Na die zomertruitjes voor Peggy vond ik dat ik zelf ook wel eentje wilde, maar dan in een verloopkleur van paars naar zwart. Dat is eigenlijk wel wijs gedaan: het katoenen garen bestaat uit vier losse draden, en telkens verandert er daar ééntje van kleur, zodat je een heel geleidelijke overgang krijgt.
Dit garen is wel een stuk lichter dan die zwaardere katoen die ik voor de eerste versies had gebruikt, dit is echt een heel licht zomergaren. Resultaat? Peggy wil naast de twee zwaardere in beige en blauw die ze al heeft, en de drie andere die ze nog besteld heeft, namelijk wit, zwart en grijs, ook nog twee lichtere. Ze is echt wel zot van dit modelletje, maar het gaat haar dan ook zeer goed af.
Ik ben dus ook echt wel tevreden met dit exemplaar.
En ik denk dat ik er nog zo eentje ga maken in dit lichte verloopgaren, van wit naar lavendel. Of omgekeerd.
Yup, ze zijn leuk, deze.