Lissabon dag 2

Na een toch wel goeie nachtrust zaten we om kwart voor tien aan het ontbijt: ze eten hier duidelijk vooral taartjes en zoetigheden ’s morgens vroeg. Maar mij hoor je niet klagen hoor!

Ik lag wel strijk met Merel. Ik stuurde namelijk volgend filmpje naar haar door, en kreeg een kurkdroog filmpje terug.

Eigenlijk hadden we een rustige ochtend gepland zodat we tegen half een konden gaan eten bij Alma, een tweesterrenrestaurant hier wat verderop. Maar Bart en ik zijn geen stilzitters, en dus gingen we voor een “klein” ochtendwandelingetje. Dankzij de verschillende labcaches kwamen we op prachtige plekjes, en vooral ook prachtige kleine kerkjes die gewoon ingebed zijn als een rijhuis. Fernando Pessoa is ook alomtegenwoordig.

En toen was het tijd voor lunch, iets waar ik eigenlijk, achteraf gezien, niet helemaal op gekleed was, met mijn zomerbroekje en mijn sneakers. Het volk dat er al zat, leken wel figuranten, zo perfect pasten ze in het interieur.

Maar het eten was wel echt super: Alma heeft niet voor niets twee sterren…

Bart en ik besloten dat we nu echt wel een middagdutje nodig hadden: het was inmiddels een uur of vier, we moesten nog een eindje wandelen en we hadden echt wel te veel gegeten. Nap time, dus.

Tegen een uur of zes raapten we onszelf opnieuw samen voor een stevig wandelingetje, naar het Castelo de San Jorge. Mario, onze chauffeur van gisteren, had ons sterk aangeraden om niet in de voormiddag of vroege namiddag naar het kasteel te gaan, maar tegen een uur of zeven, zodat we de zonsondergang boven Lissabon zouden zien. De mens had geen ongelijk. Hij had wel gezegd dat we misschien best een taxi namen, maar dat wilden we dan weer niet: ik heb wel geen conditie, maar ik ben nog niet doodgevallen van een beetje klimmen, ik moet alleen regelmatig even stoppen.

Maar het uitzicht alleen al was het waard, en dan was er nog het prachtige kasteel zelf!

We hebben er toch wel een uurtje rondgelopen, ja, terwijl overal om ons heen de pauwen lawaai zaten te maken, maar op het eind werd ik wel beloond met eentje die zijn staart wilde openzetten.

En toen was er natuurlijk de zonsondergang.

Tijd om terug naar beneden te gaan, richting Alfama, met het idee daar iets te eten en hopelijk ook een avond fado mee te pikken. Alleen had Bart de instructies van een online gids iets te letterlijk genomen: “vanaf de Praça de Comercio” kan je makkelijk Alfama bereiken”. Dat klopt, als je nog twintig minuten rond de heuvel van het kasteel wil lopen. We zijn dus langs de verkeerde kant naar beneden gekomen, waardoor we nog een klein half uur aan een stevig tempo langs de Taag moesten stappen. Tsja.

Tegen dan hadden we behoorlijk wat honger, en bleek Alfama redelijk doods te zijn. Achteraf hoorden we van onze gids Mario dat dat deels lag aan het Paasweekend, dat dan alles langer dicht is. Meh.

We lieten ons binnen lokken in een piepklein restaurantje, waar we een zalmsteak aten van bedenkelijke kwaliteit. Fado hebben we die avond niet gezien, alleen een troosteloze buurt en een Uber richting hotel.

Een hele fijne dag met een iets mindere avond, maar dat weegt gelukkig niet tegen elkaar op.

Lissabon dag 1

Bart had het al een tijdje gezegd: nu de kinderen wat groter zijn, waarom gaan we met zijn tweetjes niet op citytrip naar Lissabon? We gingen eerst de kinderen meenemen, maar Wolf moet studeren, Kobe zit op Jamboreeweekend, en met Merel alleen, dat zag ze ook niet zitten. Maar ik zei geen nee tegen een tripje naar de zon met ons tweetjes.

Disclaimer: Barts foto’s zitten hier ook tussen, en nee, ik had absoluut geen zin om horizonten recht te trekken of storende details af te knippen. Deal with it.

