Sprekercadeau’s

Ik heb het al een paar keer eerder over de ‘sprekerscadeau‘s’ gehad, en ik blijf erbij: een persoonlijk cadeau is zoveel leuker!

Uiteraard zijn er mensen die vaak en veel champagne drinken, en die zal je daar wellicht dan ook wel een plezier mee doen, maar noch Bart noch ik zijn fans van champagne – ik drink eigenlijk al helemaal geen alcohol. Wij hebben hier dan ook een aparte plek in de berging voor ‘doorgeefflessen’. Want Bart gaat echt geregeld spreken, en voor commerciële dingen vraagt hij uiteraard gewoon een betaling, maar andere dingen doet hij dan voor niks. En zo’n fles met een strikje rond is echt onpersoonlijk.

Ik heb echter de indruk dat ze hem de laatste tijd geregeld vragen: “En, waarmee doen we u dan een plezier?” en dat hij dan antwoordt: “Iets voor mijn vrouw”. Want de laatste weken heb ik al heerlijke dingen gekregen, wanneer hij dan rond een uur of elf ’s avonds doodop thuis komt.

Half februari was er de Battle of Talents, en had Bart heerlijke chocolade mee. pralines, en zelfs een flesje chocoladelikeur.

IMG_7932

IMG_7933

Een paar dagen later was er iets anders, en kreeg hij een mand vol Gentse streekproducten.

IMG_7944

En een paar dagen geleden – ik dacht voor Talent in Motion – hadden ze bijzonder goed geluisterd, en waren ze precies wel héél dankbaar. Bart kwam namelijk thuis met een grote zak en een prachtige bos bloemen.

IMG_8239

En de zak? Die was zonder meer ‘wauw’: drie dozen van Neuhaus:

IMG_8237

IMG_8238

Vooral de Irrésistibles zijn écht onweerstaanbaar, en de designerpralines zijn… speciaal, maar ongelofelijk lekker. En die doos van die ontwerperspralines alleen al, magnifiek. Ik denk dat de verpakking alleen al meer kost dan een gemiddelde doos pralines, maar ik ga er niet wakker van liggen: ze zijn fantastisch! Zo elke avond snoep ik er een of twee van, en ik weet nu al dat ik het jammer ga vinden als ze op zijn.

Bedankt, lieve mensen!

Meer hoeft dat niet te zijn.

Op sommige dagen is het meer dan genoeg dat je vakantie hebt, de kinderen lief zijn, er een goeie vriendin op bezoek komt, er tulpen zijn, en goeie koffie. En een opgeruimd huis, Bartspaghetti, en de geur van vers bakkend brood. Meer hoeft dat echt niet te zijn.

 

 

Culinaire wereldreis

Toen ik een brief kreeg van de lagere school met de vraag om mee te gaan op ‘culinaire wereldreis’, fronste ik de wenkbrauwen: het ging weer wat zijn, zeker?

We moesten een maand op voorhand inschrijven: voor twaalf euro kreeg je een kaart met vijf af te vinken vakjes, en voor elk vinkje kreeg je een royale hap naar keuze. Met vijf van die kleine porties had je meer dan genoeg, zo werd ons verzekerd. De bedoeling was om ook ouders van andere culturen te ‘activeren’, en ons kennis te laten maken met typisch voedsel.

Awel: het was een doorslaand succes!

Ik wist niet goed wat ik moest verwachten, maar het viel enorm, enorm mee! Verspreid in de eetzaal en turnzaal stonden een hoop standjes van verschillende landen, waar je telkens een drietal dingen kon proeven. De aankleding was schitterend: vlaggen overal, zo van die standjes met een luifeltje, en op een krijtbordje wat er te krijgen viel. De meeste mensen waren ook min of meer in klederdracht van het betreffende land. Merel heeft een stukje quiche gegeten uit Frankrijk, een hamburgertje uit de USA, en een soortement broodje opgevuld met feta uit Marokko. Dat laatste was ook een grote hit bij de jongens, die er nog een hot dog aan toevoegden, en Wolf ook nog een portie waterzooi, en Portugese visgerechtjes.

