Marleen

Al de hele coronaperiode doe ik één keer per week boodschappen voor Marleen, die wat verderop in Mariakerke woont. Het verhaal daarvan kan u hier lezen.
Toen ze me gisteren belde met haar boodschappenlijstje, zei ze me dat ik een grote aardbeientaart moest kopen voor mijn gezin – bij wijze van bedanking – en een eenpersoonstaartje voor haarzelf, want het was vandaag haar verjaardag. Dan konden wij taart eten op haar gezondheid, en zij kon bij haar thuis hetzelfde doen dan.

Wel, dat vond ik nu eens dikke onzin! Ik wéét dat ze voorzichtig moet zijn, maar er zijn grenzen, en vooral: hoe eenzaam kan je zijn, zeg! Ik beloofde haar een aardbeientaart mee te brengen, maar alleen als ze ze hier in de tuin samen met ons kwam opeten. Lang heb ik eigenlijk niet hoeven aandringen: als het buiten was met afstand, zag ze dat wel zitten.

Bon, om half vier stond ze hier dus, goed ingepakt, terwijl wij een aparte tafel mét parasol hadden voorzien, een klein cadeautje, en Merel ook nog een kaartje en een tekening had gemaakt. Marleen strààlde! Ze is hier blijven zitten tot half zes, en ze heeft honderduit gepraat met de kinderen, en vooral ook geluisterd, want daar is ze zeer goed in. Een beetje een erzats-omaatje, zeg maar.

Eigenlijk vonden we het allemaal best leuk, en vooral: Marleen had  een fantastische 71ste verjaardag. En daar gaat het toch om!

Op den bots

Merel had nieuwe scoutsschoenen nodig – het kind groeit als kool. Na school zijn we dus richting Decathlon gereden, waar ze meteen ook een paar wandelsandalen kreeg en we ook nog shorts voor Wolf en een opblaaskussen voor Kobe meenamen. Oh, en een echte heuse toeter voor op mijn rollator.

In het terugrijden viel plots mijn euro dat we eigenlijk vlakbij Gwen waren en dat die vandaag jarig was. En dat we dus eigenlijk evengoed even hallo konden gaan zeggen. Gwen deed zelf open en nodigde ons meteen uit om een glas te drinken op het terras. Haar ouders waren er ook al, maar we bleven allemaal netjes op afstand, behalve om de obligate foto te nemen.

Ik denk dat we een dik uur zijn blijven zitten, het was er ook echt gezellig.

Yup, zelfs na al die jaren is ze nog steeds mijn beste vriendin. En vice versa, heb ik zo de indruk.

Vriendschap

Eigenlijk ken ik Koen niet echt zo goed. Al een paar jaar een larpvriend, ja, en het klikt wel tussen ons. Hij is net als ik een taalfreak, maar is gedesillusioneerd uit het onderwijs gestapt en werkt nu in de Colruyt. Als rekkenvuller.

De paar keer dat we samen hebben gespeeld, was het meestal hard tegen onzacht. Maar ergens begrepen we elkaar altijd al. Toen hij door een diepe depressie ging, hield ik hem vanop een afstandje in het oog. Met hier en daar eens een vraagje aan zijn maten, of het wel ging. En behoorlijk bezorgd om zijn alcoholgebruik, dat ook, toen het toch wel erg de verkeerde kant begon op te gaan.

Koen is ook Eriks beste vriend. Je weet wel, Erik, die gigantisch fijne larpkerel die eind juni besloot om er een eind aan te maken. Toen ik het hoorde, gingen mijn eerste gedachten uit naar Eriks ex, de moeder van zijn dochter. En toen naar Koen. Met een dikke godverdomme.
Het was einde schooljaar, een te drukke periode voor mij om veel contact op te nemen, maar ik wist dat ze elkaar goed omringden, daar in Antwerpen. En dat Koen daar nood aan ging hebben. Uiteraard.

Toen ik op de dag van Eriks afscheidsdienst – de dienst zelf miste ik door andere verplichtingen – in The Cauldron kwam, werd ik langs alle kanten vastgepakt door larpvrienden, die even erg in zak en as zaten. En kwamen er meteen ook verschillende mensen naar me toe: “Koen zit binnen. Ga naar hem toe.” Wat ik uiteraard ook deed. We pakten elkaar vast, woordeloos, en bleven zo’n vijf volle minuten zo staan, denk ik. En toen grabbelde hij iets uit zijn binnenzak. “Hier. Lees mijn tekst.” Dat deed ik, terwijl hij in stilte naast mij voor zich uit zat te staren. Ik gaf hem de tekst terug, veegde mijn tranen weg, en knikte. Meer niet.