Rond goed half acht zaten we in de auto naar het Sint-Pietersstation, goed tien voor acht reden we opnieuw naar huis, goed kwart na acht stonden we aan het station mét klein rugzakje waarin onder andere mijn identiteitskaart zat. Een goed begin van onze citytrip dus. Meh.

Maar we namen rustig de trein, stapten over in Brussel Zuid richting luchthaven, checkten daar alsnog onze bagage in omdat de vlucht goed vol zat en we dan niks hoefden mee te zeulen, en gingen voor een tweede ontbijtje. Ik ben er ook achter gekomen dat ik zo’n hekel heb aan de luchthaven omwille van de drukte: in zo’n aparte pod kwam ik helemaal tot rust.

Om kwart voor twaalf zaten we goed en wel in het vliegtuig, een klein halfuurtje later sliep ik diep, jawel. Een paar stevige tukken gedaan, zodat die drie uur eigenlijk snel voorbij waren. Ook de landing ging vlotjes, pas bij het taxiën werd ik alsnog lichtjes mottig. Tsja.

Het ophalen van de bagage duurde eventjes, het vinden van de Uberparking was een ander paar mouwen. Een eerste chauffeur gaf het op en rekende ons een annulatiekost aan omdat we niet stonden waar we moesten, blijkbaar, bij de tweede chauffeur hadden we rondgevraagd en stonden we uiteindelijk toch op de goeie plek. Nog een chance, want Mario bleek een zeer sympathiek man met een uitstekende Tesla en een zeer aangename rijstijl.

Hij gaf ons tal van tips tijdens de rit, onder andere over Sintra waar we woensdag of donderdag naartoe willen, en hij stuurde me nog een massa info via Whatsapp. Ik denk dat we hem gaan boeken voor een privérit naar Sintra, in plaats van met een busje waarop ik gegarandeerd wagenziek ga worden.

Maar bon, tegen vier uur waren we in ons hotel: een aangename kamer met een zeer goed bed, op een plein dat je het best kan vergelijken met de Korenmarkt, denk ik: te midden van de winkelbuurt, met een rechtstreekse, autovrije straat naar de zee. Echt zalig, met uitzicht op het kasteel, maar met een ongelofelijke geluidsisolatie, want met de ramen dicht hoor je echt niks meer van de gigantische drukte beneden.

We installeerden ons en gingen voor een wandeling, want intussen kon je ook wel van een hongertje spreken. We gingen voor een terrasje met de onvermijdelijke pasteis de nata, wandelden verder tot aan de Taag, genoten gigantisch van de zon en de fantastische temperatuur van 22°, dronken nog een verfrissende limonade en kuierden verder langs onder andere de Time Out Market.

Uiteindelijk verzeilden we op een fijn pleintje op een terrasje van Boa Bao, een Vietnamees restaurant. Blijkbaar waren we nog net op het goeie moment, want na ons begon er echt een lange wachtrij te ontstaan. En ik geef toe: het werd ook frisjes op dat terras, ondanks onze vestjes.

Uiteindelijk wandelden we terug naar het hotel, ploften rond negen uur lokale tijd – tien uur in België – neer op ons bed, en Bart nam zelfs nog een douche om op te warmen.

Veel meer fut dan dat hadden we niet, dus we lazen nog wat, prutsten op de gsm, en vielen prompt in slaap.

Maar wat een stad, wat een weertje, wat een vakantie!

John Wick

Hier ten huize zijn we behoorlijk fan van Keanu Reeves, en dat is zelfs een mild understatement. De nieuwe John Wick zijn we dan ook gewoon met zijn allen in de cinema gaan bekijken. De plot is niet bepaald ingewikkeld te noemen: “John Wick, excommunicado en nog steeds op de vlucht, ontdekt een manier om de High Table te verslaan. Om zijn vrijheid terug te krijgen, moet hij het opnemen tegen de Marquis de Gramont: een geduchte nieuwe vijand die overal ter wereld machtige allianties heeft gesmeed en Johns oude vrienden in tegenstanders verandert.” (Bron: Cinenews). Je moet dus ook de vorige gezien hebben, maar eigenlijk stoort dat niet. Het draait per slot van rekening om de prachtige, immens gewelddadige vechtscènes en de briljante beeldvoering. Het is zelfs geteld: Reeves zegt amper 360 woorden in de film.