IMG_0808

Zelf ben ik langsgegaan bij Portugal voor die baccalhau (of hoe je het ook schrijft, verbeter me maar, ma), bij Polen voor een heerlijke stoofpot, in India voor een behoorlijk pikante… allez zeg, ben ik toch wel de naam kwijt, een opgevuld gefrituurd hapje, heb ik geproefd van een Indonesisch gerecht met pindasaus, en ben ik uiteindelijk bij de nagerechten geëindigd met een speculoosmousse en een Portugese flan, met een muntthee bij.

IMG_0810

De kinderen hebben voortdurend rondgelopen, amuseerden zich kostelijk, en vonden het idee ook de max. Alleen was er eigenlijk te weinig zitplaats om goed te zijn, en was vier kaarten voor ons vieren toch wel wat te veel. Ik heb de rest dan ook doorgegeven, en dat werd in dank aanvaard.

Ik wil eigenlijk niet weten hoeveel werk ze eraan gehad hebben, maar chapeau! Enorm goed idee met prima uitwerking, en een hoop ouders die ik nu voor het eerst zag. En eigenlijk ben ik stiekem toch wel jaloers, want zoiets op ons school, dat zou ik al helemaal prachtig vinden! Tsja…

Een tiener…

Lieve Wolf,

ik kan het bijna niet geloven, maar vandaag is het tien jaar geleden dat ik je voor het eerst mocht vasthouden. Het was wennen: een baby, niet van een ander, maar wel degelijk van mij. Plots werd ik mama, en werd ik verantwoordelijk voor iets dat zelf compleet hulpeloos was. Ik was er, geloof me, niet gerust in.

Dat hulpeloze is er een beetje af, Wolf, je bent intussen zelfs officieel een tiener. Een prepuber, meer bepaald. En je bent zo ongelofelijk wijs, ik geniet elke dag meer en meer van je. Pas op, je hebt ook je kuren, en ik hou mijn hart al vast voor wanneer de hormonen definitief toeslaan. Maar ik denk dat jij zowat de meest ideale zoon bent die een mens zich kan wensen, en voor een keer overdrijf ik zelfs niet.

* je bent lief. Ongelofelijk lief en zorgzaam. Als je merkt dat ik een lastige dag heb gehad op het werk en dus niet bepaald goedgehumeurd ben, kom je vragen wat je voor me kan doen, en begin je spontaan op te ruimen. Eén keertje ging je zelfs nog een stap verder: ik had echt de pest in, had gevraagd me gerust te laten, en was aan mijn bureau gaan zitten. En vijf minuten later kwam jij plots aanzetten met een perfecte lattè, in mijn favoriete tas met mijn favoriete lepeltje, met zelfs een speculoosje erbij. Ik keek je sprakeloos aan, en half verontschuldigend zei jij: “Ja mama, ik dacht dat je dit wel kon gebruiken vandaag”. Tot zover mijn slechte humeur: ik trok je tegen me aan voor een stevige knuffel, en jij mompelde: “Missie geslaagd!”
Of zoals die keer, toen ze volop aan het werken waren in onze oude keuken, en alles nog maar eens onder het stof zat. Ik  zuchtte diep bij het thuiskomen. Ha ja, want in die keuken moest er een paar uur later wel gegeten worden. Jij keek me aan, en zei: “Ik zal wel helpen, mama, ik doe dat graag”. Waarop ik alle oppervlakten schoonmaakte, en jij dweilde, iets waar ik een hekel aan heb.

* je zorgt onvoorstelbaar goed voor je zusje. In het weekend ben jij degene die haar uit bed haalt, haar pamper uitdoet, poepje afveegt en een onderbroekje aantrekt, haar meeneemt naar beneden, en zelfs een flesje melk warmt als ze dat wil. De reden? Zodat ik langer kan slapen. En als jullie samen in bad gaan, hoeven papa en ik zelfs niet meer om te kijken naar jullie: jij wast haar haar – ze zaagt minder bij jou dan bij mij – wast haar lijfje, en zij wast op haar beurt jouw rug. En dan droog jij haar af, kleedt haar aan, en dan komen jullie samen glunderend naar beneden. En eigenlijk ben je even zorgzaam tegenover Kobe, wanneer dat nodig is.

