, Tiemen klokte af op 3.26 uur. Chapeau. Ze zijn nog met zijn allen naar de McDonalds gegaan en rond vijf uur ben ik hem gaan ophalen. Hij was stikkapot, alles deed pijn, maar trots!

Is het voor herhaling vatbaar? Niet echt, vond hij: apesaai. Tiemen is overigens dezelfde mening toegedaan. Maar ze hebben nu wel bewezen dat ze het kunnen, dat ze er staan. Ik kan alleen maar bewondering tonen.

Foreshadow

Eigenlijk had ik geen kaarten voor deze voorstelling van de Cultuurcel, maar een collega moest verstek geven en ik was de eerst aangewezen vervanger. Ik zei niet nee.

Ik heb daar zó hard geen spijt van gehad! De perstekst schreef het volgende:

Op de tonen van experimentele rockmuziek bewegen acht acrobaat-dansers zich als tandwielen van een collectief lichaamsmechaniek. Samen gaan ze op zoek naar quasi onmogelijke balansen en dagen elkaar én de zwaartekracht uit.

Met de strak georchestreerde chaotische bewegingslandschappen van Foreshadow zet Alexander Vantournhout een nieuwe stap in zijn onderzoek naar de relaties tussen zwaartekracht, beweging, balans en ruimtelijkheid. Naast de vloer, die in SCREWS en Through the Grapevine telkens een prominente rol kreeg, wordt nu ook de muur een danspartner.

Ik wist dus niet goed wat te verwachten, en als ik eerlijk ben: de eerste tien minuten vreesde ik het ergste. Zonder muziek bewogen de acht dansers (acrobaten? Acrogymnasten?) zich in vaste patronen, met heel veel draaibewegingen en telkens ook tegen de muur botsend, bijna als een caleidoscoop. Vreemd.

Geleidelijk aan kwam er muziek opzwellen, maar of dat een verbetering was, dat laat ik in het midden. Mij leek het eerder free jazz dan experimentele rockmuziek en ik kreeg er koppijn van, iets wat de leerlingen achteraf ook bevestigden. Gelukkig kwam er ook nog andere muziek aan te pas. Maar beetje bij beetje werden de bewegingen complexer en gewaagder, tot ik op een bepaald moment met open mond zat te kijken. Dit kón toch niet? Kan een menselijk lichaam dit aan? Hoe kom je in hemelsnaam op zo’n choreografieën, en hoe gek moet je zijn als danser om die ook nog te willen uitvoeren? De vergelijking met een ingewikkelde mechanische constructie is niet te vergezocht, geloof me, en de dansers moeten vooral een grenzeloos vertrouwen in hun eigen lichaam én in dat van hun mededansers hebben. Af en toe hoorde je het publiek collectief naar adem happen en dacht je dat het nu toch gegarandeerd fout zou lopen. Maar nee, foutloos – of zo kwam het toch over – sprongen, tuimelden, hingen en dansten de acrobaten zich doorheen het stuk.

De staande ovatie na afloop was dan ook niet verwonderlijk: dit toont een meesterlijke beheersing van het menselijk lichaam en het aftasten van de grenzen ervan. Chapeau!

Afstandsonderwijs

Vandaag kwamen er liefst 400 zesdestudiejaartjes bij ons over de vloer, en ik heb de hele dag dus lesjes gegeven aan die kleintjes. Doodvermoeiend, maar voor Latijn wel bijzonder belangrijk.

De vijfdes en zesdes hadden gewoon les, maar één tot en met vier had afstandsonderwijs, aka. de hele dag taken thuis. Er waren effectief 18 leerkrachten les aan het geven de hele dag, met ondersteuning links en rechts, en vooral: we hadden de lokalen nodig.

Merel deed plichtsgetrouw haar taken, en eentje daarvan was een opdracht voor LO: ze moesten er met de fiets op uit en foto’s nemen met 10 verschillende voorwerpen, waaronder een postbus, een blauwe auto, hun favoriete plekje, een grote boom, en een paard. Jawel, een paard. In dit weer staan er nauwelijks van die beesten buiten momenteel, het is veel te nat.

Ik zag gisteren al op de facebookgroep van Wondelgem de vraag passeren of iemand een paard wist staan, en ik moest lachen. Maar nee, er werd een ezel gesignaleerd wat verderop, maar geen paard.

