[Wijvenweek] Mijn wijflijf (deel2: mijn haar)

ww_logo_120x120.gif
Awel ze, dat is dus ook alweer een grote bron van frustratie :-p

Ik heb dus van dat onhandelbaar fluitjeshaar (en als ik zo links en rechts eens aan het lezen ben bij de collega-wijven, ben ik niet de enige): extreem dun, en veel te weinig, en dan nog eens bijzonder kwetsbaar. Zelfs mijn kapster durft zich bij wijze van spreken de haren uit het hoofd trekken (gelukkig blijft ze van de mijne af, wegens al zo weinig).

Tot een klein jaar geleden had ik het altijd lang: soms loshangend, soms opgestoken op diverse manieren, maar wel altijd met die dunne, lange froufrou: ik heb een voetbalveld van een voorhoofd (mijn leerlingen lachen zich een breuk als ik mijn haar bij wijze van gimmick strak achteruit trek) en die froufrou is de enige manier om te camoufleren. Als hij tenminste niet openvalt door de weerborstel die zich in mijn haarlijn bevindt…
Enfin, eigenlijk was achteraf gezien dat lange haar niet zo’n goed idee, want het stond altijd alle kanten uit, bijzonder wollig en wild. Een haardroger kon ik niet gebruiken wegens instant Nana-Mouskourikloon, en die schapenpermanent die er zo leuk uitzag, beschadigde het quasi onherstelbaar en was dus niet voor herhaling vatbaar.

Na Kobes geboorte heb ik de stap gezet, en er de schaar in laten zetten, naar een schuin oplopend kapsel. Ik kan het gewoon zo laten drogen en dan is het ietwat gekruld en wild, ik kan het ook gedurende drie minuten (echt niet overdreven, dat is dan weer het voordeel van extreem dun en weinig haar) brushen en dan is het helemaal steil en gestileerd, beetje naar Lulu op.

Soit, ik kan er niks mee aanvangen, maar al bij al valt het momenteel nog mee…

Eén antwoord op “[Wijvenweek] Mijn wijflijf (deel2: mijn haar)”

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *