Dertien

Lieve lieve Mereltsjoe

dat is wat je oudste broer je vaak noemt, maar ik noem jou doorgaans de gekste dingen. Dan rol je even met je ogen, maar speelt er wel een glimlachje om je mond.

Vorig jaar schreef ik nog dat je zoveel veranderd was tegenover het jaar daarvoor. Dat kan ik deze keer echt niet zeggen. Ja, je bent een pak groter geworden, je ziet er ook echt een stuk volwassener uit, een echte tiener intussen. Maar verder? Je wordt beetje bij beetje zelfzekerder, met meer zelfvertrouwen, en dat kan ik alleen maar toejuichen, muisje. Zo’n paniekaanvallen als vroeger heb je niet echt meer, of toch niet waar ik ze kan zien. Ja, je bent nog steeds perfectionistisch en begint al op vrijdagavond te studeren voor je toetsen in de komende week. En ja, je spreektaken zijn nog steeds weken op voorhand al helemaal uitgeschreven en ingestudeerd. Maar ik heb het gevoel, Muizelina, dat je iets rustiger bent geworden in die dingen, ook al heb je nog steeds buikpijn van de onnodige stress.

Maar verder ben je eigenlijk niet zoveel anders geworden: je bent nog steeds meestal mijn goedlachse, vrolijke dame, met af en toe van die gigantisch nurkse buien. Er zijn dagen dat je thuiskomt van school en dat ik een stortvloed aan woorden over me heen krijgen, meestal doorspekt met giecheltjes en zelfs lachbuien, omdat jij en Lieze weer de stomste stoten zijn tegengekomen. Maar er zijn ook dagen dat je thuiskomt en dat je nauwelijks goeiedag zegt. Je hangt je jas over een stoel en verdwijnt zonder een woord te zeggen naar boven. Dan weet ik dat ik je met rust moet laten, want ik krijg toch alleen maar een soortement grom als ik dan vraag hoe je dag was. En als ik dan het lef heb om te vragen wat er scheelt, ga je ofwel diep zuchten en mompelt: “Niks” ofwel bijt je quasi mijn neus af omdat er toch niks scheelt en ik moet stoppen met vragen.

Dus ja, je bent nog vrolijk aan het puberen, mollie, en je humeur stuitert alle kanten op. Gelukkig ben je de laatste tijd wel weer heerlijk knuffelig. Je kruipt niet meer ’s morgens bij me in bed om me wakker te maken – dat vind ik wel een beetje jammer – maar je kruipt wel regelmatig even bij me in de zetel, tussen mij en de kant, samen onder een dekentje. Dan ligt je hoofdje op mijn schouder, en dan babbelen we. Soms ernstig, soms onnozel, en soms krijgen we samen een gigantische slappe lach. Op onderstaand filmpje waren we al een goeie vijf minuten bezig en was Gandalf, die naast ons lag, er al vanonder gemuisd.

Je bent dus nu vooral aan het uitzoeken wie je zelf bent en wat je wil doen. Je hebt al aangegeven dat de blokfluitles niet helemaal je ding meer is, en we weten het allebei: muziek is niet je sterkste kant. Maar je beheerst het intussen, en dat vind ik het belangrijkste. Wat wél enorm je ding is, is woord: je zit in het schooltoneel en je geniet enorm. Misschien is het wel een idee om de muziek te laten vallen en te vervangen door iets van woord? Want waar je broers wiskundig ingesteld zijn, ben jij duidelijk door en door een taalmens. Nederlands is je lievelingsvak en je bent er ook gewoon ongelofelijk goed in, je leest dan ook graag en veel. Ook Engels en Frans gaan bijzonder vlot, hebben we al gemerkt.

Je bent ook creatief: je maakt stapels kaartjes, doet vanalles, en pakweg je voorbladen voor de verschillende vakken zien er prachtig uit. Dat trekt zich ook door in je kledij: je hebt natuurlijk een prachtig figuurtje, met lange slanke benen en mooie ronde vormen waar dat zo hoort. Alleen die boezem mag er stilaan eens werk van beginnen maken, vinden we allebei. Maar je kiest de perfecte kleren voor jouw maatje 36, je weet verdomd goed waarmee je staat en wat jou dan weer niet flatteert. En waar mogelijk haal je gretig spullen uit mijn kast, dingen die ik in al die jaren niet heb weggedaan en die jij nu als oversized dingen een tweede leven geeft, met flair en smaak.