Vanmiddag sprak ik de collega LO er al lachend op aan, dat ze wel wat teweeg had gebracht met haar vraag voor een paard. Ze moest zelf lachen, en zei dat ze daar zo niet had bij stilgestaan, maar dat een knuffel van een paard ook goed was, of een schaap of zo. En nog wat later kwam ze zelf al lachend af: haar dochter zit ook in het tweede, en die had haar een bericht gestuurd: “Mama, weet jij waar er een paard staat???”

Enfin, Merel en Lieze hadden het creatief opgelost: er staat namelijk een namaakpaard op ware grote bij de (vroegere) brillenwinkel, en ze hadden dat dan maar gefotografeerd.

Maximum van de punten, overigens.

UGent Racing: behind the scenes

Eerder schreef ik al over UGent Racing, het Formule E-team waarbij studenten van de UGent volledig van scratch een eigen racewagen bouwen. Op zich is het racen zelfs bijkomstig: de wagen die ze kunnen presenteren, krijgt punten op alle mogelijke criteria zoals gewicht, topsnelheid, programmatie, dat soort dingen. En wanneer de bolide voldoet aan alle veiligheidsvoorschriften, kan en mag er ook effectief mee geracet worden. Mega cool dus.

Wolf zit sinds dit jaar in het team, en hij steekt daar ook echt wel veel tijd in. Elke maandagavond gaat hij werken in de loods aan de Vynckier, waarbij hij in Mechanical Composites zit. Hij is er bezig met het omhulsel dat volledig uit lichtgewicht carbon gemaakt wordt: er moet eerst een perfecte mal gemaakt worden, waarop dan de carbon aangebracht wordt en kan uitharden.

Deze avond waren we, samen met Arwen, uitgenodigd op een Behind the scenes: alle afdelingen waren aanwezig en deden een uitleg, zowel de bouwers van de software, als die van de batterij, het chassis, de buitenkant, het ontwerp, de marketing, enfin, the whole shebang.

En ja, het was best indrukwekkend om te zien, vooral ook hoe de ontwerpen behoorlijk veranderd zijn de voorbije jaren. En ook hoe mijn oudste stond te glunderen en zich ongelofelijk goed in zijn vel en op zijn plaats voelde. Ik denk dat hij echt, echt zijn plekje gevonden heeft als ingenieur.

En ik, ik ben een bijzonder trotse mama.

Askew

Net een fijne Google Easter Egg tegengekomen, en ik dacht: ik deel die even.

Wanneer je op je GSM in google het woord “askew” intikt – het woord betekent “scheef, uit het lood geslagen, niet helemaal recht” – staat je scherm ook scheef. Gewoon eens proberen.

Oh, en wie nog van die Easter Eggs heeft: graag!

Die laünische Forelle

Er zijn zo van die kleine dingen waar ik ongemeen vrolijk van word. Meestal zijn dat van die details die op zich niet nodig zijn, maar waar de maker/bedenker/fabrikant toch dat extra beetje aandacht heeft ingestoken, gewoon voor het plezier.

Zo’n zalig detail is het muziekje van mijn nieuwe wasmachine. Ze zegt vrolijk “Hallo” als ik ze opstart, compleet met een toontje of drie. Maar wanneer ze klaar is, speelt ze zowaar de hele “Die Laünische Forelle” van Schubert! En nee, niet gewoon de eerste acht maten, maar echt compleet met het tussenstukje en al.

En ja, ook al hoor ik het niet vaak wegens beneden zitten, ik word daar telkens weer goed gezind van. Van dat extra beetje inspanning vanwege de makers, die daar gewoon een saaie bieptoon hadden kunnen zetten. Merci!

Resonantie

Mijn orthopedist, Wouter, is sinds een jaar of twee verhuisd naar een nieuwe praktijk: een gloednieuw, comfortabel gebouw met alles erop en eraan, en dus ook een wachtkamer. Alleen… in die wachtkamer hangt een zeer onaangename soortement echo. De ruimte is niet echt groot, maar zeker als je met een paar mensen aan het spreken bent, is de akoestiek ronduit slecht. Als in: storend.