* je bent verstandig. Niet alleen intelligent, maar ook verstandig. Die intelligentie, daar loopt het overigens ook wel los mee: je bent de eerste van je klas, en je doet het goed op school. Maar je gebruikt die intelligentie ook op een verstandige manier, en ik hoef je zelden of nooit aan te sporen. Als we thuiskomen van school, wordt er eerst een vieruurtje gegeten, en daarna neem jij spontaan je huiswerk. En als dat klaar is, ga je gitaar spelen. Ik heb je echt nog nooit moeten aansporen om nu eindelijk eens gitaar te oefenen, wel integendeel: je doet het zelf, en je hebt er blijkbaar ook echt talent voor.

* je bent sportief. Op alle vlakken. Je speelt dus rugby, en je doet ook dat met overgave, en hart en ziel. En je kan je ongelofelijk ergeren aan je teamgenoten, als die een match te licht opvatten. Niet dat je zo snel bent, of zo lenig, maar je hebt doorzicht in het spel, en je gaat ervoor. Maar je kan ook anderen iets gunnen, en je aanvaardt dat je verliest, wanneer anderen beter zijn. Zolang het allemaal maar eerlijk is geweest, want dat rechtvaardigheidsgevoel van jou, dat kan best wel een scheutje relativeringsvermogen gebruiken.

Is er dan niks mis aan jou? Goh, mis zou ik het niet noemen, nee. Maar je mag wel wat beter worden in het falen. Als je iets niet meteen kan, durven er al eens traantjes aan te pas komen, gewoon uit pure onmacht. Je moet dus nog duidelijk leren dat je niet altijd alles vanzelf kan, maar dat je sommige dingen ook echt moet ‘leren’ en inoefenen. Geduld is niet je sterkste kant, nee.

En hoe lief je ook kan zijn tegenover je broer en zus, je durft hen ook al eens te plagen, op het pesten af. Het komt nog aan geen kanten in de buurt van wat je nonkel Jeroen en ik elkaar aandeden, maar toch…

Oh, en je gaat nog eens ergens je eigen hoofd vergeten. Je vergeet zowat alles, raakt vanalles kwijt, herinnert je niet waar je dingen hebt gelegd, en vindt ook nooit iets, ook al zou het je neus eraf bijten, mocht het tandjes hebben. Een echte man, quoi.

Maar het leukste? Je bent al tien jaar lang een gigantisch knuffelbeest, dat zijn mamaatje dolgraag ziet, graag vastpakt, en ook bijzonder graag plaagt. En die plagerijtjes worden inventiever en intelligenter met de minuut, en ik geniet er ongelofelijk van.

Lieve Wolf, je bent nu een tiener. Je zal nog kuren krijgen, en ik vermoed dat er nog met deuren zal geslagen worden, geroepen en geschreeuwd, en dat ik de slechtste mama ter wereld zal genoemd worden. Ik ben er al op voorbereid. Maar nu nog even niet, gelukkig maar.

Gelukkige verjaardag, Wolf!

2013 in beeld.

Zoals u wellicht gemerkt hebt, heb ik elke dag een foto van de dag online gezet. Dingen die me opvielen, of gewoon leuke foto’s, of iets dat de dag typeerde. Getrokken met de grote camera, of gewoon met mijn telefoon. Eén ding is zeker: ik ben geen fotograaf.

Ik heb ze nu allemaal achter elkaar gezet, en in iets meer dan een vier minuten kan u dus mijn jaar in beeld zien. Met heel veel fijne momenten, en één zwart beeld.

Jeroom, dit is voor jou. Ik weet dat je er ontzettend hard zou van genoten hebben, van al die kleine beeldjes van ons en je kleinkinderen.

 

Syllogismen

Ik vroeg aan mijn zesdes om een origineel en geldig syllogisme te bedenken. Ik geef ze hier even mee, en meteen ook de eventuele denkfouten erbij.

1) Dieren kunnen niet praten.
Een koe is een dier.
Een koe kan niet praten.

2) Ruimtelichamen zijn onderhevig aan zwaartekracht.
Een rots is een ruimtelichaam.
Rots is onderhevig aan zwaartekracht.

