Die keer van de gap in haar voorhoofd

Zaterdagavond waren de kinderen, net voor bedtijd, dus rond half acht, nog vrolijk aan het spelen. Ik weet niet wat Wolf precies aan het doen was, maar Merel was aan het schateren, zoals alleen kleine meisjes van anderhalf kunnen schateren. En op een bepaald moment viel ze gewoon omver van het lachen. Boenk, met haar kopje tegen de hoek van de salontafel, jawel.

Ze zette het meteen op een brullen, en er bleek dus een gat in haar kopje, boven haar linker wenkbrauw. Een paar minuten later was ze alweer vrolijk aan het lachen en kon moeder de schade opmeten. Tsja, een gap dus, maar wel eentje die een halve centimeter openstond. Op zich niks ergs dus, maar het ging wel een litteken geven als we het zo lieten. Dan maar de dokter van wacht gebeld, en ik naar de huisartsenwachtpost aan de Martelaarslaan.

Daar was het druk, en moesten we ongeveer een uur wachten. Pff. Gelukkig was Merel het eerste half uur zodanig onder de indruk van de nieuwe omgeving en de vreemde mensen, dat ze geen vin verroerde. Het wondje was een klein beetje beginnen bloeden, maar dat was ook alles.

wondjevoor

(foto getrokken in de wachtzaal met een iPhone en slechte verlichting)

Daarna ontdooide ze wat, begon rond te lopen en speelde met haar popjes. En net toen ze toch wel ongedurig begon te worden, mochten we binnen. De dokter bekeek het even, zei hetzelfde als ik, en nam van die hechtstripjes om het netjes toe te trekken. Merel gaf andermaal geen kik.

En dat was dat. Om kwart over negen lag ze in bed, zich van de prins geen kwaad bewust.

Deze middag zag het er zo uit:

wondjena

Niks aan de hand dus, alleen even geschrokken.

Merels eerste zelfgemaakte jurkje

Het is bijna middernacht als ik dit post, maar ik ben een tevreden mens: Merels jurkje is af, en best goed gelukt. Er zitten hier en daar nog kleine foutjes in, maar da’s dan voor de volgende keer.

Het was de allereerste keer dat ik iets wilde maken ‘voor echt’. Ik heb al altijd broeken ingelegd, ritsen gerepareerd, losgekomen naden hersteld, en vooral ook verkleedkleren gemaakt. Maar deze keer wilde ik het, naar aanleiding van Van Katoen, toch eens écht proberen.

Het werd – hoe kan het bijna anders voor een beginner – een jurkje van Mme Zsazsa, met haar schitterende uitleg, handleiding en tekeningetjes. Ze zei dat je een goed uur moest rekenen, maar ik heb er toch drie over gedaan. Proberen uitvissen hoe de tekening in elkaar zat, wat ik vooral met dat beleg moest aanvangen, dat soort dingen.

naaien1

Maar hey, ik heb ontdekt dat mijn bijzonder oude Bernina ook een ritsvoetje heeft, en ik heb zelfs helemaal uitgevist hoe ik dat moest gebruiken.

naaien2

En ja, ik ben best wel trots op het resultaat, toch wel. Hier zie je het origineel, ik heb nummer twee gekozen.

Zsazsajurkje

Morgen eens zien of het niet nog veel te groot is voor mijn meisje. Ze mag het dragen voor het feest.

Zelf eten

Mereltje wordt groter en groter…

Gisteren heb ik haar voor het eerst helemaal alleen laten eten. Vaak krijgt ze al een lepel, maar doe ik toch nog het eigenlijke voeren. Gisteren heb ik haar spaghetti helemaal fijn gesneden, haar een grote slab met mouwtjes aangetrokken, en haar een stevige lepel gegeven. Trots dat ze was! Alleen op het einde, toen het wat moeilijker werd om te scheppen, de grootste honger verdwenen was, en ze ook eigenlijk niet zoveel zin meer had, heb ik moeten helpen. Maar verder deed ze het helemaal alleen.

eten1

eten2

Alleen jammer dat ze nog steeds niet deftig van een bekertje drinkt. Ze drinkt wel mooi, maar de laatste slok laat ze telkens weer uit haar mondje lopen, zodat ze na een paar keer drinken kletsnat is.

Praten, dat begint ze ook stilaan te doen. Haar favoriete woordje is “Papa!”, heel duidelijk en welbewust uitgesproken. Mama zegt ze zelden, en dan ook meer algemeen, heb ik de indruk. Voor de rest zegt ze tegen zowat alles ‘Shhh’, liefst nog zoals de Spaanse sh in pakweg ciudad. Maar ze kan wel heel erg goed duidelijk maken wat ze wil, en knikken en nee schudden kan ze ook als de beste. Soms geeft ze ganse retorieken ten beste, die dan vooral klinken als ‘Tsjabetsjabetsjabetsjabe”, ad infinitum.

Ik hou mijn hart vast voor als ze écht begint te praten. Want dan zal er vermoedelijk geen maat op staan.