En toch, toch heb ik genoten van de film, en de rest van het gezin ook, heb ik de indruk. Een fijne manier om de vakantie in te zetten.

Ontbijtje

Nu Wolf op zijn kot zit en Kobe op monitorcursus is, is Merel kindje alleen. Met Lieze kan ze niet afspreken want die zit een weekje in Spanje. Op zich vindt ze dat niet zo erg: ze houdt zich bezig met tv kijken, knutselen, lezen, Sims spelen…

Ik had haar gevraagd of ze samen iets wilde doen: gaan shoppen – wat we eigenlijk allebei niet graag doen – of naar een museum gaan, of naar de film… Daar had ze allemaal geen goesting in, maar toen ik het woord ‘ontbijt’ uitsprak, begon ze te blinken.

Maar alleen als het opnieuw in Clouds in my Coffee was, want daar waren we al geweest en daar vond ze het zalig, zowel van inrichting als van eten. Goh, ik had daar geen problemen mee, om eerlijk te zijn.

Tegen half tien waren we ter plaatse, en eigenlijk hadden we beter gereserveerd, want we hadden nog nipt een plekje, het meeste was ook gereserveerd. We bestelden elk een drankje, een croissant, een zachtgekookt eitje met soldaatjes en vooral ook de heerlijke granola met yoghurt en vers fruit. Man, dat was eigenlijk een beetje te veel…

Vorige keer waren we namelijk niet voor de granola gegaan, maar voor de yoghurt met fruit en dat scheelt toch nog. Maar Merel kreeg haar overschot – ze kreeg het echt niet op – netjes mee in een afgesloten soepbekertje en genoot er nog extra hard van in de namiddag.

Bij deze hebben we dan ook afgesproken: elke vakantie gaan we met zijn tweetjes ontbijten. Gewoon, omdat het kan.

Dit was de vakantie van 2022

Vaak heb ik op het einde van de grote vakantie het gevoel dat ik niks gedaan heb en dat die vakantie voorbij is gevlogen. Nu, dat vliegen, ja, dat was ook deze keer het geval, en dat gevoel dat ik niks zinnigs gedaan heb, eigenlijk ook. Ik heb heel weinig mensen gezien, ik ben zelfs geen enkele keer gaan geocachen met vrienden… Geen idee hoe dat komt, gewoon, tsja… Maar als ik even oplijst wat ik zoal gedaan heb, blijkt dat toch nog een en ander te zijn.

* er was een heerlijke Aetheravond met een prachtig huwelijk
* een zeer fijn communiefeest van Marie-Julie
* Ik liep met Merel in ’t stad
* en met Jesse in zijn Melle.
* Bart en ik gingen nog eens eten in Commotie
* en ik maakte confituur en ging cachen met ons pa.
* Ik schilderde een hemd voor Kobe
* Ik ging met mijn lief een weekend naar Poperinge en Watou
* Ik ging naar een begrafenis en dan een dagje cachen in Lier
* en één dagje Gentse Feesten was voldoende voor Merel en mij.
* Kobe werd vijftien.
* Ik ging eten met Gwen
* en met Wolf en Arwen cachen in Vinderhoute
* en op mijn eentje in Gavere.
* Ik werd van binnen doorgelicht
* en ik ging met Merel en nog 34 anderen picknicken.
* We namen afscheid van Chantal
* en ik ging uit de bol bij Rammstein.
* We zaten tien heerlijke dagen in en rond Sorrento.
* Ons pa nodigde ons uit om te gaan eten
* en ik ging zelf nog eens eten met Gwen.
* Merel ging naar de dermatoloog
* en we gingen met ons twee naar een cachebijeenskomst om half zeven ’s morgens. Echt.
* Bart en ik gingen eten bij Sepp en Sofie
* en toen zaten Merel en ik voor vier dagen in Parijs.
* Ik ging nog heel even cachen met ons pa
* en toen, toen zaten we alweer op school.

Maar dus nee, niet veel volk gezien, naar niet veel dingen geweest. Wel drie keer deftig uit mijn kot: een weekendje Watou, een heerlijke vakantie in Italië en vier dagen Parijs.