Beetje bij beetje ben je je weg aan het zoeken, Mollina, en beetje bij beetje ben je hem ook aan het vinden, met alle onzekerheid waarmee dat gepaard gaat voor pubermeisjes. Ik ben blij dat ik zelf – mentaal, fysiek zou ik het de max vinden – geen 13 meer ben, maar ik geniet ervan om jou te zien openbloeien, om jou al tastend een pad te zien vinden door het leven.

Ga maar niet te snel, meisje, je hebt meer dan tijd genoeg. En vergeet niet, je hebt ook altijd papa en mama om even bij te schuilen, als dat leven jou een stortbui op je kop geeft. En wanneer die donderwolk gepasseerd is, mag je weer voorzichtig uit datzelfde holletje tevoorschijn kruipen, op weg naar nieuwe ontdekkingen.

Gelukkige verjaardag, liefje!

Ze is vertrokken

Ik heb deze morgen Merel afgezet op school. Niks bijzonders, denkt u misschien, maar ze vertrok voor vijf dagen naar Bredene, op GWP. Het was met gemengde gevoelens: enerzijds heeft ze het wel op met al die extra activiteiten, anderzijds is ze graag alleen en zijn dit vijf volle dagen drukte en mensen om je heen. Want ja, 125 tweedes plus begeleiders, dat krijg je niet zomaar even stil.

Ze had in elk geval een grote valies mee, zodat ze zeker voldoende kleren en voldoende keuze had. Want ze kon toch op voorhand niet weten wat ze die bewuste dag zou willen aandoen, toch?

Enfin, er zat wel wat stress in dat kleine lijfje, ja. Benieuwd wat ze er achteraf van zal zeggen. Ik snap haar in elk geval we: ik had hetzelfde probleem.

 

Shoppen…

Merel en ik moesten dringend gaan shoppen, en we doen dat dus allebei niet graag… Maar volgende week gaat ze een week op zeeklas en ze moest dringend nog een paar extra dingen hebben, zoals schoenen die niet uit elkaar vallen… Ze wist welke ze wou – exact dezelfde Nikes die ze gekregen had voor haar lentefeest en sindsdien quasi ononderbroken had gedragen – maar wilde ze niet online bestellen, want met haar steunzolen kon het best zijn dat ze een maat groter nodig had. Oh, en een extra broek ware ook fijn geweest, zei ze.

Bon, wij dus op deze druilerige zaterdag naar ’t stad, maar ik had me stevig misrekend in de drukte: de parkings waren zo goed als allemaal volzet. Aan de Poel draaiden we dus ons kar en reden richting de Kouter, maar aan de Papegaaistraat vonden we alsnog een plekje. Een stevige wandeling, maar bon. Wij dus de Snipes binnen, en jawel, de juiste schoenen in de juiste maat. En dan was het winkel in – winkel uit, meestal aan sneltempo, omdat we nogal goed wisten wat we wilden. In de H&M haalde ze een prachtige strik (op een speld) in de stijl van Gracie Abrams, en daar vonden we ook een nieuwe groene broek voor Kobe.

Verder kreeg ze nog een soortement yogabroek uit de C&A, en gingen we uiteindelijk nog in de Izy een koffie drinken. Verschoning, niet zomaar een koffie, maar een Pumpkin Spice Latte, een PSL. En toen schoten we gigantisch in de lach, want toen waren we echt wel twee Middle class White Bitches die gaan Shoppen en PSL drinken. Het ergste was nog dat er naast ons een roedel dames zat van in de dertig, met hippe maar comfortabele kleding, de designer handtas schuin over de borst, op sneakers. Helemaal het stereotype, en wij lagen strijk.

Maar toen moesten we wel nog terug naar de auto. In het passeren sprongen we nog binnen in de Dille en Kamille die ze nog niet kende en waar ze helemaal weg van was. We vonden er nota bene nog enkele cadeautjes voor Barts verjaardag over een paar weken, en waren helemaal opgetogen.

Zere voeten, maar gelukkig wel met de spullen die we zochten. Zo moet dat.

Nieuw schooljaar, nieuw muziekjaar

De kogel is definitief door de kerk: Kobe stopt met muziekles. Ergens wel jammer, want nog één jaar fagot en hij heeft zijn einddiploma muziekschool. Hij kon zich echter totaal niet meer motiveren om te oefenen en schoot dus ook vrijwel geen meter op. Tsja. De bijkomende lessen waren er eigenlijk ook te veel aan: op zich vond hij het GEJO wel leuk, maar op vrijdag heeft hij vaak andere interesses. Jammer, maar helaas.