Blijkbaar weet hij dat ook, want intussen is één wand bekleed met houten geluidsdempende latjes,  maar dat helpt blijkbaar niet echt. Half december ging ik met de kinderen bij hem langs en zaten we dus even met ons viertjes in die wachtzaal. En jawel, uiteraard was ook nu het geluid ambetant. En dan zie ik ook weer hoe onconventioneel vooral Kobe is: die gaat zitten, merkt de vreemde echo op, en begint meteen te brommen. Denk: het geluid van een didgeridoo, een lage bromtoon. En ja, meteen resoneert de hele kamer mee! Prompt begon ik mee te brommen, waardoor ook de resonantie sterker werd. Merel en Wolf keken even raar, maar begonnen dan ook mee te doen. Daar zaten we dus, met zijn vieren te brommen als een bende idioten. Maar meteen werd ook het probleem van de wachtzaal duidelijk: de resonantiefrequentie van de kamer lag blijkbaar op een toon die veel mannenstemmen automatisch gebruiken, maar waarmee je met een spreektoon sowieso in de buurt komt.

We probeerden eventjes een scala aan toonhoogtes uit, maar het was duidelijk: een lage toon, ergens in de buurt van een re, vermoed ik, deed de hele kamer resoneren.

Kobe en ik waren daar nog mee bezig toen Wouter ons kwam halen. En het zegt veel over hem dat hij eventjes zijn wenkbrauwen optrok toen ik zei dat zijn wachtzaal een resonantieprobleem had, maar daarna gewoon mee begon te doen. Hij ging zelfs op diverse punten in de ruimte staan om te luisteren en bromde heel eventjes mee. Hij had dus al geprobeerd het probleem aan te pakken maar dat was niet gelukt. Nu, ik weet ook niet hoe je een resonantie verandert: wellicht door de geluidsgolven op één of andere manier te breken, zeker? Een grote plant, een boekenplank hoog tegen een muur of zo? Enfin, dat is zijn probleem.

Maar ik vind het wel de max dat we zomaar, spontaan, het resonantiepunt van een ruimte hebben gevonden. We hebben dat ooit ergens in een wetenschappelijk entertainmentprogramma gezien en hebben dat toen geprobeerd in ons toilet, maar dat was toen niet gelukt.

Wijs, toch?

Dubbele regenboog

Eentje van ongeveer twee weken geleden. Ik ging op dinsdagmiddag ons pa ophalen voor een rondje dokters in het Jan Palfijn en vertrok in – hoe kan het bijna anders? – de gietende regen. Maar kijk, achter mij begon het serieus op te klaren en de zon kwam er zelfs door, terwijl het boven mij nog steeds stevig aan het gieten was. En dan is het kermis in de hel, zoals ze zeggen. Maar ik reed op de R4 en zag een prachtig schouwspel achter mij. Je kan er echter niet zomaar stoppen, maar dat kon wel op de afrit, ook al heb je daar voor de rest niet zo’n mooie achtergrond. Edoch, een regenboog kan op een paar seconden weer weg zijn, ik had dus niet veel keus. Ik ben uitgestapt, heb me in die paar seconden doornat laten regenen, maar ik had wel een prachtig zicht – én een foto van een dubbele volledige regenboog waarvan de kleinste boog dan ook nog eens veel helderder was dan je op de foto kan zien. Ik geniet eigenlijk nog na…

Bijzondere kunststof

Het is intussen al een tijdje geleden, maar Wolf kwam op een middag thuis van UGR – UGent Racing – met een speciaal stukje kunststof. Hij had een workshop gehad over het fabriceren van een stuk oersterke maar vooral ook bijzonder lichte carbon fiber.

Het ziet eruit als gewafeld karton, voelt aan als iets dat geprint is, is lichter dan dat een gelijkaardig stuk karton zou zijn, en ge kunt erop slaan en staan en dat beweegt niet. Niet.

Hij heeft hier meer dan vier uur aan gewerkt en dan is het nog niet perfect, volgens hem. De bedoeling is dat ze dit uiteindelijk kunnen gebruiken om de schelp van de raceauto te maken: zeer sterk en superlicht.

Geen idee wat hij nog allemaal zal doen bij UGR, maar dit is al gewoon wreed wijs, toch?