Heb ik opnieuw energie om te beginnen aan dat schooljaar? Goh, had je me dat vorige week nog gevraagd, ik had nee geschud. Maar nu ben ik er wel klaar voor, ik heb er zin in, ik kijk ernaar uit om de leerlingen terug te zien en ze wakker te porren. Maar, om eerlijk te zijn, ik kijk niet uit naar het gezaag van collega’s over alles wat er fout loopt, naar de constante stroom van negativiteit. Kunnen er dingen beter? Uiteraard, stapels en tonnen. Maar het gaat niet beteren door alleen maar erover te zagen, en dat blijken nog steeds massa’s mensen niet door te hebben.

Tsja…

Parijs, dag vier

Virginie, de verhuurder van onze AirBNB, was zo lief geweest om ons dit dagje ook nog te gunnen. Normaal gezien was het de bedoeling dat we tegen elf uur de deur achter ons dicht trokken, maar we hadden gevraagd of we enkel onze koffers mochten laten staan. Dat kon, zei ze, die gingen niet in de weg staan. Maar deze morgen kreeg ik een berichtje: dat de volgende huurders pas op zaterdagmorgen aankwamen en dat ze zelf maar ging komen kuisen in de avond, zodat we gerust nog tot een uur of zeven in de kamer mochten.

Nu, we hadden alles al ingepakt, de koffers stonden gewoon opzij, de kamer was leeg, maar we hoefden tenminste niet de hele dag te zeulen.

Tegen een uur of negen liepen Merel en ik richting Sacré Coeur, want de eerste dag hadden we daar in de buurt echt wel een fijne bakkerij gezien, en Merel wou daar echt naar toe. Groot gelijk, het ontbijtje was voortreffelijk en niet duur. Daarna gingen we even naar de Wall of Love, een muur waar in meer dan honderd talen I love you op staat, ook in reeds uitgestorven talen zoals het Navajo of, jawel, het Latijn en het Oud-Grieks.

We namen andermaal de metro, zodat we ook voor de laatste keer de Batobus konden nemen: de tickets waren geldig tot half twaalf en die boot blijft zalig.

Afstappen deden we voor de laatste keer aan Hôtel de Ville, om richting Les Halles te slenteren. Was me dat een teleurstelling zeg! Die zijn volledig gerenoveerd, zodat het oude beeld van de watervallen weg is en er nu gewoon een groot afdak is. Afknapper dus.

Maar door de naam Eglise Saint-Eustache te zien staan, viel mijn euro dat ik daar normaal gezien altijd een foto neem met dat hoofd dat daar ligt. Compleet vergeten! Wij dus naar het hoofd…

In een van de toeristische straatjes daar aten we een kippenbout met frietjes, maar man, vettig! Wel lekker, daar niet van…

En toen kwamen we aan het Musée des Illusions, het enige museum dat Merel echt graag wilde doen. We konden onmiddellijk binnen, maar toen we terug buiten kwamen, stond er een serieuze wachtrij.

Maar toen hadden we er allebei genoeg van: moe, heet, zere voeten… En aangezien we ons kamer toch nog hadden, namen we de metro naar huis, waar we tegen een uur of vier waren. We moesten pas om half zes weg, tijd genoeg dus om eventjes languit te liggen, te rusten, te lezen.

Dik kwart na vijf namen we afscheid, sleepte Merel de koffers van de gammele trap en rolden we richting station. Om daar vast te stellen dat het er pokkedruk was omdat zowat alle internationale lijnen – het gros van de treinen die daar toekomt en vertrekt – een stevige vertraging hadden. Blijkbaar waren er spoorlopers…

Gelukkig hadden ze er een Starbucks en konden we daar een zitplaatsje bemachtigen, want overal in het station, tegen elk muurtje en op elk hoekje zaten reiziger. Merel maakte kennis met de frappucino en met het fenomeen vertraging: het werd een dik half uur.

Nog een chance: in Brussel-Zuid bleken we drie minuten te hebben om de eerstvolgende trein naar Gent te halen, en dat haalden we gewoonweg! Netjes!

Een fijne babbel met een Brusselse jongeman en een taxirit later stonden we thuis. Rond een uur of negen dus: net genoeg tijd om Wolf een knuffel te geven en hem te zien vertrekken met zijn maten naar Parkkaffee.

Een vermoeiende citytrip, kilometers afgelegd, liters water gedronken, maar ook fantastische herinneringen gemaakt. Merel vond het alvast super, en daar gaat het toch om.