3) Het gif is alleen dodelijk voor mensen.
Hij drinkt het gif en sterft.
Hij is een mens.
(Beetje ongelukkig verwoord, maar het klopt wel.)

4) Ik ben een mens.
Een mens moet eten om te overleven.
Ik moet eten om te overleven.
(Eigenlijk moeten één en twee omgewisseld worden, maar ik reken het goed)

5) Elke vrijdag eten we taart.
Vandaag is het vrijdag.
Vandaag eten we dus taart.
(een verwijzing naar vrijdag=taartdag van mijn zesdes)

6) Elke vrijdag eten we taart.
Het is vrijdag.
We eten taart.
(Blijkbaar maakt die taart wel indruk)

7) Ik kan een ring rond mijn vinger doen en die ring kan ingeslikt worden door een hond, maar het is niet omdat die ring kan ingeslikt worden door een hond dat ik ook kan ingeslikt worden door een hond.
(Mooie uitleg van een vals syllogisme, maar dat was niet de vraag.)

8) Alle auto’s die na 1994 gebouwd zijn, bevatten een katalysator.
Mijn auto heeft een katalysator
Mijn auto is na 1994 gemaakt.
(Dit is natuurlijk een omgekeerde redenering, en dus fout: sommige auto’s van voor 1994 bevatten ook al een katalysator. Hij had stelling twee en drie moeten omdraaien, dan klopte het wel. Of zijn basisstelling had moeten zijn: pas vanaf 1994 werd de katalysator ingebouwd. Intussen heb ik gezien dat zijn voorbeeld van wikipedia komt, als ongeldig voorbeeld. Slecht gegoogled, dus)

9) Mijn onderbroeken passen in mijn schuif.
Ik pas in mijn onderbroeken
dus ik pas in mijn schuif.
(Goed geluisterd naar de uitleg van een vals syllogisme, maar dus geen punten.)

10) Japanners zijn mensen.
Belgen zijn mensen.
Japanners en Belgen zijn gelijk.
(Fout, uiteraard, want niet met een maior en een minor. Jammer!)

11) Insecten hebben zes pootjes.
Een bij is een insect.
Een bij heeft zes pootjes.

12) Nen echte Gentenaar is nen Buffalo
Ik ben nen echte Gentenaar
Ik ben nen Buffalo!
(Geen speld tussen te krijgen natuurlijk)

13) Sinterklaas bezoekt enkel brave kinderen.
Sinterklaas bezoekt Bob.
Bob is braaf.(Een beetje omgekeerd, want twee en drie zou je moeten omkeren, maar toch goed gerekend)

14) Konijnen eten wortels.
Wortels zijn groenten.
Konijnen eten groenten.

15) Ik pas in Oscars schoenen
Oscar past in mijn schoenen.
We hebben dezelfde schoenmaat.
(Mooie logica, maar geen syllogisme, helaas)

16) Alle ballen zijn bollen
Een voetbal is een bal
Dus een voetbal is een bol.
(Ik ga het goed rekenen, al ben ik niet akkoord met de algemene premisse, als rugbyspeelster)

17) Alle mensen hebben een neus
Ik ben een mens
Ik heb een neus
(Goed om weten)

18) Vampiers houden niet van zonlicht
Ik hou ook niet van zon.
Ik ben een vampier?
(Ze merkte zelf blijkbaar al dat er iets niet klopte. Stelling twee en drie moeten omgedraaid worden.)

19) Een persoon sterft als hij opgesloten zit in een brandend huis
Sam zit opgesloten in een brandend huis en is een persoon.
Sam sterft
(Niet alle punten gekregen wegens een dubbele premisse)

20) Alle bloemen verwelken
Sommige bloemen zijn rozen
dus alle rozen verwelken
(Ook niet het maximum van de punten, want de tweede stelling moet zijn: rozen zijn bloemen)

21) Iets met pyjama’s en schoendozen.
(Volgens mij iets met klokken en klepels)

22) Alle mensen zijn blauw
Kaat is een mens
Kaat is blauw.
(Smurf?)

