Onze Gandalf, onze grote grijze kater van intussen twaalf jaar oud, is een zeer eigenzinnig beest. Hij slaapt zeer graag binnen op de bedden van de jongens, maar zit verder vooral graag buiten. In weer en wind, in de regen, dat stoort hem niet.
Hij is ook bijzonder dominant: hij gaat in alle huizen binnen, eet daar iets, doet een tukje, wandelt verder. Hij is nog steeds heer en meester van de buurt en durft zelfs honden uit te dagen als ze te veel op zijn terrein komen. Zo kennen we hem al twaalf jaar en we laten hem doen: hij is ook al een tijdje bij een buurvrouw gaan wonen die hem enorm verwende. Tsja, je kan een kat niet dwingen.
Dinsdag was hij thuis gekomen met een dik oog. Ik had er even naar gekeken en de etter weggeveegd – dat laat hij me duidelijk doen want ik ben zijn baasje/mama – maar dacht nog even af te wachten, want hij vecht nogal graag. Nu, woensdag was dat er niet bepaald op gebeterd, integendeel. Wij dus met een luid protesterende Gandalf naar de dierenarts, die vaststelde dat zijn hoornvlies flink beschadigd was. Wellicht van een tak of zo, want er was echt een schelletje af, niet zomaar een kras als van een nagel. Hij kreeg een antibioticaspuit, en man, dat heb ik nog nooit gehoord! Zelfs de dierenarts schoot in de lach, en in de wachtkamer hoorden we ook iemand lachen: Gandalf heeft daar zowat de luidste miauw gegeven die ik ooit gehoord heb. Zoals de dierenarts zei: “Dramaqueen!” Hij doet zich stoerder voor dan hij is, want hij liet zich gewillig behandelen. Het scheelt ook dat ik erbij ben, want mij vertrouwt hij gelukkig wel. Soit, een paar dagen pillen, en vooral vier keer per dag oogzalf, in de hoop dat hij het oog zal kunnen behouden en niet blind wordt.
Nu, hij zit regelmatig in het appartementsblok bij de buren. Wie hem daar binnenlaat, weet ik niet, maar hij zit er vaak, dat weet ik. Woensdagavond laat – bijna elf uur – gaat hier de bel: de buurvrouw, met een briefje in haar handen. Dat hing beneden op de deur bij hen, zei ze: “De kat niet buiten laten, want hij heeft een oogontsteking en moet binnen blijven”. Huh? Gandalf zit vaak bij haar, maar zij wist zelf van niks en kwam vragen of wij dat opgehangen hadden. Euh, niet dus? Nu, sinds een paar maanden is er een nieuw gezin komen wonen – de zoon van de nieuwe eigenaar – maar ze gaven geen antwoord. Ik hing dan zelf maar een briefje beneden aan de deur en op de deur van die buren: “De grote grijze kater heet Gandalf, woont hiernaast op nr. 2 en heeft geen oogontsteking maar een oogbeschadiging. Gelieve hem geen eten te geven en niet binnen te laten slapen, zodat hij naar huis komt eten en slapen en wij hem kunnen behandelen.” Met daaronder mijn naam en telefoonnummer.
In de loop van de volgende voormiddag kwam Gandalf op zijn gemak aanwandelen om te eten, te slapen en hij kreeg netjes de nodige pillen en oogzalf. De tussentijdse details zal ik u besparen, maar tegen zeven uur ’s avonds kreeg ik bericht van de buurman dat Gandalf bij hen zat en dat ik hem mocht komen halen. Bon, ik naar ginder. Man, mijn kat is de max!
Hij zat binnen op de vensterbank naast de voordeur, terwijl buurman zeer sceptisch in het deurgat stond. Ik kwam aanwandelen, keek naar Gandalf en zei: “Awel, maat? Wat zijn we van plan, dan? Kom maar hier!” Waarop Gandalf doodgemoedereerd van de vensterbank sprong, naar buiten wandelde en naast mij ging zitten, terwijl hij keek naar de buurman. Zo van: “Voilà, dit is nu mijn mens.” Like a boss!
Wat was er nu gebeurd? Die mensen hadden Gandalf al heel vaak buiten zien lopen, ook in de regen, hadden rondgevraagd – alleen niet bij ons dus – en wisten dat hij van ons was, maar hadden te horen gekregen dat wij intussen een andere kat hadden en dat die niet overeen kwamen, en dat Gandalf intussen verwaarloosd werd. Waarop zij, zonder contact op te nemen, met Gandalf naar de dierenarts waren gegaan, die dacht dat hij een oogontsteking had en een jaar of zes was. Euh? Maar ze vond wel dat hij precies wel doorvoed en gezond was.
Die mensen waren dus van plan hem binnen te houden en hem daarna naar het asiel te brengen, want hij was niet gechipt. Ze wisten nochtans goed genoeg dat hij van ons was! Allez, wie doet dat nu, met andermans kat naar de dierenarts gaan???
Alleen was dat dus buiten de kat gerekend, want hij had wel daar rustig geslapen, maar was toen in de voormiddag alles bij elkaar beginnen miauwen en uiteindelijk gewoon ontsnapt. Ha ja, Gandalf binnen houden tegen zijn zin? Zal niet lukken, nee. Dat hadden ze nu ook gemerkt.
Toen buurman zag dat Gandalf allesbehalve bang was van mij, wel integendeel, was hij er gerust in, zeker toen hij hoorde dat wij kattenluiken hebben, dat Gandalf altijd binnen kan, altijd eten en drinken heeft en altijd bij ons kan slapen, en dat hij er haveloos uitziet omdat hij intussen twaalf jaar is.
Die mensen hebben dat dus gedaan uit dierenliefde, dat snap ik, maar verder? Wie doet dat nu? Wie gaat er nu met de kat van zijn buren ongevraagd naar de dierenarts en is daarna van plan hem naar het asiel te brengen? Alsof wij niet voor hem zorgen, of wa? Dat beest heeft dus twee keer antibiotica gekregen, twee keer oogzalf en twee keer een onderzoek. De dierenarts vond het wel vreemd dat hij, verwaarloosde kater, net ontvlooid bleek te zijn, maar had daar verder niet bij stilgestaan.
Soit, het oog begint er intussen al beter uit te zien, hij laat ons netjes de zalf en druppels toedienen en hij eet en slaapt vrijwel uitsluitend hier. En ja, hij zit nog steeds buiten in de regen naar de vogels te kijken, dat ook.