Middagje Gent

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Kobe met het GEJO ging optreden op de Gentse Feesten deze namiddag, maar er was ergens iets verkeerd gegaan in de planning, zodat dat in het water viel. Mja, kan gebeuren. Maar Merel en ik waren wel al van plan om ’t stad in te gaan, en we laten ons niet zomaar van onze plannen afbrengen.

Tegen twaalf reden Kobe en ik, met Merel achterop mijn fiets, dus richting het centrum om er aan ’t Groot Kanon af te spreken met Bart. Meteen loodste die ons richting Oudburg voor een heerlijke sushi. Bart ging eerst gaan voor de boot met 70 stuks, maar die met 44 bleek toch voldoende :-p

Bart ging daarna opnieuw de fiets op richting kantoor, wij slenterden rustig door de Lange Munt, over de Zuivelbrug, naar het Design Museum. Ha ja, een nieuwe tentoonstelling én een speurtocht van Vlieg: meer moet dat niet zijn. Zeker als je dan nog vaststelt dat het museum gratis is voor Gentenaars tijdens de Gentse Feesten. Vlieg gaat dit jaar over smaak, en dus zat er in hun boekje een meelworm – had ik eerst mailworm geschreven, ugh – een hostie van kweekvlees en een jellybean met koffiesmaak. Leuk gedaan!

En toen waren er – duh! – ijsjes.

BTW, we hadden geen belleketrek gedaan, die mens in de achtergrond had net de politie over de vloer gehad omdat wellicht een of andere pipo die vond dat hij toch kon passeren met zijn camion op de Gentse Feesten, zich in dat steegje had proberen draaien en gans de gevel had beschadigd.

We liepen nog wat verder, zagen dat de feesten echt maar vanavond beginnen, en fietsten toen maar rustigjes naar huis.

Oh, en wijze affiches:

Volière

Een doodgewone zaterdag, en toen zag ik plots op mijn facebookfeed passeren dat Mieke, een soprane die op ons eerste concert van Cantandum heeft meegezongen én daarnaast ook nog eens classica is, haar bachelorconcert zong deze namiddag.

Meteen dacht ik: waarom niet? Kobe moet toch nog een concert bespreken voor zijn MCV+, en dan was dit toch ideaal?

Ik laadde zowel Kobe als Merel in de auto en tufte vrolijk richting Sint-Jacobs om netjes tegen zessen in het conservatorium te zijn.

Het concert zelf was… speciaal, maar op een heel knappe manier. Mieke had als thema vogels genomen, en daar zaten zowel liederen van Schubert tussen als een aantal Russische dingen en iets van Britten. Mooi, oprecht.

En toen waren we met ons drietjes in ’t stad en konden we toch gewoon niet anders dan een ijsje gaan halen. Tsja…

Proclamatie van de Certamina

Ik had het al een paar keer over de Certamina, de verschillende olympiades van Latijn en Grieks.

Vandaag was het ‘de grote dag’: de prijsuitreiking en plechtige proclamatie in de universiteit van Antwerpen. Ik sprak af met Gwen rond twaalf uur aan het station, we knabbelden samen ons broodje op, tetterden honderduit, ze nam deel aan mijn traditie van ijsjes op een fijne dag, en we wandelden via een geocache en de knuffel van een vriend naar de universiteit.

Daar werd het een drukke bedoening met een paar speeches, een zeer fijne bijdrage van Patrick De Rynck, de eigenlijke uitreiking en daarna ook vooral nog de receptie buiten in de binnenplaats. Een verslag heb ik hier geschreven.

Fijn gebouw, trouwens, die UA, allez, toch de buitenlocaties. Ik liet er meteen ook een foto nemen van het certaminacomité: veel oudere mensen, maar aan de andere kant: ik ben nu ook niet bepaald piepjong meer.

Daarna wandelden we een eindje verder naar de kaaien, naar de Griekse Taverne. Bijzonder aangenaam zitten en lekker gegeten, maar de rug deed me tegen dan een beetje dood, waar ik ook voor gevreesd had.

Plots kwam Gwen bij me: dat we snelsnel weg moesten als we de trein nog wilden halen. We vertrokken op een holletje, namen een eindje de tram, maar helaas, we misten net de trein. En de volgende was blijkbaar pas een uur later, het station was grauw en de toiletten gesloten. Niet bepaald een echt fijn uur, daar in dat station. Maar voor de rest was de dag zo fijn geweest dat het eigenlijk niet eens gaf.

Een welbestede woensdag

Een prachtige woensdagmiddag, en vanaf morgen weer regen, en een heleboel redenen om in ’t stad te moeten zijn: meer hadden Merel en ik niet nodig om de fiets op te gaan en effectief naar ’t centrum te rijden. Enfin ja, zij nog steeds achterop, want zo goed kan ze nog niet fietsen.

We fietsten naar het MIAT om er eindelijk een cache op te pikken – deze keer vonden we hem meteen – en ook coördinaten van de brug te bepalen. De week voor de paasvakantie is er immers projectweek voor de vijfdes, en daarvoor had ik een aantal jaar geleden een GPS-tocht op poten gezet. Alleen bleek die te lang, en moet ik hem nu dus inkorten. En daarvoor heb ik een paar nieuwe coördinaatpunten nodig.