Later die avond hebben we nog gepraat, en ik heb hem uiteindelijk naar huis gevoerd. Ik wilde niet dat hij op dat moment nog een uur op een troosteloze bus moest zitten.

Gisterenavond ben ik bij hem gaan eten. Iets wat we eigenlijk al heel lang eens gingen doen, nog lang voor Erik. Het werd een aangename avond met vooral veel gepraat over muziek en literatuur. De verwachte huilpartijen bleven uit, ook al hebben we het onderwerp niet gemeden. Maar het werd een bijzonder gemoedelijke avond, alsof ik hem al jaren door en door ken.

En Koen kookt ook niet onverdienstelijk, al had ik de tarte tatin thuis in de ijskast laten staan. Goed bezig.

Nee, ik ga Koen niet wekelijks of zelfs niet maandelijks zien, dat weet ik. Dat weet hij ook. Maar als hij het vraagt, zal ik er staan. Want die connectie, die is er wel. Die zal er wellicht ook altijd wel blijven.

Vriendschap, het is iets raars. Toch?

Eindelijk bij Vallery

Vallery heeft, geloof ik, al een half jaar een nieuwe keuken. Allez, een ganse verbouwing eigenlijk: de achterbouw is aangepast, ze heeft een nieuw buitenvenster, toilet en vooral keuken. De max. Doordat de vensters quasi helemaal openschuiven, lijkt het alsof haar woonkamer veel groter is geworden, en de tuin is ook veel toegankelijker. Zalig.

Alleen was ik er nog steeds niet geraakt, wat ze me langzamerhand bijna kwalijk begon te nemen. Begrijpelijk.

Vandaag heb ik dus Merel achter op de fiets gezet – allez, eigenlijk klimt ze er zelf op omdat ik haar absoluut niet kan tillen – en ben ik met Kobe tot bij haar in Sint-Amandsberg gefietst. Een hele mooie fietstocht eigenlijk, via het fietspad door de nieuwe wijk in Wondelgem, over de spoorwegbrug naar Meulestee, en dan langs het water verder tot aan de Koopvaardijlaan en de Dampoort.

Bij Vallery zetten wij ons te kletsen, terwijl de kinderen ook samen een paar spelletjes speelden.

Tegen een uur of vijf reden we richting stad om een geocache van een vers dekseltje te voorzien en vooral ook een ijsje te eten. Ha ja, want dat hoort zo.

Lunchen in de zon

Maat, ik heb toch echt een luizenleven… Daarnet ben ik vrolijk in de zon naar ’t stad gefietst om er te lunchen met een vriendin op een terras in de zon. Allez ja, naar de studentenbuurt want ze werkt op het rectoraat, en dan zijn we maar zoals altijd gaan eten in de Pacha Mama, mijn favoriete vegetarische restaurant. En dat het warm was in de zon!

We hebben heerlijk honderduit zitten kletsen en er een bijzonder aangename middag van gemaakt.

Dat impliceert wel dat ik nu stevig moet doorwerken, maar dat vind ik helemaal niet erg.

En verder blijf ik nog steeds in een enorm goedgezinde omenbubbel zitten, met heel veel chat- en andere gesprekken met medelarpers.

Alleen mis ik Bart toch wel een beetje…

Avondje Gwen

Gwen en ik probeerden al de hele week af te spreken, maar eerst zaten zij een paar dagen in Normandië, dit weekend zit ik op Haven en volgende week zitten we in de Ardennen, en dus spraken we gewoon gisterenavond af, redelijk op den bots, en niet te ver van mij wegens de rug die het toch niet helemaal doet nog.

Het werd het Italiaanse restaurant Mauro di Puglie hier in Wondelgem: een goeie, atypische Italiaan waar je uiteraard wel pasta’s en pizza’s kan krijgen, maar toch altijd net dat beetje anders. Iets duurder ook, maar daar lagen we zo niet wakker van.

Zoals altijd hebben we het over de meest uiteenlopende onderwerpen gehad: uiteraard over de onderwijshervorming en de nieuwe leerplannen Latijn, maar ook over echtgenoten, kinderen, vakanties, de was, verbouwingen, rugby, algemeen gedoe… De avond was weer voorbij voor we het goed en wel beseften, en ze blijft toch echt mijn beste vriendin. Al 30 jaar…