Bij Merel wegen de bijkomende lessen ook wel zwaar, maar de blokfluit op zich doet ze wel graag. Op donderdag heeft ze dus nog steeds blokfluitles, en op woensdag is er Muzieklab+, waar ze in een groepje zit met allemaal blaasinstrumenten. Probeer als blokfluitje maar eens boven een trombone uit te komen, maar bon.

Het probleem zat hem nu nog in samenspel. Vorig jaar had ze dat ook op woensdag, samen met twee violen en een piano, waarbij ze zichzelf ook nauwelijks hoorde spelen. Nu heeft de lesgeefster laten weten dat haar uurrooster veranderd is, waardoor het voor Merel niet meer mogelijk is om les te volgen bij haar. Maar een uur samenspel is verplicht, zodat we verder moesten zoeken.

Merel ging vandaag een uurtje langs bij de les Soundpainting, maar dat is duidelijk niet in de smaak gevallen: improviseren is niks voor haar, ze houdt liever vast aan partituren. Tomma heeft haar dan uiteindelijk maar ingedeeld in de tweewekelijkse consort: de uitgebreide samenspelgroep voor blokfluiten en oude muziek. Merel zal er tussen een reeks omaatjes zitten, zegt ze zelf, en haar niveau is nog wat laag, maar wellicht zal het haar een stuk beter bevallen. Volgende week proberen we dat dan even uit. Benieuwd.

Beugel voor Merel

Jawel, Merels beugel is een feit!

Eigenlijk ging dat bijzonder snel bij de orthodontist: de blokjes werden gelijmd en aangegeven door een assistente, hij plaatste ze, hing de draad erin, deed de lavendelkleurige – Swifties weten waarom – rekkertjes errond, en op minder dan een half uur stonden we weer buiten.

Op het moment zelf viel het nog mee, zei Merel, het spande wat, maar niet veel meer dan dat. Helaas, zoals voorspeld werd het inderdaad erger, en eten ’s avonds was geen sinecure: alles deed gewoon pijn. Het werden boterhammen zonder korst en yoghurt. Maar bon, over een dag of twee mag eten geen pijn meer doen, over een kleine week zou het eigenlijk al helemaal geen pijn meer mogen doen, alleen nog lastig omdat er eten tussen kruipt.

We kennen het al van Wolf een goeie drie jaar geleden, en Merel weet ook dat die nu een fantastisch mooie lach heeft en dat het dus echt de moeite waard is, maar daar is ze nu niet mee geholpen natuurlijk.

Ach, vanitas vanitatum, omnia vanitas zeker?

Van rekkers en bijna gemiste lunches

Merel moest vandaag bij de orthodontist zijn: ze kreeg rekkertjes rond haar kiezen, zodat er een mini beetje plaats ontstaat en ze donderdag minder last heeft bij het aanbrengen van haar beugel. Jawel, ze is er bijna aan voor de moeite.

Soit, dat duurde amper vijf minuten, tegen goed twaalf uur stonden weer buiten op een stralende zomerdag en gingen we nog even langs de school langs voor een praktische zaken.

Half één, terrasjesweer, geen jongens thuis, en geen zin om te koken: wat doe je dan? Ergens iets gaan eten, toch? Maar dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan op een vakantiemaandag, zo bleek. ’t Kolleke? Met vakantie. Villa Ooievaar? Het menu stond Merel niet meteen aan. Mauro? Dicht op maandag. Maxine? Dicht op maandag. Koe-Vert? Definitief dicht. Brasserie Wondelgem? Goh, wellicht volzet wegens niet gereserveerd. Euh…

Ahaa! Batist! Juist! We zagen nog plek op het terras en gingen vol goeie moed binnen. Oi, sorry, volzet! Ja, er gingen nog mensen komen, maar ook: de keuken was onderbezet, zodat ze geen volle zaal konden aannemen, en de keuken had al laten weten dat het meer dan voldoende was.

Bedremmeld dropen we af… In de auto overlegden we nog even wat de mogelijkheden waren, maar het ging wellicht een boterhammetje worden en dan vanavond koken.

En toen kwam de gastvrouw van Baptist aankloppen aan het autovenster: ze had het nog even nagevraagd in de keuken en twee man kon er nog wel bij. En dus was ze ons nagelopen. Met een groot hart gingen we alsnog eten op het aangename terras van Baptist en we zagen vooral dat het goed was. Nog eens merci!