Zalige zachte zondag

Zo heb ik mijn zondagen het liefst: zacht, stil, kabbelend, zonder stress, en voor mezelf.

Bart is om twee uur naar kantoor vertrokken om wat werk in te halen, en heeft meteen Kobe afgezet aan de scouts. Merel heb ik in bed gestoken, en in één moeite door ook Wolf. Want die ben ik rond de middag gaan halen op scoutsweekend, en die heeft daar blijkbaar zeer weinig geslapen. Ik moest eigenlijk niet echt aandringen om hem in bed te krijgen: hij weet ook wel dat hij daar gewoon beter slaapt, en dat zo’n bedje toch bijzonder lekker is als je moe bent…

En dus zit ik nu in alle rust te genieten achter mijn scherm. Buiten is het koud en guur, hier binnen is het heerlijk warm. Ik verbeter toetsen, terwijl Klara’s top 100 me af en toe doet wegdromen, en ik kleine slokjes neem van een kop hete thee.

Ik denk dat ik straks zelfs aan de examens ga beginnen, zò een ontspannen staat heb ik bereikt. Want examens, dat stel je niet zomaar even tussendoor vlugvlug op.

Hopelijk slapen ze nog even…

365 – 12 november

Voor een keertje geen foto van mezelf, maar eentje die ik op het net tegenkwam. Zodat we nooit vergeten wat gisteren eigenlijk betekent.

powerful-photos-24

Foto uit de archieven van de Russische oorlog in 1941-1945

Studiedag Klassieke Talen

Ik ben niet vaak laaiend enthousiast, maar vandaag wel. Met recht en reden.

De afdeling Klassieke Talen in Gent heeft een nieuw elan gevonden, en richtte vandaag een uitgebreide studiedag in. Het ding was in geen tijd volgeboekt, meer dan 155 leraars stonden te springen.

We kregen om 11.00u een plenumvoordracht, daarna broodjes, en dan in de namiddag twee workshops, te kiezen uit een zestal onderwerpen. Over die workshops kan ik kort zijn: tijdverlies. De ene, nl. Syntaxis en valentie, had voor het G.O. (gemeenschapsonderwijs, waartoe ik behoor) geen enkele, maar dan ook geen enkele relevantie. De spreker maakte eigenlijk reclame voor zijn eigen handboeken, was verwonderd dat we (GO, met een ander leerplan) die niet kenden, en kon geen antwoord geven op mijn vraag naar de didactische relevantie van zijn onderwerp. Voeg daarbij nog eens de passie van een sanseveria, en dan weet je het wel.

De tweede workshop, over ‘Participia bij Tacitus’, was veel te vrijblijvend. Ik geloof best dat de spreekster behoorlijk bevlogen is, maar ik had gehoopt op een antwoord op de problemen die de gigantische hoeveelheid participia stellen. Helaas. Het kwam hierop neer: “Participia vormen inderdaad een probleem. Spreek er maar onderling over.” Geen meerwaarde, dus.

Waarom ben ik dan lyrisch? Omwille van de onvolprezen professor Wim Verbaal (What’s in a name, voor een professor Latijnse Letterkunde?) en zijn theorie. Ik ken Wim nog van toen we studeerden, hij zat in tweede licentie toen ik net begon. Intussen is hij dus professor, en een van de beste sprekers die ik ooit gezien heb. Welbespraakt, humoristisch, bevlogen, erudiet, en met een ongelofelijke passie en aanstekelijk enthousiasme. Zalige mens. (Mijn passie voor het onderwerp zal ook wel helpen, maar toch.)

Hij begon zijn betoog met te zeggen dat wij leraars het eigenlijk allemaal verkeerd doen, al al die jaren.

Ooit al eens 155 man sceptisch achterover zien leunen? Ik dus wel.

Maar een dik uur later zaten we zowat allemaal met open mond te knikken. Hij had gelijk, en hoe!  Ik zal proberen het uit te leggen.