We fietsten verder langs het water naar de Veermanbrug voor alweer coördinaten, en vervolgden onze weg langs de Reep en de Bisdomkaai, over de heel erg drukke Korenmarkt, tot aan de fietsenstalling voor de Hema. Daar waaiden we binnen, want een ander doel vandaag was het vinden van stevige en vooral grote fietstassen voor Kobe. Zijn immense rugzak moet erin kunnen, en aan de andere kant dan zijn jas en turnzak. Meteen hadden we nog wat knutselgerief, stroopwafels en chocolade mee. Tsja.

We liepen verder de Veldstraat in om een ijsje te halen. Tradities zijn er om gerespecteerd te worden, vonden we allebei, en de Damass was nog niet open, maar aan de Australian stond een lange rij. We zijn daarna dan maar aan het water gaan zitten, op een trapje tegenover het Duivelssteen. Zalig.

En toen gingen we terug richting onze fiets, en besloten we om alsnog even in de C&A binnen te gaan: ik heb namelijk een chique zwarte broek nodig voor Roelands trouw, want de top heb ik al. Heel veel zin had ik er niet in, maar bon, het moet toch ooit een keer. En jawel, na wat zoeken vonden we de perfecte broek, en ik had meteen ook nog een witte bloes mee, iets wat ik eigenlijk al lang eens nodig had.

Het begon al te schemeren toen we terug thuis waren na opnieuw een fijn fietstochtje.

Win.

Meisjesweekend

Bart zit in New York, de jongens zitten op Roanoke, en dus hebben Merel en ik het kot voor ons alleen. Gisterenavond hadden we daar niks aan omdat we zo laat thuis waren van Geel, maar vandaag gingen we het onderste uit de kan halen, en dat hebben we dan ook maar gedaan ^^

Ze had eerst muziekles van negen tot elf in Evergem, en daarna zijn we gezellig op de markt gaan rondlopen om alle ingrediënten voor de lasagne morgen te verzamelen. Net geen negen euro voor een kleine pompoen, een zak wortels, drie paprika’s, een bak champignons, twee ajuinen en een pastinaak: geen geld! En vooral ook kraakvers.


Thuis propten we alles in de koelkast en stapten daarna samen de fiets op, gewapend met een rugzak en een fietsmandje, aangezien Merel achterop zit en mijn fietstassen dus niet bruikbaar zijn. Het was immens stralend weer, en we genoten intens van het fietstochtje.

Aan de Hema werd onze fiets netjes op de fietsenparkeerplaats gestald, en gingen we gezellig samen frietjes eten, zalig in de zon op het grote terras daarboven, onder begeleiding van de zoele klanken van een hakkebord.

Ik had intussen gemerkt dat mijn achterste fietsband niet echt hard meer stond, en dat mijn slot dreigde te blokkeren, dus we wandelden rustig naar de fietsherstelplaats onder de Stadshal voor een druppel olie en een zucht lucht, die ik beide met de glimlach en voor niets kreeg. Dik in orde!

We fietsten naar de Reep om de nieuwe waterloop te bezichtigen en meteen ook de cache aan de Scaldissluis te vervangen, en zagen ook voor het eerst effectief een kajak gebruik maken van de kajakglijbaan.

We fietsten fluks door naar de Hopper om nieuwe scoutstruien, en zaten nu al zo ver dat we maar gewoon doorfietsten naar het Citadelpark. Daar gingen we eerst even rondlopen in het S.M.A.K., maar stelden vast dat Raoul De Keyser ons ding niet is. Marcel Duchamp zagen we al beter zitten, eigenlijk. We zijn dan maar nog Pokémon gaan vangen in het park, en maakten er een zeer aangename wandeling van.

We hadden eigenlijk iets willen drinken in de kiosk daar in ’t park, maar blijkbaar was dat maar tot eind september. Tsja, er zat dan maar niks anders op dan terug naar ’t stad te fietsen en daar een ijsje te halen. Hoe jammer nou… Maar eerst fietsten we nog vrolijk door het Miljoenenkwartier om twee caches op te halen.t

We sloegen nog stapels pepernoten in in de Hema, een ongelofelijk schattige vleermuisdiadeem en nog wat extra Halloweengerief, en fietsten toen gewoon naar huis, om tegen half zes gewoon in de zetel te ploffen.

Om zes uur haalden we onszelf weer uit de zetel, sleepten ons naar de winkel, en sloegen vooral, naast sandwiches, ook hapjes in. Tegen zeven uur versierden we het huis, trok Merel haar vleermuisonesie aan, en nestelden we ons samen in de zetel met een zak monsterchips en een fijne heksenfilm.

Toen ik haar om negen uur in bed stak, kreeg ik een extra lange knuffel: “Dank je mama, voor zo’n geweldige dag!” En ik kon dat alleen maar beamen.

Toonmoment en bijhorend stadsgeloop

Kobe had vandaag voor fagot een toonmoment in ’t stad: niet in de Drabstraat, zoals de vorige keer, ook niet in de Poel zelf, maar wel op de hoek van de Ramen, in het foyer van een serviceflatgebouw. Wijs hoor!
Hij moest er een uurtje op voorhand zijn om nog even door te spelen, en intussen dronken Merel en ik een koffie op het terras van – waar anders? – de Labath er schuin tegenover. Toen Kobe moest spelen, kwam hij ons halen, en namen we onze drankjes gewoon mee.

Na zijn optredentje  brachten we de fagot opnieuw naar de auto – dat ding is loodzwaar! – en gingen een ijsje halen. Ha ja, tradities zijn er om in ere te houden.

Het was er ook ideaal weer voor, om, gezeten op het muurtje van de Graslei onder de grote paraplu die dienst deed als parasol, te genieten van zo’n ijsje.

Geef toe?