We werken eigenlijk allemaal min of meer lineair bij de lectuur van een Latijnse tekst, of proberen dat toch. Je begint dus aan het begin van de zin, en werkt zo verder. Van zodra je vast loopt, pluk je echter van achteraan het werkwoord of zo, en zo bouw je langzaam je vertaling op. Eigenlijk mismeesteren we dus het Latijn, omdat we de volgorde die de auteur – en laten we wel wezen, we lezen eigenlijk alleen de absolute meesters, de topauteurs van het Latijn, we maken het onszelf niet makkelijk – vooropgesteld had. Romeinen hoorden trouwens de meeste teksten, ze lazen ze niet zelf, en het kan toch niet dat zij pas hun teksten begrepen bij het laatste woord? En dan nog zelf de rest van de zin in elkaar moesten puzzelen?
Romeinen horen in blokken, met een verwachtingspatroon. Eerst komt een kader, of een kleur, dan volgt de kern (onderwerp), en daarop volgt een nadere bepaling, nuancering of precisering. De exacte plaatsing van de woorden is zeer belangrijk. Je kan er zelfs naamvallen en soorten bepalingen aan verbinden. Een Romein kan bij een goed opgebouwde zin voorspellen welk werkwoord er volgt, of net in grote verbazing vallen, als het niét aan de verwachting voldoet. Elk woord hangt echt logisch vast aan het voorgaande, en dan heb je dat werkwoord achteraan echt niet op voorhand nodig, integendeel: de tekstwaarde en inhoud verhoogde meteen een heel pak.

Wim demonstreerde het even met een simpel stukje Caesar, en meteen werd alles veel logischer. Daarna volgde een stevig, ingewikkeld stuk Tacitus, maar ook daar werd alles plots veel logischer, en daarom ook eenvoudiger. En daarop doorliep hij een stukje Iuvenalis. Romeinen vonden die bijzonder grappig, wij vinden hem doorgaans een ‘ouwe zeur’. Maar waarom? Omdat we dat werkwoord van achteraan gaan vissen en voorop gaan zetten, en dus op die manier de humor vermoorden. Want geef toe, waar zit de clou van een mop? Achteraan toch? Meteen werd Iuvenalis, tot onze grote verbazing, hilarisch.

En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Waarom, oh waarom heeft niemand dat ooit eerder gezien? We kunnen meteen op een andere manier gaan lesgeven, de teksten worden er een stuk interessanter door, en de waarde van het Latijn stijgt een pak. Want we moeten leren omgaan met teksten zoals een Romein dat deed.

Ik kan Verbaal wel zoenen. En ik zou het ook doen, moest ik niet weten dat ik hem daarmee wellicht dodelijk in verlegenheid breng. Maar hij is wel mijn held.

Kermis bij Omaly

Op Allerheiligen zaten we nog in Nederland, en dus gingen we pas vandaag naar Ronse, bij Barts moeder. Uiteraard met een omweg via Kruishoutem, om even naar het graf van Jeroom te gaan. Ik moet toegeven, ik mis hem. Zijn commentaren, zijn grappige opmerkingen, zijn fijne glimlachjes… De kinderen missen hem blijkbaar ook, zo merkte ik. Vooral Merel heeft het geregeld over hem, en toen we weggingen van het graf, wierp ze hem een kushandje toe: “Slaap lekker, bompa!” en ze zwaaide nog even.

Bij Omaly werd er – alweer – heerlijke taart verorberd, en daarna kregen de kinderen elk tien euro in de handen gedrukt: de kermis stond op de markt in Ronse, en we mochten ernaartoe. Zij ging intussen met Bart in Oudenaarde een nieuw kostuum kopen, en extra broeken en rolkraagpulletjes.

We doken diep in onze jassen – het was aan het regenen – en deden de toer van de kermis, zodat de kinderen konden kiezen waaraan ze hun geld gingen uitgeven. Merel en Kobe gingen op de draaimolen,

IMG_7074

IMG_7076

IMG_7079

daarna werden er gezamenlijk eendjes gevist – man, wat een rommel kan je daarmee krijgen zeg! – en toen had Wolf nog vijf euro over om op een trampoline met extra rekkers te gaan springen. Hij vloog serieus hoog en genoot ervan, al lukte het hem niet een salto te maken.

IMG_7083

Ik denk dat de kinderen zich ondanks de regen best vermaakt hebben. Dank u, Nelly!